VIER KERSTHERINNERINGEN
Douanier J. Romeijnsen
7
Kerstfeest tijdens duikboot -
wereldreis
Herinnering uit sombere eel
Kerstfeest onder één dak
met prinses Wilhelmina
en ,,De smokkelploeg van zeven'
„H
el voorval waarover ik nu
nog altijd plezier heb,
dateert uit de kerstnacht van
1938", zo begon de hoofdassis
tent sectiechef bij de Douane in
Oost Zeeuwsch-Vlaanderen, de
heer J. Romeijnsen (60) te Axel.
„Ik zat toen als dienstgeleïder in
de stationsdienst te Vaikens-
waard, belast met het in- en uit
klaren van goederen in de trei
nen. De prijs van de Nederland
se margarine die voor 1/3 uit
natuurboter bestond bedroeg
toen één gulden per kg, terwijl
de Belgische boter werd verkocht
voor 4 b 4Vz frank [24 tot 27
ct.J. Het gevolg was dat er in
tensief werd gesmokkeld maar
toen in noordelijke richting!
SPOREN
In de vroege morgen vóór kerst
feest reed ik per fiets langs
een grensboerderij en zag daar
sporen van voetgangers in de
sneeuw. Kennelijk van een niet al
te grote groep smokkelaars. Nu
kende ik een ploegje van zeven
jonge mannen die regelmatig met
die laatste trein meegingen om
boter op te halen. Niemand van
kunnen betrappen.
Op de avond voor kerstfeest zat
„de ploeg van zeven" weer in de
trein en ze haddeji de grootste lol.
Dienst geleider Romeijnsen maak
te een praatje met het stel ere zei
voor de aardigheid: ..jullie hebt
tot nu toe toch wel een flinke do
sis geluk gehad maar ik zou jul
lie nog graag eens pakken voor
het jaar uit is". „Dan mag je toch
wél opschieten".zei de leider van
het groepje, „maar je zou het
vannacht eens kunnen proberen.
Romeijnsennam de halve uitda
ging prompt aan en zei „akkoord,
ik kom vannacht en wel alléén".
Even nadat de torenklok van
Valkenswaard twaalf uur had
geslagen en de eerste kerst
dag was begonnen, zag ik een
gedaante naderen. Ik kroop nog
iets dieper iu de sneeuw maar
zag héél duidelijk dat de man
enkele pakken bij zich droeg.
Even bleef hij staan, keek tus
sen de boerderij en het schuur
tje, waartussen ik me verborgen
had en liep toen door.....
Tussen de derde en vierde man
schoot ik naar voren. Er was
opeens een grote consternatie en
heel de ploeg ging aan de haal
met achterlating van de voorraad
boter. Eén der" mannen zag nog
knns terug te vluchten in de rich
ting België. Tien minuten later
ploegde dienstgeleïder Romeijn
sen door de besneeuwde Brabant
se hei met een fiets en 24 zware
pakken Belgische margarine.
„Toch was ik niet helemaal con
tent, omdat de zevende man me
ontsnapt was", zo ging de heer
Romeijnsen verder. ..En na het
afleveren van de boter, ging ik
weer terug. Nauwelijks twintig
minuten zat ik in de sneeuw toen
ik opnieuw iemand zag naderen.
Juist toen hij een prikkeldraad
versperring wilde nemen, vloog
ik op hem af. Het was de zeven
de man. Als een wervelwind
vloog hij de duistere kerstnacht
in, met achterlating van zijn pak
ken boter en nog wat sigaretten
papier.
„Wat er daarna gebeurde was
eigenlijk kostelijk om mee te ma
ken". aldus de huidige hoofd
assistent en hij moet er nog om
lachen als hij er over verteld.
„Want toen ik bezig was het laat
ste vrachtje op te laden, kwamen
van alle kanten de zeven wegge
vluchte smokkelaars te voorschijn
om te kijken wie hen die poets
had gebakken.
Vlakbij gekomen riep er één:
„verrek, dat is Romeijnsen!"'
.Aanvankelijk was de groep stom
verbaasd, om niet te zeggen een
tikkeltje beledigd, dat één man
hun ploeg van zeven niet min
der dan 1G8 kilo margarine had
afgenomen. Maar gelijk daarop
kwam met Ti lach en 'n scherts
de brabantse gemoedelijkheid
weer naar boven. Kommiezen en
smokkelaars wilden hun werk
nog wol eens zien als een soort
sport, waarbij vandaag de ene en
morgen de andere partij won of
verloor.
SCHOUDERKLOPJES
nn yperend voor de toenma-
f lige verhoudingen was wel
dat daar in die kerstnacht
zeven smokkelaars schou
derklopjes stonden uit te
delen aan een kommies, die
uit hoofde van zijn beroep,
hen een flinke partij boter
afhandig had gemaakt. „Ze
hebben me dikwijls ge
vraagd, hoe ik wist dat ze
juist op die plaats de grens
zouden oversteken. Maar dat
van die sneeuwsporen heb ik
ze nooit verteld. Ook niet
toen ik in een zaak een bier
tje bestelde en één van die
smokkëlaars tegen de ober
zei: „geen bier, dat is arme-
luiskost. Geef die man een
dubbele cognac voor mij."
v
G-
i Ï-C
i
xi
g
Vv.-ï tfCt. y
j-l- tJééL i
A'a- czfsst t
Plechtig moment"
Fragment uit het dagboek
van de 84-jarige mevrouw
W. C. Coumou-den Outer
uit Zierikzee, waarin zij
het op „Het Loo" bij prin
ses Wilhelmina in 1953
gevierde kerstfeest be
schrijft.
OP eersle kerstdag belt kolo
nel C. ter Poorten „zijn"
mannen van het lichtschip en de
loodsboten op. Vanuit de gezel
ligheid in de huiskamer aan de
Vlissingse wal brengt hij dan een
groet en de beste wensen over
naar de op de dagen als deze
bijzonder eenzame, maór toch
steeds bezette posten. Het is
niet een „kil" telefoontje van de
commandant aan zijn onderge
schikten. Beslist niet. Daarvoor
heeft hij zelf te vaak „met het
bijltje gehakt".
Wanneer hij de hoorn oppakt is
dat een handeling, die onmiddel
lijk herinneringen wakker roept
aan een andere kerstavond: 24
december 1984. Ergens op de At
lantische Oceaan kwam er toen
plotseling ook een verbinding tot
stand. Met een driewerf „hoera"
meldde radio Scheveningen zich
na enkele dagen doodse stilte op
de radio weer aan navigatie-offi-
cier Ter Poorten, toen aan boord
van de onderzeeboot K-18.
Ongeëscorteerd maakte dit mari
nevaartuig een spectaculaire we
reldreis van maar eventjes 23.000
mijl. Een trip, die ongeveer acht
maanden duurde. Kerstmis op zee
dus, ver van huis, met een boom
pje van koperdraad, wat groen
papier, bij uitzondering een glaas
je warme wijn en „drie-m-de-
pan".
iet was een plechtig mo-
h-j ment", zegt de heer Ter
Poorten nu. De motoren
loerden voor een half uurtje ge
temperd, het ergste lawaai ver
stomde: op de K-18 werd kerst
feest gevierd... Toch was het ook
op een feestelijke dag als deze
in de beslommeringen van een ra
dio-officier niet alles „vrede op
aarde'. Als een domper op de
kerstvreugde kwam juist aan de
vooravond, van kerst het bericht
door van de ramp met „De Uiver",
hel K.LM.-toestel dat op zijn eer
ste reis naar Oost-Indië veronge
lukte.
Trouwens, .1934 was niet 't enige
jaar, dat do heer Ter Poorten
kerst heeft gevierd in het buiten
land of op zee. Vooral in de oor
logsjaren heeft hij de dagen dat
velen in de huiselijke kriug bij
eenzaten, doorgebracht op de
meest vreemdsoortige plaatsen.
In Batavia, in New York meer
dan eens buitengaats en een keer
in een Engels hospitaal in Colom
bo.
„Dat was me een evenement*'.
Nog precies kan de heer Ter Poor-
ten zich voor de geest halen, hoe
eigenaardig daar alles toeging.
In die tijd het was 1942
hield de lieer Ter Poorten ook
een dagboek bij. En daarin
staat dus ook de merkwaardigste
kerstherinnering van de man, die
nu in Vlissingcn het oppertoezicht
over het Nederlandse loodswezen
in de Scheldemonden heeft.
„Ik lag er met geelzucht o ja,
en die kerstdag verdween juist
Dr Noleboom
-rr ERSTMIS 1940. In een klei-
Jlv ne, kale, donkere en stin
kende cel van de sombere ge
vangenis van het Duitse stadje
Kassei zitten negen mannen bij
een. Het is hun eerste kerstfeest
in gevangenschap. De dag is als
iedere andere. Een grauwende
bewaker brengt het kersfontbijt,
dat geen enkel verschil vertoont
met het ontbijt van de voorgaan
de dagen. Maar tochToch
is de dag niet als iedere andere.
Het is kerstmorgen en iets van
de blijde gebeurtenis van bijna
2000 jaar geleden straalt door
in het vunzig hol, waar de man
nen zijn afgezonderd van hun
vrouwen, kinderen en verdere fa
milie. Eén van hen heeft een bij
bel in de hand en hij leest. Hij
leest uit Lucas II, het eenvoudige,
maar toch zo indringende ver
haal van de geboorte van Jezus.
„Zo'n kerstviering Vergeet je
nooit. Ik zou dit wel mijn meest
treffende kerstherinnering «H-
s
1 V
Op het Loo
mijn ziekte". Voor de rest levert
het geheugen van de heer Ter
Poorten urenlang lawaai en een
woedend ontwaken.
Het was daar in die Engeree me
dische marinelcringen begonnen
met het zingen van carols. Daar
voor zorgden de verpleegsters en
verplegers van het hospitaal. De
kamers van de patiënten werden
versierd, er werden pakketten uit
gepakt, maar voor het overige
veranderde de kerststemming al
gauw in een wild feest.
Nu is er voor de heer Ter
Poorten ieder jaar kerstfeest
in Vlissingen! En het tele
foontje naar het personeel
op zijn post. Een telefoontje
met inhoud en herinnering-....
OOR DE 84-jarige mevrouw
V W. C. Coumou-den Oufer
uit Zierikzee is het geen moeilij"
ke zaak, haar mooiste kerstfeest
in gedachten te nemen. Zij hoeft
haar uit 1953 daterend dagboek
maar op te slaan en de passage
door te nemen, waarin zij het
kerstfeest van de bejaarde
Schouwse evacués beschrijft, die
na de ramp op hef paleis „Het
Loo" een gastvrij onderkomen
hadden gevonden bij prinses
Wilhelmina.
Als zij daarover in haar kamer in
het rusthuis „Ons Huis" vertelt,
ligt voort haar op tafel het kerst
geschenk, dat zij toen van prinses
Wilhelmina kreeg: een lederen
naaigarniuur met daarin nog on
aangeroerd de klosjes garen, ver
schillend van kleur.
Maar haar verhaal is geen mijme
ring. Enthousiast, vol superlatie
ven is haar schildering van dit
voor haar en vele andere nog in
leven zijnde Schouwse bejaarden,
mooiste' kerstfeest. „Kun je be
grijpen, een feest op een paleis...
HELE EER
De prinses had gevraagd of de
evacués met haar het kerst
feest wilden vieren. ,J2n ja,
dat was vanzelf voor ons een hele
eer", begint mevrouw Coumou
dan haar dagboekverslag. „Alles
werd in gereedheid gebracht, een
grote zaal naast de onze werd he
lemaal opgepoetst en klaarge
maakt en een zangkoor van het
personeel, dat voor de eerste maal
zong was er bij. De prinses zei:
Als het nu maar goed gaat, want
7 is voor de eerste lceer en 'l ging
best, begeleid door het orgel.
Wij allen, 37 mensen, werden ont
vangen door de prinses, onze zaaL
waar we zaten was in één woord
schitterend, alleen kaarsen in zil
veren kandelaars en mooie damas
ten kleden op de tafeltjes met
kerstversieringen. We kregen thee
met chocolaatjes enz., wat ge
praat met de prinses, 't kerst
evangelie gelezen en zelf bad ze
hardop.
W> hadden een heel gezelschap
en 't was schitterend. Öok
een kerstboom was er met
elektrische lampjes en overal in
het rond en op tafeltjes kerststuk
jes." Een relaas, ontroerend dooi
de simpele weergave van dit voor
deze Schouwse bejaarden zo on
vergetelijke kerstfeest. Het ac
cent valt wat op de luister van de
paleiszaal, maar als mevrouw
Coumou er nu.' na zeven jaar,
over verelt, komen er toch an
dere details naar voren.
Hoe de Schouwse mensen na af
loop tegen elkaar zeiden: „Wie
had dat ooit kunnen denken. Nu
wonen we niet alleen met de prin
ses onder één dak. we vieren ook
het kerstfeest met haar..."
Het nog altijd nieuwe naai-
etui bewaart zij als een koste;
baar relikwie, een tastbare
herinnering aan dit „mooiste
kerstfeest", dat voor me
vrouw Coumou kwam op een
toen al vrij hoge leeftijd.
In dat feit. vindt zij, zit ei
genlijk een boodschap. Het
mooiste kerstfeest kan altijd
nog komen. Soms komt het
plotseling, zoals hier, kort
na de ramp.
len noemen." Dit zei ons waarne
mend burgemeester dr. J. W. No
teboom van Goes, een lange man
van 67 jaar, wiens strenge ge
laatstrekken vaak even oplichten
door een snelle glimlach.
Met negenen zaten de gevangenen
in een kleine donkere cel. waar
ongedierte welig tierde. ,,Het ver
trekje was nauwelijks een kwart
van mijn huidige burgemeesters
kamer." zei hii glimlachend. ..Het
stonk in de cel en het was er ont
stellend vuil. Alleen 's morgens en
's avonds brandde er gedurende
korte tijd licht. Voor de rest was
het somber en donker rondom
ons."
LUCAS II
Maar dc blijde boodschap van
kerstfeest drong toch door
tot de negen in de cel. Ge
durende de korte periode, dat het
licht, brandde las burgemeester
Ndteboom, de kerstevangelie uit
Lucas ii.
Bij élke kerstviering grijpt het
lezen van dit hoofdstuk dr. Note-
boom sterk aan. „Ieder jaar weer
word ik er tot tranen toe- door be
wogen. Het is toch zo'n eenvoudig,
maar indrukwekkend kerst
evangelie," vertélde hij. „Zet het
maar gerust in de krant. Ieder
een diént het kerstevangelie, be
schreven in Lucas II, te lezen"
voegde hij. er aan toe.
Dc wijze waarop dr. Noteboom in
gevangenschap verzeild raakte en
zo zijn ..meest treffende kerst-
herinnering" opdeed is een ver
haal apart. Toen na de bezetting
van Nederland de in Indonesië
woonachtige Nederlanders dc
daar verblijvende Duitsers inter
neerden. gingen de Duitsers in ons
land over tot het gijzelen van pas
uit West-Indië teruggekeerde Ne
derlanders. Op het Nederlandse
volk maakten deze arrestaties
echter weinig indruk, hetgeen
voor de bezetters reden was een
aantal vooraanstaande Nederlan
ders. die als anti-Duits bekend
stonden, te gijzelen.
Onder lien «aren mannen als dr.
W. Drees, H. W. Tilanus en pro-
ossor Gerritsen. Ook dr. Note-
boom, toentertijd directeur van de
Abraham Kuyperstichting behoor
de tot de gijzelaars.
Zo kon het gebeuren, dat
div Noteboom in gezel
schap van nog acht andere
Nederlanders naar Duitsland
werd gevoerd en daar kerst
feest anno 1940 in een kleine
kale, donkere en stinkende
cel doorbracht. „Zo'n erva
ring vergeet je nooit!"