Aandrang op spoed in wetgeving
over schade door Deltawerken
Vage toezegging om de
oesterkweek te redden
Vlissingen deed aanvraag voor
extra volume premiewoningen
DERTIENJARIGE BEGELEIDT
HERVORMD SCH00NDIJKE
VRIJD AG 9 DECEMBER 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ONBEVREDIGENDE GANG VAN ZAKEN
Structuur waterschapswetgeving
nog wel bevredigend te noemen?
In het Voorlopig; Verslag- van de Tweede Kamer over de begroting van
Verkeer en Waterstaat wordt gevraagd hoe het thans staat met de werk
zaamheden van de commissie ex art. 8 van de Deltawet. Nadat het in
terimrapport was verschenen, is naar buiten niets meer van deze werk
zaamheden gebleken, zo wordt opgemerkt. Ook wordt gevraagd hoe
ver de voorbereiding is gevorderd van de door dit artikel voorgeschre
ven wet inzake de schade, welke uit de uitvoering van de Deltawerken
zal voortvloeien. Gevraagd wordt of hiermede, in verband met de ern
stige onzekerheid en ongerustheid in de kringen van hen, die schade
zullen lijden, waaronder ook de middenstanders, grote spoed wordt be
tracht.
waterschappen voor de waterkerin
gen te dragen krijgen, zullen nooit
uitgaan boven de grenzen, die daar
toe in de algemene wet tegemoetko
ming in waterkeringslasten worden
gesteld". De huidige bewindsman
heeft echter blijk gegeven dit stand
punt niet te delen.
In de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer over de begroting
voor 1960 geeft hij te kennen van
een algemene bijdrageregeling te
willen afzien. Er komt slechts een
bijdragewet Deltawerken, die er door
een bijdrage in de eenmalige kosten
van de Deltawerken voor zal waken,
dat de waterschappen niet te zwaar
worden belast.
De door minister Algera zo zeer
geprezen „tweede kering" zal er
dus niet komen Is de regering
nu wellicht voornemens het subsi
diepercentage voor de Deltawer
ken te stellen op 100 of ten
minste dicht daarbij? In dat geval,
maar ook dan alleen, zo menen de
Kamerleden, zou een algemene
bijdrageregeling kunnen worden
losgemaakt van een bijdragerege
ling- voor de Deltawerken.
Dit zou echter naar de mening van
deze leden er niet toe mogen leiden,
dat een algemene bijdrageregeling
geheel achterwege blijft. Want het
kan voorkomen, dat er zoveel voor
de waterkering nodig is, dat er voor
De onbevredigende gang van zaken
niet het tot stand brengen van de
bijdragewetgeving, welker uitvoe
ring ook nog geruime tijd zal kos
ten, deed vele leden de vraag stellen,
of de hele structuur van onze hui
dige waterschapswetgeving en de fi
nanciële aspecten daarvan nog wel
bevredigend kunnen worden ge
noemd. Naar de mening van deze le
den behoort de buitenwaterkering
een rijkszaak te zijn, die in principe
door de gehele bevolking behoort te
worden gedragen, afgezien van even
tueel nodige correcties op vermo
gensvermeerderingen, die daarvan
het gevolg mochten zijn. Gevraagd
wordt of de minister deze opvatting
kan delen. Ook wordt gevraagd of
de minister wil meedelen, welke ge
deelten van de buitenwaterkeringen
leeds in beheer zijn bij het rijk en
ten laste van het rijk komen en bij
welke gedeelten met name in het
Deltagebied dit in de naaste toe
komst het geval zal worden. Hierbij
verwezen deze leden naar de situatie
in Duitsland, waar de rijksoverheid
in hoogste instantie verantwoorde
lijk is gesteld en waar het herstel
en de verbetering van de buitenwa
terkering dan ook in veel sneller
tempo heeft plaatsgevonden dan hier
te lande.
Controle over oevers
der Delta-eilanden
Dezelfde Kamerleden vroegen bij
welke lichamen de controle over
de verschillende gedeelten van de
oevers der eilanden in het Delta
gebied berust. Bestaat er, voor zo
ver deze controle in handen van
waterschappen ligt, voor deze wa
terschappen nog wel voldoende
mogelijkheid, mede gelet op de
noodzakelijke wetenschappelijke
voorbereiding, om deze functie in
eigen handen te houden, zo werd
verder gevraagd. Zo niet, moet
dan niet door wetgevende maatre
gelen in de overdracht van dit be
heer aan het rijk worden voor
zien? Gevraagd werd of niet de
hele controle op de zandhuishou-
ding voor onze kust reeds in han
den van de rijkswaterstaat is.
Geïnformeerd werd ook naar de vor
deringen van de voorbereiding voor
het in te dienen wetsontwerp inzake
de bijdragen wegens het onderhoud
van niet-planwegen.
Bijdrageregeling voor
waterschappen bepleit
Verscheidene Kamerleden herinner
den eraan, dat minister Algera des
tijds steeds de indiening heeft aan
gekondigd van een algemene wet,
die de financiële verhouding tussen
rijk en waterschappen zou regelen.
Ook werd een bijzondere wet aange
kondigd tot regeling van de finan
ciële verhouding met betrekking tot
de waterschappen. „De lasten", zo
verklaarde minister Algera, „die de
andere taken geen ruimte meer
overblijft. Worden deze waterschap
pen aan hun lotovergelaten of is de
regering voornemens het pachtbe-
leid te wijzigen en doorberekening
van deze lasten in de pachtprijzen
mogelijk te maken?
De minister meent, dat een eventuele
subsidiewet de zelfstandigheid van
de waterschappen zou kunnen be
dreigen. Hoewel dit een belangrijk
argument is, kan daarmee echter
niet worden volstaan, naar de me.
ning van deze Kamerleden.
De regering zal dienen te bewijzen,
dat het door haar gevoerde beleid
ten aanzien van dé grond- en pacht
zaken voldoende ruimte Iaat om de
waterschapslasten blijvend door de
eigenaren te doen dragen. In het an
dere geval zal de regering moeten
aangeven uit welke bronnen deze
lasten anders zullen moeten worden
voldaan.
Risico in Deltagebied
aanvaardbaar geacht
Met de verbetering van de veiligheid
buiten het Deltagebied wordt, zo me
nen vele Kamerleden, weinig voort
gang gemaakt.
Deze leden wilden aanvaarden, dat
binnen het Deltagebied zelf een
zeker risico wordt genomen door
de bestaande zeewaterkering, af
gezien van een aantal „zwakke
plaatsen", niet te verhogen boven
de hoogte van 1 februari 1953, om
dat binnen afzienbare tijd de af-
sluitdammen hier voor een afdoen
de beveiliging zullen zorgen.
Zij zagen echter niet in, waarom met
de verhoging op Deltahoogte van de
buitenwaterkering buiten het Delta
gebied zo weinig ernst wordt ge
maakt. Het risico van een nieuwe
ramp 'moet zo spoedig mogelijk wor
den verminderd. Dit iè alleen moge
lijk door verhoging van de dijken
tot „Deltahoogte". De leden vragen
de minister of deze kan mededelen
wanneer dit buiten het Deltagebied
overal zal zijn geschied.
SPOEDIG BESLISSING VEERSEGAT-PROEF
Totaal eindrapport over
schaderegeling is niet
binnenkort te verwachten
(Van onze parlementaire
redacteur)
„Het streven van de regering
is erop gericht, al wat mogelijk
en verantwoord is te doen om
de oestercultuur voor onder
gang te behoeden, verwateren
van mosselen na afsluiting der
Oosterschelde mogelijk te ma
ken en de visserij in de gelegen
heid te stellen zich aan te pas
sen aan de gewijzigde situatie".
Dit zei de minister van land
bouw en visserij, mr. Marijnen,
p Dit is de Peter Stuyvesuntbokaaldie vanmiddag vrijdagI p
P aan het Korte Voorhout 2 te Den Haag zal worden uit-
p gereikt, aan de directie-voorzitter van de Kou. Mij. ,,Dc Schel- p
f§ de", te Vlissingen. de heer J. W. Hnpke.s. Zoals hekend wordt j§f
M deze prijs ditmaal voor de derde maal overhandigd aan drie §j
p Nederlandersdie in belangrijke mate hebben bijgedragen tot p
H de versteviging van de Nederlands-Amerikaanse betrekkingen p
M op het gebied van handel, industrie of onderwijs. Deze Peter p
Stuyvesantprijs is een zilveren bokaal naar een oud ontwerp p
j§ van de legendarische held en zilversmid Paul Revere. Zij is
p beschikbaar gesteld door de William The Silent Foundation
p en min óf mevr een tegenhanger van de Willem de Zwijger- p
p prijs.
Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiif
donderdag in de Tweede Ka
mer bij de behandeling van de
afdeling visserij van zijn be
groting voor 1961.
Hij vervolgde: De binnenkort af te
sluiten haven van Veere wordt ver
vangen door een nieuwe in Colijns-
plaat. Hoewel dit geen eindoplossing
is kunnen de vissers uit Veere en
Arnemuiden vooralsnog het bedrijf
voortzetten en zich aanpassen. Voor
de jongeren behoort overschakeling
op de kleine zeevisserij tot de mo
gelijkheden.
De minister heeft er gaarne aan
meegewerkt, zo zei hij, dat de
bijzondere kredietfaciliteiten, die
de visserijnota biedt, tevens van
toepassing worden verklaard op
de vissers uit liet Deltagebied.
Een belangrijk hulpmiddel in de-
Kamer wil snelle
integratie van
landbouw
(Van onze parlementaire redacteur).
De Tweede Kamer heeft gisteren bij
de aanvang van de vergadering zon
der hoofdelijke stemming een motie
van de anti-revolutionaire mr. Bies
heuvel aangenomen, die hij bij de be
handeling van de begroting van land
bouw en visserij had ingediend. De
motie nodigde de regering uit haar
beleid af te stemmen op de Europese
landbouwintegratie, gelijktijdig met
de industriële integratie en er dus op
toe te zien dat de landbouw niet
wordt onttrokken aan de versnel
lingsprocedure, die voor de industrie
is vastgesteld.
De Kamer verenigde zich zonder
hoofdelijke stemming met de begro
ting van landbouw en visserij. De
C.P.N. kreeg aantekening, dat zij te
gen was. Ook keurde de Kamer de
begroting van het landbouw-egalisa-
tiefonds voor 1961 goed.
(Advertentie)
ze is, dat krediet kan worden ge
geven tot honderd proeent van de
bouwkosten van een schip.
V isserij-brochure
Een bij het ministerie van sociale
zaken en volksgezondheid in bewer
king zijnde brochure beoogt de
Zeeuwse garnalenvissers op be
staande mogelijkheden attent te ma
ken in geval zij de visserij willen
verlaten of een andere vorm van
visserij zouden willen aanvatten. De
brochure zal de wegen aangeven
voor hulp bij omscholing, migratie,
kredietvoorzieningen en dergelijke.
Over de oeslerproef in het Veer-
segat zal de minister binnenkort
kunnen beslissen. Op de onlangs
gehouden „hearing" van verte
genwoordigers van de vrije orga
nisaties noemden dezen de proef
neming belangrijk. Daarbij is te
vens gewezen op het grote be
lang van een onderzoek naar het
kunstmatig verwateren van mos
selen.
De vraagstukken van de wettelijke
regeling voor tegemoetkoming in
schade door uitvoering der Delta
werken zijn buitengewoon moeilijk.
Hoewel de betreffende commissie
van de noodzaak overtuigd is zo
spoedig mogelijk met voorstellen te
komen, verwachtte de minister niet
dat een gehele materie omvattend
eindrapport binnenkort kan worden
tegemoetgezicn.
JONGSTE ORGANIST VAN ZEELAND
Kerk nam Arie Karremandrie maanden „op proef"
De 13-jarige Arie Karreman uit Oostburg bespeelt sedert
enkele weken het orgel van de hervormde kerk in Schoon-
dijke. Dat is mogelijk geworden, omdat de kerkvoogdij
van die gemeente deze jeugdige organist zijn proefaanstel-
ling heeft gegeven voor de tijd van drie maanden. Voor
zover bekend is Arie hiermee de jongste organist in Zee
land geworden, terwijl er ook in de rest van Nederland
weinig jongens van die leeftijd zullen zijn, die tijdens de
kerkdiensten regelmatig het orgel bespelen.
Arie, die in de eerste klas van de openbare ulo te Oostburg zit en
in zijn vrije tijd een ijverig leerling is van de Zeeuwse Muziekschool,
is er uiteraard wel een beetje trots op, dat de kerkvoogdij te
Schoondijke hem deze gelegenheid heeft geboden. De kans deed
zich eind oktober voor, toen de heer M. Zonnebelt, organist werd
van de Sint-Baafkerk te Aardenbürg. Daardoor kwam Schoondijke
zonder organist te zitten, zodat via een advertentie een vervanger
werd gezocht.
Degenen, die het orgelspel van Arie reeds kenden, raadden
hem aan te solliciteren. Aangezien ook Aries ouders geen be
zwaar hadden, werd de sollicitatie in zee gestuurd. De proef
lessen waren van dien aard, dat de kerkvoogdij hem een voor
lopige aanstelling voor drie maanden bezorgde.
Arie, die wel eens op het orgel van de Aardenburgse St.-Baaf had
gespeeld, maar dat van Schoondijke niet kende, was aanvankelijk
wel wat nerveus, maar na de eerste tonen was hij daar vlug over
heen. ,,'t Ging heerlijk", zegt hij nu achteraf, „en wat je daar kunt
uithalen".
Nu zal dat laatste uiteraard wel beoordeeld worden door ds. P.
Brinkman, die enkele dagen voor de kerkdiensten Arie op de hoogte
stelt van hetgeen er 's zondags gespeeld moet worden. Dit program
ma neemt hij 's zaterdagsmiddags nog eens zorgvuldig door, met
zijn muziekleraar, de heer S. Schijve en na diens nuttige adviezen
en toelichtingen gaat Arie op de fiets naar Schoondijke om op zijn
„eigen" orgel de wekelijkse generale repetitie te houden.
Negen jaar
Arie ontving zijn eerste algemeen vormend muziekonderwijs toen
hij pas negen jaar oud was. Daarna volgde hij twee jaar lang de
theoretische harmoniumlessen bij mevrouw A. SchijveRisseeuw te
Oostburg. Het meer gevormde onderwijs kreeg hij van zijn huidige
muziekleraar, de heer Schijve, via de Zeeuwse Muziekschool.
Zeer enthousiast leerling als hij is, verzuimt hij zelden een les. De
resultaten zij er dan ook naar, zoals vader Karreman ons met de
zorgvuldig bewaarde rapporten van de afgelopen jaren toonde. Arie
heeft een zuiver gevoel voor muziek. Het orgel bespelen vindt hij
een pracht-hobby. Maar hij denkt niet, dat hij van zijn musiceren
een beroep gaat maken. Het toekomstige beroep van Arie ligt na
melijk in een heel andere richting. „Bij de spoorwegen", zegt hij
heel beslist, „en dan liefst op de internationale treinen". Daar zullen
we het dan voorlopig maar bij houden, want tenslotte wordt de
overigens bescheiden Arie de 25e december a.s. pas 14 jaar.
VOORONDERZOEK BEGROTING 1961
B. en w. willen noodwoningen
binnen 3 jaar opruimen
Nu de toewijzing van volume voor woningwetwoningen zeer gering is,
trachten b. en w. van Vlissingen volume te verkrijgen uit het voor 196'!
bescliikbaar te stellen contingent van 5000 van (le 32.500 premiewoningen,
waarvoor de mogelijkheid wordt geopend om deze, met een zekere garan
tie van de overheid voor te sluiten geldleningen, door woningbouwcorpo
raties tot stand te laten brengen. De aanvraag is nog in behandeling-, zo
deelt het college mede in zijn memorie van antwoord op de door de Vlis-
singse raad bij het op 17 november j.l. gehouden vooronderzoek van de be
groting 1961 gestelde vragen.
Voor tie uitbreiding van het gemeen
telijk belastinggebied, wordt in de eer
ste plaats gedacht aan de invoering
van een zogenaamde woonplaatsbe
lasting. Zolang de mogelijkheid
daartoe nog niet aanwezig is. zou
verhoging van de straatbelasting
kunnen worden bewerkstelligd, even
als de invoering van een rioolbe
lasting. zo stellen b. en w. verder.
Het uiteindelijk op de begroting
1959 geraamde tekort van 57.000
kan worden weggewerkt, doordat als
gevolg van een vertragende wer
king in de investeringen, minder
kapitaallasten op deze begroting
drukken dan waarmee uit begro
tingstechnisch oogpunt rekening
moest worden gehouden.
Over de voorbereiding van de
plannen voor het uloscholen-
complex wordt in. de memorie
van antwoord opgemerkt, dat de
schetsplannen reeds zijn goedge
keurd. Het betrokken architec
tenbureau is thans bezig met
uitwerking van de definitieve
plannen en het bestek.
De aanleg van de uitvalsweg, wel
ke aansluit op het in zekere zin
doodlopende gedeelte van de Pres.
Rooseveltlaan, wordt zeer urgent
geacht. Het ontbreken van een aan
sluiting van de Pres. Rooseveltlaan
op de Westsouburgseweg wordt
reeds sedert geruime tijd als een
ernstig gemis gevoeld.
Noodwoningen
Uit de raad werd
naar de verbetering
ting van de Paul
sen Keersluis en
ook gevraagd
van de bestra-
'rugerstraat tus-
yan Dishoeck-
straat. Hiervoor is het echter o.a.
nodig, zo verklaren b. en w. dat de
brugwachterswoning en de noodwo
ningen aan het begin van de Paul
Krugerstraat worden gesloopt. De
brugwachterswoningen kunnen ech
ter eerst worden afgebroken als aan
de overzijde van 't Kanaal vervangen
de woningen zijn gebouwd. Met rijks
waterstaat zijn reeds onderhandelin
gen gevoerd over de verkoop van
de bouwgrond. Er is echter een
stagnatie opgetreden, omdat daar
een bunker staat, waarvan de sloop
zeer kostbaar is. Rijkswaterstaat
meent dat met een gedeeltelijke af
braak kan worden volstaan, indien
het onderste deel van de bunker ge
bruikt wordt als fundering van de
te bouwen brugwachterswoningen.
Over de sloop van de noodwoningen
in het algemeen, verklaren b. en w.
dat aan Ged. Staten is verzocht op
zodanige wijze extra bouwvolume
beschikbaar te stellen dat allo res
terende noodwoningen in "Vlissingen
binnen ongeveer 3 jaren kunnen
worden gesloopt. In liet Havendorp
zijn er momenteel 74 afgebroken,
terwijl er In verband met het leg
gen van een dijk op Deltahoogte
om de Buitenhaven, op korte termijn
nog 21 woningen in het Havendorp
mceten worden gesloopt.
Voor de 12 noodwoningen aan de
Singel ten oosten van de Dis-
hoeckstraat en de noodwoningen
aan de Vredehoflaan en omgeving
zijn nog geen concrete plannen.
Bij voortduring worden pogingen in
het werk gesteld een extra contin
gent woningen te verkrijgen voor de
wederopbouw van het „Tuindorp."
B. en w. hebben de indruk dat aan
de plannen voor de nieuwe zeewe
ring aan de Boul. Bankert en Evert-
sen niet de hoogste urgentie wordt
toegekend.- Tot op heden zijn aan
het college nog geen plannen ter
beoordeling voorgelegd. Wel hebben
Ged. Staten een algemeen urgentie-
schema voor uitvoering van werken
aan zeeweringen van Walcheren be
kendgemaakt. Daaruit blijkt dat het
onderhavige werk in de periode tot
en met 1963 ter hand zal worden
genomen.
B. en w. verwachten spoedig met
de uitvoering van het uitbreidings
plan „Paauwenburg" te kunnen be
ginnen.
Vrouwelijke politie
De minister van binnenlandse za
ken heeft thans toestemming ver
leend om een vrouwelijke politie
beambte in Vlissingen aan tc
stellen. Pogïugen worden in het
werk gesteld om tot zodanige
aanstelling te geraken.
Verder verklaren b. en w. des
gevraagd, dat de politie op ou
dejaarsavond, ter voorkoming
van 'n te luidruchtige oudejaars-
viering, de snrveillance, vooral in
de. binnenstad, zal verscherpen.
Bovendien zal als reserve
nog een aantal ambtenaren voor
het verlenen van assistentie op
het bureau beschikbaar worden
gehouden.
Over onderwijszaken delen h. en w.
o.m. mede, dat opdrachl gegeven is
een plan uit te werken voor een
voorlopige huisvesting van de zesde
openbare kleuterschool in twee be
nedenlokalen van de Bouwen Ewout-
straatschool. Daar de terreinen van
het zgn. „Rode Dorp" niet in ge
meentehanden zijn, is het niet moge
lijk in deze wijk een plaats voor
een definitieve zesde openbare kleu
terschool aan te wijzen, zoals een
(Zie slot pag. 8 kol. 1