VLISSINGSE RAAD 10 UUR BIJEEN Emotionele discussies inzake overleg bij het saneringsplan VERBINDINGSBRUG OVER DE VLISSINGSE BINNENHAVENS ZUIDELIJKE BINNENSTAD NU OOK SPOEDIG „OP TAFEL" RAADSLID „TE STARRE GEHEIMHOUDING" Mogelijkheid in studie rijrichting De vleespotten en het Sloe door Wolstraat te verleggen IS ER ONVOLDOENDE overleg en voorlichting geweest over het saneringsplan voor de oude binnenstad van Vlissingen? Deze vraag in de laatste weken al zo vaak onderwerp van woord en geschrift heeft gisteren ook de Vlissingse gemeen teraad lange tijd en vaak in emotionele debatten beheerst! In deze vergadering werd onomwonden de beschuldigende vinger uitgestoken: het college van b. en w. heeft èn de raad èn de middenstandsorganisaties èn het bedrijfsleven veel te lang bui ten dit plan gehouden. Het was met name de heer J. H. Kriete- meijer, die deze mening in duidelijke woorden goot. Dit A.R.- raadslid zocht de „te starre geheimhoudingspolitiek" van het college in een „overdreven angst voor het speculatieve gevaar", dat zou schuilen in een vroegtijdige bekendmaking van bepaalde onderdelen uit het saneringsplan. Van overleg is daardoor niets terecht gekomen, maar wel had dit tot gevolg „ontstemde vra gen in de raad, ongezonde, gekleurde of misplaatste kritiek van bepaalde organisaties". Dit was niet nodig geweest, volgens ir. Krietemeijer, als er bijtijds overleg was geweest met de raad, vertegenwoordigers uit de middenstand en het bedrijfsleven. Ook andere raadsleden met name de heer P. Bikker (c.h.u.) betreurden „de tijdnood", die tenslotte ontstaan was door te laat de raad en andere instanties in de plannen te kennen. Beslist was de heer Krietemeijer de mening; toegedaan, dal deze zaak door b. en w. te veel „uit i ivoren toren" is behandeld. „Steeds hebben 1». en w. de boot afgehouden als de raad op open baarheid aandrong", zo zei hij. En vervolgens zette hij uiteen, dat de sanerïngsconimissie, die na lang durige aandrang gevormd is, toch eigenlijk ook nauwelijks aan enig overleg is toegekomen. Lang in bewerking „Ik acht dit geen overleg en de sa neringscommissie heeft dan ook niet aan haar doel beantwoord", aldus de heer Krietemeijer, die in dit ver band het niet juist achtte, dat b. en w. de middenstand verweten hebben, zolang gewacht te hebben alvorens de mening van de middenstand be kend werd gemaakt. Verder was de heer Krietemeijer van mening, dat De heer F. G. Smit nieuwe wethouder van Vlissingen het saneringsplan wel bijzonder lang in bewerking is geweest bij het archi tectenbureau: vier jaar. Evenals de heerE. T. Oosterhuis (wd) bracht ook de heer Kriete- meyer het rapport -ter sprake, dat uitgebracht is door het Centraal Or gaan ter bevordering van de bouw van middenstandsbedrijfspanden, de C.O.M. „Pas eind september kreeg de C.O.M. de stukken en in januari bracht dit orgaan rapport uit", aldus de heer Krietemeijer, op wie dit rap port een gehaaste indruk maakte. Hy hechtte dan ook weinig waarde aan dit rapport. De heer Oosterhuis vroeg zich af of niet b. en w. in plaats van de Middenstandscentral c advies aan het C. O. M. hadden moeten vragen. Èn andere raadsleden hadden het op prijs gesteld als ook dit stuk van het C.O.M. bij de raadsstukken was ge legd. Met nadruk wees burgemeester mr. B. Kolff er echter op, dat de mening van de Vlissingse midden stand zo lang' is uitgebleven, omdat deze middenstand prijs stelde op het advies van het C.O.M. Gelijke tred Wethouder Van Popering bestreed in bewogen bewoordingen, dat er te weinig overleg over het sanerings plan is geweest'. „Het gemeentebe stuur is niet te verwaand geweest om met middenstanders te spreken", zo zei hij. En hij wees er op, dat reeds bij het tot stand komen van het rapport over de vissershaven de middenstand tal van suggesties en ideeëfa naar voren kon brengen over de oude stad. Later was er wel de gelijk contact met de saneringscom missie. Wel vroeg de heer Van Popering zich af of de Vlissingse midden stand wel „gelijke tred heeft ge houden met de noden van het pu bliek en ik vraag me af of het bestaande apparaat wel voldoet". Wethouder Van Popering be- M woog zich gisteren even op glad ijs. Hij citeerde om het grote belang van het Sloeplan M aan te geven de bijbel, name- lijk de geschiedenis van het volk Israël en trok daarbij een M vergelijking: „We moeten n gaan langs de vleespotten van Egypte in het Sloe naar het H Beloofde Land". Maar dat konden de rechtse fracties zo maar niet laten passeren en ir. Krietemeijer trad op als hun woordvoerder. „Weet U wel, dat het volk Israël juist H wegtrok van de vleespotten H van Egypte? En weet wel, dat tussen de vleespotten en M het Beloofde Land een periode lag van veertig jaar in de woestijn", zei hij vinnig. De wethouder liet het maar zo... llllllllllillülllllllllllliiülilllililll'il In dit verband maar vooral ook met het oog op de toekomst: Sloe plan achtte de wethouder een zo spoedig mogelijke aanpak van het Lange Zelke plan bittere noodzaak. „En dit zal tegelijkertijd een injectie zijn voor heel de oude stad", zo voorspelde hij. De heer Oosterhuis nam het op voor de Vlissingse middenstand. Hij wees er op, dat lange t(jd reeds in 1946 plannen zijn geopperd om het nieuwe koopcentrum te vormen rond de Nieuwe Markt, waar ook het nieuwe raadhuis zal komen. „Daardoor wisten de middenstanders steeds niet waaraan ze toe waren en daarom ook was het voor hen moeilijk initiatieven te ontplooien in de oude stad", zo zei hij. Toegangsweg: Wolstraat Vrijwel alle sprekers bepleitten be tere toegangswegen naar de oude binnenstad, burgemeester Kolff stel de het zelf duidelijk: de toegangs weg over een gedempte Spuiboezem is voorlopig niet mogelijk. Omdat vrijwel alle raausleden een doorbraak vanaf de Coosje Busken- straat naar de Oude Markt van de hand wezen, zag men slechts één oplossing: verbeterde verkeerssitua tie in de Walstraat. Op aandringen van de woordvoerders zegde burgemeester Koitf toe nauw keurig na te gaan of de rijrichting in de Walstraat gewyzigd kan wor den. In dit verband vertelde wet houder Van Popering, dat het moge lijk is In de toekomst het verkeer, dat de Walstraat binnenkomt via een verbrede Kleine Kerkstraat naar de Stenenbeer en de Wiihelniina- straat te leiden. Zodoendekan een uitstekend „circuit" voor het verkeer verkregen worden: Walstraat, door Kleine Kerkstraat uaar Wilhelmi- nastraat, Zeilmarkt. Nieuwendijk, Bellamypark, Spuistraat'. In zijn algemene beschouwingen achtte de heer F. G. Smit (p.v.d.a.) het juist, dat met de Lange Zelke begonnen wordt. „Dit is het ziekste deel van de oude stad" zo zei hij. Ook vond hij het historisch gezien uitstekend, dat de zogenaamde Zee manserve blijft bewaard. Een me ning, die overigens door de heer Oos terhuis in twijfel werd getrokken: „Deze erve zal aan de binnenzijde inderdaad rustig zijn, maar hoe ziet MEDEDELING VAN RAADSLID Negentien stemmen vóór de heer F. G. Smit en één blanco. Dat was de uitslag van de stemming voor een nieuwe wethouder in de raad van Vlissingen. Vlak voordat de raads leden en vele andere belangstellen den vrijdagavond afscheid namen van de heer M. A. van Popering, stond als Siste punt op de agenda een voorstel om te voorzien in de va cature, door dit vertrek ontstaan. Toen dit onderwerp aan de orde kwam, stelde de heer E. dc Priester namens de P.v.d.A.-lractie voor de heer Smit te benoemen. De heer H. B. J. Knoop bracht uit naam van de V.V.D. naar voren, dat deze fractie de benoeming van een vierde wethouder op zijn plaats achtte. In verband met de zittings duur wilde hij evenwel dc politieke situatie op het ogenblik niet meer veranderen. Burgemeester mr. B. Kolff was de eerste, die de heer Smit gelukwenste met zijn benoeming. De heer Smit dankte daarna, voor de prettige wijze, waarop hij in het. college was bin nengehaald. I-lij prees zijn voorgan ger als een eminent wethouder en sprak de hoop uit, dat hij in de toe komst datgene mag verrichten wat van hem wordt verwacht. De heer Smit is zes jaar lid van de naad. Er was tijdens deze vergadering nog. een afscheid. De heer W. J. Aiulries- sen/fp.v.d.a.) moest om gezondheids redenen zijn zetel ter beschikking stellen. Burgemeester Kolff braclit dank voor de bewezen diensten en de belangstelling steeds door hem voor gemeentezaken betoond. Reeds besproken met P.P.D. en rijkswaterstaat Een ogenschynlyk fantastische ge dachte om een nieuwe toegangsweg naar de Vlissingse binneustad te scheppen, werd gisteren in de raad van Vlissingen ontvouwd door de heer E. T. Oosterhuis (wd). „De nieuwe rijksweg van Nieuwland naar Vlissingen krijgt in de toekomst een aftakking naar de I'rius Hendrik- weg", zo zei hij. Het is mogelijk de dijk door te trekken naar de zeedijk op het eiland. „Deze weg zou over een viaduct geleidelyk moeten stij gen en vervolgens met een brug over de binnenlia\eus de verbinding met de zeedijk tót stand moeten brengen", zo ontvouwde de heer Oos- terhuis dit plan. Hij wees er op, dat aan deze zeedijk bij het eiland binnenkort miljoenen- werken moeten gebeuren. „Deze dijk zal worden verhoogd en verbreed", zo zei hij, „en ruimte laten voor een goede verbindingsweg, die mis schien in de omgeving van het Con certgebouw zou Runnen uitmonden". Uit betrouwbare bron wist de lieer Oosterhuis, dat „deze streep over de Vlissingse binnenhavens al eens spe lenderwijs is getrokken bij bevoegde provinciale en rijksinstanties en dat daar de gedachte om dit eens te ver wezenlijken, zeker niet is verwor pen. Hy voegde daar aan toe.: „Wanneer ik goed ben ingelicht, komt het doortrekken van de rijksweg niet voor rekening van de gemeente en is de bouw van de brug over het kanaal voor rekening van water staat,, terwjjl dé weg' over de zee wering met een minimum aan kos ten op deze manier kan worden verwezenlylit". Wethouder M. A. van Popering hechtte weinig waarde en geloof aan de woorden van de heer Oosterhuis. „Ik ben bijna geneigd", zo zei hij, „dit te zien als een mopje van rijks waterstaat, dat door de heer Ooster huis in ernst is opgevat". Burgemeester mr. B. Kolff nam de mededeling van de heer Oosterhuis echter beslist wel in ernst op. Hy vertelde zelfs, dat over dit project al eens een bespreking is gevoerd niet rijkswaterstaat en de provinciale pla nologische dienst. Hij achtte in dit verband echter in de eerste plaats het doortrekken van de boulevard over de Oraujedijk van belang. „Dit is sinds 1818 de eerste vergade ring, die niet in het gemeentehuis wordt gehouden", onthulde burge meester mr. B. Kolff gisteren bij de aanvang van de Vlissingse raadsver gadering. In dit verband kan men de grote zaal van „Britannia"waar de 1 raad deze dag bijeen was zie foto), dan ook een uitzonderlijke plaats noemen voor deze vergadering. Deze uitzondering werd gemaakt in ver band met de behandeling van het sa neringsplan. Hiervoor was zoveel be langstelling, dat de publieke tribu ne" van de raadzaal ongetwijfeld te klein zou zijn geweest. Dat er inder daad veel belangstelling was voor al van de zijde der middenstanders bewijst de foto hiernaast. De zit ting begon 's ochtends om tien uur reeds. Ook 's middags en 's avonds werd in ,J3ritannia" vergaderd. (FOTO P.Z.C.) de buitenzijde er na ontmanteling er uit?", vroeg hij zich af. Hij gaf dan ook woningbouw op deze plaats in overweging. In verband met de ver houding tussen „historische en mo derne waarden in dit gebied" moest wethouder M. A. van Popering deze suggestie echter van de hand wijzen. „Kunnen er in de Lange Zelke en omgeving inderdaad meer Vlissin- gers wonen na uitvoering van het plan?", wilde dhr. Smit nog weten. En wethouder Van Popering kon hierop bevestigend antwoorden. Wethouder W. Poppe vertelde de heer De Smit desgevraagd, dat er een verordening in de raad ter tafel zal komen in verband met „gedwongen verhuizingen en schade aan huurders van bedrijfs panden enz." door uitvoering van het saneringsplan. Nadat de heer H. B. J. Knoop (v.v. d.) evenals zijn fractiegenoot de heer Oosterhuis gepleithad voor gelijk tijdige aandacht voor het zuidelijk deel van de oude binnenstad, stelde de heer H. van Rooijen (c.h.), dat het plan Lange Zelke zeker geen uit stel gedoogt. Maar ook hij vroeg daarnaast „uit alle macht" te stre ven naar mogelijk ontwikkeling van het gedeelte ten zuiden van de Sint- Jacobskerk. Ook de heer Bikker pleitte voor de vorming van het „nieuwe hart": een plein ten zuiden van deze kerk. De heer D. Römijn (p.v.d.a.), die zich een warm voor stander van het voorstel toofnde, meende dat deze „pléin-gedadhte" niet strookt met het plan. Ook de heer J. J. Kempe (p.v.d.a.) voelde weinig voor het plein, „anders kan men niet zonder autogedruis winkelen", zo zei hij. Over dit onder werp drong ook de heer F. van Sab- ben (c.h.) aan op aandacht voor de omgeving van het Groenewoud. Het Vlissings saneringsplan verschilt in één opzicht duidelijk van sane ringsplan in vele andere steden in den lande, zo zei burgemeester mr. B. Kolff, in een kort woord, waar mee hij de wethouders inleidde. „Een typisch Vlissings aspect is namelijk", zo zei hij, „dat er meer ruimte moet komen om de mid denstand op een moderne leest te schoeien". Hij achtte bij deze sa- (Zie slot pag. 8 kol. 1 Goedkeuring nieuwbouw stadhuis Vlissingen komt dit jaar nog af VLJSSINGEN kan tegen het derde kwartaal van dit jaar de rijksgoedkeuring voor de bouw van een nieuw stadhuis tegemoet zien. Deze verheugende, mededeling kon burgemeester mr. B. Kolff vrijdag avond namens de Commissaris der Koningin aan de raad doen. Wanneer deze goedkeuring wordt afge geven, kan worden begonnen met de bouw van een stadhuis op de Nieuwe Markt, waarvoor de gemeente de plannen al jarenlang gereed heeft liggen. (Slot van pag. 1) VV\\^A/>AVWSA^A^V\^WVVvVVyvVVVVV\eAAA'VVVVVVVVW mypark, Nieuwendijk, Zeilmarkt, Wilhelminastraat, Stenenbeer en zo nodig nog Grote Markt". De heer E. T. Oosterhuis (v.v.d.) vaagde het misverstand echter weg door te zeggen: „Dit par keerterrein moet niet als doel, maar als middel gezien worden". En hij legde uit, dat een ieder weet, dat er inderdaad parkeer ruimte genoeg is, maar dat de middenstand dit plein slechts wil om dit gedeelte van de oude stad aantrekkelijk te maken. „Door de vorming van dit plein", zo ver duidelijkte hij, „wordt de zelfsa- nering in het gebied van het plan tweede fase reeds uitgelokt". En de heer J. H. Krietemeijer (a.r.), eveneens een fel voorstander van het tegelijkertijd uitvoeren van gedeel ten van de eerste en tweede fase, ar gumenteerde: „Door die zelfsanering kan het plan tweede fase zelfs vlot ter en goedkoper verlopen". En dat was een mening, die ook in de heer P. Bikker een warm aanhanger vond. Motie Met het verstrijken van de tijd en het voortruisen van de woorden stroom scheen de oplossing echter niet naderbij te komen. Aanvanke lijk kon de „regeringstafel" weinig meer doen dan een vage belofte ge ven „om deze suggestie met de ste- debouwkundige in ernstige studie te nemen". De kentering kwam echter, toen wethouder W. Poppe uiteen zette, dat het financieringsschema beslist niet zo is opgezet, dat eerst het plan-eerste-fase onverbiddelijk helemaal gereed moet zijn, alvorens aan de tweede fase kan worden be gonnen. „Als het particulier initiatief zich meer richt op de tweede fase en de voorstellen daartoe aangeno men zijn, kunnen do plannen al thans gedeelten daarvan naast elkaar gefinancieerd worden. Door vermindering van de eerste fase kan dan ook begonnen worden met de tweede", zo zei deze wethouder. Daarmee was de mogelijkheid aan wezig de kloof te overbruggen, al was de heer Oosterhuis op één punt het volkomen oneens met de wet houder: „Wij moeten niet pas begin nen als er genoeg particulier initia tief is, maar wij moeten dat parti culier initiatief stimuleren en de mo gelijkheden. geven door zelf eerst dat nienwe hart bijvoorbeeld te vormen". Tenslotte stelde de heer Krietemeijer dat hij slechts akkoord kon gaan met het voorstel als le b. en w. de toezegging doen het plan tweede fase uiterlijk medio december in de raad te brengen; 2e in de komende jaren intensief overleg plaats heeft met de saneringscommissie en 3e de raad lang voor het ter visie leggen van dit plan op de hoogte wordt gesteld. De heer Oosterhuis bracht zelfs een motie ter tafel, waarin gezegd werd, dat het voorstel slechts aanvaard kon worden „onder voorbehoud, dat het college gelijktijdig de gedachte van het „zelfsaneren" van de zuide lijke binnenstad gaat uitwerken en vervolgens de urgentie van de verde re uitvoering der sanering aanpast I aan de behoefte in de komende ja ren". Tot een stemming over deze mo tie kwam het echter niet. want tenslotte deelde burgemeester Kolff laconiek mee: ..Dit kan be schouwd worden als een motie waartegen zelfs b. en w. geen be zwaar hebben"En hij beloof de alles in het werk te stellen nog dit jaar het plan voor de zui delijke binnenstad in de raad te brengen en daarna gedeelten van beide fasen tegelijkertijd naar ur gentie van de behoeften uit te voeren. De heer Kolff kon zelfs meedelen, dat b. en w. dit plan reeds ont- yangen hebben, maar dat dit nog in studie genomen moet worden. Bovendien moet het nog niet ver schillende instanties besproken worden. Zelfs de beren Oosterhuis eu Kriete meijer deden er toen het zwijgen toe. en zonder stemming ging de raad met het voorstel akkoord. Het was inmiddels acht uur 's avonds. De ver gadering was 's morgens om tien uur begonnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 3