Vreemde gedragingen
van spreeuwen en fuut
Klanken uit de ether
De dood op het
verkiezingspad
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
OLIFANT
WITTE KRUIS
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 31 DECEMBER 1960
ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL
Voor vele vogels
onrustige kersttijd
Geen witte Kerstmis dit jaar,
integendeel eer modder en slik.
Donkere luchten, van vocht
druipende struiken, een met on
gewone snelheid vallende
avond, een even ongewoon
vroeg zich verzamelen van en
kele spreeuwengroepjes. Ze
gaan zitten in een appelboom
vlak achter mijn woning, maar
ze gedragen zich zeer onrus
tig.
Telkens vliegt er een, een
groepje en soms de helft uit
de boom naar de bodem, om
wat later weer opnieuw te gaan
zitten. Ze verdwijnen er in wes
telijke richting, maar telkens
zie ik van verder oostelijk een
nieuw groepje toevliegen. Deze
appelboom schijnt dus een
doorgangshuisje, een tijdelijke
rustplaats, vanwaar uit met
kleine sprongen de tocht naar
het westen wordt voortgezet.
Dit tengevolge van de zwaarbe
wolkte hemel? De eerste kerstdag
Is de boom om vier uur geheel ver
laten. maar de tweede kerstdag bij
zichtbaar ondergaande zon vertrekt
de laatst spreeuw om half 5 juist als
de zon geheel is verdwenen. Even
te voren trok een groep van onge
veer 80 spreeuwen rechtstreeks over.
Al voegde zich geen enkele van de
„zitters" onmiddellijk bij deze troep
toch scheen er een zuigende werking
van uit te gaan, het aftrekken van
mijn troepje had successievelijk
plaats maar de totale afvlucht had
plaats gehad binnen twee minuten
na het passeren van de grote groep.
Raadsel
Vrijdag daarvoor verheugden we ons
In een heldere dag. Het Adel mij
op, dat dit verandering bracht in de
vogelstand in onze omgeving. Er
waren opeens meer koperwieken en
er verschenen kramsvogels. Telkens
waren er groepjes vogels in de lucht.
Het heeft er dus veel van weg of de
langdurige regentijd met de daarmee
gepaard gaande zware bedekking
van de hemel de trek van deze laat
ste vogels wat heeft gestagneerd.
Natuurlijk mogen we dat niet al te
stellig verkondigen, maar we kun
nen er op letten of de uitgebleven
groepen koperwieken en kramsvo
gels bij open weer zullen komen
toevliegen. Raadssels zullen er altijd
blijven.
Zo hadden we de zaterdag voor
Kerstmis een vreemde belevenis.
Iemand had een voor hem vreemde
vogel ergens midden op de weg
aangetroffen. Het dier, een of an
dere zwemvogel Icon zeer moeilijk
lopen, deed er niet eens de moeite
voor. De vinder dacht aan mogelij
ke verlamming en nam de vogel
mee naar huis in de hoop hem het
leven te kunnen redden.
Advertentie)
DE €Cht& PIJNSTILLER
Bij reumatiek, jicht of spierpijn
brengt Witte Kruis snel verlichting.
In te nemen naar persoonlijke
voorkeur: tabletten,
poeders
of cachets.
Fuut
Ik stond bepaald verwonderd bij
mijn bezoek aan het opgegeven
adres daar een fuut aan te treffen.
Kennelijk een jonge nog niet uitge-
kieurde vogel, althans nog niet in
winterkleed. Er waren nog donkere
vlekken beneden de oogstreek en
onder de vleugels vertoonde het ve
renkleed nog de strepentekening, die
de jeugdige futen kenmerkt. Van
een verlamming, grote vermoeidheid
of ziekte viel al heel weinig te be
speuren. De ogen stonden bijzonder
fris en de verdedigende pikreacties
waren zonder enige twijfel onge
remd en fel. Dat de vogel slecht uit
de weg kon met z'n poten behoefde
evenmin te verontrusten, voor wat
het gebruik van de bleek-groen-grij-
ze en gelobde zwempoten op vaste
bodem betreft staat zo'n fuut er niet
al te best voor. Deze poten zijn aan
de uiterste punt van het lichaam
aangehecht en geven dus alleen
steun als de vogel het lichaam lood-
door BAREND ZWERFMANS
recht kan oprichten. Het raadsel
rondom deze vondst kwam dus neer
op het zich bevinden van deze jonge
vogel op een verkeersweg. Feitelijk
dus een raadsel rondom een ver-
plaatsingsdrang en wat is dit weer
anders dan een onderdeel van de
trek.
Vreemd gedrag
Deze jonge fuut, die zich vliegend
moet hebben verplaatst, heeft de
weg om de een of andere reden als
rustpunt(?) gekozen. Het zal wel
altijd een raadsel blijven waarom.
Het is moeilijk aan te nemen, dat
de vogel niet even te voren of in
een slootje langs de weg of in de
berm had kunnen neerstrijken.
Waarom juist midden op de weg?
Om zeker te zijn, dat het hier
geen verplaatsing over land be
trof heb ik alles nagelezen, wat
ik over de fuut kon vinden. In de
uitvoerigste beschrijvingen vin
den we sterke nadruk gelegd op
het feit, dat futen veel meer dan
andere zwemvogels aan het wa
ter zijn gebonden. Heel him le
ven (behalve dan soms tijdens
de trek) wordt op of in het wa
ter doorgebracht.
Vocdsclzoeken, baltsen, nestelen,
jongen opkweken, alles geschiedt fn
het water. In de drijvende of half
drijvende nesten liggen de eieren
vaak in het water, de jongen, die
zich vaak op de rug van de ouders
Onwillekeurig denken we hier terug
aan het vreemd gedrag van de kie
viten in het droge jaar 1959, toen o
vele van deze vogels op de wegen op of onder de vleugels laten
gingen zitten en aan het verkeer JJL!J J
ten offer vielen. Men heeft toen wel
gedacht aan het kiezen van een
„gunstig" voederterrein, zo vlak
naast de weg in de bermen, maar
op de wegen was dit gunstig ter
rein zeker niet te vinden.
dragen, worden zelfs bij het duiken
onder water meegenomen. En juist
in het water vormen de poten geen
beletsel om de loodrechte lichaams
stand in te nemen, die ze zo vaak
blijken nodig te hebben voor hun
balts-ceremoniën. Op het land zou
den deze vogels als het ware op de
buik moeten voortkruipen.
Futentrek
Verder is er inderdaad futentrek.
Deze verloopt ten eerste zuidelijk,
maar ook westelijk in de richting
van de kust. Waarbij het weer won
derlijk is, dat deze vogels,'die zich
in de zomer uitgesproken zoetwater
liefhebbers tonen in de winter juist
veel uitwijken naar het kustgebied.
Men kon er in de winter dan ook
zeker van zijn wel ergens op de
Oosterschelde of in de Zandkreek fu
ten aan te treffen.
Bijna altijd eenzaam en misschien
langer onder water dan er boven.
Altijd spannend vanaf de veerboot
op de Zandkreek zo'n vogel te ont
dekken, zeer kort daarna onder te
zien duiken om na lange tijd op de
grote afstand van die plaats weer
te voorschijn te komen. Heel vaak
lukte het niet eens dat opduiken weer
te constateren, ongetwijfeld had hij
zijn koers zo gewijzigd, dat we aan
de andere kant van de boot hadden
moeten zoeken. We betrapten er de
vogel echter soms ook op, dat hij
onmiddellijk na het opduiken weer
verdween. Men behoeft dat ogen
blikje maar enkele keren achtereen
te missen om de vogel geheel uit het
oog te verliezen.
Interessant
De fuut is dus een bijzonder interes
sante vogel. Het zou weinig moeite
kosten enkele extra kolommen te
vullen met details over de versprei
ding, de lichaamsbouw, de parings-
en broedgewoonten, de vreemde nest-
bouw, enz. Maar veel over lopen over
het land zou in deze extra kolom
men niet voorkomen.
We meenden dus te moeten con
stateren, dat de jonge fuut prak
tisch niets mankeerde dan mis
schien het nodige voedsel.
Maar ook daarvan waren we niet
eens zeker. Dc trektijd is een
heel bijzondere tijd, waarin di
verse dieren grote afstanden
moeten afleggen, waarbij niet
steeds gelegenheid is voedsel op
te nemen.
In zulke gevallen is er dan ook
voor gezorgd, dat het vogellichaam
een zekere tijd geen voedsel behoeft.
We zijn het er dan ook spoedig over
ZONDAG 1 JANUARI.
IIILVERSUM I. 403 ra. 746 kc/S. 0.30—
2.00 AVRO. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30
IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30
VARA. 20.00—24.00 AVRO.
AVRO: 0.30 Toespr. 0.32—2.00 Gram.
VARA: 8.00 Nws. 8.18 Gelukwensen van
zeevarenden en gram. 9.20 Gram. 9.45
Geestelijk leven, lezing. VPRO: 10.00 V.
d. jeugd. IKOR: 10.30 Ned. lierv. kerkd.
11.30 Vragenbeantw. VPRO: 11.45 Ber. uit
de kerken. AVRO: 12.00 Lichte muz. Als
intermezzo: sportepiegel. 13.00 Nws. 13.07
De toestand In de wereld, praatje. 13.17
Meded. of gratn. 13.20 Vera, progr. v. d.
sold. 14.00 Boekbespr. 14.20 Kamerkoor.
14.35 Toneelbeschouwing. 14.50 Viool en
piano. 15.15 Radiophilharm. orlc. en solist.
16.10 Dansmuz. 16.40 Sportrevue. VPRO:
17.00 Nieuwjaarstoespr. 17.15 Kamerkoor
en orgel. VARA: 17.30 Amus. muz. 17.50
Nws. en sportjourn. 18.30 Nieuwjaars
wensen. 13.40 Cabaret. 19.10 Verandert de
tijdverandert de mensklankb.
AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Lichte muz. 20.35
Het is nog geen pom-pom-pompom!,
hoorsp. 21.20 Eine nacht in Venedig, ope
rette (gr.). 22.00 Gram. 22.30 Nws. 22.45
Act. 23.00 Zang en plano. 23.15 Sportuitsl.
23.20 New York calling. 23.25 Met de
Franse slag. 23.5524.00 Nws.
HILVERSUM n. 298 m. 1007 kc/s. 0.30—
2.00 NCRV. 8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00
IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 0.30 Dit weet ik, toespr. 0.40—
2.00 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Geestelijke lie
deren. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Orgel-
conc. KRO: 9.30 Nws. 9.45 Gram. 9.55
Hoogmis. 11.30 Gram. 11.90 Harprecital.
12.15 Gram. 12.30 Lichte muz. 12.55 De
kerk z*jt gij, lezing. 13.00 Nws. 13.05 De
hand aan de ploeg, lezing. 13.10 De
Wadders. hoorsp. 13.30 Strijkork. 13.50
Gram. 14.00 V. d. kind. 14.30 Nieuwjaars
bal. 16.00 Gram. 16.25 Voetbaluitsl. 16.30
Vespers. IKOR: 17.00 V. d. jeugd. 17.15
Gemeentezang door de jeugd. 17.45 Men
sen. lezing. 18.00 Het geladen schip, le
zingen. 18.30 Nieuwjaarsreceptie. NCRV:
19.00 Nws. uit de kerken. 19.05 Samen
zang. 19.30 Weg en werk der kerkher
vormers, lezing. KRO: 19.45 Nws. 20.00
Cabaret. 20.30 Promenade-ork. en sol.
21.20 Leeuw met verlof, hoorsp. 22.25
Boekbespr. 22.30 Nws. 22.40 Avondgebed.
22.55 Radiophilharm. ork. 23.35 Fluit en
piano. 23.55—24,00 Nws.
zijn
eens geworden de jonge fuut
vrijheid te hergeven op een j.
waar hij zich althans een zekere
tijd in z'n element kon voelen, er
gens in een plas met wat riet om
zich in te verschuilen.
Verder trekken zal hij wellicht des
ondanks, deze drang is niet te ke
ren, maar vermoedelijk zal hij zich
dan beter weten te redden dan nu
het geval was. Wie weet is hij te
gen het jaareinde wei gearriveerd
in z'n zilte winter-visgebied. Dan
zal hij, misschien in de Zandkreek,
z'n reeds goed ontwikkeld kuifje
trots opheffen na een lange duik
en zwemtocht onder water, even
nieuwsgierig opkijken naar de nieu
we dam, die hij nog nooit gezien
heeft (zoals zijn ouders), maar on
middellijk weer onderduiken, omdat
een vers visje voor hem van meer
belang is dan tien van die moderne
afdammingen.
Laten we dus maar hopen, dat 1961
voor hem goed zal Inzetten hetgeen
wij graag ook aan al onze lezers
toewensen.
1674. Met grote snelheid en
zonder het overvloedige la-
waal dat de orthodoxe ma
chines plegen te maken,
gleed het nieuwste vlieg-
wonder door de lucht, ge
hoorzamend aan de gering
ste stuurbeweging van pi
loot Storm. Rustig achter
over geleund in zijn zetel
keek hij Sandra lachend
aan. Hij schudde het hoofd
en sprak: „Is 't eigenlijk
geen mirakel Het gaat
allemaal zo soepel en een
voudig! Een kind kan de"
was doen. Dat zal me een
ommekeer teweeg brengen
in het personenvervoer over onze aarde. Ik
moet niet denken aan de lelijke gezichten die
de lui in de olie-business zullen trekken. Het
laatste woord is natuurlijk nog niet gespro
ken en In Wall Street vallen de zwaarste
klappen. Och, met de toepassing van atoom
kracht en zonnewarmte, plus de talloze andere
uitvindingen, had tóch weldra hun laatste uur
geslagen!" Beneden hen lag het laboratorium
van professor Dubois en enkele ogenblikken
later zette Arend de kleine machine aan de
grond. „Wat zeggen jullie ervan, hè!" riep
hun reisvriend al in de deuropening. „Ik heb
't gevonden!"
T ELEYISIEPRO GRAMMA'S.
RKK: 11.00 H. mis te Rome. NTS: Euro
visie: 12.05 Nieuwjaarsconc. te Wenen,
plm. 13.30 pauze. 13.40 Gez. progr. v.
AVRO. KRO, VARA en VPRO: Int. ski-
springwedstr. Garmisch-Partenkirchen.
NTS: 19.00 Herh. jaarovera. v. h. journ.
VARA: 20.00 Act. 20.10 Muzikaal progr.
20.55 PoL lezing. 21.05 Politiefilm. 21.30
Interview. Gez. progr. v. AVRO. KRO,
VARA en VPRO: 22.00 Sport in beeld.
VLAAMS-BELG. T.V.-PKOGR,
11.00—12.00 Hoogmis, te Rome (Eurovi
sie). 12.0513.30 Nieuwjaarsconc. te We
nen (Eurovisie). 14.30 Eurovisie: Ski
springen te Garmisch. 15.30 Folkloristisch
progr. 16.00 Filmrep. 16.30 Sport-jaar-
overz. 1960. 17.1517.40 V. d. kleuters.
18.30 V. d. jeugd. 19.45 Avonturenfilm.
20.00 Nws. 20.30 Quiz-progr. 21.00 Gevar.
progr. 22.00 Feuill. 22.25 Nws.
FRANS BELG. T.V.-PROGR.
11.00 Eurovisie: Hoogmis te Rome. 12.05
Eurovisie: Nieuwjaarsconcert te Wenen.
13.40 Eurovisie: Skispringen te Gar
misch. 15.30 Filmprogr. 16.20—17.15 Jaar
overa. 19.30 Film. 20.00 Nws. 20.30 Gevar.
progr. 21.30 T.V.-spel. 23.15 Nws.
MAANDAG 2 JANUARI.
HILVERSUM I. 402 m. 746 kc/s. 7.00—
24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Gym. v. d.
oudere luisteraars. 9.10 De groenteman.
9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 11.00 Filharm. ork. 11.45
Voordr. 12.00 Zangrecital. 12.30 Land- en
tuinb.meded. 12.33 Voor ons platteland,
lezing. 12.43 Orgelspel. 13.00 Nws. 13.15
Meded. en gram. 13.25 Beursber. 13.30
Lichte muz. 14.00 Gram. 14.30 Gram.
14.50 Voordr. 15.05 Gram. 16.45 V. d.
jeugd. 17.05 V. d. padvinders. 17.20 V. d.
jeugd. 17.50 Militair comm. 18.00 Nws.
18.15 Polit. lezing. 18.25 Promenade-ork.
en sopr. 19.00 Pianorecital. 19.25 Muzik.
lezing. 19.45 V. d. jeugd. 20.00 Nws. 20.05
Gevar. progr. 22.30 Nws.. beursber. v.
New York cn meded. 22.45 Journ. 23.00
Gram. 23.55—24.00 Nws.
HILVERSUM II 298 m. 1007 kc/s. 7.00—
24.00 NCRV.
NCR V: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Gram
7.30 Een woord voor de dag. 7.40 Gew.
muz. 8.00 Nws. 8,15 Radiokrant. 8.35 Gr.
9.00 V. d. zieken. 9.35 Gram 9.40 V. d.
vrouw. 10.10 Gram. 10.15 Theologische
etherleergang. 11.00 Fluit en piano. 11.30
Vijf tegen één, wedstr. 12.05 Gram. 12.25
Voor boer en tuinder, 12.30 Land- en
tuinb. meded. 12.33 Lichte muz. 12.53
Gram. of act. 13.00 Nws. 13.15 Lichte muz.
13.45 Gram. 14,30 Gevar. progr. 15.30
Gram. 16.00 Bijbeloverdenking. 16.30
Strijkkwart. 17.00 V. d. kleuters. 17.15 V.
d. jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber.
17.45 Regeringsuitz.: Toespraken door
Z.E. mr. dr. R. H. Pos. gevolmachtigd
minister van Suriname cn Z.E. W. F. H.
Lampe, gevolmachtigd minister van de
Nederlandse Antillen. 18.00 Orgelspel.
13.30 Gram. 19.00 Nws. en weerber. 19.10
Op de man af, praatje. 19.15 Gram 19.30
Radiokrant. 19,50 Omr. ork. (Om plm.
20.1520.35 Wereld in wording en nood,
lezingl. 22.00 Pari. overa. 22.15 Gram.
22.30 Nws. 22.40 Avondoverdenking. 22.55
Boekbespr. 23.05 Muzikale lezing. 23.40
Het Evangelie in Esperanto. 23.55—24.00
Nws.
TELEVISIEPROGRAMMA'S.
NTS: 20.00 Journ. en weerovera. VPRO:
20.20 Filmdocumentaire. 20.30 Medische
rubriek 21.00 Oude films. 21.25 Cabaret-
progr.
VLAAMS-BELG. T.V. PROGR.
19.00 Documentair progr. 19.15 T.V.-film.
19.45 Act. 20.00 Nws. 20,25 Speelfilm
22.00 Litterair progr. 22.30 Nws.
FRANS BELG. T.V.-PROGR.
19,30 Sport. 20.00 Nws. 20.30 La Traviata,
opera. 22.00' Documentair progr. 22.45
Nws.
(Advertentie)
BINNENVERINGBED
fjoodwill
SCHUIMRU33ERBED
Edmund Crispin
De man had Fen kennelijk nog niet
gezien. Hij wankelde naar het hek,
legde daar met een zucht van ver
lichting zijn onzichtbare last op de
grond, trok zijn jasje uit, haalde het
stuk krant met het touwtje uit zijn
zak, draaide het jasje met de goede
kant naar buiten en begon het zuch
tend en steunend van inspanning aan
te trekken.
Toen kwam hij blijkbaar plotseling
tot de offtdekking dat hij niet alleen
was. Hij keek op en zag Fen.
Hij kwam langzaam overeind en
zuchtte zeer diep en zeer misnoegd.
„A-aaaaaaaah", zei hij.
Zij bleven elkaar een moment roer
loos staan aankijken. Toen zei de
man: „Ik ben niet gek".
Deze opmerking ontroerde Fen. Hij
zei vriendelijk: „Natuurlijk bent U
niet gek".
De man werd boos. „Ik ben echt niet
gek", zei hij.
„Ik geloof U onvoorwaardelijk", zei
Fen. „U hoeft niet te denken dat ik
maar wat zeg om U niet kwaad te
maken".
„Ja, weet U", zei de man zenuwach
tig, „er is een krankzinnige ontsnapt
en ik was bang dat U als vreemde
ling zou denken dat
„Nee, nee," zei Fen, „ik begreep di
rect wat U aan het doen was. Maar
ik geloof dat slechts weinig schrij
vers van detectiveromans hun taak
zo ernstig opvatten".
De man werd plotseling kalm en be
gon zijn voorhoofd af te vegen met
een rode zakdoek. Hij pakte het jas
je op en trok het aan.
„De Intriges van mijn detectivero
man zijn natuurlijk uit de aard der
zaak onwaarschijnlijk", zei hij, een
beetje schoolmeesterachtig, „maar ik
zorg er voor dat ze niet onmogelijk
zijn".
Zijn woorden waren even droog en
uitgestreken als hijzelf. „Ik probeer
alles voor ik het in een boek ver
werk, behalve de moord zelf natuur
lijk, en U zoudt verbaasd zijn als U
wist, hoeveel fouten en onoverkome
lijke obstakels daarbij aan het licht
komen".
Fen legde zijn ellebogen op het hek
en leunde er overheen.
„En tot op zekere hoogte stelt deze
werkwijze U natuurlijk ook in staat
om U in de psyche van de moorde
naar te verplaatsen", zei hij.
De man keek alsof hij iets vies
proefde. „Nee", zei hij, „nee, dat
niet". Het onderwerp scheen hem
pijnlijk te zijn, Fen kreeg het gevoel
dat hij een indiscretie had begaan.
„Het is zo", vervolgde de man, „dat
ik niet de minste belangstelling heb
voor de psyche van moordenaars en
voor die van andere mensen trou
wens ook niet. Over het algemeen
wordt in romans veel te veel aan
dacht besteed aan karakteranalyses.
Ik kan niet inzien waarom dat met
alle geweld moet, als je er geen zin
in hebt. De vorm wordt er zo door
beperkt".
Fen zei, met weinig overtuiging, dat
dit inderdaad het geval was, vooral
in detectiveromans. „Ik heb er heel
wat gelezen", zei hij, „en ik moet
die van U ook kennen. Mag ik U vra
gen hoe U heet?"
„Judd", antwoordde de man, „mijn
naam is Judd. Maar ik schrijf"
hij aarzelde even „ik schrijf onder
het pseudoniem „Annette de la
Tour".
„O ja", zei Fen. Annette de la Tours'
boeken waren ingewikkeld, luguber
en verrukkelijk melodramatisch. En
hun auteur offerde zeer zeker niet
aan de Baal van de karakter-analy
se. Hij zei: „Ik heb uw boeken met
bijzonder veel genoegen gelezen,
mijnheer Judd".
„Inderdaad?" zei mijnheer Judd gre
tig. „Inderdaad? Ik schrijf nu al
twintig jaar en niemand heeft ooit
zoiets tegen me gezegd. U weet niet
hoe dankbaar ik U ben". Zijn ogen
schitterden van onschuldige vreugde.
„En het mooiste is nog dat ik dat
compliment kennelijk krijg van een
intelligente man".
Na deze schaamteloze poging om
vast te stellen met wie hij te doen
had, zweeg hij afwachtend.
Fen begreou dat hij nu moest zeggen
wie hij was en zei het. Mijnheer Judd
klapte in zijn handen van blijde op
winding.
„Maar dat is schitterend!" riep hij.
Natuurlijk heb ik al uw affaires ge
volgd. We moeten eens een lang ge
sprek met elkaar hebben, een heel
lang gesprek. Logeert U hier?"
„Ja".
„Tot na de verkiezingen. Ik ben kan
didaat voor het parlement".
Mijnheer Judd was helemaal in de
war.
„Kandidaat?" zei hij verschrikt.
„Voor het parlement?"
„Het Is mijn innigste wens om de
gemeenschap te dienen", zei Fen.
Mijnheel' Judd toonde zich óf goed-
gelovlger óf beleefder dan Diana was
geweest.
„Zeer prijzenswaardig", mompelde
hij. „Om de waarheid te zeggen, ik
was bijna vergeten dat we tussen
tijdse verkiezingen haddenWel
ke partij vertegenwoordigt U?"
„Ik ben onafhankelijk".
„Dan krijgt U mijn stem", zei mijn
heer Judd, aldus een primitieve po
ging van Fen om zieltjes te winnen
op het. nippertje voorkomend.
„En als ik vijftig stemmen had", zo
voegde hij er poëtisch aan toe, „dan
zou U ze allemaal krijgen. Welk
boek van mij vindt U het beste?"
Fen zocht in zijn geheugen, niet naar
het boek dat hijzelf het beste vond,
maar naar het boek dat mijnheer
Judd zelf waarschijnlijk het beste
zou vinden. „Het schreeuwende Ske
let", zei hij tenslotte.
„Prachtig!" zei mijnheer Judd en
Fen was blij dat zijn diagnose klaar
blijkelijk juist was geweest. „Ik ben
zo blij dat U dat zegt, want de kri-
tici hebben het afgekraakt en ik heb
het altijd mijn beste werk gevonden.
De critici kraken al mijn boeken af
omdat er geen psychologie in zit,
maar „Het schreeuwende Skelet"
had het bijzonder hard te verduren...
U bent zeer intelligent, professor
Fen. bijzonder intelligent mag ik wel
zeggen". Hij straalde van genegen
heid. „Maar laten we onze tijd niet
verdoen met geklets over die onzin
van mij", besloot hij schijnheilig.
,Wat zijn uw plannen?"
„Ik denk" zei Fen, op zijn horloge
kijken, „dat het langzamerhand tijd
voor me wordt om weer eens terug
te gaan naar het dorp".
Mijnheer Judds gezicht betrok. „Wat
jammer dat ik net de andere kant op
moet, anders hadden we samen kun
nen gaan en nog wat kunnen babbe
len over mijn boeken. Maar U moet
gauw eens bij me komen eten, ik
woon hier maar een paar honderd
meter vandaan. Kunt U vanmiddag
niet komen lunchen?"
Fen begon: „Ik ben bang dat ik het
de eerstvolgende dagen heel erg druk
zal hebben", maar mijnheer Judds
teleurstelling was zó evident dat hij
er ondanks zichzelf aan toevoegde
„Maar ik denk dat het me toch wel
zal lukken om eens bij U aan te ko
men".
„Ik hoop dat U er uw best voor doet"
zei mijnheer Judd diep-ernstig.
„Mijn telefoonnummer is Sandfort
13 cn U kunt me op elk uur van de
dag opbellen. Waar logeert U?"
„In hotel De Vis", zei Fen.
Deze woorden veroorzaakten vreemd
genoeg een opmerkelijke verandering
in mijnheer Judd. Een nieuw licht
verscheen in zijn ogen een licht
dat bij Fen associaties opwerkte aan
de louche activiteiten van saters in
oude wouden. Met diepe eerbied in
zijn stem zei hij: „Hotel De Vis...
Hebt U dat mooie meisje ook ge
zien?"
(Wordt vervolgd)