PAGIffi Verpleegsterstekort: hogere opleidingen en brede voorlichting wellicht oplossingen GOED GEKLEED GAAN ASPIRIN ZATERDAG 4 MAART 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT SOMBERE GELUIDEN IN ZIEKENHUISWERELD Salariëring niet meer de belangrijkste bezwarende factor (Van onze redactrice.) „Het veelbesproken verpleegsterstekort is gebleven; nog steeds moeten tijdens de zomer (vakantie) maanden in ettelijke zieken huizen zalen worden gesloten, omdat er te weinig verpleegkrach ten zijn ..Een nieuw verpleeghuis zal voorlopig leeg moeten blijven staan omdat er niet voldoende verplegend personeel kan worden aan getrokken. Hieruit blijkt opnieuw, dat het gebrek aan verpleeg sters en het te geringe aantal leerlingen, dat zich in ons land aanmeldt om een verpleegstersopleiding te volgen, zeer ernstig is en een gevaar betekent voor een goede taakvervulling van de ziekenhuizen, psychiatrische inrichtingen, sanatoria en ver pleeginrichtingen". „De nood is hoog en het is bekend dat reeds op enkele plaatsen niet algemeen gereglementeerde opleidingen voor een soort zie- kenverzorgsters zijn ingesteld, omdat het gebrek aan verple- genden hiertoe noopte Dit zijn citaten uit enkele van de (vele) artikelen, die tijdens het afge lopen jaar in diverse Nederlandse dag- en weekbladen zijn geschreven over het onderwerp „verpleegsterstekort". Citaten die nog eens illustre ren dat dit veelbesproken tekort tot een dreigende omvang is aange groeid, en waar tegenover slechts sporadisch een gunstig geluid wordt gehoord. Een geluid als dit bijvoorbeeld, afkomstig uit één van onze noordelijke provincies: „Het aantal leerling-verpleegsters is voldoende en ook hebben zich vele gediplomeerde verpleegsters aangemeld voor het werk in het kinderziekenhuis". „Dat laatste Is wel verklaarbaar, want voor de kinderverpleging is de belangstelling nu eenmaal groter". Dit zegt. dr= J H, Baaij te Utrecht, directeur van het seminarium voor praktische gezondheidszorg, die zich intensief bezig houdt met het zorg wekkend tekort aan verpleeghulp in ons land, en van wiens hand enkele jaren geleden een rapport over de voornaamste aspecten van het on derwerp is verschenen. Dc voornaamste aspecten want het onderwerp heeft vele aspecten! En men is nog wel geneigd om tot die voornaamste aspecten ook de salariëring te rekenen; een ver onderstelling echter, die door de praktijk gelogenstraft wordt. Tij dens tweehonderdvijftig gesprekken, die dr. Baaij in het kader van zijn enquête in een zevental Nederland se ziekenhuizen hield met ver pleegkrachten van alle leeftijden en rangen kwam duidelijk naar vo ren, dat de huidige salariëringvoor- waarden zeker niet meer de belang rijkste bezwarende factor vormen. Of de animo voor het beroep-op- ziehzelf dan zo opmerkelijk is teruggelopen „Bepaald niet", zegt dr. Baaij. „Die animo voor het beroep stijgt zelfs, maar wordt op de voet gevolgd door het feit, dat aan de toekomstige verpleegster steeds hogere eisen gesteld worden in verband met de voortschrijdende specialisatie èn door het feit dat het aantal bedden relatief sneller stijgt dan het aantal verpleegsters. Want wat wij in feite doen, is een teveel aan bedden kweken en op elke twee bedden moet er nu eenmaal een verpleegkracht zijn". Eén van de voornaamste oorzaken van het verpleegsterstekort is te vinden op het gebied van de secun daire arbeidsvoorwaarden. Er is bij voorbeeld de verkorting van de ar beidstijd in allerlei bedrijven: een onderwerp dat ook in het zieken huiswezen actueel is en waarmee sommige ziekenhuizen zich trouwens al daadwerkelijk bezig houden. En dan is er het probleem van het ka derpersoneel, dat gekozen wordt op zuiver verpleegtechnische gronden, waaruit niet zelden zoals dr. Baaij het uitdrukt „kortsluiting ont staat in de interne personeelsverhou- dingen". Men tracht dit onderdeel van het probleem op te vangen door bijscholingscursussen voor het oude re personeel. Deze stafopleidingen zijn inmiddels aardig op gang ge komen; er zijn er ongeveer twaalf t Auvertentie begint met nylons in ons land, die aan een grote be hoefte blijken te voldoen. Bij de vorige maand in Utrecht begonnen opleiding bijvoorbeeld waren meer dan vijftig inschrijvingen. Deze „voortgezette opleidingen" zijn be doeld als overbrugging van de ge wone verpleegstersopleiding naar de „hogere opleiding" en duren twee jaar, met elke maand drie dagen cursus. Hogere opleiding Een interessant punt uit die inge wikkelde materie rondom het ver pleegsterstekort is de „hogere op leiding voor veplegenden", die tot doel heeft de daarvoor geschikte mensen op te leiden tot topfuncties in de ziekenhuizen. Nederland kent er op het ogenblik twee: een alge mene (te Utrecht) en een katholieke (in Nijmegen). Dergelijke opleidin gen kent men in vele andere Euro pese landen al langer en de resul taten zijn zeer gunstig. De algemene hogere opleiding duurt een acade misch jaar, de katholieke anderhalf tot twee jaar. Ze hebben tot doel „het ontwikkelen van het kritisch denken en het verbreden van kennis en inzicht mfet het oog op de toe komstige functie; het ontwikkelen van leiderskwaliteiten; het ontwik kelen van praktische bekwaamheid in doceren, leiden van besprekingen en het geven van instructie en in formatie". Als hoofdonderwerpen worden er behandeld ziekenhuiswe zen en kruisverenigingen, maat schappelijke gezondheidszorg en so ciale wetgeving, medische vakken, grondbeginselen van sociologie en maatschappelijk werk, van psycho logie, pedagogie en didaktiek, als mede beroepsvorming en geestelijke en culturele vorming. „In deze voortgezette en hogere opleidingen ligt ongetwijfeld een van de oplossingen van het ver- Appelbollen maken van kant-en-klaar deeg De appelbol is een hapje, dat niet alleen bij de koffie goed smaakt, maar ook een attractief dessert kan vormen. Een dessert, dat fris en te gelijk voedzaam is, en dat er boven dien heel aantrekkelijk uitziet wanneer het baksel tenminste voor honderd procent is geslaagd! Het bakken van appelbollen is te genwoordig niet zo'n heel groot werk meer. want het benodigde korstdeeg ken men kant en klaar kopen. Zo'n pakje korstdeeg wordt uitgerold tot een niet te dunne lap, waaruit vier kante stukjes worden gesneden, die groot genoeg zijn om gemakkelijk om een appel te kunen worden heen- gevouwen'. Uit één pakje deeg ko men ongeveer zes appelbollen. De appels worden geschild, geboord en midden op de lapjes gezet, waarna het boorgat wordt gevuld met een mengsel van suiker en kaneel, be kroond met een klontje boter. Vouw het deeg om de appel heen, plak het met wat watër vast en zet de bollen met de vastgeplakte kant op een beboterd bakblik. Bestrijk ze met wat losgeklopt ei en bak ze ongeveer twintig minuten in een hete oven. Zo'n appelbollen-dessert vormt, met een stevige erwtensoep, een uiter mate plezierige maaltijd op drukke dagen: op wasdag bijvoorbeeld of (voor geval U al aan de voorjaars- i schoonmaak denkt) tijdens de grote- schoonmaakdagen pleegstcrstekort", meent dr. Baaij. „Als een ziekenhuis over goed geschoold kader beschikt, zullen veel aanleidingen tot ver trek van het personeel kunnen worden weggenomen. De mense lijke verhoudingen in het bedrijf dienen inderdaad verbeterd te worden Maar ook een hogere opleiding voor directeuren van ziekenhuizen moet er komen, want het is heus wel technisch uitvoerbaar, dat de werkwijze in een ziekenhuis gereorganiseerd wordt tot een veel efficiëntere vorm. Gelukkig gaat men lang zamerhand inzien dat een zieken huis een bedrijf is, waar een goe de en toch soepele toegepaste or ganisatie van de werkzaamheden onontbeerlijk is!" Het aantrekkelijke van dc hogere opleiding is bovendien dat het beroep hierdoor meer mogelijkheden krijgt voor degenen met een bredere schoolvooropleiding. Voor meisjes met h.b.s.- of gymnasiumopleiding, voor wie de verpleging minder aan trekkelijk is géwordén, doordat de gewone opleiding is afgestemd op een categorie met minder vooroplei ding, krijgt het beroep door de ho gere opleiding weer meer perspes- tief. pleegstcrstekort. „Incidenteel wordt in Nederland wel voorlichting gege ven, maar veel te weinig. Wie tijdens een enquête onder verpleegsters in formeert of liet beroep aan haar verwachtingen lieeft voldaan, en of haar ouders vóór of tegen deze be roepskeuze waren, krijgt heel vaak te horen dat het werk „totaal an ders" is dan de adspirant-verpleeg- stcr had gedacht, en dat haar ouders aanvankelijk tégen haar keuze wa ren, naar meestal bleek uit onbe kendheid niet het beroep. Ieder groot bedrijf heeft tegen woordig zijn „public relations" een belangrijk bedrijf als een zie kenhuis daarentegen kent te weinig voorlichting, die bovendien niet effectief werkt. Maar wij naar toe moeten, is een steeds weerkerende landelijke, centraal georganiseerde propaganda-actie voor liet beroep van verpleegster", zegt dr. Baaij, die tenslotte naast deze twee punten de voortgezette en hogere opleidin gen en een intensieve voorlichting dus het van groot belang acht dat de opleiding tot verpleegster gezien wordt als een zaak van zuiver on derwijs, waarvoor goede subsidies gegeven dienen te worden. Ziekenuerzorgster Of de Instelling van liet beroep „zie- kenverzorgstcr- - een vorm van vereenvoudigde opleiding tot het verpleegvak ook tot een oplos sing kan bijdragen Behoefte aan deze vorm van verpleging is er ze- i leer: niet allereerst in de ziekenhui- j zen, maar vooral in de verpleeghui- i zen voor langdurig zieken, waar j het werk minder gecompliceerd en j gespecialiseerd is. De tehuizen voor i langdurig zieken zijn trouwens met i a deze opleiding begonnen, en er zijn 1/ J ook twee ziekenhuizen die een der- •TT.IM^ f A dvert entte f Advert entte) in élk gezin gezien"! „Kinderen en klei" Combinatie die urenlang speelgenot garandeert Het woord „kleien" is een tover woord voor ieder kind! Met klei kun nen kinderen urenlang zoet zijn, ze kunnen ermee boetseren en het ge maakte onmiddellijk weer vernielen, er zo maar wat mee knoeien en liet oj> alle mogelijke manieren hante ren, Aan klei kunnen ze een over vloed aan fantasie en energie kwijt Er is tegenwoordig een synthetische kleisoort in de handel, die „speelklei" heet en vele goede eigenschappen heeft. Ze bevat geen water, maar olie en kan daardoor niet hard wor den. Dat laatste maakt deze speel klei voor kinderen beter geschikt dan de zogenaamde boetseerklei, die na het drogen vaak in stukken uit elkaar valt tot verdriet van de jeugd. De speelklei moet wel worden ver werkt op een ondergrond die geen vet opneemt: een stuk linoleum of formica bijvoorbeeld. Plastic kan ook gebruikt worden, maar het moet dan wel ergens overheen gespannen wor den, omdat het anders gaat plooien en aan het materiaal blijft kleven. Speelklei moet bewaard worden in een blikken trommel of plastic bus; mocht het materiaal desondanks toch wat hard worden, dan kan dit worden verholpen door er wat vase line doorheen te kneden. Vooral voor jonge kinderen is deze speelklei erj geschikt, omdat ze zich gemakkeliji faat verwerken en ook omdat zulke kleuters toch nog niet de bedoeling hebben, iets „blijvends" te maken. Een goede handleiding voor het knoeien-met-klei is het boekje „Klei en de kleuters", dat wordt uitgege ven door Vermande en Zn. tc IJmuiden, en waarin de voor- en na delen van diverse boetseermaterialen worden besproken. gelijke opleiding hebben: het W.G.- in Amsterdam en het academisch ziekenhuis in Leiden. Zo'n opleiding duurt twee jaar, omvat dezelfde vakken als de normale opleiding, maar „graaft" veel minder diep. Wie slaagt, verwerft een diploma en een broche, die echter geen eigendom worden. Voor de verpleeghuizen ziet dr. Baaij de instelling van dit be roep inderdaad als een ideale oplos sing; of een combinatie van ver pleegsters en ziekenverzorgsters in een gewoon ziekenhuis tot een goe de samenwerking zal leiden, is nog zeer de vraag. Misschien ook kan uit het „kamp der gehuwde vrouwen" enige ver lichting van het verpleegsterstekort komen, maar vanzelfsprekend zal men eerst stuiten op de moeilijkhe den inzake de werktijden. Voorlichting! Een belangrijk punt tenslotte is de voorlichting over het verpleegsters- beroep, die veruit onvoldoende is. En toch kan juist, naast de genoem de opleidingen voor de hogere func ties, een goede objectieve en nuch tere voorlichting een belangrijke steun zijn in de strijd tegen het ver- iadcren groeien sne( uit Aun Weren... Kï r inderen plegen snel uit hun kle ren te groeien en wanneer er geen kleuters meer in het gezin zijn die enige tijd later weer „in" die kleertjes groeien, ■wordt menig kleding stuk dat eigenlijk nog heel goed is, naai de voddenmand ver wezen. Tenzij de moe der van zulk snel groeiend kroost han dig is, en het te klein geworden goed weet te transformeren tot. tóch nog goed draag bare kleding Zij kan dat bijvoor beeld doen met een jurkje, dat te kort is gewordenmaar nog ■wel wijd genoeg is. Zo'n jurk kan als een soort kieltje worden gedragen over een lange pantalonals het nodig is wordt van de jurlc eerst nog een stukje afgeknipt. 1 Aie kinder jassen W koopt, doet er f verstandig aan om niet te nauwe mo dellen te kiezen. De wijdere modelletjes hebben het voordeel, dat ze Tater nog ge makkelijk tot een sportief jak kunnen worden vermaakt. Wanneer een meis jesjurkje van boven te nauw is geworden, maar verder nog goed past, is de oplossing heel simpel: het bo venstuk wordt er af geknipt en met een paar brgde bretels van dezelfde stof wordt van het rokje een overgooier ge maakt. Grappig staat het, wanneer die bre tels op de schouders gestrikt worden. K orte jongens- broekjes, waar van de pijpen te kort zijn geworden. kunnen worden ver lengd met een man chet van effen of ge ruite stof. Vooral ge ruite stof geeft, op een effen broekje, een aardig effect en wan neer er van diezelfde ruitstof een bloesje wordt bijgemaakt, heeft de jonge zoon voor betrekkelijk weinig geld een gloednieuwe combina tie. Te klein geworden trainingspakken ten slotte kunnen weer „op maat" worden ge maakt door langs mouwen en broekspij pen en eventueel aan de onderkant van het jak— een rand aan te breien. Ook hier kun nen weer aardige ef fecten worden bereikt door het gebruiken van wol in contraste rende kleuren. Al wil de modewereld tekening bewijst het... ons dit voorjaar graag Links een elegante mid- zo jeugdig mogelijk ge- dugjapon voor „de lcleed zien dat houdt vrouw boven de veer- nog niet in, dat er voor tig", door Patou ont- de wat oudere vrouw worpen en vervaardigd geen passende kleding uit dunne wollen stof. zou zijn! Bovenstaande De japon kleedt opmer kelijk af, en Iieefl; als enig opvallend detail dc a-symmetrische taille- lijn. Van Madeleine de Kuueli is het pakje met het korte jasje, waarvan de sjaal met twee knopen wordt vastgezet. Een kostuum, waarvoor men echter wel slanke heu pen dient te hebben! De bovenkant mag dan wel wat zwaarder zijn Ook het fijngeruite kos tuum, waarvan het lan ge, flauw-getailleerde jasje kimonomouwen heeft, mag tot de afde ling „gekleed" worden gerekend. Drie. voor beelden van goede, smaakvolle mode voor de niet-meer-zo-jonge- YTomv, die niet meer al les kan dragen! ~Z)an ozoutv C iet OZCUfV Het was eigenlijk niet voor mijn oren bestemd, en stellig niet voor mijn pen maar toch moest ik even luisteren naar dat ter loopse verhaal van een discussie tus sen jongelieden van beiderlei kunne over spirituals. En niet zozeer die dis cussie. maar bet onderwerp zelf zette mij aan het denken. Persoonlijk, als ik dat eens voorop mag stellen, ben ik van de vooroor logse jaren af al zo vertrouwd met deze exotische vorm van geestelijke liederen, dat hét mij wel wat vreemd aandoet opeens diezelfde spirituals als een moderne ontdekking in het mid delpunt van de belangstelling te zien staan. Spirituals, dit wilde ik maar zeg gen, zijn in de Angelsaksische landen allang gemeengoed in de beste zin, en fraaie negerstemmen so listisch of in koorverband, hebben die primitiviteit ervan veredeld tot een vocale sereniteit die er een onaardse glans aan verleent. De kenners zullen hiertegen hun ge fundeerde bezwaren opwerpen, en be togen dat een spiritual een spontane uiting is, een geloofsmanifestatie van een gegrepen enkeling, bijgevallen door het koor van de omstanders. Dat hiermee elke veredeling, elke poging om er een fraai stukje bel canto van te maken, deze typische volksmuziek in zijn wezen aanrandt. Zij zullen van hun standpunt uit wei gelijk hebben maar ik vermeet mij te blijven denken dat elke neger en elke negerin, hoe perfect ook zang- technisch geschoold, gevoelsmatig in nig genoeg verbonden blijft met het wezen van deze primitieve gezangen om ze geloofwaardig en aangrijpend te verklanken. Dit punt is trouwens voor de meesten niet in het geding. Mahaliah Jackson is, vooral bij de jongeren, misschien meer in trek dan Marion Anderson maar dat winstpunt boekt de eerste waarschijnlijk door haar directheid en bijna woeste hartstochtelijke echtheid. Dat is trouwens een kwestie van smaak en vooral van leeftijd: een oudere zal eerder zijn bezig heden staken om oplettend te luis teren naar de warme, sonore, maar beheerste ontroering van de laatste. In de grond is beider waardering ge lijk gericht en in wezen hoogst verba zingwekkend. Immers, hier luistert de beschaafde, vaak gedesillusioneerde en stellig voor driekwart ongelovige Europeanen naar de kinderlijke geloofsuitingen van de Afrikaan in de somberste tijd van zijn knechtschap. De blanke cultuurmens, sinds eeuwen gewend aan ordelijk, plichtmatig en onpersoonlijk kerkgezag, waarvan de betekenis bij de meesten vaak onder het zingen niet eens meer doordringt deze blanke is gegrepen door ae la-acht en de doordringendheid van wat bedoeld was als toevallige impro visaties door zwarte analfabeten, die geen enkele kans op geestelijke ont snapping uit bun aardse ellende had den dan juist deze kinderlijke spiri tuals. Er schuilt, dat staat buiten twijfel, een. grote mate van gezonde jaloezie in aeze naoorlogse mode voor calyp so's, spirituals en gospel-songs. Het sterk persoonlijk, bewogen element erin geeft deze improvisaties een be- nijdenswaardige levendigheid. aar er is meer, waardoor de spi ritual de westerse mens onweer staanbaar aantrekt. Want de M ►inderlijk neerd, maar onverwoestbaar geloof. Het kent geen aarzeling, geen twijfel, geen objectiviteit, geen leerstellingen, geen scherpe formulering en geen be trekkelijkheid. Het veronderstelt niet, het hoopt zelfs niot het wéét. Het is rotsvast en vanzelfsprekend overtuigd van datge ne waarvan het zingt. Alle wateren teren ter wereld de trage golven der Mississippi, slagregens noch vloedgol ven zouden het vuur van deze stellig heid kunnen blussen. Er is maar één losse tekst, een enkele regel, uit welk bijbelboek ook. vol doende om dit vuur tot een verwar mende gloed aan te blazen. Het is dit stralend geloof dat voor de westerse mens een schaars en incou rant artikel is geworden: liet past slecht meer bij de relativerende denk wereld waarin hij, dank zij de heer schappij van zijn intellect, gewend is geraakt te leven. Een geloof is voor lem een soort neurose geworden, een vorm van zelfbedwelming die geen en kele relatie met de harde werkelijk heid heeft. aar deze spirituals, gezongen door een geslacht dat van geen neuro sen wist in zijn taal en weer barstig verdragen van honger en dorst, brandende hitte en nachtelijke koude, zweepslagen en brandijzers, vermoeidheid en pijn deze triom fantelijke parafrasen van toevallig "rte bijbelteksten slaan hem lectueel verweer uit de hand. Het leed zingt hier, vloekt nimmer. Het heeft vrede zelfs met het beest achtige onrecht, want ergens schuilt een ongeweten bedoeling ten goede, en de mens is allereerst voor zijn eigen daden verantwoordelijk: „Het kleine wiel draaide door het geloof, en het grote wiel door Gods genade". Is het wonder dat een jong en se rieus geslacht want dat be staat heden ook. en sterker in aantal dan U en ik zouden vermoeden zich vanzelfsprekend aangetrokken voelt door deze zekerheid; er zijn er in hun wereld niet zo heel veel voor banden. Hier is eindelijk iets waar over niet te discussiëren te disputeren, tc debatteren valt. Laat hen luisteren: zij hebben Dvorak om hen bij te vallen, waar hij in zi symfonie „Aus der neuen Welt" M om hen bij te vallen, waar hij in zijn symfonie „Aus der neuen Welt" de Engelse hoorn een melodie laat zingen zo nobel, zo weemoedig en zo onaards- vertroostend de weerklank van een zingende neger, die hij beluisterde in de avond op een stille plantage. Het schoonste eerbetoon van Europa aan Afrika! SASKIA

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 21