A JOHAN DAISNE: bonte mengeling van romantiek en realisme De dood op het verkiezingspad PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer RESA HILVERSUM er zijn geen betere WOENSDAG 11 JANUARI 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VAN ZWIN TOT ZWARTE ZEE.. Driejaarlijkse Belgische prozaprijs voor „De neusvleugel van de Muze" (Van een Vlaamse medewerker) Vorige zomer kon ik door een toeval even kijken achter de schermen van het zangfestival in het Casino te Knokke. Ik zag er persfotografen kiekjes nemen van de Nederlandse zangploeg. Maar daar wou ik het nu niet over hebben. In datzelfde modai- ne Casino, waar ik de lichte muze van de kleine ,,k" op kouse voeten betrapte, bespiedde de Zuidnederlandse schrijver Daisne enkele jaren vroeger als voorzitter van het filmfestival, de lief tallige Muze van het linnen venster. Zijn onderlegdheid en zijn tweetaligheid(I) hadden hem die baan bezorgd. Nu heeft de Gentse romancier voor zijn herinneringen aan dit festijn ,.D"e neusvleugel van de Muze", onlangs dé Belgische driejaarlijkse prijs van het proza gekregen. (Uitgave „De Clauwaert", Leu ven, 391pp.) Deze ietwat romantische en ook onwezenlijke, dus typische Daisniaanse titel, dekt een moeilijk te beschrijven lading Deze neusvleugel is dan het „trilorgaan" dat de „zintuig lijkheid van de godin onzer ver beelding", de droom oproept Merkwaardig daarbij is dat de geuren een zo grote rol in het boek spelen. Het grootste deel speelt zich af te Knokke, waar Daisne voorzitter is van het filmfestival. Het toeval brengt hem in contact met een joods- Amerikaanse filmdireceur, Donald Shawks, en zijn Amerikaanse ver loofde-filmster Enid Dükington. De ze laatste speelt in de film „Road to sunrise", die ook op het festival ge draaid wordt. De ontvlambare voor zitter is dadelijk op haar verliefd. In Shawks ontdekt hij een zlelebroeder. Van nu voort wijken ze niet meer van eikaars zijde. Een belangrijke rol in deze zielsgemeenschap spelen hun beider filmervaringen: ze heb ben nagenoeg allebei dezelfde pren ten gezien en er op gelijke wijze op gereageerd. Een groot deel van hun gesprekken is dan ook gewijd aan da film. De lezer moet dal; getheore tiseer over films gedurende vele pa gina's doorbijten, tot hij beloond wordt met een even spannend als virtuoos geschreven relaas van 's schrijvers gevoelens en belevenissen. Een verkwikkende verpozing én voor de festivalvoorzitter die alles onbewimpeld in do lk-vorm schrijft én voor de lezer ia dan de passage, waar de verliefde schrijver met de bekoorlijke Enid Dükington een stuk Zeeuwsch- Vlaanderen en het Zwin gaat be- zoeken. Daar, in dat kleine para dijs van zand, water en zon, ge nieten we één ogenblik van Enids vrouwelijke charme na een nogal «onconformistisch bad in het Zwinwater. Parfum Ook al verdwijnt de heilsgeliefde dan nagenoeg voorgoed uit het boek, toch blijft haar parfum van „lippenrood- ■el. zeehout, schelpdieren, Engelse tabak, zon en duinkruiden" en niet te vergeten van sandelhout, heel het boek verder doorwasemen. Zei ik niet dat de geuren in het boek een belangrijk© rol spelen? De neusvleu gel blijft natrillen, ook al brengt het boek ons naderhand In gezelschap van ander vrouwelijk schoon en par- Advertentie Dank zij RESA toch nog het MIDDENSTANDSDIPLOMA (examen 1961 of 1962) Vraag p.o. ons prospectus. Het kan U een jaar studie schelen. De tijd dringt. Tel. 45432 (Bekende Schriftelijke Cursus) Ook opleidingen voor Praktijkd. Boekhouden en Handelscorr. F., D., Eng. en Ned. M.B.A. funi naar Praag en de Zwarte Zee. Na vlot verhaalde tochten te paard naar het Zwin, in gezelschap van Do nald Shawks, met wie er geschermd wordt (letterlijk en figuurlijk), glijdt het verhaal inderdaad naar het filmfestival te Marianské Laznè (Tsjecho-SIowaklje) en naar de Gou den Stad. Don is er ook, maar de vriendschap is bekoèld; Don is onge nietbaar omdat hij door de schuld van zijn Amerikaanse schoonzusters genoeg heeft gekregen van de vrouw. De twee vrienden van Knok ke zien elkaar niet veel meer. Don vertrekt zelfs voor enkele dagen naar Praag. Daar beleeft hij een in geuren en kleuren verteld avontuur met een groep Vlaamse studenten toeristen. Het gezelschap is allerkod- digst: behalve de aristocratische prae ses, een bactls-hansworst Wurtels en een souvenir-verzamelende penning meester is er de verrukkelijke stu dente Lente van Landen met B.B.- haar, is er de filister en pedel Platte- kees en zijn kleinburgerlijke vrouw. Met dat burleske Vlaamse gezel schap, dat alsmaar zijn lijflied Cle mentine kweelt, gaan Don en een landgenoot van de Amerikaanse Ambassade te Brussel op zwier langs Praags stede- en andèr schoon. Zelfs van een filmopname in een Praagse studio zijn ze getuige. Toverspreuken Pas wanneer de Jood Donald zijn Vlaamse gasten naar de joodse mo numenten van Praag loodst, gaat het verhaal zich op dat typisch Dais- niaans magisch-reallstisch vlak be wegen. We worden o.m. ondergedom peld Sn een irreële sfeer van de jood se Golem die te Praag zijn stand beeld heeft: een door toverspreuken uit leem verwekte mens, die allerlei wonderen verricht en ln ettelijke films wordt vereeuwigd. Door liet herhaaldelijk verwijzen naar films tracht Daisne van liet anekdotische naar het plan van de droom te beve len. En hij schijnt zich ook op de hoge cerebrale vlakte in discussie over film en leven even gemakkelijk te bewegen als in de onderwereld van het alledaagse bestaan. Zo is hij op vrij ontoegankelijke hoogten met filmcollega's, waar onder zelfs een Sowjet-Rus, over de film en de kunst aan het de batteren, en plots valt het verhaal in duizelingwekkende vaart in de groteske Praagse avonturen van de Vlaamse studenten en hun twee Amerikaanse begeleiders. Er wordt gezongen en gedanst, en vooral, veel slivovice gedronken. Heel toepasselijk is dan ook de bepaling die de Ame rikaan van die Vlamingen geeft: de geest die vlees eet. Zo is dit bonte bock ook meteen voor een groot deel een echt Vlaams boek: romantiek en realisme, mystiek en Breugheliaanse kermisroes, schalk se streken la Tijl en burleske vle selijkheid la Lamme Goedzak. En waar het wel eens zwoel en mondain, intellectualistisch en cerebraal wordt komt vrij vlug een gezonde lucht van warm tarwebrood ons verkwik ken. Want ik zei het al, het is een boek om te ruiken. U nicum Toch is Daisne een unicum in de Vlaamse letteren: al te zelden hoort men er de stem van een academisch grote-stadmens met cosmolitische allures die tevens zo Pallieteriaans en tellurisch kan zijn. Hij kan zich daarbij dingen permitteren die ons bij een minder intelligent schrijver zouden hinderen. Als hij soms fatte rig aandoet door ons al de geheimen van zijn persoonlijk toilet te ver klappen, biecht hij ons ook eerlijk op dat hij daardoor zijn complex van armeluiskind wil afreageren. Als hij van zijn chronische verliefdheid geen geheim maakt, kunnen we hem toch niet van lichtzinnigheid verdenken. Zijn eerlijkheid ontwapent ons. Want dit is voor een groot deel auto-bio grafie, zoals dit ook. zij het minder het geval was in De Man die zijn haar kort liet knippen; ook dit boek speelt zich af rond het water van Zeeuwsch-Vlaanderen en merkwaar dig is, dat Daisne in De Neusvleu gel van de Muze daadwerkelijk zijn haar laat millimeteren la Erich von Stroheim. Een vergelijking met Marnix Gij- sen, die andere Vlaamse kosmopoliet die ook verhalen met een sterk auto biografische inslag schrijft, dringt zich op. Gijsen, als een andere Multa- tuli, rekent altijd af met zijn jeugd of met de maatschappij, koel en als het ware met een rekenmachine; zijn mensen zijn ook maar bloedloze schimmen of te cerebrale construc ties. Daisne is geen afrekenaar, hij lioudt van de mensen; hij is ba rokker, maar zijn figuren leven voor onze ogen. Ongetwijfeld is hij ook intellectualistisch, maar bij hein wordt alles geschraagd door een tellurisch realisme of ge neutraliseerd door een romanti sche fantasie. Zijn mensenliefde maakt zijn toon altijd warm, nooit bitter of verbeten. Het moge communistisch Rusland betreffen, of het christendom, dat hij niet belijdt, toch weet hij voldoende waardering op te brengen voor de mens die eerlijk deze levensbe schouwing aankleeft. Hoe warm schrijft hij niet over zijn ziels vriend do Amerikaanse jood Do nald! Dat ze beiden van dezelfde vrouw houden mag zelfs niet hin deren. De stijl Op het gevaar af „des Guten zuviel" te zeggen over het boek, moeten we nog even wijzen op de verdiensten van de stijl. De grootste lof, die men zijn stijl kan toezwaaien lijkt me dat er naar de vorm niets in voor komt dat je hindert, de lange be schouwingen over film daargelaten. Van taal is hij de meest Nederlandse van de Vlaamse schrijvers. Zijn dia loog is echt, en hij zal zich niet ver gissen in een jij en een U. Het moge dan op zichzelf geen letterkundige verdienste zijn woorden als stiekem, om de haverklap, ginnegappen, gnif felen, abactis. ploertendoder enz. in een Vlaams boek te gebruiken, het blijft het vermelden waard. In elk geval bespeelt Daisne zijn Neder lands taalinstrument virtuozer dan welk Zuidnederlands auteur. Deze oud-leerling van prof. Aug. Vermeylen zou zijn leermeester die aan de Vlaamse letteren „more brains" vroeg, met dit boek zeker verblijd hebben, ook al zou deze mis schien bezwaar hebben gemaakt te gen de wijdlopigheid en liet hetero gene van do inhoud. Maar na een cerebrale Gijsen is Daisne een ver kwikkend bad, in het begin van het verhaal in het zilte water van liet Zwin en op het einde in de golven van de Zwarte Zee. De Zwitserse profrenner Emil Edel man had bij zijn laatstgehouden in- dOorwedstrijd in Kopenhagen niet al leen een vliegende startdoch ook een vliegende finish: na het (als éér ste) passeren van de finishlijn schóót hij over de kop. Edelman werd niet gewond, maar hij moest voor zijn ererondje een andere fiets lenen. KERKNIEUWS HERVORMDE KERK. Aangenomen naar Rhoon H. C. van Itterson te Anjum. Benoemd tot directeur van het streekvóorlichtingscentrum Hoek- schewaard met als standplaats Mijnsheerenland D. H. Gijsbers te Leimuiden. Beroepbaarstelling: de heer H. M. Stam. vicaris, hervormde pastorie te Drimmelen, is beroepbaar. GEREF. KERKEN. Beroepen te Wissenkerke M. V. J. de Craene, kand. te Oosterbeek. Aangenomen naar Kootwijkerbroek T. Lopers te Nieuw-Amsterdam. Bedankt voor Couvorden G. Sinia te Spijk (Gron.) CHRIST. GEREF. KERKEN. Beroepen te Den Helder J. P. van de Boomgaard te Thesinge. Bedankt voor Aalsmeer C. Verhage te Hilversum-C. Dankzij het Westduitse „economische wonder*/ komt er in Hamburg elke vijf dagen een miljonair bij. In 1957 had de Hanzestad reeds 263 miljonairs, die teza men 785 miljoen mark bezaten Het aan tal miljonairs is nu gestegen tot meer dan 490. Britse voetbalclubs deden vredesvoorstel De voorzitters van 44 clubs uit de eerste en tweede divisie van het Brit se voetbal hebben zich maandag be raden over de vraag hoe men de dreigende staking van de Engelse profvoetballers kan voorkomen. Zoals bekènd dreigen de professionals op 21 januari a.s. in staking te gaan, indien hun eisen voor betere arbeids voorwaarden niet worden geaccep teerd. Na een ruim twee uur durende vergadering werd een plan bekend gemaakt. waarvan de clubbestuur ders hèbbfeti verklaard, dat dit moet worden beschouwd als hun laatste vredesvoorstel aan de „football- league". De spelers hebben reeds toegestemd om het aanbod met hun clubs te be spreken. De voornaamste punten van het plan zijn het afsluiten van langere contrac ten tot een maximum van twee jaar en een verbetering van de contract- vorm. Vanaf het begin van het vol gende seizoen zullen de lonen niet meer aan een maximum gebonden zijn. De bepalingen ten aanzien van de z.g. benefiet-bonus en extra-beta ling voor talentvolle spelers blijven gehandhaafd. De transferbepalingen zullen ongewijzigd blijven. De mini mum-salariëring Wordt niet veran derd, met uitzondering van de gage voor volledig betaalde voetballers van boven de twintig, die in de eer ste divisie 15 pond sterling gaan ver dienen, in de tweede divisie 14 pond, ln de derde 13 pond en ln de vierde divisie 12 pond. De In Warschau geboren Britse schil der Alfred Aaron Wolmark Is op 83-jarige leeftijd in Londen overleden. HOOG EN LAAG WATER 12 januari uur meter uur meter nap -f~ nap Vlissingen 9.16 1.44 22.05 1.47 Terneuzen 9.42 1.62 22.33 1.65 Hansweert 10.04 1.77 22.57 1.80 Zierikzee 10.19 1.08 23.16 1.16 Wemeldinge 10.46 1.30 23.35 1.38 nap 3.08 1.39 3.29 1.55 3.58 1.69 3.52 1,17 4.00 1.32 uur meter nap 15.53 1.64 16.16 1.80 16.43 1.94 16.30 1.4-2 16.41 1.58 3683. Nadat de drie vakan tiegangers zich wat opge frist hadden, waren de ver moeienissen van de lange reis spoedig vergeten en za ten zij samen met hun gast heer en diens dochter Cathy op het terras. Kolonel Van- derbrink die enkele weken met verlof was, wilde na tuurlijk alles haarfijn we ten over de Jongste gebeur tenissen op de ruimteba6is en vooral die geschiedenis van het z.g. maanboek In teresseerde hem bijzonder. Lange tijd werd er over niets anders dan de Maan en raketbouw gesproken, totdat Cathy ten slotte wanhopig uitriep: „Papa, als jullie nu nog langer blijft doorzagen over die ruimte vaart, begin ik te gillen. We zijn met vakantie en dus denken we niet meer aan ons werk!" De drie mannen stemden lachend ln en begon- Advertentie) KLEUR OP DE WANGEN MET nen plagerig over damesmodes en haarstijlen te babbelen. Maar opeens wees Charley naar de strakke, blauwe lucht en riep opgewonden uit: „Kijk eens! Drie nieuwe ruimtekruisers'. Ze maken zeker een proefvlucht!" Arend, die lui achterover in zijn stoel lag hield even de hand boven de ogen, doch verroerde verder geen vin. „Cathy heeft gelijk. Ik beu met va kantie en dus wil ik niets meer over de vlie gerij horen!" sprak hij loom en sloot nadruk kelijk de ogen. ..Ik kijk niet eens meer!" SARCO GLOBINE het bloedvormend krachttonicum. Uw kind weer levensblij en ge zond omdat Sarco Glo- bine alle stoffen bevat die voor een goede op bouw van het bloed noodzakelijk zijn. Voor kinderon tot 12 Jaar alleen In vloeibara vorm DUTIM N.V. - OEGSTGEEST Er is een verkeerd vervolgstuk ge plaatst van ons feuilleton. Wij plaatsen nu het goede vervolg, dat aansluit op het avontuur van de oude miss Gibbons met de krankzinnige. Edmund Crispin Precies als de vorige morgen werd hij prompt om zeven uur gewekt door mijnheer Boaver en zijn kor nuiten. Én even prompt kwam Jac. queline als een hemels visioen bin nenzweven om hem zijn thee te bren gen. Toen hij beneden was begonnen net de kerkklokken te luiden Voor de kerkdienst van acht uur en dat bracht hem er toe om de kerk met een bezoek te vereren. Hij zag dat slechts een half dozijn anderen de zelfde Ingeving hadden gehad, maar hij was verheugd te zien dat Jac queline zich onder hen bevond. Het koor zong luid en ongeschoold en Fen, die gewend was aan het soepele ritueel van de kerkdiensten in Ox ford, kon er zijn gedachten niet bij houden. Hij bestudeerde de dominee een pafferige man, die W. Scantling Mills heette. „Donkere demonische Mill-", dacht Fen. Hij Hop met Jac queline, die een vredige en zeer de coratieve stilte in acht nam, naar het hotel terug. De man die zichzelf Crawley noemde, zat alleen aan de ontbijttafel met de kruiswoordpuzzel uit de Observer voor zich. Van dichtbij zag hij er niet erg angstaanjagend uit. Hij had een terugwijkende kin, een lange neus en onschuldige blauwe ogen en z'n gehele uiterlijk logenstrafte Fen's vage voorgevoelens over iets misda digs. Plotseling wist hij ook wie hij was: hij was er alleen niet opgeko men omdat hij hem tot dusver niet goed hal gezien. „Bussy," zei Fen. Bussy stak zijn potlood in zijn vest zakje. Het was een gebaar, boorde vol réstlgnatle. „Hallo Fen", zei hij vriendelijk, „Ik was al bang dat ik onze ontmoeting niet meer zou kun nen uitstellen". Hij zweeg even om over die opmerking na te denken en de angel eruit te verwijderen. „Dat wil xeggen", vervolgd© hij, „ik zou 't om zakelijke redenen hebben geprefereerd als wij elkaar niet had den ontmoet. Maar om persoonlijke redenen vind ik het natuurlijk prach tig. Hoe gaat het met je na al die jaren?". „Goed", zei Fen. Hij ging zitten, pak te een lepel, begon in een halve gra pefruit te delven en wierp Bussy een peinzende blik toe. „We hoeven de kennismaking niet. te vernieuwen, als je dat liever niet wilt. Je bent, als ik me goed herinner, in de C.I.D. (Cri- minel Investigation Department Scotland Yard). Bussy knikte. „Inspecteur, met mijn hakken over de sloot". „En je bent met iets bezig". „Ja. Meer of minder officieus. Ik word niet verondersteld hier te zijn. De plaatselijke politie zou het waar schijnlijk helemaal niet leuk vinden als ze wist dat ik er was". Eussy scheen genoegen te scheppen in deze gedachte, hij grinnikte voldaan. „Zo. zo". Fen keek hem lichtelijk verbijsterd aan. „Maar je vermom ming lijkt naar niets. Niemand komt hier vissen". ..Dat héb ik al ontdekt. De naam van dit hotel heeft mij op een dwaalspoor geleld". Fen groef een stukje grapefruit uit dat ulet goed was losgesneden. „En er zijn meer mensen die Vanity Fair gelezen hebben". „Niemand heeft het opgemerkt, be halve jij Mnnr het komt in het korl hieror» neer, Fen. Ik ben de slechtste acteur die er op twee benen rond loopt. Als ik doe alsof ik iemand an ders ben dan ik ben heeft een blinde met één oog me in de gaten. Daarom heb ik me er nooit druk over ge maakt of de mensen al of niet zou den merken dat ik iemand anders was dan degene die ik voorgaf te zijn het was onvermijdelijk dat ze I dat zouden merken". ..Dus elke vermomming....". „Was geschikt voor het doel, inder daad. Ze mogen best weten dat ik niet degene ben die ik voorgeef te zijn, als ze maar niet weten wie ik dan wel ben". Fen at zijn grapefruit op en drukte op de bel. Myra kwam met corpulen te onappetijtelijke wortsjes. De beide mannen zwegen tot ze weer was verdwenen en onderwijl zocht Fen in zijn geheugen naar herinneringen uit zijn studietijd. Bussy had tegelijk met hem college gelopen: had Engels gestudeerd; was eeu groot bewon deraar geweest van Thackeray en was toen, om onnaspeurlijke "rede nen, bij de politie gegaan. En hier zaten ze nu. Het was niet meer dan een toevallige ontmoeting, maar ze waren nooit erg dik met elkaar ge weest. Bussy zei, terwijl hij zijn blik op de deur gevc-tigd hield: „Ik moet je wel om discretie verzoeken. Waar schijnlijk blijf ik hier niet lang, maar Ik zou wél graag incognito wil len blijven". „Ik zal beslist niets zeggen", Fen pakte een stukje toost. „Ik heb het bovendien veel te druk om te klet sen". „Maar je bent natuurlijk wel nieuws gierig". „Natuurlijk. Kun je me vertellen waarom je hier bent?" Bussy haalde een pijp uit zijn zak, schroefde haar uit elkaar en begon êrin te poken met een verfomfaaide vogelveer. Fen herinnerde zich dat hij zich altijd heel lang en heel de voot aan dit ritueel had overgegeven. „Ik zou niet weten waarom niet," zei hij langzaam. „De meeste feiten kun je trouwens uit dé kranten halen. Misschien heb je ze al uit de kran ten gehaald". „Misschien wel", zei Fen. „Maar daar kan ik niet zeker van zijn als jij me niet vertelt waar je het over hebt". „Een moord", zei Bussy. „De moord op mevrouw Lambert". Fen schudde zijn hoofd. „Ik herin ner me niet dat ik daarover iets heb gelezen. Je hebt er niets aan om ntoorden in de kranten te volgen, want ze laten alle details weg. daar om doe ik het nooit". „Maar je hebt toch zelf een paar moordzaken uitgezocht," zei Bussy. „Die moorden in Castrevenford, bij voorbeeld". „Ja die heb ik opgelost." zei Fen, met het gezicht van iemand die be weert dat de aarde rond is. ..Maar die moorden van jou waren allemaal nogal recherché. Ik weet niet, of er wat voor je inzit. Of lie ver gezegd....". Bussy zweeg en Fen begon ongedul dig met het mosterdlepeltje op de rand van zijn bord te kloppen. „De feiten," zei hij met een onheilspel lende blik. „Of is alles al in kannen en kruiken? Opgeloste moorden in teresseren me niet." „Ik zal je er het volgende van vertel len". Bussy sprak nu met meer na druk. „Er is een aspect van het be wijsmateriaal dat volgens mij logi scherwijs tot een bepaalde conclusie leidt". Hij zweeg en Fen probeerde 'n korreltje wijsheid te puren uit deze bijzonder vage formulering. „Maar niemand anders dan ik schijnt het te zien". „O", zei Fen gereserveerd. „Ja, je hebt gelijk dat je sceptisch bent", zei Bussy somber. „Ik heb me zelf al afgevraagd of ik het me niet verbeeldde. Maar als ik zeg dat an deren het niet zien dan bedoel ik na tuurlijk niet. dat ik het ze heb voor gelegd en dat ze het nu nog niet zien". „O juist". „Ik bedoel alleen maar dat het hun niet is opgevallen. En dat verwon dert me want ik vind het zo duidelijk dat ik niet begrijp waarom het hun niet Is opgevallen". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 11