Ben-Gavriêl en Eugène Heimler over de jodenvervolging Raam voor Oude Kerk in Delft Toneel in Landjuweel en Holland Festival TAGORE-herdenking met concert in Den Haag ZATERDAG 8 APRIL 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Christian Geissler roept een generatie ter verantwoording De bestialiteit van het Hitler-regime gaat het begrip te boven; nooit zal iemand duidelijk en afdoend kunnen verklaren, hoe dit kon ontstaan, hoe de mens na eeuwen en eeuwen beschaving en christendom in staat is gebleken zo gruwelijk te moorden en te laten moorden. De verklaringen schieten steeds te kort (ook de Hitler-film die hier onlangs in roulatie was bleef in dit op zicht onbevredigend) en het is dan ook vanzelfsprekend, dat telkens opnieuw gepoogd wordt deze verschrikkelijke tijd te benaderen, nog afgezien van het feit dat het bitter noodzakelijk is de gruwelijke les van dit nabije verleden voor ogen te houden omdat dezelfde mentaliteit, waar vele miljoenen mensen op de afschuwelijkste manier het leven door lieten, nog overal heerst. Het constante hameren op het zelfde aambeeld is dan ook geen „omzien", geen „oprakelen", maar een voortdurend reken schap geven, standpunt bepa len, waarschuwen, teneinde te voorkomen dat een dergelijk drama zich in een of andere vorm herhaalt. Ook de kinderen van degenen, die hierbij actief of passief betrokken waren, gaat het aan, en die kinderen worden nog dagelijks geboren. Letterkundige kroniek door HANS WARREN Moussault's Uitgeverij heeft ge- li jktijdig een drietal boeken uitge geven, die zij tezamen aankon digt, en die inderdaad wel iets van een drieluik hebben met als cen trale thema het verbijsterende lij den dat in het bijzonder de joden is aangedaan. Het zijn: „Een huis in Praag" („Das Haus in der Karpfengasse") van M. Y. Ben- Gavriêl, „Uit nacht en nevel" Night of the mist") van Eugène Heimler, en „Een generatie zwijgt" („Anfrage") van Christi an Geissler. Als recensent heeft men het met de ze boeken niet gemakkelijk. De lec tuur is, op zichzelf, bijzonder aan grijpend, en aan mensen met zwakke zenuwen en sterke verbeeldingskracht moet men ze beslist afraden, want men is er dagen- en vooral nachten lang van onder de indruk. Toch zou men willen dat iedereen ze las. Maar bovenal: het lijkt zo dwaas, een kri tische bespreking te geven van zo'n schokkende getuigenis, b.v. te bewe ren dat het boek van Heimler als literair voortbrengsel iets minder ge slaagd is dan de beide anderen. Aan de andere kant: de auteurs hebben de moeite gedaan, hun gedachten, be levenissen en hun boodschap een li terair bevredigende vorm te geven; ook bij hen zijn er een heleboel bij overwegingen in 't spel geweest. Met vooraf te zeggen dat deze boeken alle drie ook literair op een hoog peil staan, menen we te kunnen volstaan in dit geval. Een huis in Praag" van Ben-Ga vriêl is een werk van de oude stempel; we vermoeden dat de schrijver ervan niet meer zo erg jong' is. Het is geschreven volgens een bekend, en aantrekkelijk procé dé: van een groot stadshuis worden alle bewoners, vanaf de beneden tot de zolderverdieping uitgebeeld, met al hun problemen. Een gedeelte van de bewoners zijn joden, de ande re Tsjechen maar er woont. o.a. ook een S. A. man. De levens van deze mensen zijn, zoals dat pleegt te gaan, min "of meer met elkander ver weven. ..Er was niets bijzonders aan het huis en niets bijzonders aan zijn bewoners: eenvoudig een huis toe vallig gekozen uit de duizenden van Praag, met een paar families, toevallig gekozen uit de duizen den families van Praag, die, zon der ophef van hun bestaan te ma ken. in hun eeuwig gelijk Praags milieu min of meer tevreden voortleefden en verder zouden hebben voortgeleefd tot; hun na tuurlijke dood, als niet het, nu ja, niet alleen voor hen onontraadsel- bare noodlot hen had veroordeeld het jaar van de al lang niet meer erkende Heer '1939 mee te bele ven". Doch: ,,De vijftiende maart 1939 kwam. Op de ochtend na de veertiende was hij er. Een land werd tussen liet avond- en och tendblad van de landkaart ge schrapt en zoënzoveel miljoenen mensen hadden in de nacht het zogenaamd. onvervreemdbare recht verloren om op de wijze die zij gewoon waren te ademen, te handelen, te beminnen en te le ven. Zlata Praha, het Gouden Praag, was bezet". I)an wordt ons het bestaan en het lot van al die mensen in het huis ge schilderd. Wat hen aangedaan wordt, wat zij elkander aandoen, en hoe zij bijna allen te gronde gaan. De ver schrikkelijke gebeurtenissen worden echter op een milde manier verhaald, niet een ironische afstand, die van een groot mededogen en van een gro te wijsheid getuigt. Het boek is bo vendien ongemeen knap gecompo neerd: de mysterieuze bewoner van de. zolderverdieping, die uiteindelijk en legende wordt, sluit het literaire bouwsel op uiterst, bevredigende wij ze af. Het is een aangrijpend, en te vens heel mooi boek. Uit nacht en nevel" is eerder een getuigenis, een document. Eugène Heimler, een Hongaar se joodse dichter, werd na de inval der Duitsers in maart 1944, enige dagen na zijn huwelijk, met vele stadgenoten op transport gesteld naar Auschwitz. Zijn vrouw is er omgekomen, zijn familie, vrienden en kennissen zijn er zo goed als al len vermoord; hij heeft het overleefd, mogelijk doordat hij jong en sterk was, en in vele gevallen door intuïtie gewaarschuwd werd, wanneer er acuut gevaar dreigde. Zijn lijdensweg door de verschillende kampen, zijn slavenarbeid in de fabrieken, zijn ge sprekken met lotgenoten, de uitbeel ding van wat de slachtoffers elkaar onderling aandeden („veel goede mensen zijn slecht geworden, en veel slechten goed" schrijft hij, sprekend over de „beschaving binnen de be schaving" die de concentratiekampen in liet leven geroepen hebben)zijn verhouding met een zigeunermeisje, dochter van een „Blockaltester" en zijn uiteindelijke ontsnapping over de Tsjechische grens met een paar jongens die aan zijn hoede waren toevertrouwd, zijn niet alleen bijzon der aangrijpend, maar ook goed ver teld. Ei en generatie zwijgt" is van li terair standpunt gezien moge lijk het belangrijkste boek, en ook het feit, dat hier een jonge Duit ser (Christian Geissler werd in 1928 geboren) op klemmende wijze de schuldvraag opwerpt, is van grote betekenis. Geissler's vader was een groepsleider bij de S- A. en verdween aan het oostfront. Geissler, die over een mordant intellect beschikt, roept in dit boek die vader, de vader van alle Duitse jongeren, ter verantwoor ding. Doch zij zwijgen, verzinnen uit vluchten. kletsen er om heen, en er ger, praten de zaak goed, tonen niets geleerd te hebben. Zijn hoofdpersoon, de student natuurkunde Kohier, bijt zich met niet ontziende hardnekkig heid vast in dit probleem, en tracht zo de mensen die het Wirtschafts- wunder tot stand brachten en er zich aan vergapen, het masker af te 'trek ken. Wat leeft er in hen, die zulke grote, onherstelbare- fouten' ■maak ten? Hij is daarbij een fel satiricus en polemist; zijn boek is een slag in het zelfgenoegzame Duitse gelaat en bracht als zodanig heel wat pennen in beweging. Een van de onvergete lijk scènes is wel die waar een hond met het IJzeren Kruis aan het fraaie lint de straat opgestuurd wordt. Meesterlijk zijn de dialogen, gevoerd als Köhler op zoek is naar een ver dwenen joodse doctor, Valentin, welk symbolisch zoeken éen der hoofdthe ma's van het boek is. Köhler wil de oudere generatie dwingen de waarheid over wat er in het verleden gebeurd is, te zeg gen, omdat het de moeite loont, die waarheid te zeggen; hij wil hen dwingen te bekennen, „en als zij het niet doen, moeten wij het voor hen doen", wat in zijn geval acuut is, want Köhlers vader is dood. In dit felle, harde boek, laat Geissler vrijwel alle generaties die er op het ogenblik in Duits land leven aan het woord, en ook mensen uit allerlei lagen der be volking. Zijn boek is bovendien doorspekt met officiële medede lingen, krantenberichten, etc. Het beeld dat er uit oprijst is angst aanjagend. Terzijde moet even vermeld worden dat Johan Wink. Ier dit boek buitengewoon goed vertaalde. Het zijn drie aangrijpende, haast te dat zij oj) de mens van heden wcr- aangrïjpende boeken. En in het licht het motto voor Helmiers boek: „De pen, herleze men Ezechïël 27 1-4, hand des Heren kwam op mij, en dc Here voerde mij in den geest naar buiten en zette mij neer in een dal; dat was vol beenderen. Hij deed mij daar aan alle kanten om héén lopen en zie, zij lagen in grote menigte door het dal verspreid, en zie, zij wa ren zeer dor. En Hij zeïde tot, mij: Mensenkind, kunnen deze beenderen herleven? En ik zeïde: Here Here, Gij weet het". Uitgave: Moussault, Amsterdam. Uitwisseling met België In mei £963 zal in de Stads schouwburg in Haarlem een „Nationaal Landjuweel" wor den gehouden door het comité Na tionaal Landjuweel. Dit comité is opgericht door de Nederlandse Amateur Toneel Unie en het Werk verband Katholiek Amateurtoneel, in samenwerking met het natio naal overleg voor gewestelijke cultuur, het gemeentebestuur van Haarlem en de Haarlemse Toneel Club, die in 1956-1957 het door H.M. de Koningin beschikbaar ge stelde juweel heeft gewonnen. De Haarlemse Toneel Club verwierf toen tevens het recht een landju weel te organiseren. Voor deze toneelwedstrijd voor amateurs zuilen irt 1961 en 1962 ^6P,vuuloui;HJlll6VU in alle provincies en m de.^tedeiu-..., gGfta/it Tevens zal worden nage- Amsterdam. Den Haag eii Rotter- eraaïl jn hoeverre tegemoet is ge- dam „voorwedstrijden nrden gehouden. Da winnaars krijgen een provinciaal of een stadjuweel en het recht cm deel tc nemen aan het nationaal landjuweel in Haarlem. In de finale wordt gestreden om het „juweel van H.M. de Koningin, terwijl voorts prijzen beschikbaar zijn voor de beste amateur-regie prestatie, voor het meest geslaag de zelf ontworpen en vervaardigde decor, voor de beste vertoning van een Nederlands stuk en voor de vereniging, die hetzij qua originele vormgeving, hetzij, tegen de ach tergrond van de eigen mogelijk heden dc meest opvallende presta tie levert. ONDERZOEK De centra in België en Neder land van het Internationaal Theater Instituut hebben over eenkomstig de wensen van de al gemene conferentie der Nedèvland- se letteren (sectic toneel) besloten de uitwisseling van repertoirege- gevens tussen de twee landen met kracht ter hand te nemen. De cen tra hopen op die wijze het hunne bij te dragen tot vergroting van de wederzijdse belangstelling voor en het veelvuldiger doen opvoeren van oorspronkelijke Belgische en Nederlandse toneelstukken. Voorlopig zal de uitwisseling zich beperken tot de gegevens over stukken, die na de tweede wereld oorlog in beide landen zijn ge speeld. De gegevens zullen op zo groot mogelijke schaal ter be schikking worden gesteld van de Belgische en Nederlandse beroeps- toneelgezelschappen. Het ligt ook in de bedoeling een onderzoek in tc stellen naar dc mate, waarin sinds 1945 uitwisse- lingsvoorstellihgcn hebben plaats gaan in hoeverre tegemoet is ge komen aan het verlangen naar een intensiever uitwisseling tussen bei dé landen van regisseurs, toneel speelsters en -spelers, decoront- wferpers en technici. SOLOTONEEL l—^e Ierse toneelspeler Micheal i MacJLiammoir zal in het ko- mende Holland Festival enke le voorstellingen geven van „The importance of being Oscar", een stuk solotoneel door hemzelf geba seerd op fragmenten uit het werk van Oscar Wilde, met eigen tekst. Het werk, dat geregisseerd is door Hilton Edwards, werd voor het eerst uitgevoerd tijdens het Dublin International Theatre Festival 1960 en wordt in ons land gepre senteerd in samenwerking met Dublin Gate Theatre Productions, Ltd. Micheal Mae Liammoir, die in Cork werd geboren, kwam als 7-jarige naar Londen, waar hij sinds zijn 10e jaar jongensrollen speelde in His Majesty's Theatre. Zijn eerste rol als volwassene speelde hij in 1912, t.w. de hoofdpersoon in de toneelversie van „Oliver Twist". Mac Liammoir maakte tournees door Europa, Amerika en Noord- Afrika. Vaak ook keerde hij als gast terug naar Londen, onder meer voor de vertolking van de rol van Brack in „Hedda Gabler" van Dame Peggy Ashcroft (1954). Als televisieacteur speelde hij de rol van Wilde in de „Famous trials series" van de B.B.C. en vervulde hij de Jago-rol in Orson Welles' verfilming van „Othello". De acteur trad reeds eerder in Ne derland op en wel tijdens de gast- voorstellingen van „Hedda Gabler" in 1956, alsook in 1959 bij de gast- voorstellingen door het Dublin Ga- te Theatre van „Saint Joan", waar- in hij de Dauphin-rol vertolkte. Een grappig kijkje door een van de asymmetrische ramen in de buitenmuur van de «feit- toe schouwburg te Tilburg. ,Kammerspiele' op tournee door ons land Het toneelgezelschap de ..Düsseldor. fer Kammerspiele" zal half april voor het eerst een bezoek aan ons land brengen en een korte tournee maken met „Furcht und elend des dritten Reiches" van Bertold Brecht. De première is zaterdag 15 april in het nieuwe De la Mar-theater te Amsterdam, waar tot en met dins dag 18 april voorstellingen worden gegeven. Op woensdag 19 en vrijdag 21 april volgen voorstellingen in de nieuwe schouwburgen te Nijmegen en Tilburg en op donderdag 20 april één voorstelling in het Kurhausca- baret te Scheveningen. Daarna gaat het gezelschap naar Antwerpen. De regisseur is Hansjoerg Utzerath en het stuk wordt gespeeld .door in Duitsland bekende figuren uit de theater- en filmwereld, die deel uit maken van de reeds 12 jaar be staande Düsseldorfer Kammerspiele. Eventueel opvoering van tooneelstuk Op 6 mei zal het honderd jaar zijn geleden, dat Ra Indrauath Tagore, dichter, componist, schilder, wijsgeer, pedagoog en humanist, werd geboren. In verscheidene landen worden herdenkingen Als op 22 april a.s. de geheel herstelde Oude Kerk in Delft feestelijk in gebruik zal worden genomen, zal tevens het veertiende glas-in- food-raam, dat de be kende glazenier Joep Nicolas uit Venlo voor deze kerk heeft ge maakt, worden over gedragen. Het raam (rechts) zal door mr. dr. K. P. van der Man- dele uit Rotterdam na mens de stichting „Het Princenhof" worden aangeboden. De heer v. d. Mandele had de kunstenaar opgedragen een raam te vervaardi gen ter herdenking van de terugkeer van H.M. Koningin Wilhelmina op Nederlands grond gebied in Eede in 1945. De zeven verti cale raamvlakken ge ven een uitvoerig beeld van dit historisch ge beuren: we zien de vorstin staande temid den van haar beproef de onderdanen tegen een achtergrond van puinhopen en half ver nielde huizen, waarop de Nederlandse drie kleur wappert. voorbereid om deze figuur van het internationale plan te eren. Li ons land is het „Nederlands Tagore-comité 1961" ge vormd; een werkcomité, dat in ons land te houden her denkingen van Tagore zoveel mogelijk zal coördineren. H.M. de Koningin heeft zich bereid verklaard het be schermvrouwschap te aan vaarden. In het erecomité hebben zitting ge nomen de. ambassadeur van India te 's-Gravenhage, de heer R. K. Tandon, de minister-president prof. dr. J. E. de Quay, de. minis ters van onderw. kunsten en we tenschappen, mr. J. M. L. Th. Cals staatssecretaris mr. Y. Scholten, alsmede de ambassadeur van Ne derland te New Delhi, jhr. mr. G. Beelaerts van Blokland. Voorzitter van het werkcomité is mevrouw prof. dr. J. E. van Lo- huizen-de Leeuw eerste vice- voorzitter de heer Ben van Eijs- selstijn. Onder auspiciën van de ambassa deur van India in Den Haag, biedt Radio Nederland Wereldom roep, in samenwerking met de Stichting Donemus, woensdag 12 april a.s. in de aula. van het ge meentemuseum in Den Haag een concert aan. Daar zullen dc so praan Elisabeth Lugt, de bariton David Hollestelle, Frans Vester, fluit, George van Renesse, piano en het Gaudeamus Strijkkwartet werken van Nederlandse compo nisten op teksten van Tagore uit voeren. Albert Vogel zal deze teksten declameren Composities van Hendrik Andriessen. Bertha Frensel Wegener-Koopman, Da niel Ruyneman. Hans Schouwman, Karei Mengelberg en Bernhard van den Sigtenhorst Meyer wor den ten gehore gebracht. Het Genootschap voor Nederlandse Componisten neemt in de slotma nifestatie van zijn- gouden jubi leum tijdens het Holland Festi. val een werk op van Jan van Gil- se, op teksten van Tagore. Dit werk zal worden gespeeld door het Concertgebouworkest onder leiding van Bernhard Haitink. Besprekingen met twee Nederlandse toneelgezelschapcn zijn gaande over' liet eventueel opvoeren van een toneelstuk van Tagore. Po gingen worden gedaan avonden te houden, waarop lezingen wor den gehouden en werk van Ta gore zal worden gedeclameerd voorts wordt getracht een expo sitie van schilderijen van Tagore in te richten en' een uitvoering van een dans-drama door een groep dansers uit India in ons land te bewerkstelligen. DRIELUIK DER ELLENDE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 5