A
JOHAN DAISNE: bonte mengeling
van romantiek en realisme
De dood op het
verkiezingspad
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
RESA HILVERSUM
er zijn geen betere
WOENSDAG 11 JANUARI 1961
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VAN ZWIN TOT ZWARTE ZEE..
Driejaarlijkse Belgische prozaprijs
voor „De neusvleugel van de Muze"
(Van een Vlaamse medewerker)
Vorige zomer kon ik door een toeval even kijken achter de
schermen van het zangfestival in het Casino te Knokke. Ik zag
er persfotografen kiekjes nemen van de Nederlandse zangploeg.
Maar daar wou ik het nu niet over hebben. In datzelfde modai-
ne Casino, waar ik de lichte muze van de kleine ,,k" op kouse
voeten betrapte, bespiedde de Zuidnederlandse schrijver Daisne
enkele jaren vroeger als voorzitter van het filmfestival, de lief
tallige Muze van het linnen venster. Zijn onderlegdheid en zijn
tweetaligheid(I) hadden hem die baan bezorgd. Nu heeft de
Gentse romancier voor zijn herinneringen aan dit festijn ,.D"e
neusvleugel van de Muze", onlangs dé Belgische driejaarlijkse
prijs van het proza gekregen. (Uitgave „De Clauwaert", Leu
ven, 391pp.)
Deze ietwat romantische en ook
onwezenlijke, dus typische
Daisniaanse titel, dekt een
moeilijk te beschrijven lading
Deze neusvleugel is dan het
„trilorgaan" dat de „zintuig
lijkheid van de godin onzer ver
beelding", de droom oproept
Merkwaardig daarbij is dat de
geuren een zo grote rol in het
boek spelen.
Het grootste deel speelt zich af te
Knokke, waar Daisne voorzitter is
van het filmfestival. Het toeval
brengt hem in contact met een joods-
Amerikaanse filmdireceur, Donald
Shawks, en zijn Amerikaanse ver
loofde-filmster Enid Dükington. De
ze laatste speelt in de film „Road to
sunrise", die ook op het festival ge
draaid wordt. De ontvlambare voor
zitter is dadelijk op haar verliefd. In
Shawks ontdekt hij een zlelebroeder.
Van nu voort wijken ze niet meer
van eikaars zijde. Een belangrijke
rol in deze zielsgemeenschap spelen
hun beider filmervaringen: ze heb
ben nagenoeg allebei dezelfde pren
ten gezien en er op gelijke wijze op
gereageerd. Een groot deel van hun
gesprekken is dan ook gewijd aan
da film. De lezer moet dal; getheore
tiseer over films gedurende vele pa
gina's doorbijten, tot hij beloond
wordt met een even spannend als
virtuoos geschreven relaas van 's
schrijvers gevoelens en belevenissen.
Een verkwikkende verpozing én
voor de festivalvoorzitter die
alles onbewimpeld in do lk-vorm
schrijft én voor de lezer ia dan
de passage, waar de verliefde
schrijver met de bekoorlijke Enid
Dükington een stuk Zeeuwsch-
Vlaanderen en het Zwin gaat be-
zoeken. Daar, in dat kleine para
dijs van zand, water en zon, ge
nieten we één ogenblik van Enids
vrouwelijke charme na een nogal
«onconformistisch bad in het
Zwinwater.
Parfum
Ook al verdwijnt de heilsgeliefde dan
nagenoeg voorgoed uit het boek, toch
blijft haar parfum van „lippenrood-
■el. zeehout, schelpdieren, Engelse
tabak, zon en duinkruiden" en niet
te vergeten van sandelhout, heel het
boek verder doorwasemen. Zei ik
niet dat de geuren in het boek een
belangrijk© rol spelen? De neusvleu
gel blijft natrillen, ook al brengt het
boek ons naderhand In gezelschap
van ander vrouwelijk schoon en par-
Advertentie
Dank zij RESA toch nog het
MIDDENSTANDSDIPLOMA
(examen 1961 of 1962)
Vraag p.o. ons prospectus. Het kan
U een jaar studie schelen.
De tijd dringt.
Tel. 45432
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Ook opleidingen voor Praktijkd.
Boekhouden en Handelscorr. F., D.,
Eng. en Ned. M.B.A.
funi naar Praag en de Zwarte Zee.
Na vlot verhaalde tochten te paard
naar het Zwin, in gezelschap van Do
nald Shawks, met wie er geschermd
wordt (letterlijk en figuurlijk),
glijdt het verhaal inderdaad naar het
filmfestival te Marianské Laznè
(Tsjecho-SIowaklje) en naar de Gou
den Stad. Don is er ook, maar de
vriendschap is bekoèld; Don is onge
nietbaar omdat hij door de schuld
van zijn Amerikaanse schoonzusters
genoeg heeft gekregen van de
vrouw. De twee vrienden van Knok
ke zien elkaar niet veel meer. Don
vertrekt zelfs voor enkele dagen
naar Praag. Daar beleeft hij een in
geuren en kleuren verteld avontuur
met een groep Vlaamse studenten
toeristen. Het gezelschap is allerkod-
digst: behalve de aristocratische prae
ses, een bactls-hansworst Wurtels en
een souvenir-verzamelende penning
meester is er de verrukkelijke stu
dente Lente van Landen met B.B.-
haar, is er de filister en pedel Platte-
kees en zijn kleinburgerlijke vrouw.
Met dat burleske Vlaamse gezel
schap, dat alsmaar zijn lijflied Cle
mentine kweelt, gaan Don en een
landgenoot van de Amerikaanse
Ambassade te Brussel op zwier langs
Praags stede- en andèr schoon. Zelfs
van een filmopname in een Praagse
studio zijn ze getuige.
Toverspreuken
Pas wanneer de Jood Donald zijn
Vlaamse gasten naar de joodse mo
numenten van Praag loodst, gaat het
verhaal zich op dat typisch Dais-
niaans magisch-reallstisch vlak be
wegen. We worden o.m. ondergedom
peld Sn een irreële sfeer van de jood
se Golem die te Praag zijn stand
beeld heeft: een door toverspreuken
uit leem verwekte mens, die allerlei
wonderen verricht en ln ettelijke
films wordt vereeuwigd. Door liet
herhaaldelijk verwijzen naar films
tracht Daisne van liet anekdotische
naar het plan van de droom te beve
len. En hij schijnt zich ook op de
hoge cerebrale vlakte in discussie
over film en leven even gemakkelijk
te bewegen als in de onderwereld van
het alledaagse bestaan.
Zo is hij op vrij ontoegankelijke
hoogten met filmcollega's, waar
onder zelfs een Sowjet-Rus, over
de film en de kunst aan het de
batteren, en plots valt het verhaal
in duizelingwekkende vaart in de
groteske Praagse avonturen van
de Vlaamse studenten en hun
twee Amerikaanse begeleiders. Er
wordt gezongen en gedanst,
en vooral, veel slivovice
gedronken. Heel toepasselijk is
dan ook de bepaling die de Ame
rikaan van die Vlamingen geeft:
de geest die vlees eet.
Zo is dit bonte bock ook meteen voor
een groot deel een echt Vlaams boek:
romantiek en realisme, mystiek en
Breugheliaanse kermisroes, schalk
se streken la Tijl en burleske vle
selijkheid la Lamme Goedzak. En
waar het wel eens zwoel en mondain,
intellectualistisch en cerebraal wordt
komt vrij vlug een gezonde lucht
van warm tarwebrood ons verkwik
ken. Want ik zei het al, het is een
boek om te ruiken.
U nicum
Toch is Daisne een unicum in de
Vlaamse letteren: al te zelden hoort
men er de stem van een academisch
grote-stadmens met cosmolitische
allures die tevens zo Pallieteriaans
en tellurisch kan zijn. Hij kan zich
daarbij dingen permitteren die ons
bij een minder intelligent schrijver
zouden hinderen. Als hij soms fatte
rig aandoet door ons al de geheimen
van zijn persoonlijk toilet te ver
klappen, biecht hij ons ook eerlijk op
dat hij daardoor zijn complex van
armeluiskind wil afreageren. Als hij
van zijn chronische verliefdheid geen
geheim maakt, kunnen we hem toch
niet van lichtzinnigheid verdenken.
Zijn eerlijkheid ontwapent ons. Want
dit is voor een groot deel auto-bio
grafie, zoals dit ook. zij het minder
het geval was in De Man die zijn
haar kort liet knippen; ook dit boek
speelt zich af rond het water van
Zeeuwsch-Vlaanderen en merkwaar
dig is, dat Daisne in De Neusvleu
gel van de Muze daadwerkelijk zijn
haar laat millimeteren la Erich
von Stroheim.
Een vergelijking met Marnix Gij-
sen, die andere Vlaamse kosmopoliet
die ook verhalen met een sterk auto
biografische inslag schrijft, dringt
zich op. Gijsen, als een andere Multa-
tuli, rekent altijd af met zijn jeugd
of met de maatschappij, koel en als
het ware met een rekenmachine;
zijn mensen zijn ook maar bloedloze
schimmen of te cerebrale construc
ties.
Daisne is geen afrekenaar, hij
lioudt van de mensen; hij is ba
rokker, maar zijn figuren leven
voor onze ogen. Ongetwijfeld is
hij ook intellectualistisch, maar
bij hein wordt alles geschraagd
door een tellurisch realisme of ge
neutraliseerd door een romanti
sche fantasie. Zijn mensenliefde
maakt zijn toon altijd warm,
nooit bitter of verbeten. Het moge
communistisch Rusland betreffen,
of het christendom, dat hij niet
belijdt, toch weet hij voldoende
waardering op te brengen voor de
mens die eerlijk deze levensbe
schouwing aankleeft. Hoe warm
schrijft hij niet over zijn ziels
vriend do Amerikaanse jood Do
nald! Dat ze beiden van dezelfde
vrouw houden mag zelfs niet hin
deren.
De stijl
Op het gevaar af „des Guten zuviel"
te zeggen over het boek, moeten we
nog even wijzen op de verdiensten
van de stijl. De grootste lof, die men
zijn stijl kan toezwaaien lijkt me
dat er naar de vorm niets in voor
komt dat je hindert, de lange be
schouwingen over film daargelaten.
Van taal is hij de meest Nederlandse
van de Vlaamse schrijvers. Zijn dia
loog is echt, en hij zal zich niet ver
gissen in een jij en een U. Het moge
dan op zichzelf geen letterkundige
verdienste zijn woorden als stiekem,
om de haverklap, ginnegappen, gnif
felen, abactis. ploertendoder enz. in
een Vlaams boek te gebruiken, het
blijft het vermelden waard. In elk
geval bespeelt Daisne zijn Neder
lands taalinstrument virtuozer dan
welk Zuidnederlands auteur.
Deze oud-leerling van prof. Aug.
Vermeylen zou zijn leermeester die
aan de Vlaamse letteren „more
brains" vroeg, met dit boek zeker
verblijd hebben, ook al zou deze mis
schien bezwaar hebben gemaakt te
gen de wijdlopigheid en liet hetero
gene van do inhoud. Maar na een
cerebrale Gijsen is Daisne een ver
kwikkend bad, in het begin van het
verhaal in het zilte water van liet
Zwin en op het einde in de golven
van de Zwarte Zee.
De Zwitserse profrenner Emil Edel
man had bij zijn laatstgehouden in-
dOorwedstrijd in Kopenhagen niet al
leen een vliegende startdoch ook
een vliegende finish: na het (als éér
ste) passeren van de finishlijn schóót
hij over de kop.
Edelman werd niet gewond, maar hij
moest voor zijn ererondje een andere
fiets lenen.
KERKNIEUWS
HERVORMDE KERK.
Aangenomen naar Rhoon H. C. van
Itterson te Anjum.
Benoemd tot directeur van het
streekvóorlichtingscentrum Hoek-
schewaard met als standplaats
Mijnsheerenland D. H. Gijsbers te
Leimuiden.
Beroepbaarstelling: de heer H. M.
Stam. vicaris, hervormde pastorie te
Drimmelen, is beroepbaar.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te Wissenkerke M. V. J.
de Craene, kand. te Oosterbeek.
Aangenomen naar Kootwijkerbroek
T. Lopers te Nieuw-Amsterdam.
Bedankt voor Couvorden G. Sinia te
Spijk (Gron.)
CHRIST. GEREF. KERKEN.
Beroepen te Den Helder J. P. van
de Boomgaard te Thesinge.
Bedankt voor Aalsmeer C. Verhage
te Hilversum-C.
Dankzij het Westduitse „economische
wonder*/ komt er in Hamburg elke vijf
dagen een miljonair bij. In 1957 had de
Hanzestad reeds 263 miljonairs, die teza
men 785 miljoen mark bezaten Het aan
tal miljonairs is nu gestegen tot meer
dan 490.
Britse voetbalclubs
deden vredesvoorstel
De voorzitters van 44 clubs uit de
eerste en tweede divisie van het Brit
se voetbal hebben zich maandag be
raden over de vraag hoe men de
dreigende staking van de Engelse
profvoetballers kan voorkomen.
Zoals bekènd dreigen de professionals
op 21 januari a.s. in staking te gaan,
indien hun eisen voor betere arbeids
voorwaarden niet worden geaccep
teerd. Na een ruim twee uur durende
vergadering werd een plan bekend
gemaakt. waarvan de clubbestuur
ders hèbbfeti verklaard, dat dit moet
worden beschouwd als hun laatste
vredesvoorstel aan de „football-
league".
De spelers hebben reeds toegestemd
om het aanbod met hun clubs te be
spreken. De voornaamste punten van
het plan zijn
het afsluiten van langere contrac
ten tot een maximum van twee jaar
en een verbetering van de contract-
vorm. Vanaf het begin van het vol
gende seizoen zullen de lonen niet
meer aan een maximum gebonden
zijn. De bepalingen ten aanzien van
de z.g. benefiet-bonus en extra-beta
ling voor talentvolle spelers blijven
gehandhaafd. De transferbepalingen
zullen ongewijzigd blijven. De mini
mum-salariëring Wordt niet veran
derd, met uitzondering van de gage
voor volledig betaalde voetballers
van boven de twintig, die in de eer
ste divisie 15 pond sterling gaan ver
dienen, in de tweede divisie 14 pond,
ln de derde 13 pond en ln de vierde
divisie 12 pond.
De In Warschau geboren Britse schil
der Alfred Aaron Wolmark Is op 83-jarige
leeftijd in Londen overleden.
HOOG EN LAAG WATER
12 januari
uur meter uur meter
nap -f~ nap
Vlissingen 9.16 1.44 22.05 1.47
Terneuzen 9.42 1.62 22.33 1.65
Hansweert 10.04 1.77 22.57 1.80
Zierikzee 10.19 1.08 23.16 1.16
Wemeldinge 10.46 1.30 23.35 1.38
nap
3.08 1.39
3.29 1.55
3.58 1.69
3.52 1,17
4.00 1.32
uur meter
nap
15.53 1.64
16.16 1.80
16.43 1.94
16.30 1.4-2
16.41 1.58
3683. Nadat de drie vakan
tiegangers zich wat opge
frist hadden, waren de ver
moeienissen van de lange
reis spoedig vergeten en za
ten zij samen met hun gast
heer en diens dochter Cathy
op het terras. Kolonel Van-
derbrink die enkele weken
met verlof was, wilde na
tuurlijk alles haarfijn we
ten over de Jongste gebeur
tenissen op de ruimteba6is
en vooral die geschiedenis
van het z.g. maanboek In
teresseerde hem bijzonder.
Lange tijd werd er over
niets anders dan de Maan
en raketbouw gesproken, totdat Cathy ten
slotte wanhopig uitriep: „Papa, als jullie nu
nog langer blijft doorzagen over die ruimte
vaart, begin ik te gillen. We zijn met vakantie
en dus denken we niet meer aan ons werk!"
De drie mannen stemden lachend ln en begon-
Advertentie)
KLEUR OP DE WANGEN MET
nen plagerig over damesmodes en haarstijlen
te babbelen. Maar opeens wees Charley naar
de strakke, blauwe lucht en riep opgewonden
uit: „Kijk eens! Drie nieuwe ruimtekruisers'.
Ze maken zeker een proefvlucht!" Arend, die
lui achterover in zijn stoel lag hield even de
hand boven de ogen, doch verroerde verder
geen vin. „Cathy heeft gelijk. Ik beu met va
kantie en dus wil ik niets meer over de vlie
gerij horen!" sprak hij loom en sloot nadruk
kelijk de ogen. ..Ik kijk niet eens meer!"
SARCO GLOBINE
het bloedvormend
krachttonicum. Uw kind
weer levensblij en ge
zond omdat Sarco Glo-
bine alle stoffen bevat
die voor een goede op
bouw van het bloed
noodzakelijk zijn.
Voor kinderon tot 12 Jaar
alleen In vloeibara vorm
DUTIM N.V. - OEGSTGEEST
Er is een verkeerd vervolgstuk ge
plaatst van ons feuilleton. Wij
plaatsen nu het goede vervolg,
dat aansluit op het avontuur van
de oude miss Gibbons met de
krankzinnige.
Edmund Crispin
Precies als de vorige morgen werd
hij prompt om zeven uur gewekt
door mijnheer Boaver en zijn kor
nuiten. Én even prompt kwam Jac.
queline als een hemels visioen bin
nenzweven om hem zijn thee te bren
gen. Toen hij beneden was begonnen
net de kerkklokken te luiden Voor de
kerkdienst van acht uur en dat
bracht hem er toe om de kerk met
een bezoek te vereren. Hij zag dat
slechts een half dozijn anderen de
zelfde Ingeving hadden gehad, maar
hij was verheugd te zien dat Jac
queline zich onder hen bevond. Het
koor zong luid en ongeschoold en
Fen, die gewend was aan het soepele
ritueel van de kerkdiensten in Ox
ford, kon er zijn gedachten niet bij
houden. Hij bestudeerde de dominee
een pafferige man, die W. Scantling
Mills heette. „Donkere demonische
Mill-", dacht Fen. Hij Hop met Jac
queline, die een vredige en zeer de
coratieve stilte in acht nam, naar het
hotel terug.
De man die zichzelf Crawley noemde,
zat alleen aan de ontbijttafel met
de kruiswoordpuzzel uit de Observer
voor zich. Van dichtbij zag hij er
niet erg angstaanjagend uit. Hij had
een terugwijkende kin, een lange
neus en onschuldige blauwe ogen en
z'n gehele uiterlijk logenstrafte Fen's
vage voorgevoelens over iets misda
digs. Plotseling wist hij ook wie hij
was: hij was er alleen niet opgeko
men omdat hij hem tot dusver niet
goed hal gezien.
„Bussy," zei Fen.
Bussy stak zijn potlood in zijn vest
zakje. Het was een gebaar, boorde
vol réstlgnatle. „Hallo Fen", zei hij
vriendelijk, „Ik was al bang dat ik
onze ontmoeting niet meer zou kun
nen uitstellen". Hij zweeg even om
over die opmerking na te denken en
de angel eruit te verwijderen.
„Dat wil xeggen", vervolgd© hij, „ik
zou 't om zakelijke redenen hebben
geprefereerd als wij elkaar niet had
den ontmoet. Maar om persoonlijke
redenen vind ik het natuurlijk prach
tig. Hoe gaat het met je na al die
jaren?".
„Goed", zei Fen. Hij ging zitten, pak
te een lepel, begon in een halve gra
pefruit te delven en wierp Bussy een
peinzende blik toe. „We hoeven de
kennismaking niet. te vernieuwen, als
je dat liever niet wilt. Je bent, als ik
me goed herinner, in de C.I.D. (Cri-
minel Investigation Department
Scotland Yard).
Bussy knikte. „Inspecteur, met mijn
hakken over de sloot".
„En je bent met iets bezig".
„Ja. Meer of minder officieus. Ik
word niet verondersteld hier te zijn.
De plaatselijke politie zou het waar
schijnlijk helemaal niet leuk vinden
als ze wist dat ik er was". Eussy
scheen genoegen te scheppen in deze
gedachte, hij grinnikte voldaan.
„Zo. zo". Fen keek hem lichtelijk
verbijsterd aan. „Maar je vermom
ming lijkt naar niets. Niemand komt
hier vissen".
..Dat héb ik al ontdekt. De naam van
dit hotel heeft mij op een dwaalspoor
geleld".
Fen groef een stukje grapefruit uit
dat ulet goed was losgesneden. „En
er zijn meer mensen die Vanity Fair
gelezen hebben".
„Niemand heeft het opgemerkt, be
halve jij Mnnr het komt in het korl
hieror» neer, Fen. Ik ben de slechtste
acteur die er op twee benen rond
loopt. Als ik doe alsof ik iemand an
ders ben dan ik ben heeft een blinde
met één oog me in de gaten. Daarom
heb ik me er nooit druk over ge
maakt of de mensen al of niet zou
den merken dat ik iemand anders
was dan degene die ik voorgaf te
zijn het was onvermijdelijk dat ze
I dat zouden merken".
..Dus elke vermomming....".
„Was geschikt voor het doel, inder
daad. Ze mogen best weten dat ik
niet degene ben die ik voorgeef te
zijn, als ze maar niet weten wie ik
dan wel ben".
Fen at zijn grapefruit op en drukte
op de bel. Myra kwam met corpulen
te onappetijtelijke wortsjes. De beide
mannen zwegen tot ze weer was
verdwenen en onderwijl zocht Fen
in zijn geheugen naar herinneringen
uit zijn studietijd. Bussy had tegelijk
met hem college gelopen: had Engels
gestudeerd; was eeu groot bewon
deraar geweest van Thackeray en
was toen, om onnaspeurlijke "rede
nen, bij de politie gegaan. En hier
zaten ze nu. Het was niet meer dan
een toevallige ontmoeting, maar ze
waren nooit erg dik met elkaar ge
weest.
Bussy zei, terwijl hij zijn blik op de
deur gevc-tigd hield: „Ik moet je
wel om discretie verzoeken. Waar
schijnlijk blijf ik hier niet lang,
maar Ik zou wél graag incognito wil
len blijven".
„Ik zal beslist niets zeggen", Fen
pakte een stukje toost. „Ik heb het
bovendien veel te druk om te klet
sen".
„Maar je bent natuurlijk wel nieuws
gierig".
„Natuurlijk. Kun je me vertellen
waarom je hier bent?"
Bussy haalde een pijp uit zijn zak,
schroefde haar uit elkaar en begon
êrin te poken met een verfomfaaide
vogelveer. Fen herinnerde zich dat
hij zich altijd heel lang en heel de
voot aan dit ritueel had overgegeven.
„Ik zou niet weten waarom niet," zei
hij langzaam. „De meeste feiten kun
je trouwens uit dé kranten halen.
Misschien heb je ze al uit de kran
ten gehaald". „Misschien wel", zei
Fen. „Maar daar kan ik niet zeker
van zijn als jij me niet vertelt waar
je het over hebt".
„Een moord", zei Bussy. „De moord
op mevrouw Lambert".
Fen schudde zijn hoofd. „Ik herin
ner me niet dat ik daarover iets heb
gelezen. Je hebt er niets aan om
ntoorden in de kranten te volgen,
want ze laten alle details weg. daar
om doe ik het nooit".
„Maar je hebt toch zelf een paar
moordzaken uitgezocht," zei Bussy.
„Die moorden in Castrevenford, bij
voorbeeld".
„Ja die heb ik opgelost." zei Fen,
met het gezicht van iemand die be
weert dat de aarde rond is.
..Maar die moorden van jou waren
allemaal nogal recherché. Ik weet
niet, of er wat voor je inzit. Of lie
ver gezegd....".
Bussy zweeg en Fen begon ongedul
dig met het mosterdlepeltje op de
rand van zijn bord te kloppen. „De
feiten," zei hij met een onheilspel
lende blik. „Of is alles al in kannen
en kruiken? Opgeloste moorden in
teresseren me niet."
„Ik zal je er het volgende van vertel
len". Bussy sprak nu met meer na
druk. „Er is een aspect van het be
wijsmateriaal dat volgens mij logi
scherwijs tot een bepaalde conclusie
leidt". Hij zweeg en Fen probeerde
'n korreltje wijsheid te puren uit deze
bijzonder vage formulering. „Maar
niemand anders dan ik schijnt het
te zien".
„O", zei Fen gereserveerd.
„Ja, je hebt gelijk dat je sceptisch
bent", zei Bussy somber. „Ik heb me
zelf al afgevraagd of ik het me niet
verbeeldde. Maar als ik zeg dat an
deren het niet zien dan bedoel ik na
tuurlijk niet. dat ik het ze heb voor
gelegd en dat ze het nu nog niet
zien".
„O juist".
„Ik bedoel alleen maar dat het hun
niet is opgevallen. En dat verwon
dert me want ik vind het zo duidelijk
dat ik niet begrijp waarom het hun
niet Is opgevallen".
(Wordt vervolgd)