FERHAT DUURT ABBAS: GEWAPEND VERZET VOORT PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT „Frankrijk hoopte op militaire zege" Minister Klompé opende Keukenhof Vier variaties op het thema sarcofaag Vand aag Olietechnici vrijgelaten Gevaren Publiciteit ZWITSERLAND TRACHT TE BEMIDDELEN Afgevaardigden van de Franse regering en van de voorlopige Algerijnse regering in ballingschap zijn donderdag te Bern bij eengekomen om voorbereidende besprekingen te voeren over de in de loop van volgende maand te houden onderhandelingen over de vrede in Algerije. Dit heeft, een woordvoerder van de Zwit serse regering meegedeeld. Het overleg had plaats tussen de Algerijnse Taieb Boularhouf en de Franse diplomaat Bruno de Leusse. De woordvoerder weigerde mee te delen waar de ontmoeting was gehouden. Volgens onbevestigde rapporten zou dit zijn geschied in het gebouw van de Tunesische legatie, ïn de loop van de ochtend had Boulahrouf gesproken met Zwit serse functionarissen over technische détails, verband houdend met de komende conferentie aan het meer van Genève. Het onderhoud tussen Algerijn en Fransman was het vierde „geheime" contact in Zwitserland in de afgelo pen twee maanden, verklapte de woordvoerder. Vorige ontmoetingen waren gehouden in februari en aan het begin van deze maand. De woordvoerder deelde voorts me de, dat drie Zwitserse diplomaten een belangrijke rol hadden gespeeld bij het leggen van de contacten tussen Algerijnen en Fransen. Het hoofd van de „voorlopige rege ring" van Algerije, Ferhat Abbas, heeft donderdag een toespraak via radio Tunis gehouden tot de bevol king van Algerije, waarbij hij liet weten dat de Algerijnse rebellen geen centimeter zouden wijken in hun strijd om volledige onafhanke lijkheid. Abbas waarschuwde ervoor dat de onderhandelingen met Frankrijk, die vermoedelijk in de eerste week van april in Evian zullen beginnen, niet noodzakelijkerwijs hoefden te bete kenen dat de vrede voor de deur stond. Zelfbeschikking „De enige vooruitgang die is ge maakt in de achttien maanden sinds de Franse regering het recht van het Algerijnse volk op zelf- EnJcele van de sarcofagen in de St.-Baafskerk in Aardenburg. In totaal werden er negen op- gegraven. De conservering vormt, op het. ogenblik een om streden kleinekwestie. beschikking erkende, is deze of ficiële bijeenkomst tussen de twee regeringen", zei Abbas, die in zijn rede de Algerijnse rebellen aan spoorde de strijd voort te zetten, ook gedurende de onderhandelin gen met de Fransen. In zijn rede, die voornamelijk gericht was tot de negen miljoen moslems van Algerije, wees hij erop dat de weg naar onafhankelijkheid nog „vol hinderlagen en obstakels" was. Hij zei dat de doelstellingen van de „revolutie" ongewijzigd waren ge bleven sinds zij op 1 november 1954 begon en dat „andere offers nood zakelijk zullen zijn". „De komende onderhandelingen met de Fransen zijn in overeenstemming met de door 't nationale comité van de Algerijnse revolutie (C.N.R.A.) uit gestippelde politiek", verklaarde hij, „en aan de vooravond van de ont moeting is nog geen enkel probleem opgelost". Volgens Abbas heeft het F.L.N. elke gelegenheid aangegrepen om via rechtstreekse onderhandelingen met de Franse regering de Algerijnse kwestie op te lossen. Langdurig „Maar tot dusver rekende de Fran se regering op een militaire overwin ning op het nationale bevrijdingsle ger, waarbij zij een oplossing door onderhandelingen negeerde". Abbas wijdde een derde van zijn re de aan waarschuwingen aan het Al gerijnse volk zich te hoeden voor on juiste interpretaties van de komende onderhandelingen, die hij in de Fran se pers voorzag. „Onderhandelingen zijn nog geen vrede", zei hij, „natuurlijk hopen wij dat de komende besprekingen in vre de zullen eindigen, die zo vurig wordt verlangd door de Algerijnse en Fran se volken. Maar niemand moet ver geten dat de kolonialistische strijd krachten zich niet hebben ontwapend en dat de onderhandelingen langdu rig en moeilijk kunnen zijn". Hoewel Abbas zich nergens in zijn rede tot de 1.100.000 Europese inwo ners van Algerije richtte, had de re- bellenregering toch moeite gedaan om het vertrouwen der „colons" te winnen. DRIE REDENEN Gouden tulp aangeboden Bij de opening van de Keukenhof in Lisse heeft de minister van maat schappelijk werk, niej. dr. M. A. M. Klompé, een korte openingsrede uit gesproken. Zij zei drie redenen te hebben om het verrichten van de openingscere monie op prijs te stellen. Ten eerste achtte zij de Keukenhof een mani festatie van moed en ondernemings geest van de bollenkwekers en -ex porteurs, die ieder jaar de Keuken hof op eigen risico en kracht orga niseren. Als tweede reden noemde de minis ter de groei van de Keukenhof tot een centrum van vreemdelingenbe- zoek, waarbij zij niet alleen aan de economische betekenis dacht, maar ook aan het feit dat mensen uit vele landen elkaar ontmoeten en leren be grijpen. Tenslotte zei de minister, dat de Keukenhof een manifestatie is van schoonheid. De voorzitter van de Keukenhof, mr. T. M. de Graaf, burgemeester van Lisse, overhandigde haar, na dat zij een met een winterland schap beschilderd doek had laten vallen waarachter een prachtig levend schilderij verborgen zat van ongeveer twee meter bij an derhalve meter, ook nog de gou den tulp, die allen krijgen, die de Keukenhof openen, ên verzocht haar deze op haar revers te spel den. Daarna maakte het gezel schap een rondwandeling over de bloeiende tentoonstelling. Minister Toxopeus naar Nieuw-Guinea Het ligt in het voornemen van minis ter mr. E. H. Toxopeus cn mr. Th. H. Bot, staatssecretaris van binnenland se zaken, op 5 april te Hollandia de opening bij te wonen van de Nieuw- Ghuinearaad. Minister dr. M. A. M. Klompé heeft dinsdagmiddag de „Keukenhof" in Lisse officieel heropend. Na het ope- ningsiooord maakte de minister met haar moeder een rondgang over de nationale bloementuin: hier staan zij in een van de kassen. Amerika versterkt strijdkracht in Verre Oosten Ondanks officiële geheimhou ding verschijnen in Washington steeds weer berichten dat de V.S. hun strijdkrachten in het verre oosten vergroten om voorbereid te zijn op vererge ring van de toestand in Laos. Het Amerikaanse vliegdekschip Mid way. dat een bezoek aan Hongkong bracht, vertrok donderdagochtend met onbekende bestemming, samen met twee torpedojagers van da Ame rikaanse marine en er waren berich ten dat landingsstrijdkrachten in het gebied in staat van paraatheid zou den zijn gebracht. Portugese gedelegeerde verliet vergaderzaal De Portugese delegatie heeft de al gemene vergadering verlaten toen daar donderdagavond de kwestie- Angola aan de orde werd gesteld. De Portugese delegatieleier, Vasco V. Garin, verklaarde dat zijn rege ring op krachtige wijze wenste te protesteren tegen de Afro-Aziatische resolutie om de kwestie-Angola in de algemene vergadering ter sprake te brengen. Portugal kan geen deel hebben aan deze discussie, verklaarde hij, waar op hij zijn papieren bijeenpakte, en zei: „En ik verlaat thans deze bij eenkomst". Zijn delegatie volgde hem. is het 25 jaar geleden, dat het 81325 ton metende s.s. „Queen Mary" van Cunard White Star Line vanuit de Schotse scheepswervenbaai zijn eerste zeereis maakte naar South ampton, daar werden de laat ste technische proeven geno men, zodat het schip op 27 mei d.a.v. zijn eerste reis over de c Atlantische Oceaan naar New- York kon beginnen. Het drama van de olïeteclinici, die op 11 maart uit de Spaanse Sahara zijn ontvoerd, heeft don derdag in Las Palmas, op de Canarische eilanden, zijn einde gevonden. De vijf Spanjaarden, drie Amerika nen, twee Canadezen en een Frans man zijn 's morgens uit Rabat op het vliegveld van Las Palmas geland. De groep die dinsdag door koning Moulay Hassan was overgedragen, arriveerde met een D.C.-3 van f~ Spaanse luchtmacht. De elf technici werden op het vlieg veld ontvangen door de burgelijke en militaire gouverneurs en andere functionarissen. Ook familieleden van de Spanjaarden die afkomstig zijn van de Cnarische eilanden, waren op het vliegveld aanwezig. BIJ LEVEN EN WELZIJN IN GRAVEN.. Probleem rond vondsten in St.-Baafskerk ROND DUIZEND UREN heeft de heer J. van Hinte, Aardenburgs eigen amateur- archeoloog, bij leven en wel zijn in verschillende graven gelegen. Hij deed het in op dracht van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodem onderzoek in Amersfoort en het resultaat was een veer tigtal tekeningen van de schilderingen, zoals die voor komen op de destijds in de St. Baafskerk opgegraven sarcofagen; tekeningen die nu bij de R.O.B. berusten. Van Hinte maakte ook een plattegrond van het kerkin terieur en daar staat onder meer nauwkeurig op aange geven, dat er a) 13 sarcofa gen zijn opgegraven; b) 9 nog in de grond zitten en c) dat er 1 verdwenen is. Die bovengrondse exempla ren zijn voor de heer Van Hinte zorgenkinderen ge worden. „De kleuren worden doffer en de verf schilfert af", meent hij. Hij vreest, dat deze geschiedkundig waardevolle, uit 14e, 15e en 168 eeuw stammende graven ten dode zijn opgeschreven... Op zijn initiatief stelde het minis terie van onderwijs, kunsten en wetenschappen destijds f 8300, aan het kerkbestüur ter beschik king om de sarcofagen te doen conserveren. De Amsterdamse restaurateur Smoorenburg werd er mee belast, nadat in overleg met de Rijksinspectie voor de Roerende Monumenten op het la boratorium van het Brusselse Museum voor Kunst en Geschie denis een proefbehandeling was uitgevoerd door de directeur van dit laboratorium, ir. René Sney- ers. Deze behandeling werd toe gepast op een in Sluis gevonden sarcofaag. De behandeling van de in Aardenburg gevonden exem plaren was dezelfde. Dit laatste verklaarden ons prof. Paul Coremans, directeur van het Belgisch Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium en zijn assistent, ir. Sneyers. De opdracht tot conserveren is enkele jaren geleden gegeven en uitgevoerd in nauw overleg tus sen het Belgische laboratorium (Zie slot vag. 3 kol. 4) Als er een dodelijk verkeersonge luk gebeurt in iemands directe omgeving dan is zo iemand wel onder de indruk. Maar hij is gewoon lijk veel minder onder de indruk, wanneer hij cijfers leest van ver keersongelukken. Als er dit jaar 1500 doden in Nederland vallen bij het verkeer dan zegt hij misschien „Ach!" en een minuut later vergeet hij die hele verkeersramp. Cijfers al leen zeggen te weinig! Dat is toch wel erg jammer, want cijfers kunnen een allerduidelijkste waarschuwing inhouden. Zo bijvoorbeeld de gelukkig nog beperkte cijfers van de verkeersongelukken in de land bouw. De arbeidsinspectie heeft uit het jaarverslag: over 1959 het is helaas al wat minder actueel! het hoofdstuk over de „Ongevallen in de landbouw" in her druk laten ver schijnen. Uit die pubükatie blijkt, dat in Nederland het aantal onge vallen met trekkers in 1959 totaal 441 beliep tegen in 1958 totaal 399. Het aantal dodelijke ongelukken echter steeg opzienbarend, namelijk van 9 tot 14. Het aantal „gewone" verkeersonge lukken met motorvoertuigen en rij wielen steeg in de landbouwsector niet noemenswaardig, maar het aan tal dodelijke ongevallen steeg van 12 tot 18. Ook dat is opvallend. De aan tallen zijn niet groot, maar zij leren ons wel, dat in de landbouw het aan tal slachtoffers van het „landbouw- verkeer" toeneemt en dat men ook in die vroeger zo rustige sector van het bedrijfsleven aan toenemende gevaren blootstaat. In Heerenveen vestigt zich binnen kort een Amerikaanse industrie, die werk zal verschaffen aan een duizend arbeiders. Voor het dagblad Friese Koerier is dit begrijpelijk en terecht aanleiding tot opgeto gen verhalen: uitvoerig zet het blad uiteen wat in het nieuwe bedrijf zal worden geproduceerd en tevens wordt aan het gemeentebestuur van Hee renveen uitvoerig dank gebracht voor zijn activiteiten. Nogmaals: begrij pelijk en terecht. Wanneer er in Zee land sprake is van dergelijke vesti gingen, dan wordt ook in deze pro vincie daaraan ruime aandacht be steed. Publiciteit rond de industriali satie is in deze tijd een gewoon ver schijnsel, ook al omdat het onderwerp in ons land voortdurend in discussie is. Een vanzelfsprekende zaak dus. Desondanks interessant genoeg om er nog eens nader op in te gaan, te meer omdat wij dezer dagen in de agrarische sector de opmerking hoor den, dat de kranten de industrie „in de watten zouden leggen". Toegegeven: er wordt de laatste jaren in de publiciteitsorganen van ons land van een situatie uitgegaan, waarin de industrie minstens 'even belangrijk schijnt te zijn als bijvoor beeld gouvernementele instellingen. Wanneer bij een „bekende lampen fabriek in het zuiden des lands" (welk bedrijf zou dat toch wezen?) de president-directeur afscheid neemt, dan wordt daaraan in vele dagbladen en tijdschriften uitvoe rig aandacht besteed: de levensloop van betrokkene wordt minutieus be schreven vanaf de zuigfles. Géén mi nister van de kroon, die op een der gelijke publiciteit aanspraak kan maken. Redevoeringen van belang rijke industriële figuren worden om standig verslagen als ging het om de Troonrede en nieuwe vestigingen gaan gepaard met uitgebreide be richtgeving: het Heerenveense voor beeld bewijst het opnieuw. Men kan niet zeggen, dat de industrie in ons land wat de publiciteit betreft in een slechte hoek zit. Maar* is dit nu uitsluitend te danken (de agrariër zal mis schien liever „te wijten" ge bruiken) aan de bedrijvers van de publicistiek? Wij geloven van niet. De publicistiek is niet zo maar een autonoom handelend orgaan, dat af en toe hier en daar wat gunsten uit deelt. maar is een deel van de samen leving en ondergaat daarvan alle in vloeden. Wanneer de industrie in sterke mate de aandacht krijgt in allerlei publikaties, dan is dat niet om de industrie in de watten te leg gen, maar omdat daar ontwikkelin gen aan de gang zijn, die voor het Ne derlandse volk van het grootste be lang zijn en die zelfs het gezicht van ons land veranderen! Niet de publi- katie is primair, maar de industriële ontwikkeling. De toeneming van de publiciteit rond de industrie is slechts een barometer, waarvan men kan af lezen welk een machtige factor het bedrijfsleven in ons land is gewor den. Daarmee hangt uiteraard dc publieke belangstelling voor hetgeen de industriële leiders hebben te zeg gen ten nauwste samen. Men ziet het ook in Zeeland: wanneer een belang rijke industrieel uit deze provincie spreekt tijdens een lunehbrieenkomst van de Maatschappij voor Nijverheid en Handel, dan zijn er plaatsen te kort. terwijl bij „gewone", spreek beurten de belangstelling veel gerin ger is. De feiten wijzen het uit: de in dustrialisatie van ons land is op mars en de publieke opinie volgt haar nauwlettend De gevolgen zijn overal merkbaar. Zo wordt een burgemeester, die getrouw en ge wetensvol zijn gemeente heeft be stuurd. maar er niet in is geslaagd een bedrijf aan te trekken, aan het einde van zijn loopbaan een boeke bon aangeboden, maar zijn collega, die wellicht zelden in het gemeente huis kwam maar wel industrieën wist te vestigen, krijgt van zijn ge meenteharen "een standbeeld plus een auto ten afscheid Nieuwe tijden, nieuwe zeden. 204e jaargang - no. 71 Dagblad, uitgave van de (Irma Provinciale Zeeuwse Courant Directie: F. van de Velde en F. B. den Boer. Adjunct: W. de Pagter. Hoofdredacteuren W. Leertouwer en O. A. de Kot. ABONNEMENTSPRIJS 56 cent per week, 7,00 p kw.; fr. p. p. 7,25 per kw Losse nummers 15 cent. WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN Vrijdag 24 maart 1961 nuioit i fcN 1 ifchKlJS tl cent per in in Miuitn p advertentie 4,—. lng. mededelingen driemaal tarief. Kleine advertenties imax. 8 regels) -25 cent per regei met een minimum van 125 „Brieven bureau van dit oiod' 25 cent meer. Giro oo J59»K' k Z C. Middelburg. Bureaus: Vllsslngen Walstr. 58-60, tel. 2355 4 lijnen (b.g.g. 3508 of 3546); Middelburg, Markt 61. tel. 3841; Goes. Grote Markt 2, tel. 6140 tb.g.g. adv 6213); Oostburg. G F de Pauwstr 9 tel 2395 Terneuzen Brouwerijstraat 2. Zierikzee red -ei 2425 ad ra tel 2094.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 1