Herinneringen aan kerstmaal
in oorlogstijd
Albert Heijn
Heel Nederland
geniet
met de feestdagen
die lekkere f||
vacuumkoffie van f
O 21 verspeelde feestmaal op
bodem van Indische wateren
GEVACOLOR
D
WOENSDAG 21 DECEMBER 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURAN^
17
(Van een onzer verslaggevers)
Kerstmis 1943, nu zeven
tien jaar geleden, lag in
de haven van Colombo,
een van de steunpunten van de
van zijn thuisbases afgesneden,
maar niettemin op alle wereld
zeeën verbeten voor de bevrij
ding van het vaderland vechten
de Koninklijke Marine, een slan
ke, donkere onderzeeboot langs
zij het marine-wachtschip „Plan-
cius". Weinige dagen voor kerst
was de 0 21 na een lange harde
„patrouille11 in wat eens de ver
trouwde eigen Indische wateren
waren, in Colombo binnenge
vallen. En geen van de mannen
van de 0 21 was er zich niet van
bewust, dat het bijwijlen onder
de kusten van Sumatra en de
Soenda-eilanden maar een haar
had gescheeld of ook deze een
zame Nederlandse onderzeeboot
zou nimmer meer aan de opper
vlakte zijn verschenen.
Die kerstdag-, de vierde in actie
sedert de O 21 in de meidagen
van 1910 nog niet eens afge
bouwd de Scheldewerf te Vlis
singen wist te verlaten, lag de
kleine onderzeeboot 'met slechts
een geringe wacht aan boord
langszij de Plancius, eenmaal
pronkstuk van de KJP.M. op de
drukke Batavia-Singapore-lijn.
Aan lange feestelijk gesierde ta
fels lieten de weinig verwende
mannen van de O 21 zich door de
bedienden van de Planclus het
kerstmaal serveren.
Het was een onvergetelijk maal,
herinnert zich vandaag nog com
mandeur Van Duim, thans hoofd
van do marine-inlichtingendienst,
toen commandant van de O 21 en
in 1947 onderscheiden met de Mi
litaire Willemsorde voor wat hij
en zijn bemanning in hun be
faamd geworden onderzeeboot
aan de overwinning van de gealli
eerden en dc bevrijding van het
vaderland hebben bijgedragen.
„Onvergetelijk, omdat er deze
keer niets was dat ons stoorde;
niets, nou ja, niets 'anders althans
dan herinneringen, verlangen en
tastbaar maar onuitgesproken
heimwee. We hadden er wel wat
recht op, al was het alleen maar
omdat het met ons vorige feest
maal niet helemaal glad was ver
lopen."
Daar werden aan die feestelijke,
FILM
Grijze hulst en
zwarte kerstboom?
CVan oen speciale
correspondent uit Groenland)
Door een merkwaardige ver
andering in de bodemgesteld
heid van Groenland schijnt de
- aldaar woonachtige - Kerst
man dit jaar uitsluitend de
beschikking te hebben over
grijze hulst en zwarte kerst
bomen. In de groenlandse bo
dem zijn namelijk de z.g.
boompigmenten of coloromi-
nen zeer schaars geworden.
In verband hiermee is reeds
geopperd, de naam Groenland
te wijzigen in Grijsland.
Onzin, zegt u? Natuurlijk
het is juist de feestelijke com
binatie van groen en rood. die
het Kerstfeest zoveel sfeer
verleent. Maar is het dan géén
onzin, wanneer op uw kerst
opnamen alle kleur ontbreekt,
zoals op zwart-wit foto's?
Flits toch met GEVACOLOR
kleurenfilm in uw toestel!
Ontdek, hoeveel méér vreugde
fotograferen in KLEUR geeft!
Gevacolor kleurenfilm is ge
schikt voor èlk toestel.
COMSHÖ
met helderwit linnen, fonkelende
glazen en groenrode kersttooi ge
sierde tafels in de eetzaal van
Harer Majesteits „Plancius" nog
wel een paar grimmige grollen
over gelanceerd. Zo van: „wel
smakelijk, maar toch niet zo fijn
als uw koude hertebout met kurk-
verf en stofsaus, destijds in de
Javazee, mijnheer Woldering
Verdachte schim
Op de middag van Sint-Nico-
Iaas 1941 was de O 21 uit Gi
braltar uitgelopen, voor het
eerst sinds lange tijd koers
Engeland. Twee weken tevoren
had de Nederlandse onderzeeboot
die op de 10de mei 1940 half
klaar de Vlissingse werf had ver
iaten om zich in Engeland bij do
ontsnapte delen van de vloot te
voegen, een in het maritieme
hoofdstuk van de tweede wereld
oorlog uniek gebleven overwin
ning behaald in de strijd tussen
twee onderzeeboten met gelijke
wapens.
Commandeur Van Duim, bekend
als een man die zuinig is op zijn
woorden, onderbreekt de draad
van zijn aarzelend loskomend
verhaal als dat beeld van die
nachtelijke ontmoeting met de
U-95 zijn herinnering passeert.
..We waren op de terugreis na
een lange, zware, niet ongelukkige
maar ook niet indrukwekkend
succesrijke patrouille in het Ita
liaanse kustgebied tussen Sardi
nië en de laars, toen een half
uur na middernacht op de £8ste
november de officier van de wacht
een verdachte schim op de hori
zon zag, vlak tiadat we het
eilandje Albacore in de smaller
wordende zeeweg naar Gibraltar
achter ons hadden gelaten. We
■wisten niet goed wat we van die
schim moesten denken en draai
den onze achtersteven naar hem
toe, hetzelfde ogenblik waarop on
ze hele boot in staat van alarm
werd gebracht.
Dat gaf ons liet voordeel van
een heel klein raakvlak en van
het gericht zijn van onze gela
den achterste torpedöbuizen
voor als het nodig mocht zijn.
We wisten het niet; Het kon
vriend of vijand zijn; maar ver
moedelijk vijand, want over be
vriende boten in dit gebied was
ons niets gemeld. Dat het een on
derzeeboot was, was al meteen
vrijwel zeker, door het kleine
silhouet en het feit, dat hij vrij
wel geen boeggolf maakte. Maar
wie? Het was een onzekerheid,
die uren leek te duren, en toch
waren het slechts seconden. Se
conden hebben inderdaad deze
ontmoeting beslist. Ook de ander
wist niet wie hij tegenover zich
had. Dat bleek toen to.t onze
stomme verbazing er plotseling
van de brug van „de schim" met
een blauwe lamp een boodschap
in punten en strepen aan ons
werd overgeseind. Een klaarblij
kelijk verzoek om onze identiteit.
Onze Britse seiner kwam als de
weerlicht naar boven, precies op
tijd voor het herhaalde lichtsein
vanuit de donkere nacht.
„Duits" beet hij me toe na de
acht korte blauwe flitsen. Prae-
tisch op hetzelfde ogenblik lag
onze eerste torpedo in het water.
Gelukkig zag de Duitse comman
dant hem ook; gelukkig, want op
liet ogenblik dat hijzelf had wil
len lanceren, moest hij als een
bezetene uit zijn koers draaien
om onze torpedo te ontlopen.
Maar toen lag hij eerst recht
goed voor onze tweede torpedo.
In minder dan een minuut was
liet gedaan. Het had onze minuut
kunnen zijn. Het was de hunne.
Twaalf man hebben we opgepikt.
Het gaf voldoening, maar tege
lijkertijd, bij de gedachte aan het
drama dat zich daar onder de op
pervlakte voltrok, kwant weer die
hele ellende boven die we hadden
gevoeld, toen een jaar tevoren
ons zusterschip de O 22, waarmee
we samen uit Vlissingen waren
ontsnapt, niet van zijn patrouille
in het Skagerrak was terugge
keerd."
Sluiptochten
e oud-commandant van dc
0-21 speelt met een Delfts
blauw tegeltje, door lijm en
een koperen frame bijeengehou
den. ,Het kleinste gat is het
grootste schip te erg" staat er op.
Bij de eerste dieptebom waar
mee we kennis maakten, viel het
in scherven van de wand. Daar
na hébben we liet zo verankerd,
dat. het altijd is blijven zitten,
hoewel we daar in de Middelland
se Zee de dieptebommen met do
zijnen naar ons toe hebben r/e-
had.
Het werd dan ook tijd dat onze
zwaar op de proef gestelde boot
in Engeland een grote beurt
kreeg voor wij ons weer in liet
mediterrane strijdgewoel konden
storten. Het leek een tijdelijk af
scheid, toen we ons niettegen
staande de sinterklaas-dag als 'n
dief in de nacht onzichtbaar
maakten voor de al belangstellen
de Spanjaarden, alvorens naar 't
westen af te zwaaien. Twee <la-
gen later op zondag 7 december
pikten we op de radio het bericht
van de Japanse overval op Pearl
Harbour op.
Toen we meer dan een jaar later
opnieuw in een operatieterrein
kwamen was dat sluipend in de
watereu van ons eigen Indië. We
hebben er eerst", zegt de vierkan
te, blonde marineman met zijn
lieel lichte ogen, glimlachend, op
klassieke onderzeeboot manier,
wat huisgehouden onder de Jap
pen in de straat tussen Sumatra
én Malakka. Zeven rode V's en
een doorgestreepte U op onze
bloedvlag bewezen dat de mannen
van de O 21, de meesten op de
10de mei mee uit Vlissingen uit
gevaren met achterlating van al
wie hun liefwaren, een team
waren geworden waar je een oor
log mee kon winnen."
Maar toen was het opeens met
schieten gedaan. In juni 1943 liep
de O 21 onder het valse voor
wendsel van een nieuwe patrouil
le langszij van de Plancius weg
en met een wijde boog bezuiden
Indië langs viel hij in Australië
binnen, voor een van de geheim
ste van zijn opdrachten. Toen hij
een maancl later het zeegat van
Freemantle uitliep was flat vrij
wel pal noord in een koers die de
zuidkust van Java iets beoosten
liét midden sneed.
Agenten
Sinds de O 21 uit de radio het
bericht over Pearl Harbour
had opgepikt, was het gehele
Nederlands-Indië onder de voet
gelopen en al meer dan een jaar
heerste er om de lieflijke archipel
de stilte van het graf. Slechts
heel sporadisch zag iemand kans
te ontsnappen naar geallieerd ge
bied, en even zeldzaam waren ze
ker toen nog de voor het westen
bestemde radiosignalen die uit de
gordel vana smaragd door gealli
eerde luisterposten werden opge
nomen.
Het enige wat zeker was, was
dat de Jappen er verschrikkelijk
huishielden, en dat er een plunde
ring op grote schaal ten gunste
van de Japanse oorlogvoering aan
de gang was. Maar uit slechts
3Ü
Commandeur Van Duim op dé
brug van zijn O 21.
wéinig door de As-mogendheden
bezette gebieden drong zo weinig
naar buiten als uit het eilanden
rijk rond de evenaar. Toch was
wat dc Jappen daar deden mede
beslissend voor het uiteindelijk
verloop van de grootste worste
ling ooit in de wereld gevoerd. En
dat had aanleiding gegeven tot 't
plan het geluk een handje te hel
pen door agenten in Indië aan
larid te zetten teneinde ze later
weer op te halen.
.cRuim 3 jaar tevoren hadden wij
in 'n chaotische haast de Neder
landse bodem verlaten; té geoccu
peerd om het helemaal tot het ge
voel te laten doordringen.
Drie jaar lang had iedere man
aan boord gedroomd van het
ogenblik waarop wij de steven
recht op de Nederlandse kust
zouden kunnen richten voor de
thuisvaart", hervat commandeur
Van Duim zijn verhaal. „Nu kwa
men we dan toch weer een beetje
thuis al was het dan als inbre
ker. Voor ons kwam op de 27-ste
juli de vertrouwde kust van Java
in zicht, waar we die avond moes
ten proberen een daar al eerder
afgezette agent op een lang tevo
ren bepaald' rendez-vouspunt op
te pikken. Blaar het was geeu
fortuinlijke reis. Drie dagen ach
ter elkaar vervoegden we ons op
hetzelfde punt, maar geen leven
de ziel liet zich zien. De stem
ming aan boord was laag; ginds
achter die vertrouwde kust wist
je een man die wist dat wij hier
lagen maar die het niet klaar
had kunnen spelen zich op het
rendez-vous te melden.
Iedereen aan boord giste voor
zich naar de oorzaak en het wa
ren geen opbeurende gedachten.
Maar het had geen zin meer te
wachten; de tijd van het rendez-
vous, lang tevoren afgesproken,
was voorbij. De agent zou niet
meer komen; misschien over vier
maanden, de tijd waarop er weer
een rendez-vous zou worden ge
geven door een geallieerde onder
zeeboot. We liepen met de O 21
weer naar buiten en de volgende
nacht zetten we een agent die we
uit Freemantle hadden meegekre
gen, elders op de kust van Java
af. Met. een kleine rubberboot
werd hij door onze eerste lan
dingsploeg, geleid door ltz. Wol
dering, in het nachtelijk duister
naar de kust geroeid en afgezet.
Drie dagen later had hij terug
moeten zijn. Maar ook hij is niet
meer verschenen. Het was een op
windende operatie. Vooral voor
de landingsploegen van ieder drie
man sterk.
Nooit gekomen
Midden in de oorlog, toen de
Japanse ster nog hoog aan
het firmament stond, stap
ten opeens drie Nederlandse ma
rinemannen aan land in onze ei
gen archipel. En wij zelf op niet
veel meer dan een steenworp af
stand van die geliefde kust. Muis
stil om vooral geen mens aan
land maar iets te laten merken.
Alsof het niet al enerverend ge
noeg was, raakten we toen nog
onze landdingsplocg kwijt.
Een hele dag hebben ze zich op
de wal verborgen moeten houden
voor we 's avonds met de O 21,
die bij het ochtendgloren wat ver
der uit de kust onder water was
gegaan, weer terug konden ko
men om een bootje uit te zetten
naar de plek waar we ze overdag
toch doox' de periscoop hadden
kunnen verkennen.
53
3*
Albeit Heijn heeft <fe 4 lekkerste kofpes
Dat lukte die keer en daarna zak
ten we af naar een van de zee
straten tussen de Soenda-eilan
den waar we een paar dagen la
ter een ander rendez-vous hadden
met een tweede agent, die moest
worden opgepikt. Noch hij noch
de derde op onze lijst is geko
men. Het waarom ervan heb ik
nooit meer géhoord. Dat waren
dingen waar je verder niets mee
te maken had, en dus vroeg je
ook later maar niet meer. Maar
het is ons altijd dwars blijven
zitten.
Intussen, vóórave ons laatste ver
geefse rendez-vous gaven, hadden
we een paar dagen tijd, die we
gebruikten om vooral de luchtbe
wegingen van de Jappen te ver
kennen. Met dat doel zetten we
de landingsploeg van drie man
onder leiding van ltz. Woldering
op het Hertebeesteiland, een klei
ne rijkbegroeide maar onbewoon
de vlek in de zeestraat, die zijn
naam echter, naar wij van voor
de oorlog wisten, met ere draagt.
Voor de zekerheid gaven we hun
een geweer mee, en vervolgens
zakten we weer af naar volle zee.
Soms bekeken we het eiland van
uit de verte door een kijker en
bij een van die gelegenheden
bleef mijn hart stilstaan, toen ik
een inlander op de kust meende
te ontwaren. Pas later drong het
tot me door, dat het Woldering
was, die zich gecamoufleerd had.
Zo hielden we waarachtig een
heel Indisch eiland met Neder
landse militaire macht bezet!
Het heeft maar weinig gescheeld
of we hadden het duur moeten he
kopen. 's Nachts pikten we de
landingsploeg weer op, en de
vreugde aan boord was begrijpe
lijk, toen er waarachtig een
prachtig jong hert door de toren
naar beneden kwam. We hadden
al lang geen verzetje meer gehad,
en het maal op onze patrouilles
was nu eenmaal bepaald eentonig.
En nu dan waarachtig een feest
maal! Maar het heeft niet zo mo
gen zijn. Terwijl ze beneden in
de kombuis, precieuze voorberei
dingen troffen voor het afserve
ren van het feestmaal, ontdekten
we op de brug plotseling een nog
al verdachte rookpluim en voor
we goed en wel aan een beetje
bezorgdheid toe waren, kwam et-
een Japanner op topsnelheid in
onze richting.
We lagen beroerd, in betrekkelijk
ondiep water, en we waren nog
een fors eind van open zee. Veel
uitwijkmogelijkheid zat er niet
in. En daar kwam dan nog bij,
dat die jongens-hoven het gooien
van dieptebommen van een goede
baas hadden geleerd. In een mini
mum van tijd was er in onze boot
vrijwel niets meer te zien dan 'u
dichte nevel van stof.
Steunend in zijn voegen schud
de de 0-21 onder het gewéld
de ontploffingen van de diep
tebommen heen en weer, terwijl
dé kurkverf van de wanden vloog.
Ons oude journaal zal 'wel ver
tellen, hoe lang het allemaal heeft
geduurd, maar voor ons leek het
een oneindigheid. Toen dat einde
toch kwam en we in sluipvaurt
naar volle zee ontsnapt onze won
den likten,, was het vooreerst ons
herte-festijn, dat het loodje had
gelegd, in het stof en (lè verf-
schilfers. Een redelijke prijs, als
het ddarbij was gebleven.
Maar toen we niet lang daarna
iii Australië de schade wat gron
diger bekeken, moest worden ge
constateerd, dat de goede O 21
toch bij elkaar net zoveel te veel
ervan langs had gehad, dat er
van missies naar de vijand geen
sprake meer kon zijn voor het
schip van voor tot achter op de
helling was geweest.
En zo liepen we twee dagen voor
Kerstmis op Ceylon weer langszij
van de Plancius om ons congé te
nemen bij het Far Eastern War
Theatre.
Daar aan die kersttafel in
1943 namen we feitelijk af
scheid van wat wij ais klei
ne hechte ploeg tezamen hadden
bijgedragen tot wat eens moest
uitlopen op de bevrijding van het
vaderland. Er werd gelachen,
maar er werd ook gebeden. En
onze verlangens snelden ons voor
uit. Onze scheepsdiehtcr Joop
van der Peijl uit Vlissingen
vandaag adjudant op Nicuw-Gui-
nea vatte het op een stuk „na
val message" zo samen:
„Dat 'If-'t ons allen moge brengen
geluk, voorspoed, victorie en
vrees; hereniging met onze Hol
landse gelieven; het eind van
Duitsland en de N.S.B.
En als dan al de dictatoren weg
zijn Hitier, Mussert en hun
gele vriend incluis,
als je geen wacht hebt en je bent
niet varen, dan zit je volgend
jaar bij móeder thuis".
Met die wens in het hart do
ken we een week later al een
paar honderd mijl bewesten
Colombo onder water: op de
31ste december een uur voor
middernacht. Pas twee uur
later, om één uur in de vroe
ge ochtend van de 1ste janu
ari brak de toren van de O 21
zich weer door het spiege
lend oppervlak. We hadden
onze wensen gekoesterd,
daar waar we drie jaar lang
het innigst waren samen ge
weest. En voor een deel van
de onzen is die vurige bede
nog datzelfde jaar verhoord,