PAGIIm omen H: M „üi'iir tan badzout en gehakt... XVtfMweu Autorijden ZATERDAG 24 DECEMBER I960 PROVINCIALE ZEEUWSE C OU RAN '1 11 i<{\ s Iz CluMtop'itfuoivs op wv3 Izers WAArscliijnlijfe VAU /ustorisc/te qrov\ duceerd, waarvan ongeveer de helft in geconserveerde toestand de kwekerij verlaat. En tenslotte beschikt de kwekerij over een koelafdeling, waarin het produkt eventueel een dag of veertien kan worden goedgehouden. In gewelven van Fort Rammekens vindt groei van spoor tot paddestoel' plaats (Van onze redactrice) Wie tijdens de kerstdagen „bui tenshuis" eet, zal op de spijs kaart van 't restaurant waar hij 'n kerstmaaltijd wil savoure ren, zeker 'n gerecht kunnen aan treffen, waarin champignons zijn verwerkt. Wie de beslotenheid van een huiselijke kersttafel ver kiest, zal misschien ook op die huiselijke dis een champïgnonge- recht aantreffen, al is die kans niet zo heel groot. Want de cham pignon, dat kleine smakelijke „paddestoeltje", lijdt in Neder land nog altijd onder de conse quenties van het gezegde „onbe kend maakt onbemind" en is daardoor stiefkind in de Neder landse keuken. Temeer, omdat de meeste huisvrouwen geen goede recepten voor de bereiding ken nen, waardoor een culinaire ken nismaking met de champignon vaak op een teleurstelling uit loopt. Wie de champignon wèl heeft le ven waarderen, weet meestal niet dat die champignons zeer waar schijnlijk afkomstig zijn van wat men noemt „historische bodem". Eén van de Nederlandse cham pignonkwekerijen is namelijk ge vestigd in het fort Rammékens, in de verlaten zuidoosthoek van Walcheren. In de ruim vier eeu wen oude gewelven van deze enorme verweerde steenklomp oefent champignonkweker J. Var- kevisser zijn vreedzaam bedrijf uit: een bedrijf dat zeven dagen van de week de aandacht vraagt en dat men gerust onder het hoofd „precisiewerk" mag rang schikken! Want zo eenvoudig gaat dat niet met die kleine witte paddestoel- tjes. Het is bepaald geen kwestie van enkel maar „zaaien en oog sten". maar er komt zelfs labora toriumwerk aan te pas (in het zeer prille stadium) en wanneer de champignon eenmaal voor spoedig „opgroeit", is en blijft hij nog een zorgenkind dat alleen gedijt bij de gratie van een juiste voedingsbodem, een goede tempe ratuur en een voorzichtige behan deling. D' Zijn historie de historie „van spoor tot paddestoel" begint in Zwitserse laboratoria. Daar ligt dan de eerste fase van het precisiewerk, want een tot bloei gekomen champignon produceert de niet te verwaarlozen hoeveel heid van drie miljoen sporen per minuut en dat gaat een hele dag door, totdat de champignon is uit gebloeid. )ie microscopisch fijne sporen worden in het laboratorium uitgezet op steriele graan korrels, die de eerste voedings bodem van de toekomstige cham pignon vormen. En zo wordt de culture-in-wording naar Neder land verzonden, om daar onder meer te belanden in het Zeeuwse bedrijf van de heer Varkevisser. Meen niet, dat van nu af aan de verdere kWeek van een leien dak je loopt! Het „preciesiewerk" gaat in de gewelven van Ramme kens nog een beetje door. Vooral omdat, zoals de champignonkwe ker toelicht, de tweede voedings bodem voor 'de champignon aan hoge eisen moet voldoen. Anders zou de spoor de voedingskorrel opmaken en vervolgens doodgaan. Er komt bij dit verdere proces bijvoorbeeld een wekelijkse hoe veelheid van vier ton ruwe mest aan te pas: een mengsel van kip- pe- en paardemest, vermengd met bepaalde chemicaliën en zorgvulidg gesteriliseerd. En gaat met die „tweede voedingsbodem" alles naar wens, dan gaal de zwamachtige woekering waartoe de korrel inmiddels is uitgegroeid een deur verder en komt, na zijn „voorloopperiode" in speciale stoomkamers, terecht in de kweekcellen waarvan Ramme kens er negen bezit. Onder een drie centimeter dikke laag voe- dingsaarde, een onmisbare dek laag voor de verdere groei, ont wikkelt de culture zich nu verder en na een dag of veertien ziet de kweker de witte knopjes van de eerste „vlucht" champignons ver schijnen. Eenmaal per zeven of acht dagen leveren de kweekkis- ten zo'n vlucht op, en is de cultu re uitgeput, dan worden cellen en materiaal zeer zorgvuldig ont smet en in gereedheid gebracht voor een volgende „generatie". Inmiddels wordt er dan geplukt en dat plukken van de volgroeide champignons gaat zeven dagen per week door. Het wordt voor namelijk door meisjes (en oolc. Het plukken is een voorzichtig werkje, dat bovendien een zekere routine vereist. Rechts een verzameling kweek-kisten, waarin het smakelijke „paddestoeljé" groeit; op de voorgrond bekijkt de kweker het blanke ongerepte produkt, dat nu mis schien al in een Nederlandse keuken op verwerking ligt te wachten. VVVVWVVVV\NAA/VVVVVVV\iV>A*I\VVVVVVVV\^^ wel door jongens) gedaan, omdat de wat grovere hand van de vol wassene het tere produkt gemak kelijk zou kunnen beschadigen. En bij dit alles dient de kweker dan te zorgen voor een constante temperatuur in de kweekcellen: zestien graden Celsius rekent men als normale kweektempera- tuur. De verwarmingsinstallatie is dus ook een belangrijk onder deel van het bedrijf. Dat is dan het kweekproces- in-vogelvlucht, want er vallen nog veel meer technische bij zonderheden over te vertellen. Maar die zouden de doorsnee huisvrouw alleen maar doen dui zelen! Voor haar is het interes santer te weten wat de heer Var kevisser vertelt over de champig non met het „open hoedje". Die openstaande champignon is na melijk veel karakteristieker van smaak dan de gesloten champig non, al ziet die er op het eerste gezicht appetijtelijker uit. In En geland wordt zelfs tweederde van de champignons „open" en een derde „gesloten" verkocht. De champignonkweker sluit zich dus volkomen aan bij de mening van de fijnproevers, voor wie de open exemplaren „je van het" op champignongebied betekenen. „Een schimmelplant vol vraagte kens": zo karakteriseert de heer Varkevisser het produkt van zijn kwekerij en daarmee wordt wel voldoende gezegd over de weten schappelijke problemen rondom de champignon, die door voedings deskundigen wordt gelijkgesteld niet vlees, wat het eiwitgehalte betreft. Het is een kweekproces waarmee men ervaring moet krij gen en dat in Nederland onder meer intensief bestudeerd wordt in het laboratorium van het proefstation te Horst. Dank zij dc resultaten van onvermoeid ex perimenteren, zowel door de kwe kers als door de wetenschaps mensen, is tegenwoordig bij toe passing van de jniste kweek- methoden en (le .juiste materialen mislukking vrijwel uitgesloten. Voor de oorlog, toen men nog niet zo ver was. mislukte één op de vijf cultures; een jaar of twaalf geleden was de verhouding nog ongeveer één op vijftien. In Ame rika is men met de onderzoek methoden al zo ver, dat de grote kwekerijen hun eigen laboratoria hebben. De champignonkwekerij is een bedrijf, dat het hele jaar doorgaat zonder invloed van de seizoenen, al is de temperatuur 's zomers wat gemakkelijker te regelen dan tijdens de rest van het jaar. Van een „extra produlctie" is dus in ^,-deze dagen rondom Kerstmis, nu de vraag uiteraard groter is dan anders, geen sprake; die grotere vraag wordt opgevangen door zo weinig mogelijk champignons in te blikken het fort Ramme kens heeft een eigen conserveer- afdeling en zo veel mogelijk vers aan de markt te brengen. Men levert rechtstreeks: aan ho tels, aan grossiers en aan de groentedetailhandel. Een ton grondstpffen levert de kweker honderdVijftig kilo champignons op: in totaal wordt een vier a vijfhonderd kilo per week gepro- En natuurlijk komt men. in een gesprek met een vak man. op zeker ogenblik te spreken over de culinaire moge lijkheden van de champignon. Waarbij ook deze kweker als be zwaar aanvoert, (lat de Neder landse huisvrouw niet zozeer on bekend is met het produkt, dan wel met goede recepten voor champignongerechten. „De cham pignon vraagt iets zuur en iets zout", is zijn mening. Iets zuur: in de vorm van een tikkeltje ci troensap. Vooral niet teveel krui den om de smaak „op te halen", een paar druppels citroensap doen veel meer voor het gerecht. De meest smakelijke manier om champignons te eten? Gebakken, op al dan niet geroosterd brood; óf in een gemengde ragout, van kalfspoelet met champignons. Waarbij die champignons hoog stens drie minuten mogen mee smoren, anders worden ze over- gaar en verliezen hun fijne smaak en consistentie. ~Z)/w ozcu/v Q loi ozcmv Bij aandachtige lezing van het kerstverhaal is er een gewaar wording die allengs alle ande re ongemerkt overheerst: die van 'n pure en bewonderenswaardige kalm- te. Dit valt temeer op, omdat het gebeuren zelf zo vol dramatische verwikkelingen verloopt en de ach- i tergrond van een zo onrustige be wogenheid is dat de kleine hoofdfi guren er bijkans in verloren gaan. En evenwel wijken dreiging en ach tervolging, dwangmaatregelen en bot geweld, de woelige bedrijvigheid van een wereldomvattend imperium, de rancuneuze onrust van een bezet land. en de ongastvrije drukte van een volgestroomde provinciestad be dremmeld terug voor de zilveren stil te der woestijn in het maanlicht, en de moedige kalmte van een jonge vrouwenband die zich beschuttend om een slapend kinderhoofd legt. Zo ziet men in Praag de teenager mode. tijdens een modeshow in deze stad werd dit avondjurkje getoond dat speciaal voor „tieners" werd ontworpen. Het is van pastelkleurige organza en heeft een wijde geplis- seerde rok. x Vxoiuwhlijlze kalmte TUSSIPECT hoestsiroop veilig voor kinderen. (Advertentie I TUSSIPECT hoestsiroop werkt slijmoplossend. Keert het „stokpaardje" terug Of het in Nederland ook te krijgen is, weten wij niet, maar in Engelse warenhuizen is een zeer oud stukje kinderspeelgoed weer opgedoken: het „stokpaardje". Het heeft, blijkens de afbeelding in een advertentie, een natuurgetrouw paardenhoofd van rubber, dat geplaatst is op een ste vige houten stok, voorzien van een wïelte en twee handvaten, en is uit gevoerd in vrolijke kleuren. Een mo derne (maar onvervalste) uitgave dus van een heel ouderwets stuk speelgoed, dat zich blijkbaar heeft feten te handhaven in deze eeuw, waarin ook het kinderspeelgoed niet heeft kunnen ontkomen aan de in vloed van ruimtevaart en andere he dendaagse aangelegenheden.... Politici zijn in Engeland „best geklede mannen H Het Britse Verbond van Kle- dinggrossiers heeft een lijst s gepubliceerd van beroepsgroe- pen waaruit de best geklede jji mannen voortkomen. Boven- aan deze lijst staan de politici van het Britse rijk. Zij worden gevolgd door de bankem- M ployés, terwijl op de derde s plaats de Engelse toneelspe- Iers staan. Achtereenvolgens M komen dan de advokaten, boekhouders, artsen, hoteliers, H journalisten, aannemers, be- sê (Irijfsmanagers, architecten en M boeren. H Opmerkelijk is wel, dat op de ff lijst- geen kleermakers voorko- men en dat ook de vertegen- li woordigers van de kledinghan- del ontbreken. De groep der arbeiders komt er evenmin op voor. maar ten aanzien van hen wordt wei opgemerkt, dat de gemiddelde arbeider zich p keurig opknapt, nadat hij is p thuisgekomen van zijn werk. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Advertentie y TUSSIPECT hoestsiroop verdrijft die ..keelkrïebel". in vigel AM Hoezeer Kerstmis in Engeland een ge- zins feest is dat met enthousiasme en overgave in huiselijke gezelligheid wordt ge vierd, blijkt vooral uit de decembernummers van de Engelse dames bladen. Ze brengen re- cepeten voor het. bak ken van velerlei, soor ten taart, welke bak sels zonder uitzonde ring gegarneerd moe ten worden met kaar sen en zelfs met hele kerstmannen. Ze geven suggesties voor surpri ses voor de jeugd, die zoals de Nederland se kindertjes op vijf december rekent óp geschenken in de kerstweek. De sugges tie bijvoorbeeld om van goud- of zilver draad een kous te breien en die vol te stoppen met kleine ge schenken en snoepjees. Vo'or kleuters kan m en- een lolli po p-boompje ■maken: dat blijkt een kerstboomtalc te zijn die, wit geverfd, in 'n bloempot met aarde wordt gestoken en vol gehangen met verpak te zuurtjes. De s) Kers voort sfeer Kerstmis zit l in de geuren","zo meent een medewerkster van een der bladen. „De geur van sparren in een winkel vol kerstbo men; van pudding en gehakt en van cake in de oven. De geur van pakpapier en lijm bij het inpakken van de- cadeautjes, van open haardvuur en gepofte kastanjes, van kerst geschenken als fijne zeep en geurig bad zoutKerstmis in Engel-and biedt dus kennelijk wel een an der stemmingsbeeld dan het Nederlandse kerstfeest- De Engelsen staan be kend om hun adoratie van huis- en andere dieren, en daarom kijkt men niet ver baasd op wanneer men in zo'n Engels dames blad ook een „recept" aantreft voor 'een ex tra-lekkere vogelmaal tijd. Cakekruimels, be schuit, vogelzaad en ■meel zijn de ingrediën ten en voor de aardig heid kan er voor die vogeltjes nog een tak je hulst in worden ge stoken. et moet geen vreugdevol bezit >or haar geweest zijn, dit •eemde kind dat zij met haar eenvoudige moederlijkheid nimmer j geheel heeft begrepen. Voor de ge- I boorte al heeft zij er achterklap en I verdachtmaking zwijgend voor ver- j dragen, met alleen de vanzelfspre- j kende trouw van een rechtschapen j man als schild tussen haar en de I boosaardige wereld, j Een lange en uitputtende tocht gaat aan de geboorte vooraf. Met de gelaten kalmte van ooster se trouw heeft zij de gevolgen van hun traag vorderen op de lange weg. aanvaard, en een grot voor lief ge nomen om haar eerstgeborene ter wereld te brengen. Zij wikkelt het kind in windsels en legt het te slapen in de verlaten voederbak, ruw in de steen uitgehakt aleer zij eindelijk haar moede hoofd op het stroleger mag neerleggen. aar zelfs haar eerste nacht rust blijft niet ongestoord. De haastige herders, die met mannelijke onnadenkendheid niet tot de morgen kunnen wachten, om de bevestiging van hun vreemd nachte lijk avontuur met eigen ogen te aanschouwen, overvallen haar met de eerste publieke nieuwsgierigheid die sindsdien het Kind niet meer met rust zal laten. Het gezelschap Ma giërs, dat toegang verzoekt wanneer zij alweer lang van haar kraambed opgestaan, verrast haar dan niet meer, maar doet haar enkel dieper peinzen over de raadselachtige te genstrijdigheden van haar leven. Slechts eenmaal tevoren is de vol heid van die gedachten teveel ge worden voor haar aangeboren be scheiden zwijgzaamheid. Over haar ongeletterd bestaan van eenvoudige volksvrouw werd onver hoeds de geest vaardig van haar koninklijke voorvader, die als her dersjongen liederen dichtte die door alle geslachten zouden gezongen worden. Haar lofzang is de bevrij dende uitroep van een begaafd, mear gesloten gemoed dat geen enkele vertrouweling kent dan de eigen ver wonderde gedachten. Het is de su blieme alleenspraak van een die zich zelf gevrijwaard weet van alle klei ne ijdelheid en eigenbaat. Dan verzinkt zij weer in haar vo rige kalme zwijgen. Zij aanvaardt 't goud. de wierook en de myrrhe even vanzelfsprekend als de "overhaaste nachtelijke vlucht, de gevaarlijke tocht door de dreigende eenzaam heid van de woestijn. Zij zal geen rust meer kennen zolang deze oud ste zoon, die nu nog door haar arm beschut wordt, in leven is. Hij zal haar altijd weer angst aanjagen door de schaduw, ,die achter Hem aansluipt, en die Hem eindelijk op dc volle middag in een dodelijke duisternis aan haar brandende ogen zal onttrekken. Maar zij beklaagt zich nimmer, zij schikt zich kalm in het onvermijde lijke. Zijn behoud is de allereerste drijfveer van haar handelingen. Om hem verdraagt zij de ballingschap in Egypte, om Zijn veiligheid keert zij na jaren in het afgelegen Naza reth terug, dat zij misschien heime lijk gehoopt had "nimmer terug te zien. Vt^getis ^5uifs professor: De Duitse professor dr. Walter Linden heeft twee jaar lang het verschijnsel „de vrouw achter het stuur" bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat vrouwen over het algemeen tè voorzichtig rijden en daardoor het verkeer hinderen. Doel van de studie van professor Linden, die leider is van het verkeers- instituut van de Keulse universiteit en bovendien president van de Verkeers- wacht, was na te gaan in welke mate de vrouw aan het gemotoriseerde verkeer deelneemt. Bij dit onderzoek geldt het aantal aan vrouwen (uit gereikte rijbewijzen niet als maatstaf, evenmin als het feit dat volgens de statistieken bij auto-ongevallen veel minder vrouwelijke autobestuurders zijn betrokken dan mannen, een feit waaruit men al te snel concludeert, dat vrouwen dus veel beter zouden Tijden dan mannen. Volgens statistische schattingen is het weekend vermoeide, automobilist tien tot vijftien procent van alle gel- zijn vrouw tijdens de rit naar huis dige Westduitse rijbewijzen in handen laat sturen. van vrouwen, maar sléchts drie pro- Ook bij mooi weer rijden vrouwen cent. zo ontdekte professor Linden, meer dan anders: zij besturen dan maakt gebruik van haar rijbewijs, en zeven tol negentien procent van dc dan dikwijls nog met flinke tussen- wagens. Bij slecht weer en invallende pozen. Tijdens de weekends ziet men duisternis vermindert bet aantal vooral op de grote autowegen veel vrouwelijke automobilisten en vrouwen achter het stuur, en met 's nachts ritten zij maar zelden achter name op de zondagmiddagen; een het stuur. omstandigheid die men toeschrijft Bij de enquête is ook de aandacht laan hel feit dat de, aan het eind van besteed aan hel „verkeersgedrag" 3ouden ie voorychixq van de vrouw achter het stuur. Dit was de conclusie: „Vrouwen rijden over het algemeen veel voorzichti ger dan mannen; ze zijn vlug geneigd een bepaalde verkeers situatie onoverzichtelijk te vinden en dan te remmen. Deze voorzich tigheid wordt dikwijls overdreven en is voor een groot deel het ge volg van een bepaalde onzekerheid tegenover het verkeersgebeuren". Van de vrouwelijke automobilisten op de grote autowegen rijdt ruim zesenveertig procent langzamer dan tachtig kilometer per uur; nog geen vier procent rijdt meer dan honderd per uur. Of dit voorzichtige rijden de verkeers veiligheid benadeelt? Professor Lin den heeft deze vraag niet beantwoord, maar dat hebben Amerikaanse en quêteurs al gedaan: in Amerika ligt het ongelukkenpercentage van de autorijdende vrouwen achttien pro cent hoger dan dat van de mannelijke automobilisten. Lastertongen hebben een taai le ven: ook tegenover haar Zoon blijkt de stemming later niet overmatig gunstig gezind. In de smalende kritiek dat Hij rich geen pretenties moet aanmeten, die toch maar de Zoon uit een eenvoudig handwerkersgezin is, klinkt duidelijk de echo door van de spottende twij fel waarmee men haar verklaring voor haar buitenechtelijke zwanger schap heeft aangehoord. Zij moet zich in de provincie wel slécht thuis hebben gevoeld, dat zij elk jaar op de reis naar Jeruzalem man en Zoon vergezelde. Maar zelfs op die reis laat de angst haar niet met rust en komt zij bij liet terugvinden van het vermiste Kind voor het eerst tot een uitroep waarin haar kalmte haar een ogenblik schijnt te begeven. Maar het gaat voorbij: terugwijkend naar de achtergrond weet zij haar koninklijke overwicht te bewaren, tot het ogenblik waarop zij, voor het laatst oog in oog staande met de Zoon die haar eindelijk van haar gekwelde waakzaamheid ontheft, een vreemde jonge hand op haar arm voelt. De laatste bitterheid blijft haar bespaard. Zij ziet Hem niet sterven. Genoeg heeft zij geleden, en tot het uiterste haar onverschrokken plicht gedaan. Zij verdwijnt met even serene waardigheid uit het ver haal als zij er, jong en verwonderd, voor het eerst is binnengetreden. Al leen, zwijgend, in de hoede van een vreemde, zonder man. zonder gezin, zonder eigen huis. Maar geen klacht is van haar bewaard gebleven, niet een enkel bitter woord: het rijn lou ter haar kalme, bezonken herinne ringen, die het kerstverhaal hebben gedikteerd. Saskia.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 7