Nee, nog steeds geen nieuws onder de zon.... land 1860 Zeeland 1960 Zeeland 1860 Zeeland Oosterland Om half zeven Dag veerman Even-Vlissingen En nu de gemeenteplaats Waarlijk poëet E Invullen s.v.p. WE ZIJN HET ER allemaal over eens: met het weer was het in 1960 bar en boos. Lekker bruinbakken was er eigenlijk niet bij, maar bovendien was het najaar wel zó nat, dat de landbouw ernstige schade leed. Geen gemakkelijk jaar voor de. boeren tussen al die aardappels, de peeën en het slik. Maar laten we niet klagen, want het kan nog slechter, zoals een honderd jaar ge leden: de zomer van 1860 was bitter koud en in juli kwamen er heel wat hagelbuien voor. Op de zestiende juli viel de hagel zelfs zo fel, dat een groot deel van de oogst er aan ging. Dat is tegenwoordig erg, maar in de vorige eeuw was het een complete ramp. Een ver nielde oogst betekende immers armoede, ar moede en nog eens armoede. De overheidsondersteuuing was in die dagen niet groot. De burgerlijke armbesturen de den er wat aan en ook de diaco nieën bleven niet achter, maar daarmee was de nood niet gele nigd, bijlange na niet. Men moest zijn toevlucht nemen tot een lo terij, zoals men dat tegenwoor dig ook wel doet om er ergens een nieuw wïjkgebouw te krijgen of een jeugdhuis. Maar dan zijn er prijzen, die van de hele loterij een gok maken en het goede doel volkomen naar de achtergrond doen verdwijnen. Ten bate van het wijkgebouw van zeg Wij- kebruggc - kan men voor twee kwartjes eigenaar worden van een auto of een scooter, soms zelfs van een compleet huis plus inrichting om van de televisie toestellen nog maar niet te spre ken. Maar in I860 ging het heel wat kalmer en de notabelen van Biervliet, die een fikse loterij op touw zetten tot leniging van de grote armoede, ontstaan door de enorme hagelsehade, konden als prijzen alleen maar wat „dames handwerken" in uitzicht stellen. Toch kostte een lootje óók twee kwartjes Het ia een merkwaardige be zigheid, wanneer men het jaar 1860 gaat vergelijken met ons eigen 1960. Als we zo op pervlakkig een paar feiten moe ten noteren of een paar plaatsna men willen noemen, die zoals men zegt in 1960 in het nieuws waren, dan is daar zeker Ooster land bij. Oosterland het be staat vandaag voor het laatst als zelfstandige gemeente had in het afgelopen jaar nogal wat moeilijkheden rond het gemeente bestuur, zodat een groot deel van de raad aftrad, terwijl de lijstop- volgers van de afgetreden raads leden niet bereid bleken een zetel in deze vroedschap te bezetten. Honderd jaar geleden was Ooster land ook in het nieuws, maar eer lijk gezegd op een heel wat tries tere manier dan nu, zonder dat we overigens met deze kwalifica tie de situdtie van dit jaar willen goedpraten. Triest, héél triest was namelijk in 18G0 het feit, dat van de zestien overledenen van Ooster land in dat jaar er acht kinderen waren. En van die acht was er niet 'één met melk gevoed! Sprak daar iemand over die goede, oude tijd? Toch was het toen wel heel wat knusser. Wij maken ons druk over dc vraag of Sar tres „Diable et le bon Dieu" in ons land wel opgevoerd kan wor den mei steun van de overheid. En in 1960 hebben wc ernstig het hoofd geschud over vele acteurs in de grote centra, die niets van toneelspreiding willen weten. Als men in de provincie een goed stuk wil zien, dan moet men maar naar Den Haag, Rotterdam of Amsterdam komen, zo hebben zij tot onze diepe droefheid betoogd. Daarover nu behoefde men zich in 1860 niet druk te maken, want in een plaats als Middelburg werd er elke week wel een etuk in dc Schouwburg gespeeld. Wat dacht ge van „Het gebed der schipbreu kelingen'"? Het ging op 21 de cember 1860 en was een drama in vijf taferelen. Of hebt ge liever iets pittigers? Ga dan naar de voorstelling van „Katharina Ho ward of de twee schijndoden". Acht taferelen heeft dit stuk. maar na afloop hoeft men nog niet naar huis, want er volgt nog een blijspel in één bedrijf onder de wat uitvoerige titel „Stijfhoof digheid. koppigheid en eigenzin nigheid". Zo ge mocht besluiten déze voorstelling bij te wonen, kom dan in elk geval op tijd: er wordt om half zeven begonnen! Zeeland zou Zeeland niet zijn als er het afgelopen jaar niets te schrijven zou zijn geweest over de veerdiensten. Er was gelukkig nogal wat te melden: de minister was bereid om de tarieven op de Westerschel- de te verlagen en voorts was het R.T.M.-veer van Anna Jacobapol- der naar Zijpe een tikkeltje in op spraak. Maar ge moet niet den ken, dat het jaar 1860 wél zonder voerprobleem isvergleden. Geen sprake van: een voor dat jaar nogal opvallende zaak was de klacht van de veerman op de pont tussen Retranchement en Sluis. Het Zwin nas namelijk zover dicht geslibd, dat iedereen die tus p sen Sluis en Truzement heen en weer ging vriendelijk „woof" naar de veerman en rustig over schor jf en slik naar de overkant wandel- dc. „Zeg maar dag met je hand— f; je" zeiden ze tegen de veerman en de goede man zat wat men noemt t voor aap met z'n bootje. Hij nam p het overigens niet, gooide bet ho- ger op en diende aclitermekaar een klacht in Tn 1960 hadden we Goes. Wat daarmee bedoeld wordt behoeven we niet te zeggen: iedereen in Zeeland en helaas ook daarbuiten weet wat het betekent, als men op oude jaar ernstig-hoofdschudednd het woord „Goes" uitspreekt. Onlangs hoorden we dat een hooggeplaatst iemand uit Vlissingen doen, maar vreemd: toen we onze ogen sloten en ons verplaatsten naar 1860 klonk uit de nevel van het verleden de stem van een hooggeplaatste figuur uit Goes die vol afgrijzen mompelde: „Vlissingen". Nee, het was niet pluis in Vlissingen in dat jaar. De raadsvergaderingen in decem ber verliepen niet zoals men dat in die stad gewoon was en er de den zich wat vreemde dingen voor. Een controleur van de ge meentelijke belastingen werd ondanks zijn dertig dienstjaren de laan uitgezet en in de raad werd woedend opgemerkt, dat „de gemeentekas jaarlijks op schandelijk© wijz« was benadeeld door het straffeloos ontduiken van de belastingen op voorwerpen van verbruik". Het zat niet best dat jaar met de ambtenaren van de goede stad aan de Schelde, want de marktmeester moest ook al op het matje geroepen worden. Deze figuur had zich niet ontzien in het openbaar te verklaren, dat „leden van de raad de burgerij hebben want een volgende raadsvergade ring kon een raadslid zich niet weerhouden te betogen dat liet onderzoek in deze kwestie „met meer dan gewone nauwkeurigheid had plaats gehad". En hij ge waagde van „ene vooringenomen heid jegens den gemeentebouw meester". Het zou met dit stuk niet goed wezen als er niet het gemid delde aantal gemeenplaat sen in zou voorkomen. Hier komt verkocht en verraden". En er vie len woorden als „baatzucht en kruipend dienstbetoon". Zei iemand in Vlissingen daar iets over gemeentewerken en Goes in 1960? Dat bij zwij- gc, want in 1860 was liet in Vlissingen ook niet- helemaal de volle honderd procent. Bij het na zien van de gemeenterekening over 1859 werden er in de raad bedenkingen naar voren gebracht over sommige artikelen, die de „gesties van de genieentebouw- meester" aangingen. Het was een zaak van twee partijen blijkbaar Een onzer jonge dichters die waarlijk poëet is. er dus een: „De wereld is klein geworden!" In een paar uur is men van Amsterdam in de V.S. of ergens anders op de wereld, men kan dank zij radio en televi sie als gast fungeren bij allerlei vorstelijke bruiloften en partijen en bij diverse relletjes van uiteen lopende aard. En bovendien kan men zich op een tijdschriftje van Amerikaanse origine abonneren, waarin keurig geselecteerd, inge kort en leesbaar gemaakt, aller lei verhalen uit internationale tijdschriften zijn opgenomen. Dat was in 1860 togh^vel wat lastige^ Maar laten toe oppassen. Radio en t.v.t Toegegeven die wa ren er niet. Maar het beroem de tijdschrift was er wel degelijk, zij het niet in een Amerikaanse uitgave, maar afkomstig van een doodgewone Middelburgse druk kerij. Bij de gebroeders Abraham- se kon men zich abonneren op een Album van buitenlandse pen- nevruchten later werd het blad Globe" genoemd waarin het Beste uit de wereldpers werd bij eengebracht. Men kon zich abon neren per maand en na een jaar was men precies op de hoogte van het belangrijkste uit de periodie ke''pers. In 1860! Vandaag de dag worden we nauwkeurig geïnformeerd over onze jonge dichters. Hans Warren zorgt daarvoor in deze kranten verklaart ons allen, waarom wij als argeloze le zer genoodzaakt zijn verzen aan te schaffen van artistieke figuren van wie men tot dusver nooit of zelden heeft gehoord. Helaas heb ben we niet nagegaan welke dich ter de laatste maand als nummer één werd genoteerd, maar wel kunnen we mededelen dat het jaar 1860 afsloot met de zeker heid, dat Nederland weer een jon ge zanger had, die verzen schreef welke voor de toekomst alles be loofden. Die dichter nu was P. A. de Genestet. Onze redactie schreef in december van het jaar 1860, dat het hier ging om één onzer „jonge dichters die waarlijk poëet is". En dat was dan toch maar dat! Laten we nu deze oudejaars- mïjmeringen over 2 jaren '60 besluiten op het economische vlak, want daarover mag men in Zeeland van 1960 wel een beetje trots en hoopvol over zijn. Er is het afgelopen jaar liard gewerkt en vooral in de industrie-kernen kwam er veel tot stand. Maar bo vendien besloot de regering in het afgelopen jaar extra-gelaen te voteren voor het Sloeplau, zodat dit eindelijk van de grond kan komen. De Koninklijke Maat schappij „De Schelde" zal er als eerste industrie zich vestigen en heeft daarvoor belangrijke bedra gen geïnvesteerd. 11/eis men in 1860 hoopvol? Men T Y mag zonder overdrijving stellen, dat er wat de econo mie van Zeeland betrof nog nooit zoveel optimisme was geweest als juist in dat jaar. Want op 18 augustus was in staatsblad 45 de wet afgekondigd, waarbij voor re kening van de staat o.a. een spoorweg zou worden aangelegd van Roosendaal tot Vlissingen. Het provinciaal bestuur wist ook toen het juiste woord te spreken wie zou trouwens anders gedacht hébbenen zei plechtig, dat Zeeland nu enig aandeel zal mo gen ontvangen aan het gemeen schapsmiddel van onze tijd". Om het aantal gemeenplaatsen in dit stuk thans te completeren voegen wij er vroom-knikkend aan toe: ,er is niets nleuios onder de zon". Koning Saloma wist het wel De nolabelen van Biervliet die een fikse loterij op touw zetten. n omdat er niets nieuws onder de zon is: wat zullen we het oudejaar doen? Naar de voorstelling gaan van „De twee schijndo den"? Waar draait die, in Vlissingen of in Goes, in Zie- rikzee, Terneuzen, Middel burg of Sas van Gent? Nee, Ingrid Bergman speelt niet ih de hoofdrol, maar deson danks wel een plezierige film. Of blijven we liever thuis? Om het nieuwste nummer van „De Globe" te bekijken.., Of om de krant nog eens na te kijken naar de nieuwste ontwikkelingen in de zaak- Vlissingen. O nee, zo was het niet. Neven mind, om het eens in goed Nederlands te zeggen: ge vult nu zelf de juiste namen wel in Het provinciaal bestuur zei plechtig dat „Zeeland nu enig aandeel zal mogen ontvan gen aan het gemeenschaps middel-van onze tijd".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 21