Keppler gaf houdbare
theorie over
Ster van Bethlehem
De sterren dwingen mens zijn nietigheid te erkennen
qrote rol der sterren
ASTRONOMIE: POORT NAAR DE NEDERIGHEID
(Van een onzer redacteuren)
De medewerkers van Professor Oort, de
Nederlandse sterrenkundige van we
reldfaam, die zich vooral heeft gespe
cialiseerd op de studie van de Melk
weg, hebben zich nog niet zo lang geleden
ernstig ongerust gemaakt. Een groep onder
zoekers van de Leidse Sterrenwacht was
aan het werk op het filiaalinstituut in Zuid-
Af rika.
Op een late avond miste men professor Oort.
Hij was weg en hij bleef weg. Na heel lang
zoeken werd hij gevonden, niet eens zo ver
weg van het observatorium. Hij lag languit
op zijn rug in het gras en keek naar de
hemel, naar zijn Melkweg, die hij daar op
het Zuidelijk Halfrond in een heldere sub
tropische nacht schitterender en vollediger
zag dan ooit in Nederland.
De geleerde had een verklaring
Door het overzicht, dat ik
hier heb, zie ik meer van de
samenhang. Maar do geleerde
kon zich ook nog verbazen en on
der de indruk komen. Ook... of
juist? Waarschijnlijk het laatste
de geleerde, die wéét, kan zich
permitteren zijn verbazing niet te
verbergen. En evenmin de diepe
indruk, die de sterrenhemel, on
danks alle studie en weten, maar
vooral niét welen; op hem maakt.
OP DE STERREN
D' ie geïmponeerdheid heeft hij
gemeen met de leek. Een
vriend kwam eens bij ons.
Hij was in Noord-Af rika geweest,
kort genoeg tevoren om nog boor
devol flitsen en indrukken te zit
ten. Hij vertélde:
,.Ilc heb pas daarvoor het eerst
in mijn leven misschien, gevoeld,
hoe oneindig de wereld is. 17e was
er met vrienden in een jeep de
woèstijn ingetrokken. We hadden
nomaden in de steppe bezocht.
Eindeloos golfde dit vlakke land
zonder één boom. Onze jeep hob
belde over dat onmogelijkewas-
bovdachUge spoor, dat ze daar
de „piste" noemen. Hier en daar
in een onvoorstelbare eenzaam
heid, zag je de schamele tenten
van de nomaden. De horizon gaf
geen enkel aanknopingspunt. Het
was niet meer dan een verre, gol
vende lijn. Toch hadden de enkele,
eenzame groepjes mannen en
vrouwen met hun ezeltjes een
doel: ze gingen ergens heen, ze
wisten precies waarheen.
Ik vroeg mijn begeleiders, hoe
deze mensen zich oriënteren. Hij
zei: Ze reizen meestal 's nachts,
do sterren wijzen hun de weg.
Tegen de avond, toen we terugre
den naar de bewoonde wereld gaf
do jeep het op. Het werd snel
donker. Toen hel» ik die sterren
gezien. Sterren, zoals ik ze nooit
eerder zag. Het werd ijzig koud
in de woestijn. Het was zo donker,
zo volkomen stil, dat je je eigen
hart hoorde kloppen. Het leek,
alsof je overgebracht was naar
een vooruitgeschoven post in het
heelal. Er was geen aarde meer,
alleen maar sterren, sterren, flon
kerend in die droge, koude lucht.
Ieder gevoel van tijd ging verlo
ren. Iedere seconde was een stuk
van de eeuwigheid. Ik geloof niet,
dat ik dat stukje nacht ooit zal
kunnen vergeten. Een paar dagen
later was het Kerstmis. Ilc her
innerde mij, hoe de Wijzen uit het
Oosten de ster van Bethlehem
hadden gezien. Ik begreep toen,
hoe belangrijk voor de woestijn
volken de sterrenhemel is, toen en
nu. Wij, moderne mensen, stads
bewoners, zouden vermoedelijk,
als er ooit weer een Messias op
aarde kwam, zijn ster niet op
merken".
BETHLEHEM
De sterrenhemel, de mysterieu
ze oneindigheid van het heel
al, heeft de mens vanouds-
geboeid. De leek heeft er meer
van willen weten. Soms werd hij
geleerde. Of in vroeger tijden
sterrenwichelaar. Er was een
tijd, nog niet zo lang geleden, dat
astronoom en astroloog hetzelfde
was. De sterrenwichelaar nioest
eerst kennis vergaren over de he
mel om daarna uit de stand dei-
planeten ten opzichte van de ster
renbeelden voorspellingen te kun
nen doen. Ook omstreeks het be
gin van onze jaartelling is zo'n
voorspelling gedaan. De grootste
misschien van alle tijden, inelk
geval voor de christelijke wereld.
In hoofdstuk 2 van het Evangelie
van Mattheüs staat het zó:
Toen nu Jezus geboren was te
Bethlehem in Judéa, in de dagen
j§ c inds onheuglijke tijden hebben de sterren een grote rol
O roi gespeeld in 't leven van de mens. Ongeveer 1965 1
g jaar geleden is, in de kerstnacht, 'n ster tot de mens geko- 1
j§ men en heeft hem 'n boodschap gebracht. Die ster is niet g
1 vergeten elk jaar weer wordt de Christelijke wereld er g
1 aan herinnerd. De wereld heeft intussen geëvolueerd. De g
g wetenschap heeft enorme vorderingen gemaakt en kan
1 ons duizelingwekkende feiten en cijfers voortoveren. Zij g
1 heeft ons zelf zover gebracht, dat de mens meent thans j
1 aan de. vooravond te staan van een reis naar de sterren g
g de planeten althans. In één opzicht is er echter niets g
1 veranderd: de sterren houden ons voor, thans evenzeer g
g als in het verleden, hoe klein wij zijn, hoe heel weinig wij g
jg weten, hoe zeker het is, dat wij bepaalde dingen nooit zul-
1 len weten. Dat in te zien betekent voor leek en geleerde 1
g hetzelfde: het hoofd buigen voor de natuur en het erken- g
1 nen van de eigen nietigheid. g
illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHillllllllllllllllllllll^lllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllliilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllW
a wtm' sUP "flïlpL
van koning I-Ierodes, zie, wijzen
uit het Oosten kwamen te Jeru
zalem en vroegen: Waar is de Ko
ning der joden, die geboren is
Want wij hebben zijn ster in het
Oosten gezien en wij zijn geko
men om Hem hulde te bewijzen.
De sterren hebben de Wijzen uit
het Oosten we mogen nu wel
aannemen, dat liet magiërs, ster
renwichelaars zijn geweest de
komst van Jezus verteld. Door de
eeuwen hèen hebben geleerden
zich beziggehouden met do Ster
van Bethlehem. Is die Ster een
„Vallende ster" geweest? Het
lijkt niet waarschijnlijk, immers
een meteoriet is een zo veel voor
komend verschijnsel en moet de
woestijnbewoner, vertrouwd als
hij was met de sterren, zo bekend
zijn geweest, dat hij er niet de
komst van de lang- verbeide Ko
ning der Joden uit concludeerde.
Was het een komeet? Een weten
schappelijk medewerker van de
Leidse Sterrenwacht, die zich met
deze materie heeft beziggehouden,
vertelde ons, dat ook deze theo
rie, waarin met name vaak de
Komeet van Halley is genoemd,
weinig waarschijnlijk is. Al was
het slechts, omdat de Komeet van
Halley altijd onheilsbode, nooit
een hellsbode is geweest.
WAARSCHIJNLIJK
T"\ e meest waarschijnlijke
theorie is door Keppler
voor het eerst geopperd. In
1604 zag hij aan de hemel
een zeer opvallende, heldere
nieuwe ster op een plaats,
waar tevoren nooit zulk een
heldere ster gezien was. En
tegelijkertijd was er een an
der verschijnsel waar-te ne
men, namelijk de planeten
Jupiter en Saturnus en la
ter ook nog Mars die zeer
dicht bij elkaar stonden. Hij
wist, dat 7 jaar v. Chr. een
soortgelijke samenkomst van
planeten had plaatsgevonden
ook de moderne astrono
men bevestigen dit op grond
van de hun beschikbare ge
gevens en dat dit wellicht
„dè" ster was geweest.
liet was een samengaan van Ju
piter en Saturnus in de maand
mei van het jaar 7 v. Chr. De wij
zen of „magiërs" concludeerden
uit deze samenstand, dat ergens
een koningszoon geboren moest
worden en toen in oktober nog
maals een soortgelijk verschijnsel
werd gezien, maakten zij zich op,
de reis naar Palestina te onderne
men.
De afstand van Babylon naar Pa
lestina was 900 kilometer, zij
konden deze in anderhalve maand
afleggen en kwamen dus in de
cember in Jeruzalem aan. Of
schoon niet precies bekend is, in
welk jaar Christus geboren Ayerd,
weet men wel zeker, dat er in het
begin van onze jaartelling fouten
zijn gemaakt en dat Christus in
elk geval op zijn minst vier jaar,
wellicht ook méér, voor het begin
van de christelijke jaartelling ge
boren werd. En ook dat maakt de
suggestie van Keppler aantrekke
lijk, al zullen we dan het woord
ster moeten vervangen door ge
sternte. Uit een derde samenstand
van de planeten moeten zij gecon
cludeerd hebben, dat de konings
zoon nu ook inderdaad geboren
was. Zeker weten doet men liet
niet, doch deze verklaring van de
ster van Bethlehem is toch wel
de meest waarschijnlijke.
WAAROM ASTRONOOM?
Tweeduizend jaren zijn er ver
lopen, De sterren zijn hun
aantrekkingskracht op de
mens blijven uitoefenen. Op dc
leek en op de geleerde. De sterren
hébben voor de meesten van ons
geen betekenis meer bij het voor
spellen van de toekomst. In de
wetenschap neemt de sterrenkun
de een zeer bijzondere plaats in.
Dr. G. Westerhout, wetenschappe
lijk medewerker van de Leidse
Sterrenwacht, gespecialiseerd in
de radio-astronomie, zegt: „Als
ik 200 jaar geleden astronoom
geworden zou zijn, was dit ge
weest lüt een soort. Mystiek. Iets
geheimzinnigs, waar ik meer van
wilde loeten. Nog vroeger zou ik
die kennis hebben gebruikt om
de toekomst te voorspellen. Nu
is het niet meer mystiek of ro
mantiek. Het is veeleer weten
schappelijke nieuwsgierigheid, die
ons drijft. De fascinerende struc
tuur van het heelal. Ik wil bij
voorbeeld weten, waarom Mars
rood is en Jupiter banden heeft.
Er is moeilijk een goede reden
aan te geven, waarom iemand as
tronoom wordt. Zolang hij hot
niet is, wil hij weten. Als hij er in
komt, merkt hij, hoe weinig we
nog maar weten". En meer alge
meen zegt hij over de sterrenkun
de: „Afgezien van de praktische
betekenis voor de natuurkunde en
de kennis van de materie is de
sterrenkunde de wetenschap bij
uitstek om de menselijke nieuws
gierigheid te bevredigen. Daar
mee bewijst zij de mens een On
schatbare dienst"
GESPECIALISEERD
De Leidse sterrenwacht aan de
Zoetewoudsesïrigel te Leiden,
waar de wqnderen van de ster
renhemel worden bestudeerd.
De sterrenkunde heeft zich ge
specialiseerd in tientallen
specialismen en sub-specialis
men. Een der jongste is de radio-
astronomie, weer onderverdeeld
in de vorsing naar de geheimen
van de sterren en naar die van de
zon. Er zijn mensen, die zieli uit
sluitend met de maan bezighou
den. Anderen met de technologie
van de astronomische waarne
ming. Weer anderen Het is te
veel om op te noemen. De astro-
3 heeft geen grenzen.
Toch kan, net als de leek, de as
tronoom voorbeeld: professor
Oort in Zuid-Afrika de sterren
nog als geheel zien. Radio-astro
noom dr. Westerhout bijvoorbeeld
zegt: „Ik zie, als ik naar de ster
ren kijk de nabije sterren. Ik zie
de Melkweg. In het sterrenbeeld
de Zwaan zie ik dan, hoe de
Melkweg zich in twee banen op
splitst. Ik weet dan, dat de don
kere wolken tussen die twee ba
nen stofwolken zijn. Ilc weet, dat
ik dan alleen nog maar een stukje
van ons eigen Melkweg-stelsel zie.
En dat er miljoenen melkwegstel
sels zijn".
NEDERIGHEID
Een andere astronoom zou
het misschien anders
vertellen. Maar dit blijft: de
verwondering, de eerbied, die
eindigt in een grote nederig
heid. Voor de astronoom is
het bestaan van God geen
vraag. Misschien zal hij zeg
gen „de natuur" als men hem
vraagt naar het „waarom?"
Of hij zal antwoorden „van
zelf". Maar hij weet, dat hij
niets weet. Hij heeft voor
stellingen, die hem het wer
ken gemakkelijk maken.
Als men hem vraagt, wat licht is,
zal hij zeggen: een elektromagne
tische trilling. En wat is dat dan
Hij blijft het antwoord schuldig
of gist ernaar. Zo heeft de ge
leerde een begrip gemaakt voor
het atoom. Dat zijn niet een aan
tal vergelijkingen. Je kunt wel
praten over zoveel lichtjaren.
Maar de afstanden kun je niet
begrijpen. Wij drukken ons uit in
jaren. Misschien eeuwen. In de
astronomie komt men in een an
dere gedachtenwereld.
„Hoe verder we komen, hoe meer
we tot de slotsom komen, dat we
niets weten", zegt dr. Wester
hout. „Dat betekent niet dat wij
ons daarbij neerleggen. De weten
schap kan met theorieën ontzag
lijk veel verklaren. En dat is ook
beter. Ik ben bijvoorbeeld tevre
den met de wetenschap, dat ik
leef door te ademen. En dat ik
doodga, als ik niet meer adem. De
bioloog kan dit verklaren door de
noodzaak van het tot zich nemen
van zuurstof aan te tonen. Maar
dan? Ik geloof, dat we ons moe
ten bepalen tot de kennis, die we
hebben. Dat is heel veel. Maar het
is ook maar heel weinig. Er zijn
dingen, die we nooit zullen ver
klaren".
En hiermee spreekt dan de we
tenschapsmens een eerbied uit
voor het onverklaarbare, dezelfde
eerbied, die de leek voelt, als hij
naar de winterse sterrenhemel
staart. Hij zou zich ook kunnen
verbazen over het feit, dat hij
licht krijgt, als hij een knopje
omdraait. In feite is de elektrici
teit in deze toepassing minstens
zo boeiend. Maar de sterren trek
ken. Zij blijven nieuw en zo oud
als de mens. Zij dwingen eerbied
af in hun koele ondoorgrondelijke
ongenaakbaarheid. Zij" dwingen,
eens in elk mensenleven, de mens
zijn eigen nietigheid te erkennen.
VERBONDEN
Ook in deze kerstnacht
zullen er daarom weer
mensen zijn, die alleen zullen
zijn met de sterren. Geen
wijze magiërs nu, maar ge
leerden. in hun goed uitge
ruste observatoria op zoek
naar de onpeilbare geheimen
van de hemel die ons over
koepelt. Mannen die zich
vooral in deze nacht meer
dan anders verbonden zullen
voelen met de drie wijzen die
in de nacht van Jezus' ge
boorte de ster voor zich za
gen stille staan.