Burghsluis en Cadzand:
nieuwe reddingsboten
IDE THERMOSTAAT PS
lOLIFANT
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
BUREN
r
Uit de
wondere
wereld
van de
techniek
LANDBOUWSCHAP NIET OPZIJ
VOOR BOZE BOEREN
DE VERDWENEN MINIATUUR
ZATERDAG 22 APRIL 1961
f li O V IN CI A LE ZEEUWSE C O U KAN T
21
JAARVERSLAG Z.H.R.M. 1960
Zeeuwse stations redden
in 136 jaar 520 personen
In een prettig; leesbaar, rijk door de
zeefotograaf Cees van der Meulen ge-
illustreerd werkje bracht ,de Konink
lijke Zuid Hollandsche maatschappij
tot redding van schipbreukelingen de
zer dagen verslag uit van de reddings
activiteiten en andere wetenswaardig
heden van 't afgelopen jaar. In dit ver
slag wordt ook de nodige aandacht be
steed aan de Zeeuwse reddingsstations
die onder de Z.H.R.M. in Zeeland res
sorteren, namelijk Breskens, Veere
(nu Burghsluis), Westkapelle en Cad
zand. Gedurende het verslagjaar 1960
werd 38 maal, waaronder 34 maal
hier in Zeeland, een beroep gedaan op
de reddingsstations, waarbij slechts
in 11 gevallen werkelijke hulp moest
worden verleend. In totaal werden
hierbij 34 personen veilig aan land
gebracht.
Aangezien gebleken was, dat
„Zeeuwsch-VIaanderen" te Cadzand-
haven niet meer aan de door de Z.H.
R.M. gestelde eisen voldeed, besloot
de maatschappij deze boot te vervan
gen. Aan de firma Meeusen te Bres
kens droeg men de bouw van een
teakhouten vlet met Coventry Victor
motor op. Na oplevering van deze
nieuwe vlet maandag a.s. zal de
oude vlet worden afgevoerd. Hoenel
de grote boten nog in uitstekende
staat verkeren, besloot men medio
1960 toch tot de bouw van een nieu
we reddingboot ter vervanging van
de „M. C. Blankenheym" uit Burgh
sluis. Het bureau voor scheepsbouw
P. H. Groot jr. te Bloemendaal kreeg
opdracht een ontwerp voor een dub-
belschroef-motorreddïngboot te ma
ken. Verwacht wordt, dat in de twee
de helft van 1961 met de bouw kan
worden begonnen.
Het verslag vervolgt met een over
zicht van het materieel, waarvan het
onderhoud regelmatig plaatshad.
Daar de wettelijke voorschriften ei
sen, dat de accu's voor de radiotele-
fonie-installaties gedurende een
vaartocht opgeladen moeten kunnen
worden, was het in 1960 noodzakelijk
hiervoor op de boten speciale dyna
mo's te plaatsen. De proeven met
verschillende verfsoorten om de bo
ten beter zichtbaar te maken worden
voortgezet. Op de grote boten, aldus
het jaarverslag, werden de geluids
dempers van de motoren vernieuwd
en aan dek geplaatst, waardoor men
ruimte in de machinekamer won, en
voorts een betere demping van het
geluid werd bereikt. Verder werd te
Breskens met de „Pres. J. V. Wierds.
ma" een proef genomen met katho-
dische bescherming- tegen aangroei
ing van de scheepshuid. Deze proef
is nog niet. beëindigd.
Steiger
Het -verslag maakt vervolgens gewag
van de verplaatsing van het red
dingsstation te Veere naar Burgh
sluis na de afsluiting van het Veerse
Gat. In verband daarmee werd in de
haven van Burghsluis onder toezicht
van de Rijkswaterstaat een nieuwe
aanlegsteiger gebouwd, die inmiddels
ook is opgeleverd. De bouwkosten
van deze steiger zullen voor rekening
van het rijk komen. Verder worden
in de nabijheid van deze haven twee
woningen gebouwd voor de schipper
en de machinist van de reddingboot.
Verder worden in 't verslag totalen
genoemd van geslaagde zeereddin
gen.
IN ZEELAND
Ook Zeeland had ih deze totalen die
(Advertentie)
Sinds
I 1842
Origineel Zwitsers
fabrieksmerk
over 136 jaar gerekend zijn in Zee
land, een nijver aandeel. Zo bedragen
deze cijfers voor Veere in totaal 28
geslaagde reddingen, waarbij 156
personen in veiligheid werden ge
bracht; Westkapelle met resp. 4 en
23; Breskens met resp. 47 en 273 en
tenslotte Cadzand met 26 en 68.
Afscheid
Tevens maakt het verslag nog ge
wag van het vertrek van de heer J.
Minderhout, vuurleider van het wip
pertoestel te Westkapelle, die na 23
jaar dienst bij het wippertoestel, op
1 januari 1960 afscheid nam. In zijn
plaats werd de hulp B. van Vaarde-
gem als vuurleider aangesteld, ter
wijl L. Minderhout, zoon van de oud-
vuurleider, als hulp werkzaam zal
i.
het verslag wordt voorts nog ge
ien op de vele gevallen van bran
dende tankers, die niet op normale
wijze te benaderen .zijn. De beman
ning wordt daartoe in speciale olie-
kleding gestoken met asbest mas
kers en handschoenen.
Tot slot wordt ook aan de financiën
de nodige aandacht besteed. In het
jaar 1960 beliepen de scheepsbijdra-
gen een totaal van 203.481,13. De
vaste contributies bedroegen 23.161;
aan giften werd een bedrag ontvan
gen van 79.849.51, hetgeen een aan
zienlijke stijging betekent ten op
zichte van vorig jaar. De exploitatie
kosten van de verschillende stations
zijn dit jaar belangrijk hoger ge
weest dan voorgaande jaren, n.l.
141.889,61. Het onderhoud en de re
paraties aan vaartuigen en boothuï-
zen vergden een bedrag van
42.208.26.
Kwestie-Nieuw-Guinea
in Engelse Lagerhuis
In het Engelse Lagerhuis heeft de
afgevaardigde Fenner Broekway van
Labour en voorzitter van de bewe
ging voor vrijmaking van koloniën,
aan de regering gevraagd, welke
gedragslijn zij in de lcwestie-Nieuw-
Guinea zal volgen om te voorkomen,
dat Engelse soldaten erin zouden
kunnen worden betrokken.
In antwoord hierop verwees de En
gelse minister van binnenlandse za
ken, Butler, die namens de premier
antwoordde, de steller van de vraag
naar een verklaring, onlangs in het
Lagerhuis afgelegd door onderminis
ter Heath van buitenlandse zaken.
Deze had gezegd: „De Engelse re
gering heeft er zich niet toe.verbon
den militaire steun te verlenen aan
de Nederlandse regering.
Advertentie i
thermostaat,die wel gebruikt
wordt in ovens en schoorste
nen. Daarbij wordt een buis
in de meetruimte gestoken.
I De thermostaat is een regelaar
I voor het meten en regelen van
1 temperaturen. Daarbij wordt-
veel gebruik gemaakt van de
uitzetting door warmte van vas
te stoffen (metalen) of vloeistof
fen.
/*an het ene einde van die buis is een stang
met een uiterst gering uitzettingscoëfficient
bevestigd. Het andere eind is verbonden met
het huis. De stang is gekoppeld aan een re
gelmechanisme. Bij verhitting zal de buis u'it-
uitzetten en dus langer worden. Het losse
einde van de stang, die vrijwel niet uitzet, ver
schuift dan ten opzichte van het huis, zodat
het regelmechanisme wordt bediend.
Door verhitting van de voeler
wordt de vloeistof door de
nauwe verbindingsleiding
naar het metalen meetbalg-
je geperst. Het membraan,
gaat bol staan en beweegt
het regelmechanisme (b.v.elec-
trische schakelaar).
Bij het weerstandelement
neemt de weerstand af
wanneer de op een raampje
gewonden draad wordt
verhit.
verbindings leiding
x~~
De uitzetting van vloeistoffen
wordt gebruikt in een type
dat geheel gevuld is met
yloeistof (b.v. tolueen).
pmjiM I
H meetruimte p.:3fS.
kü
Geheel andere thermostaten zijn die, waarbij
onder invloed van warmte electrische eigen
schappen veranderen. Het thermokoppel be
staat uit twee draden van verschillende
metalen die aan de einden verbonden 2ijn.
Wanneer één van beide losplaatsen verhit
wordt gaat er een stroom rondlopen die
evenredig is aan het temperatuurverschil
tussen de losplaatsen
■V"
1 draad U/A
I
Tech-v.Dijk'
Strenge straf voor
kinderverwaarlozing
De rechtbank in Rotterdam heeft
dezer dagen uitspraak gedaan in de
zaak tegen de ouders die hun baby op
zettelijk verwaarloosd hodden waar
door het kindje nog geen jaar oud,
overleed.
De man, de 47-jarige los-werkman P.
J. M. werd veroordeeld tot een jaar
gevangenisstraf met aftrek en terbe
schikkingstelling van de regering.
Zijn tien jaar jongere echtgenote
kreeg negen maanden gevangenisstraf
met aftrek, waarvan drie maanden
voorwaardelijk met drie jaar proef
tijd en toezicht, waarbij de rechtbank
ook psychiatrische behandeling nodig
achtte.
Achtervolgde straaljager
bij Seoel neergestort
Een Sabre-straaljager van de Zuid-
lcoreaanse luchtmacht is op 150 km
ten zuiden van Seoel neergestort.
Het toestel werd achtervolgd door
drie communistische Mig-straalja
gers. Onmiddellijk is in het gehele
land de staat van paraatheid afge
kondigd.
Student veroordeeld voor
slaan van politie-agent
De Amsterdamse politierechter heeft
gistermiddag de 22-jarige student in
de sterrenkunde. F. de N. ---
29 november 1960 tijdens een studen-
tenrel bij een laboratorium aan de
Plantage Muidergracht, waar prof. dr.
J. Kistemaker een lezing hield, een
agent enige malen in het gezicht had
geslagen veroordeeld tot een boete
van 100 subs, twintig dagen hechte
nis.
De officier van justitie die het een
ernstig feit noemde het gebit van
de agent werd in tweeën geslagen en
hij kon drie dagen geen dienst doen
had een maand gevangenisstraf
geëist.
BIJDRAGE IS VERPLICHT
„Geen reden om de heer
Koekoek te vereren"
(Van onze Haagse redactie)
Het landbouwschap zal zich door de
acties en demonstraties van een aan-
'n mannelijke borrel
voor mensen met pit
1770. De visorplaten gaven
een klaar beeld van hetgeen
er buiten het schip gebeur
de. Men kon duidelijk zien
hoe de Maan plotseling met
toenemende snelheid achter
de Terra I verkleinde tot
een speelgoedbaleen
knikkereen spelde-
knop. Alleen, het enige
vreemde was, dat géén der
opvarenden naar die visor
platen keek. Om de eenvou
dige reden dat zij allemaal
de ogen stijf dicht hadden
en in een diepe sluimer ver
zonken leken. Piloot Storms
laatste woorden hingen als
het ware nog in de controleruimte: „Ik scha
kel nu over. 't Zal mij benieuwen hoelang
het duurtDoch wat hem eigenlijk zo
benieuwde, moest voorlopig een geheim blij
ven. Diep in het binnenste van het ruimte
schip klonk een geheimzinnig geklik en ge
snor van raderen en handles, alsof een on
zichtbare piloot het mechanisme bestierde.
Maar voor de instrumentenborden zaten
slechts inerte figuren, wier brein op dat mo
ment volkomen blank was.
I tal boeren tegen de invoering der hef
fingen niet laten beïnvloeden en zal
I normaal doorgaan met het nemen van
maatregelen tegen hen, die weigeren
aan hun betalingsplieht te voldoen.
Dit deelde de voorzitter van het land
bouwschap, de heer A. W. Biewenga
gisteren mee op een te Den Haag ge
houden persconferentie.
De heer Biewenga merkte op, dat het
landbouwschap een langs wettelijke
weg tot stand gekomen publiekrechte
lijk lichaam is, waaronder van rechts
wege ieder valt, die een landbouwon
derneming drijft. Dit brengt o.a. mee,
dat deze ondernemers wettelijk ver
plicht zijn de door het landbouwschap
opgelegde heffingen te betalen. Voorts
zette de heer Biewenga uiteen, dat in
de wet is bepaald hoe een publiek
rechtelijk orgaan kan worden gefi
nancierd. De algemene heffing vraagt
een bepaald bedrag per hectare. Ais
de heffing niet wordt betaald, kan
het landbouwschap niets anders doen
dan dwangmaatregelen nemen.
Geen helden
De heer Biewenga betreurde de
perspublicaties, die in de laatste
tijd zijn verschenen over het optre
den van de voorzitter van de Bond
voor Bedrijfsveiligheid in de Land
bouw, de heer H. Koekoek te Ben-
nekom. In deze artikelen werden
Koekoek en zijn aanhangers min
of meer als helden geëerd, omdat
zij zich tegen het .jDwangschap",
zoals zij het landbouwschap noe
men, verzetten. De heer Biewenga
was echter van oordeel, dat voor
verering van degenen, die weiger
achtig zijn te betalen, bepaald-
geen reden is.
De heer Biewenga wees er op, dat
Koekoek het praatje heeft rondge
strooid, dat het landbouwschap hem
niet durft aanpakken en dat hij nooit
een inventarisatieformulier heeft in
gevuld of de heffing heeft betaald en
dat men hem nooit neeft durven aan
pakken.
De voorzitter van het landbouwschap
toonde echter aan de hand van af
schriften van de desbetreffende be
scheiden aan, dat de heer Koekoek
wel degelijk op resp. 12 mei 1955 en
op 19 mei 1956 de inventarisatiefor
mulieren 1955 en 1956 van zijn hand
tekening heeft voorzien.
jpm ■■FEUILLETON iiiiiiiiiiiiiih
door Erich Kastner
Frits was met de kinkhoest van school
thuisgekomen. En kleine Kurt had ge
zegd, als hij maar eerst groot was,
dan werd hij voorzitter van 't slagers-
gilde". Oskar Külz haalde zijn zak
doek te voorschijn en droogde zijn
van mijn familie", zei hij, „en ik houd
ook van mijn beroep. Maar plotseling
hing het me allemaal de keel uit. De
worstmachine die ik geworden ben,
bleef opeens staan. Kortsluiting! Uit!
Moet een mens nu alleen maar wer
ken? En moet men werkelijk alleen
maar aan anderen denken?
Is d wereld daarvoor zo mooi, dat
men, zonder om te zien, rechtuit,
rechtaan van het abatoir naar het
kerkhof galoppeert?.
Ieder mens denkt ook wel eens aan
zichzelf. En alleen de oude Külz zou
dat niet mogen?"
Hij schudde het hoofd. "Misschien
politieverordening verbieden. Best mo-
moest men de lijsters het zingen bij
gelijk, misschien ook niet. Dat is
mijn terrein niet. In elk geval zondag
morgen, al vroeg, om vijf uur, stond
ik op. Aan Emilie, mijn vrouw, zei ik,
dat ik in Bernau Selbmann wilde op
zoeken. (Hij en ik waren indertijd
samen knecht bij Schmitz in Pots
dam). Daarna stak ik geld in mijn
zak en ging naar het Stettiner station.
Daar keek ik na, hoe laat er een snel
trein vertrok. Zo mogelijk ver weg.
En 's zondagsmiddags was ik in Ko
penhagen". Hij glimlachte-bij de her
innering aan zijn vlucht. Hij glim
lachte als een jongen, die van school
gespijbeld had. Dat maakte de indruk,
vooral met het oog op zijn ruige, grij
ze snor, als een glimlach met veel,
zeer veel vertraging.
„Dat meent U toch niet!"
„Hebt U ten minste flink rondgeke-
cen?" vroeg zij.
..O ja", zei hij. „Dat kan er mee door.
Ik ben in Roeskilde geweest. Ik was
aan de overzij, in Malmö. Ik heb
Hamiets graf gezien. Hoewel het de
vraag is, of hij erin ligt. Ik ben bo
ven geweest, in Gilleleje en heb in de
zee gebaad. Lieve juffrouw, dat ik
niet eerder begonnen ben 'n beetje van
de wereld te gaan zienik zou me er
uren lang voor om de oren kunnen
slaan". „En hoe vaak", vroeg zij,
„hebt U naar huis geschreven?
„Helemaal niet", verklaarde hij. „Zij
zullen verbaasd zijn dat ik zolang in
Bernau blijf!"
..Maar neemt U mij niet kwalijk", zei
dc jongedame ernstig, „dat gaat toch
werkelijk te ver! Uw vrouw heeft
toch op zijn laatst maandagmorgen
naar Berbau getelefoneerd en gehoord
dat U daar helemaal niet geweest
bent!"
„Denkt U?" vroeg hij. „Dat zou net
iets voor Emilie zijn".
„Misschien denken ze wel dat U een
ongeluk overkomen isUw familie zal
duizend angsten uitstaan."
„Moeten zij maar uitstaan!" merkte
Hij gelaten op. „Külz wil ook wel eens
rust hebben. Ik ben ten slotte toch
geen kerstmannetje!"
'e jongedame zweeg korte tijd. Toen
zei zii: „Ik weet natuurlijk niet pre
cies. hoe het iemand als slager en
grootvader te moede is".
„Dat is het nou juist", meende hij.
..Maar een ding weet ik wel. Dat U zo
spoedig mogelijk een prentbriefkaart
gaat kopen en uw vrouw gaat schrij-
In de hal van het hotel kunt U kaar
ten krijgen".
Külz keek de jongedame van op zii
aan. Zij zeide: „Doet U mij dat genoe
gen". Hij vermande zich, stond op.
liep het hotel in en mompelde: „Al
weer onder de pantoffel!"
In de hal van het hotel was een kiosk.
Külz haalde zijn leesbril uit het fou-
draal, zette hem op en monsterde de
Krentbriefkaarten. Na lang zoeken
oos hij een prachtig havengegezicht
uit. hield de kaart de verkoopster
voor en zei: „Ook nog 'n zes-pfennig-
postzegel.
Of kost het meer naar Duitsland?"
De verkoopster hing aan zijn lippen
„Een zes-pfennig-postzegel". bromde
hij. En een beetje vlug!"
Toen merkte een kleine heer naast
hem op. die zich onderscheidde door
veel te hoog gelegen oren: „Zes-pfen-
nig-postzegels zult U hier moeilijk
kunnen krijgen. U zou er ook nie'
veel aan hebben".
„Dan moet ze me maar een twaalf-
of vijftien pfennig-postzegel geven!"
De kleine heer schudde het hoofd.
„Die zijn hier ook niet te krijgen".
„Dat begrijp ik niet. Waar men
briefkaarten verkoopt zijn ook post-
zekels te krijgen".
De kleine heer lachte, waarop zijn
oren nog meer de hoogte in schoven.
„Postzegels zijn hier wel", zei hij.
„Maar geen Duitse. Probeert het
eens met Deense".
IRENE TRÜBNER IS BANG.
De kleine heer was zeer behulpzaam
geweest. Goede mensen bereidt het
immers altijd vreugde anderen te hel.
pen. Zij zijn epicuristen en bevredi
gen, terwijl ze goed doen, hun more
le lusten.
Hoe dan ook -slager Külz had het
op juiste waarde gefrankeerde prach
tige havengezicht in de hand en on
derhield zich met de kleine heer. Zij
spraken al sinds vijf minuten met
elkaar. Er gaat niets boven sympa
thie tussen gerijpte mannen.
Tenslotte liet Külz de vreemde heer
zijn portefeuille zien en liet zich uit
voerig inlichten over de koopwaarde
van het Deense bankpapier, in het
bijzonder vergeleken met het Duitse
geld. De kleine heer vergat bijna de
portefeuille terug te geven.
Daarover moesten beide mannen har
telijk lachen.
„Nu moet ik echter weer naar mijn
tafeltje", zei de Berlijner. „Mijn naam
is Külz. Het was me zeer aange
naam".
„Het genoegen was geheel aan mij",
antwoordde de kleine heer. „Ik heet
Storm".
Zij schudden elkaar de hand.
Op dit ogenblik kwam er voor het
hotel een krantenbezorger aanrijden,
sprong vein de fiets en haastte zich
met een pak kranten door het por
taal in de hal. De juffrouw in de kiosk
keek naar de groot-gedrukte koppen
en kreeg er rode, ronde vlekken van
op haar wangen. De bezorger liep
vlug naar zijn fiets terug en reed
haastig verder. Op straat bleven de
voorbijgangers staan en keken de
nieuwe bladen in.
De gasten in de hal bemerkten, dat
er iets aan de hand was. Zij drongen
naar de kiosk en kochten kranten.
Zij lazen de berichten en praatten in
alle wereldtalen door elkaar.
„Het lijkt de toren van Babel wel",
stelde Külz vast. „Ik ben er eigenlijk
helemaal niet rouwig om, dat ik geen
woord van dit spektakel versla".
De kleine heer knikte beleefd. „Na
tuurlijk. Onwetendheid is een gave
Gods. Wie veel weet, heeft veel er
gernis". Hij kocht een krant en vloog
de eerste regels door:
„Nu wordt ik toch nog nieuwsgierig",
zei Külz. „Wat is er eigenlijk ge
beurd? Is er oorlog?".
„Neen", zei Storm. „Er zijn kunst
voorwerpen verdwenen. Ter waarde
van een miljoen kronen".
„Aha", zei Külz. „Nou dan ga ik mijn
kaart maar eens schrijven". Hij gaf
de heer Storm vriendelijk de hand en
ging heen.
De kleine heer keek hem verstomd
na. Daarna liep hij uit de hal cn zet
te zich weer bij de heer Philipp Acli-
tel. Ook deze las het zojuist versche
nen blad. Hij bestudeerde de eerste
pagina tot in de finesses. Daarna zei
hij: „Wat er toch allemaal gebeurt!".
„Van de daders voorlopig geen spoor
te bekennen", zei mijnheer Storm.
„Ik hoop dat zij spoedig gesnapt wor
den".
„Voor ze nog meer gappen".
„Nou".
(Wordt vervolgd).