KENNEN
WE HET
VERHAAL?
W ie is deze man die begin 1920 in de Hofbraukeiler te
München zijn gehoor opzweept? Slechts weinigen kennen
deze 30-jarige Oostenrijker die in Wenen zakte voor het toelatings
examen academie beeldende kunsten en er vervolgens als onopval
lende zwerver in vieze kleren prentbriefkaarten beschilderde en
voor luttele bedragen aan de man bracht. Tijdens de eerste wereld
oorlog was hij ordonnans in het Duitse leger in Frankrijk. Hij raakte
er gewond en verliet na verloop van tijd als een onopvallend man
het militair hospitaal. Een verbitterd man, die als geen ander het
verliezen van de oorlog betreurde. Wie is deze man in de Hof
braukeiler? Zijn naam is ADOLF HITLER.
Hoe?
Hoe hebben jullie
U schrijft dat velen, bij het ho
ren van het woord „padvin
derij" de wenkbrauwen fron
sen. Persoonlijk ken ik dat ge
baar natuurlijk ook, maar het
heeft voor mij toch meer als ach
tergrond: die beweging zou mij
persoonlijk niet lijken, dan: wat
die lui doen is waardeloos werk.
U vraagt of het buitenspoor geen
verouderde romantiek is. U noemt
dandle gevaren in een bos. In de
14jaar dat ik bij de padvinderij
ben, heb ik er nog niets over ho
ren vertellen. U noemt het opzoe
ken van sporen van wilde ook
verouderde romantiek.
He
Kr 's we'n'9 licht in de Hofbraukeiler. Vettig glimmen de ruim
honderd hoofden in de warmte, in het schijnsel van enkele
lampen. De ogen schitteren en met onregelmatige tussenpozen
gaan de monden open. Wild weerkaatsen dan kreten van instem
ming tegen de muren.
Eén man spreekt. Een kleine, donkere man met sluik haar en snor
retje. Met zijn opgewonden, schelle stem braakt hij de rancune
van een verloren oorlog, een venijnig antisemitisme en een fanatiek
nieuw geloof in de kracht van eigen ras, de zaal in. De luisteraars
laten zich gewillig grijpen door de woordenstroom van deze onbe
kende, energieke en eerzuchtige man, die steeds sneller en opge
wondener gaat spreken, steeds vaker zijn gebalde vuist driftig
omhoog prikt.
In München, tijdens rokerige bij
een komsten in obscure kelders
legt deze jongeman de basis
voor zijn wereldrijk, voor een af
zichtelijke terreur, voor massa
slachting en een golf van ellende,
waarvan de naweeën nog niet tot
het verleden behoren. Dertien jaar
later is deze man Duitslands
rijkskanselier. Weer zes jaar la
ter heeft Hij een monsterachtige
oorlogsmachine opgebouwd, die
zich, dood en verderf zaaiend, van
Atlantische oceaan tot Wolga
door Europa vreet. Op dat mo
ment is de naam van Hitier niet
meer onbekend. Dan heeft die
naam voor de één goddelijke
klank, voor de ander die van ver
schrikking en terreur.
Op 30 april 1945 is Hitier 56 jaar
oud. Zijn rijk maakt de laatste
stuiptrekkingen, Russische tanks
schuiven meter voor meter door
Berlijn, dichter naar de bunker
van de Rijkskanselarij, waarin
Ftihrer Hitier om half vier zelf
moord pleegt. En met hét einde
van deze man valt samen het ein
de van een der zwartste tijdper
ken uit de wereldgeschiedenis.
In dezelfde hunker bevonden zich
ook enkele laatste getrouwen, zo
als propagandaminister Joseph
Goebbels. Deze man had enkele
dagen eerder gezegd: „Heren,
over honderd jaar zullen ze een
prachtige kleurenfilm vertonen,
die een heeld geeft van de ver
schrikkelijke dagen die wij mee
maken Houdt nu vol, zo
dat het publiek niet begint te joe
len en te. fluiten als U op het doek
verschijnt"
Het is nu bijna zestien jaar gele
den dat Goebbels deze worden
sprak. Hij heeft in zoverre gelijk
gekregen: er is inderdaad een
film gemaakt. Maar het werd
geen prachtige kleurenfilm. Nee,
er wordt niet gefloten als de
hoofdpersonen uit deze bizarre
tragedie op het doek verschij
nen
ZOIETS KUNNEN DOEN?
vroegen Duitse jongelieden
hun ouders. Dat gebeurde
enige tijd geleden, toen ze
naar de bioscoop waren ge
weest en er de film Mein
Kanipf hadden gezien. Dui
zenden onders kregen deze
vraag te verwerken, want
het merendeel van de jonge
lieden kwam geschrokken
thuis.
Geschrokken, omdat ze niet wis-
'ten wat er in de grauwe jaren
'40'45 precies gebeurd is. Ze
kenden het verhaal niet. Ze had
den op de film gezien hoe een
kleine, fanatieke man aan de
macht kwam. Ze hadden gezien
hoe hij zijn lugubere plannen
smeedde, hoe het hele Duitse volk
voor hem door de knieën ging.
Ze zagen de Duitse legioenen zich
naar de ondergang vechten en ze
zagen de pogingen het joodse
volk op weerzinwekkende manier
uit te roeien. Ze zijn geschrok
ken, want ze leerden begin en
eind van het verhaal binnen en
kele uren kennen. Ze konden in
kort bestek nagaan waartoe de
waanzin en de macht van een
tiran, de gruwel van gaskamer,
oorlog en rassenhaat toe leidt.
stuk geschiedenis geschreven.
Een geschiedenis, die wij eigen
lijk al niet meer kennen, hoewel
het een episode betreft, die voor
ons eigenlijk nog te recent is om
al geschiedenis te zijn.
We weten dat de Batavieren ons
land binnentrokken, dat de geu
zen wilde stoere jongens waren,
dat Napoleons legers Holland on
der de voet liepenWe hebben
onze geschiedenislessen braaf ge
volgd. Maar wat weten we pre
cies over het sombere tijdperk
'40'45 Kennen we dit verhaal
Zo lang is alles nog niet geleden!
Misschien stond onze wieg te tril
len bil het bombardement van
Middelburg, of bij de strijd rond
de Scheldemond.
Mein Kanipf" ls een gruwe
lijk document. Geen sensa
tiefilm, daarvoor zijn de
feiten te zwart. Maar als in Ar
gentinië zekere Adolf Eichmann
wordt gegrepen en heel de wereld
er over spreekt, moet de jeugd
dan ook niet precies weten wat
hier aan de hand is, wat de ach
tergronden zijn? Kenden wij zijn
naam en reputatie?
Wanneer we lezen van heden
daagse rassenhaat, oorlog en fol
teringen, van dictators die hun
land in de ban van duistere be
doelingen leggen, moeten we dan
niet haarfijn weten hoe de les van
15 jaar geleden, die de wereld
toen kreeg, heeft geluid?
Gisteravond hebben we, in gezel
schap van enkele jongelieden ge
noemde film bekeken. Een film
die draaide om één man: Adolf
Hitler, die eens een boek schreef
waarin hij duidelijk stelde welke
Èlannen hij had met Duitsland,
luropa en de ioden. Toen was
dit boek vrijwel voor niemand
een waarschuwing. Het boek heet
te „Mein Kampf". De film waar
van wij gisteravond geschrokken
zijn heet ook „Mein Kampf".
Misschien een blijvende waar
schuwing
Zie Allan Bullock, „Hitier, leven en
ondergang van een tiran", Bruna en Zn.,
Utrecht.
We waren er wel even stil van,
dat moet gezegd worden. En moe
bovendien. Lang hadden we onze
ogen beproefd op de vaak korre
lige authentieke opnamen van ve
le jaren terug, lang hadden we
geluisterd naar het boeiende com
mentaar van dr. L. de Jong. „Nee,
voor geen geld zou ik deze film
voor de tweede keer willen zien",
merkte Tonnie Denies (18, P.Z.
E.M., Middelburg) op.
Stilte.
„Ik heb nooit beseft, dat het zo
erg geweest is", zégt Hannie Pas-
senier uit Domburg (18, analiste),
maar ze had de film niet willen
missen. Tonnie Denies had de film
liever niet gezien, ,,'t Zit me niet
lekker, soms |kon ik niet blijven
kijken". Natuurlijk had hij thuis
horen vertellen over de oorlog, de
kampenEn dan ernstig: „Zo'n
film hadden ze beter niet kunnen
maken. Al die herinneringen
..We moeten geen ouwe koeien uit
de sloot halen", werpt Rob Le-
maire (18, Middelburg) er clan fel
tussen, „maar de jeugd weet er
mets van. Je moet er niet te
veel drukte van maken, maar je
moet het weten. Je moet het pre
cies weten".
Tonnie: „Maar je moet me niat
wijsmaken dat je niets voelt als
je ziet wat die Duitsers hebben
gedaan".
Rob: ,.Je moet het woord Duitsers
niet gebruiken, zeg maar „men
sen". Eeuwen geleden was het
niet andera en vandaag gebeurt
het weer. „Kijk maar naar Alge
rije
En toch zegt Rob dat hij niet in
een derde wereldoorlog gelooft.
Hannie Passenier kende de de
tails, zoals de film die liet zien,
nog niet. „Maar wist je wie Eich
mann was toen de kranten er vo
rig jaar over schreven?", vroegen
we. Nee, kende ze niet. Maar
sinds de film is er een decor voor
meneer Eichmann. „Dc film een
waarschuwing? Natuurlijk", zegt
Hannie.
Eerder heeft Tonnie Denies ver
klaard dat ook deze film als waar
schuwing toch ook altijd te laat
zal komen
En dan het „Befelh 1st Befehl".
„Ze moesten wel, die Duitsers",
vindt Tonnie, „zé konden niet an
ders, ze werden gedwongen".
Rob: „Dat zegt Eichmann straks
ook, als hij berecht wordt
Voor John Vader (20) uit Vlis-
singen, leerling van de h.t.s. in
Dordrecht - nu voor een prak
tijkperiode in Colijnsplaat was
„Mein Kanipf" niet de eerste con
frontatie met de oorlogsdocumen-
taire. Voordien zag hij „Opmars
naar de galg".
Zijn oordeel na de voorstelling:
„Weerzinwekkend! Iedereen rond
de twintig behoort deze film te
zien. Ik heb wel een paar hoeken
over de tweede wereldoorlog ge
lezen en natuurlijk de tijdschrif
ten, maar de ellende daarin be
schreven sprak me niet zo aan als
nu bij riexa film» Zoveel leed is
bijna niet te beschrijven. De film
„08-15" heb ik ook gezien, maar
die geeft niet zo'n zuiver beeld
van wat de Duitsers hebben aan
gericht. Het filmbeeld laat een
schrijnender indruk achter. Ik ben
blij, dat ik geen Duitser ben. Dan
zou ik me diep schamen".
„Dat ben ik niet met je eens".
John Vader wordt hier in de rede
gevallen door Willy Marijs, even
eens 20 en uit Vlissingen (leid
ster aan de christelijke kleuter
school in Arnemuiden). „Je moet
wèl de oorlog haten, maar niet
alle Duitsers. De Duitse jeugd
heeft hier ongetwijfeld wel iets
van geleerd. Ik begrijp ook niet.
waarom het proces Eichmann zo
lang moet duren". Daar is John
het weer niet mee eens: „Hoe be
ter ze de zaken uitzoeken, hoe
meer handlangers van die vent
worden opgespoord"..
Zowel Willy als John was er
voorts van overtuigd, dat films
als „Mein Kampf" als waarschu
wing grote waarde hebben. „In
China dreigt weer zo'n gevaar.
Jeanne Beenhakker (18) uit Kloe-
tinge en Paul Mullié (19) uit
Kortgene, leerlingen van gymna
sium VI alpha aan het Goese ly
ceum. zouden ook zonder onze
uitnodiging de film zijn gaan zien.
Beiden interesseerden zich bijzon
der voor de jongste geschiedenis,
vooral omdat zij op school de
beide wereldoorlogen uitvoerig
hebben besproken.
Helemaal vreerad «laan ze dus
Met zeven jonge Zeeuwen hebben
wij gisteravond „Mein Kampf"
gezien. Deze jongelieden v.l.n.r.
'Hannie Passenier, Tonnie Denies,
John Vader, Jeanne Beenhakker,
Paul Mullié, Willy Marijs en Rob
Lemaire hebben we hun meningen
gevraagd over het gruwelijke do
cument dat we zagen. Meningen
kregen we te horen als: „weerzin-
wékkend"„ik had het nooit zo
beseft", „waarschuwing' „voor
geen geld ga ik er weer naar toé"
en „waardevol"....
niet tegenover de gebeurtenissen
in Hitler-Duitsland. „Het gespro
ken woord is thans in beelden om
gezet", zegt Paul Mullié en Jean
ne Beenhakker vindt de film een
„waardevolle illustratie" van het
geen in de klas is besproken. Wat
zij gisteravond heeft gezien was
afschrikwekkender dan zij zich
had voorgesteld. Goed, dat het erg
was wist ze, maar zo érg, nee,
daarvan had ze zich geen voor
stelling kunnen maken.
„Onbegrijpelijk, dat zoiets kon
gebeuren, dat de ene mens dit de
andere kon aandoen". Of het ge
beurde geschiedenis is, of nog al
tijd actueel? „Actueel!" zegt ze
zeer beslist „zolang nog één mens
op aarde woont, die een litteken
uit deze tijd heeft overgehouden,
blijft deze zaak actueel".
„Er gaat een waarschuwing uit
van deze film", meent Paul Mui-
lid, „men moet deze waarschu
wing echter niet overschatten. De
film heeft inderdaad wat te zeg
gen, maar wij mogen daarvan
toch weer niet al te veel verwach
ten", betoogt hij. In tegenstelling
tot Jeanne Beenhakker vindt Paul
Mullié het gebeurde wel begrij
pelijk of liever gezegd verklaar
baar. „Een soort wraakstemming
zou ik willen zeggen, die op ge
raffineerde wijze werd opge
schroefd en waarbij de nazi's eco
nomische omstandigheden uitbuit
ten", voegt hij er aan toet.
IN DE ROOS
l n onze vorige „Tussen 13 en
i schreven we over de padvin-
derij („Romantiek voor jonge
mensen"). Het was wel een schot
in de roos, als we het zo eens mo
gen zeggen, want de reacties wa
ren talrijk, vooral van padvinders.
Dat „schot in de roos" moet nog
even worden verklaard, want an
ders krijgen wen talloze brieven,
waarin wordt uiteengezet, dat we
er juist naast schoten. We bedoe
len met dat „raak" dit: onze
jeugdpagina dient niet alleen om
leuke stukjes te plaatsen, maar
wil voor jongelui tussen 13 en 20
een medium tot meningsvorming
zijn. Daarom komen op die pagi
na artikelen, die niet passen in
de „gewone" redactionele kolom
men, maar uitsluitend bedoeld
zijn voor die beperkte groep van
dertien tot twintig. Meningsvor
ming dus. Dat houdt in, dat we
wel eens tegenspraak prikkelen,
opzettelijk, want dan gaan we
over het behandelde onderwerp
nadenken. Wat die tegenspraak
betreft is de „romantiek voor jon
ge mensen" inderdaad een raak
schot geweest. Er is een lading
brieven binnengekomen, voorna
melijk van padvinders. En het
moet ons van het hart: zij staan
voor hun zaak en weten uiteen te
zetten, waarom zij hun hart aan
de padvindersbeweging hebben
verpand.
Hieronder volgt een uittreksel
uit een aantal brieven, die wij
hebben ontvangen. Men moet ons
nu niet kwalijk nemen dat we
die niet allemaal in extenso pu
bliceren, want dan hebben we
wel vier pagina's nodig. We heb
ben naar eer en geweten uit on
derstaande brieven de kern ge
haald. Eén opmerking nog, met
name aan hopman Hordijk: de
schrijver van het gewraakte stuk
was drie jaar lang in de broe
derschap opgenomen. Hij „heeft
dus al (meer dan) eens een kamp
vuur van een groep padvinders
meegemaakt".
Dat was het dan. Bedankt voor
prompte reacties. Hier komen ze:
IN 1961
Hier volgt dus uit dat U een
veren, als „Nederlandse Jetigd-
bond voor natuurstudie" ook ver
ouderde romantiek vindt? Ik kan
het me niet voorstellen. Ook
schrijft U over een kampvuur met
„yells" besprenkelen. Heeft U al
eens een kampvuur van een groep
padvinders meegemaakt Naar
wat U schrijft, moet ik haast af
leiden van niet.
Pleitte B. P., toen het individua
lisme al op volle gang was, al
niet voor gemeenschap en ver
menging van verschillende volks
klassen? Zullen we maar niet
over de filmsterrenverering spre
ken? Dacht U dat wij op Baden
Powell-dag een hele dag B. P.
stonden te herdenken? Hoe komt
TT- er bij U viert toch elk jaar
oud en nieuw? Wij geïsoleerd?
Kolder! Op welke manier trekt de
padvinderij zich dan uit het dage
lijks leven terug? U zegt vervol
gens dat de padvinderij leuk is
voor jongetjes tot 15 jaar. Zal ik
U zeggen hoe het komt dat juist
na die leeftijd de jongens er af
gaan? In de hogere klassen be
ginnen de leraren al met de term
„examen" te gooien. Juist de pad
vinderij werkt bij allerlei instan
ties voor een huiswerkloos week
end. U geeft de raad de belofte
te laten vallen. Maar dit is juist
de dynamische ideologie van het
Spel van Verkennen. Zouden we
dit doen dan zouden we het Spel
verloochenen. Als conclusie zou
ik nog willen stellen dat U de
padvinderij van een aantal jaren
terug in het jaar 1961 plaatst.
Vriendelijke padvindersgroet:
C. P. HORDIJK.
(Hopman Berdenis van Ber-
lekomgroep, Middelburg).
(En een stevige linker)
ROMANTIEK
r v r anneer men alleen het woord
YV romantiek bekijkt en dan de
tijd waarin wij leven, met
bromfiets, T.V., film, H-bom etc.,
zijn dit dau geen romantische za
ken? Is de juke-box geen veraf
goding van zangers, die al die ro
mantische liedjes kwijlen?
En dan het kamperen. Wanneer
alle mensen eens op padvinderij
waren geweest zouden ze met zo
veel domme dingen doen die
meestal door de eerstelings-kam-
peerders worden uitgevoerd.
FKOOPMAN, voortrekker
(17), Middelburg.
TOCH NOOIT
H oewel ilc geen buitenstaander
ben heb ik tocli kritiek op
bijna alles wat in het artikel over
de padvinderij geschreven staat.
Zo ook met de „afval van leden".
Er gaan er wel een heleboel van
troep af, dat ben ik met U eens,
maar waren die wel echte padvin
ders? Ik gelooi dat ze het van
liet begin aan nooit geweest zijn.
Ik betwijfel toch of jongens van
boven de 15 het in de padvinderij
niet meer leuk, maar saai en
vervelend vinden. Saai en verve
lend kan het spel van verkennen
nooit worden. U schrijft dat uni
form, belofte en geheime tekens
niet zoveel nadruk zouden moeten
krijgen. Dit vind lk niet juist,
want met belofte en geheime te
kens komt de buitenstaander he
lemaal of bijna niet meer in aan
raking. Dus alleen het uniform
zou afschrikken. Maar zonder
uniform is padvinderij ondenk
baar en zij die dit uniform dan
helemaal niet bevallen, blijven
dan maar buitenstaanders want
zij worden toch nooit goede pad
vinders.
R. MIERAS, (patrouilleleider).
Middelburg.
JONGENSDRANG
r et voor en tegen kan men bij
dus geen motief om de Pad
vinderij al of niet aan te prijzen.
De een meent dat de Padvinderij
ln deze tijd te conservatief is en
min of meer heeft afgedaan, de
andere daarentegen meent dat de
beweging voor de jeugd van deze
tijd een goede vereniging is.
Vooropgesteld dat niet iedere jon
gen geschikt om padvinder te
worden. Logisch
De vereniging is niet zomaar in
elkaar gezet, maar gebouwd op de
natuurlijke drang van de jongen
om in groepjes, waarin onbewust
één van de jongens het bevel
voert, erop uit te trekken en
avontuur te beleven. Dit kan in
het buitenleven, spoorzoeken, sei
nen en zelfs met de wet. Het uni
form geeft hierbij de eenheid, de
verbondenheid. De hedendaagse
jeugd vermaakt zich liever met
muitende-cowboy-films, revolvers,
knallen en schieten. Sport is bui
tengewoon goed, maar eenzijdig.
Sportjongens praten de hele week
nergens anders over.
TH. E. BOUWMEESTER,
oud-hopman, Zwolle en
J. P. H. DAMMAN,
oud-voortrekker, Ommen.
OPVOERING
Als vader van een padvinder
denk ik er anders over.
Ouderwets is de padvinderij
beslist niet. Dat bewijzen de te
behalen insignes. Dit is geen ver
ouderde romantiek. De padvin
derij geeft de jeugd die vorming
en opvoeding buiten het gezin,
die niet gevonden wordt bij juke
box en bromfiets. Geef mij dan
de bemodderde verkenners die te
rugkomen van een aanval op een
„vliegende schotel", of die met
een steen op de schoorsteen het
hele „hordehol" uitroken.
De leeftijd van 16 jaar is voor
een padvinder inderdaad een ge
vaarlijke leeftijd. Dan wordt de
jeugd „bromfiets-meerderjarig".
Maar wie dan nog padvinder blijft
dreigt als doorsnee-mens verloren
te gaan. Uit die groep komen de
leiders van de padvindersbewe-
gïng.
H. C. BAARENS, Kruiningen.
OVERGENOMEN
Als ond-padvlnder wil lk gaar
ne enkele opmerkingen ma
ken. Ten eerste dat verschei
dene groepen wachtlijsten hebben.
Hier tegenover staat echter het
leiderstekort. Een punt dat U
jammer genoeg niet aanroert is
het bewust of onbewust padvin
dertje spelen door mensen die de
padvinderij geen goed hart toe
dragen.
Wat kunnen wij in't westen stellen
kunnen wij in het westen stellen
tegenover de enorme communisti
sche jeugddemonstraties zoals die
regelmatig achter het IJzeren
Gordijn plaatshebben ALLEEN
de Pad vinders-Wereld jamboree!
P. J. SCHOU, Koningstraat 2,
Middelburg.
IN DEZE TIJD
De padvinders komen Iedere
zaterdag bijeen om In spel
vorm het geleerde in prak
tijk te brengen. De wat oudere
verkenners trekken er met tent
en hikestel op uit om het „bui
tenspoor" op te gaan en te genie
ten van de natuur en primitief
te koken en te kamperen. Dit is
van groot belang voor het opvoe
ren van de zelfstandigheidszin.
Ons kampvuur is een gezellig on
der elkaar zijn met liederen en re
creaties, verzonnen door de jon
gens zelf. Bij deze voordrachten
komen er ook wel eens raketten
en bromfietsen aan te pas, zodat
wij volkomen in deze tijd zitten
en dit beslist niet zo Onwerkelijk
is, als U het voorstelt. Wij zijn
Lord Baden Powell of Gilwell op
recht dankbaar dat hij zijn loop
baan heeft opgegeven om zich op
de padvinderij te concentreren.
Baden Powell-verering zoals U
het voorstelt, houden wij er echt
niet op na en de geheime tekens
zijn er ver uit.
N. VAN AARTSEN, baas.
Bleek 18, Middelburg.
GEMENGD
De indruk die het artikel in
Tussen 13 en 20" van de
padvinderij geeft is niet ge
heel juist. De beweging is wel de
gelijk met baar tijd meegegaan.
Juist het actuele wereldgebeuren,
de moderne communicatiemidde
len, de voortgang der techniek en
verschijnselen (vliegende schotels
etc.) krijgen in onze spelen de
aandacht die ze verdienen.
Dat de padvinderij een broeder
schap is, valt gelukkig niet te be
twijfelen, maar dat zij mysterieus
is dient bestreden te worden. Dat
oudere verkenners vaak de ver
eniging verlaten is een vrij nor
maal verschijnsel. Ook een voet
balclub heeft slechts een gering
aantal oudere leden dat actief
blijft. Het is meestal het gemeng
de jeugdwerk dat hiervan geen
hinder ondervindt!!
G. J. VAN KETEL,
H. WILLEMSEN,
Leiders Hertog van Beijerien-
groep, Goes.