Poppenkleding: een modern en veelgevraagd modeartikel Sinterklaastips voor de vrouw Toen Piet maar geen zoet kind kon vinden Het schoonste geschenk WOENSDAG 30 NOVEMBER I960 P R O V IN C l'ALE ZEEUWSE COURANT 23 TWEEDUIZEND JURKJES PER DAG Internationaal modecentrum in miniatuur I (Van een onzer verslaggevers) 11 een bescheiden driekamer woning nabij de befaamde Dapperbuurt in Amsterdam hebben we een internationaal modecentrum ontdekt. Een een voudige, maar vindingrijke huisvrouw, mevr. A. H. Lens- Luybé leidt het. En we durven te schatten, dat haar creaties groter en oprechter populari teit genieten dan die van de ver maarde Parijse Modehuizen. Alleen, het „Modehuis Lens" fascineert een ander publiek dan dat van de Parijse huizen: duizenden kleine poppemoe- dertjes, hier in Nederland en in België, en straks nog eens dui zenden ook in Duitsland en Engeland. Miniatuur Als eeu liefhebberij is het alle maal begonnen. Als een spel voor de kleine nichtjes en de buurkinderen en tenslotte ook voor vele kleine patiëntjes in het grote ziekenhuis, waarin een van de nichtjes plotseling opgenomen moest worden. Ongeveinsd enthou siasme wekten de creaties, die me vrouw Lens tevoorschijn toverde uil wat voor vele anderen misschien waardeloze lapjes stof geweest /.ou den zijn. Met een kantje hier, en een strikje daar, maar ook door een fris se en vrolijke ltleurwisseling maakte ze er miniatuurtjes van kinderkle ding van, die niet zelden de moeders inspireerden als model voor de jurk jes van haar kleinen. ..Na het herstel van mijn nichtje ben ik die liefhebberij eens zakelijk gaan bekijken", vertelde mevr. Lens ons dezer dagen, toen we een kijkje na men in haar „atelier" in de Domse- laerstraat, een van de drie kamers in haar bescheiden woning. „Met een koffer vol poppenkleertjes is mijn man zes jaar geleden de boer op gegaan. De eerste de beste zaak. waar hij de collectie toch wel wat onwennig liet zien, was het raak. Tot zijn stomme verbazing kreeg hij te horen, dat de hele voorraad ver kocht was. Mijn man was toen nog taxi-chauffeur. Ik ontwierp de kleer tjes niet alleen, maar knipte en. naai de ook alles zelf. Ik had als enige gereedschap een oude trapnaaimachi- ne. T huiswerksters Vijfhonderd gulden bracht mijn eerste produktie op. Een kapi taal, zo meende ik, dus ruim schoots voldoende om er nieuwe stof fen voor te kopen. Wanneer mijn man nachtdienst gehad had, en om twee uur was thuis gekomen, zat hij "s morgens om zeven uur alweer in de trein om ergens in het Oosten of Zuiden van ons land een klant te vinden voor de koffer vol, die ik dan inmiddels geproduceerd had. Het ging zo goed, dat mijn man uit het taxibedrijf stapte, zich een eigen wa gentje aanschafte en in onze ach terkamer ook een snijmachine kwam staan, waarmee, precies als in een confectiebedrijf, tientallen modellen tegelijk op patroon gesneden kunnen worden. Vanaf dat ogenblik zijn we gaan werken met thuiswerksters. Nu werken er zo'n zestig voor ons, meest ateliermeisjes, maar ook huisnaai sters, die merkwaardig genoeg, heel wat meer plezier hebben in het ma ken van de poppekleertjes dan in ander werk". Alleen de exclusieve modellen, waar naar een groot magazijn nu al een paar jaar vraagt voor de dagen rond Sint-Nicolaas, maakt mevr. Lens nog geheel zelf. Voor liet overige bepaalt ze zich tot het ontwerpen van steeds weer nieuwe creaties, het veel om vattende snijwerk en niet in de laat ste plaats tot het inkopen van de stoffenvoorraad. Maat 16 tot 64 De thans 27-jarige zoon is na zijn militaire dienst in de familiezaak gekomen om de voorraden aan de man te bren gen. „Wanneer ilc nog eens ka meraden uit dienst ontmoet, la chen ze een beetje schamper, waneer ik zeg dat ik in poppe- kleding doe", vertelt hij. „Maar ik laat ze maar rustig lachen", is zijn bescheid. ..Hoe kunnen ze ook weten, dat er zoveel in om gaat. Ik noteer orders voor 20.000 pyjama's of 50.000 jurkjes". We hebben een sortering van veertig artikelen en ver over de honderd modellen. Een complete poppegarderobe, van sok jes tot jassen en alles wat daar on der zit. Jurken vormen het grootste artikel. Tien maten voeren we, en in iedere maat hebben we zeker vier- en-twintig modellen. De kleinste maat is 16, de grootste 64. Die getal len geven dan de lengte van de pop pen in centimeters aan". Scootercoat Wat is liet bijzondere bij dit al les? Dc heer Lens zegt het: „Mijn vrouw kleedt de poppen niet als pop, maar als kind. Wanneer ze op straat een meisje een leuk jurkje ziet dragen, onthoudt ze het. Al is het een week erna, dan vindt ze in die ontmoeting nog inspi ratie voor eigen creaties. En dan: wat ons vandaag besteld wordt, le veren we morgen, omdat wc altijd maar voorraad blijven maken"* En dan wijst de heer Lens ons naar het plafond in de tussenkamer en in de gang, waar op miniatuurkleer- hangertjes duizenden welgestreken en prachtig afgewerkte werkstukjes hangen. Men waant zich haast reus Gulliver in het modemagazijn van Lilliputterland. En die indruk wordt dan nog versterkt, wanneer de tien poppenmannequins van het bedrijf te voorschijn gehaald worden, om ons het kleurige en modieuze effect van de rokjes en blousetjes, jurkjes, houtje touwtje jasjes, anoraks, scootercoats regenjasjes, babydolls, tulen petti coats, en wat al niet meer „aan den lijve" te tonen. Ruitjes is de mode H et is allemaal zo levensecht en fascinerend, dat we er ons niet meer over verwonderden te ho ren, dat tal van moeders er een voor beeld aan nemen voor de kleding van haar kinderen. „De pop is de laatste tijd duidelijk een nog populairder speelgoed ge worden", zegt mevr. Lens. „Dank zij (Ie nieuwe kunststoffen zijn de pop pen sterker geworden. Er behoeft de kinderen dus niet ieder jaar een nieu we pop gegeven te worden. Dat heeft liet aantrekkelijk gemaakt voor een poppegarderobe te gaan zorgen. Omdat de kinderen zelf tegenwoor dig veel modieuzer gekleed gaan, moet zo'n garderobe ook met de mo de mee gaan. Dit jaar zijn; de ruitjes in de mode, terwijl daar vorig jaar beslist geen waag naar was. Voor zo'n twintig gulden maximaal heeft men een poppegarderobe compleet met pyjama, ondergoed en bovenkle ding". T on-Pillibi-japonnetjes Rondkijkend in het magazijn merkt men met hoeveel smaak en werkelijkheidsgevoel er aan dit alles gewerkt wordt. Zo goed als in de kinderwereld zijn draion blouse tjes en nylonruitjes (in dertien ver schillende kleuren) voorhanden. Maar ook ziet men in de collectie de nieuwste Tom Pillibi-japonnetjes met kanten kraagjes en strookjes aan de driekwart mouwen, keurig in de vouw gestreken Donald Duck py jama's en geruite B.B.-jurkjes met witte lingeriekant en bijpassende hoofddoekjes. ,,'t Is en blijft een hobby voor me", zegt mevr. Leus. „En het is grappig te zien hoeveel overeenkomst er is tussen de verkoop van deze artikelen en die van de kinderkleding. Des zo mers is er geen vraag naar houtje touwtje jassen, maar zodra de herfstdagen er weer zijn, moeten ze geleverd worden. Is er een regen tijd, dan willen alle poppemoeder- tjes haar kleine uitrusten met een plastic, cape. Winter- en zomerjur ken zijn er eveneens in de poppen mode. Van juni tot februari is voor ons de drukste tijd. We kunnen 1500 pyjama's of 2000 jurken per dag snijden. De naaisters kunnen ge middeld zo'n zes jurkjes per uur in elkaar zetten. Omdat ik het zelf zolang heb gedaan, houd ik er natuurlijk terdege rekening mee, dat het geen ingewikkelde maaksels moeten zijn. Maar bovendien, ik instrueer ze uit ervaring hoe ze moeten werken Mevrouw Lens m naar voorraad-1 mannequins. precies als ln een confectiefabriek magazijn. Tezamen met de poppen- I om met de minste moeite de grootst mogelijke produktie te krijgen. Le veranties van 300 kg poppekleer tjes ineens aan één magazijn zijn voor ons tegenwoordig dan ook geen zeldzaamheid meer. Alleen die Ame rikaanse order voor levering van 150.000 stuks van elk voorhanden model, hebben we kortgeleden toch maar afgeslagen..." Zeeploze toiletzeep Overal verkrijgbaar I J& Een elektrische centrale in de buurt van Chesterfield (Derbyshire in Enge land) die meer dan vijf miljoen gulden heeft gekost, zal worden afgebroken na dat zij slechts zes weken in gebruik is geweest. De centrale is gebouwd boven een steenkoollaag. De generators werden aangedreven door gas dat gevormd werd als de steenkool onder de grond werd verhit. De proefneming is geen succes geweest. DE STROPDAS AL IN HUIS? Meeste mannenverlangens stoelen op ijdelheid (Van een medewerkster) Hebt U de stropdas al in liuïs, me vrouw? en de sokken? goed, dan gaan we nu eens over echte sin terklaaspresentjes praten, want de sokken en de stropdas vindt hij geen presentjes, hoor. Zeker, in de verlo ving en de eerste jaren van een hu welijk doet een man alsof hij ver rukt is van juist dat paar sokken met een streepje, en juist die strop das, met ook een streepje, maar zo na een jaar of wat gaat zich toch in zo'n map een jammerlijk gevoel op hopen: hij wil wat anders. Goed, hij kijgt eens wat anders, als het maar geen sigaren of sigaretten zijn en van een pijp moet je verstand heb ben, laat hem die zelf maar laten ko pen: hij doet er een uur over. Sigaren en sigaretten zijn goed als ,T>at zag je toch, oorlogje tussen de Friezen en de Romeinen STOUT EN ZOET..... ZOET EN STOUT f op-present je, mits ze maar van chocola zijn. Niet om het snoep goed, maar omdat er uit blijkt dat U, echt lief, zich er zorgen over maakt dat hij veel te veel rookt. Hij blijft veel te veel roken, maar het ontroert hem dat U er bezorgd over bent. Uw zoon geeft U na tuurlijk helemaal geen rookgerei jongelui roken veel minder dan ouwelui en laten we dat hóuen zo. Ouderdom wil geuren Reukspul mag ook voor alle man nen boven de veertig: hoe ouder een man wordt, hoe lekkerder hij ruiken «11. Hij geeft het niet toe natuurlijk, en daarom bestaat er niet zoiets als parfum voor mannen; ze noemen het brillantine of after-shaving lotion en badzout, maar het gaat om het lek ker ruiken en och, het kan geen kwaad meer, nu lüj al een buikje be gint te krijgen en een beetje kaal wordt op de kruin. Weer anders is het verlangen een héér te zijn: een aristocraat geef 'm een zilveren sigarettendoos voor op tafel, zodat hij tenminste weet waar Speurtocht van de zwarte knecht leverde een kleverig snoepje op JYI aarrr. menéerrr Sint- Nicolaas, wat U nu zelf hebben willen?" vroeg zwarte Piet en bij bet alle r's rollen. Sints knecht sloeg voor de zoveelste keer het dikke boek open, waarin bij alle verlanglijstjes bad over- geschfeven, die de kinderen hem gestuurd hadden. „Ja heus, meneem* Sint-Nico laas. U zelf weten weerrrr niets te wensen. Veel geven, weinig vrrragen. Piet ook wel eens iets in uw schoen stoppen willen." „In mijn eigen schoen lachte de goede sint. „In uw miiterr dan, als U dat lie ver willen schaterde het zwar tje en rolde met zijn ogen. Zijn mond trok een vrolijke rode streep in zijn donker gezicht. „Maar beste Pieter, ik heb toch alles, wat er maar te wensen valt? Kom, geen grapjes, geef me het dikke boek maar eens aan, we moeten aan het werk. Ik bén be nieuwd naar de verlanglijstjes. Ik hoop maar, dat ze niet te veel vra gen, want dan krijgen ze Sint begon te lezen en wees bij met de vinger, waaraan de kost bare Bisschopsring flonkerde. Daarvooi moest hij zijn bril een paar maal verschuiven en telkens moest hij diep nadenken. Piet had onder ieder verlanglijst je geschreven, of het kind, dat er bij hoorde zoet of stout was. Sint zuchtte en legde het boek even neer. „Ze zijn altijd zoet, maar ook wel eens stout. Helemaal zoet, nee Pieterbaas. nee, zo eentje stond er nog nooit hiei - in. Ik wou, dat je np ook eens een jongen of een meisje inschreef, dat echt alleen maar zoet ge weest was. Zo'n kind zou ik nu graag een mooi cadeautje geven". Sint ging ineens pal rechtop zit ten, greep zijn staf, tikte ermee op de vloer en riep vrolijk uit: „En daar heb je mijn wens, Pie terbaas. Zoek zo'n kind voor me op en breng me iets van dat won derkind mee, al was het dan maar een zakdoek. Dat zou mijn mooiste sinterklaasgeschenk wezen," Piets ogen flikkerden: „Daarr mijn Bisschop iets vrra- gen", bromde hij. „Waarrrr zo'n witte peperrrnoot? Maarrr mij zoeken!" Hij gooide zijn mooie paarse baret omhoog, zodat de volle struisveer wapperde, maakte nog 'n lucht sprong en was verdwenen. 0— Op zijn kamer trok hij vlug een truitje aan, en een schooi- broek, zodat hij er als een doodgewone jongen uitzag en ging dé straat op. Al gauw kwam hij voorbij, een huis, waarvan de voor deur op een kier stond. Daarachter hoorde hij een schelle kinderstem schreeuwen: „Ik doe geen boodschappen, ja, zeker, ik altijd met een zware tas sjouwen." De deur werd boos open gerukt en een meisje slofte naar buiten. Pieter liep meteen door. Hier hoef de hij niet te zoeken. Maar op het zelfde ogenblik bleef hij staan, net zoals het kind. „Miauw, miauw", riep een poesje klagelijk uit een boom langs ae kant. Het wilde telkens naar be neden springen, maar op het laat ste ogenblik durfde het niet, trok het zijn rug krom en mauwde het angstig. Meteen stond het meisje onder de stam en lokte: „Kom maar, poes, kom maai*!" Vol verwachting bleef Piet staan kijken. Zijn ogeu werden rond van verbazing, toen het meisje als de wind haar schoenen uitschopte, probeerde haar benen om de stam te slaan en naar boven te klimmen. Maar het lukte niet, ze kwam geen voet van de grond. En het poesje klaagde maar. ..Toe, kun jij niet die boom in", riep ze tegén het knechtje. „Hoor nu eens, dat arme dier!" Pieterbaas bedacht zich geen ogen blik en was in een wip boven. Voorzichtig schoof hij naar het diertje toe, greep het en liet zich naar beneden glijden. Met een stralend gezicht pakte 't meisje de poes aan. „Ik zie jou ook liever vriendelijk kijken", zei Pieter en vervolgde zijn weg. Hier was voor hem niets te zoeken. Weer een zoet en tegelijk «tout kind;" Langs een school kwam hij nu, waar een klas kinderen naar buiten rolde. Voor zijn verblufte ogen verdeel den de jongens zich meteen in twee groepen. „Wij zijn de Romeinen en jullie de Friezen", hoorde hij schreeu wen en bleef onthutst staan kij ken, hoe ze elkaar in de haren vlo gen en als een kluwen over de grond rolden. „Je gaat eraan!" joelden ze, toen de meester de vechtersbazen uit elkaar joeg. Een opgeschoten lummel naast Dit jaar hebben we ons sinterklaasverhaal laten schrijven door mevrouw C. E. Pothast-Ghnberg, die de Kinderboekenprijs vraag 1960 heeft gewon nen. hem wreef langs een buil op zijn voorhoofd en een andere stond zijn bloedneus te stelpen. „Wat speelden jullie eigenlijk?" vroeg sinterklaas'knecht en deed een stap naar voren. „Dat zag je toch: oorlogje tussen de Friezen en de Romeinen." Pieterbaas gaf geen antwoord verder. Hier was voor hem ook niets te vinden. Hij slenterde over een hoge brug en hoorde achter zich een handkar kreunen. Een oude man zeulde met moeite de wagen de helling op. Bijna rolde de kar weer terug, maar de jongen met de buil aan het hoofd, holde al naderbij, greep een wiel bij de spaken en samen kregen ze de vracht de schuine kant omhoog. „Ha! Ha!" grinnikte Pieter. „Stout-zoet; zoet-stout! Zo, iederrr kind." 0— Hij wandelde verder en bleef staan bij een jongen cn een meisje voor een winkelruit, waarachter allemaal lekkers lag uitgestald. „Wat zet jij op je verlanglijst?" vroeg het meisje aan de jongen, die zijn neus tegen het glas druk te. „Ikke een poppewagen en een nieuwe pop. Enneeen kook- fornuisje, en knikkers en een hand tasje De jongen luisterde stomverbaasd en staarde haar met grote ogen aan. Eindelijk zei hij zachtjes: „Mijn vader zegt», dat sinterklaas dit jaar voorbij rijdt, want moe der was zo lang ziek. Sint moet voor moeder maar veel verster kende middelen brengen en een nieuw wollen vest. Dat zegt mijn vader." Begerig keek hij naar al het lek kers achter de ruit. Pieter kwam wat dichter bij. Deze jongen misschien? Het meisje zei intussen: „Nou ja. Mijn vader zegt ook, dat sint niet rijk is, dit jaar. Maar ik vraag toch alles. En als ik het niet krijg, dan stamp ik." Ze trappelde al vast, maar ineens dook ze diep in haar mantelzak en viste er een dubbeltje uit. „Van tante Annie, mag ik drop voor kopen". Meteen rende ze naar de drogist aan de overkant en kwam met een puntzakje terug. „Hier", zei ze en schudde het zak je voor meer dan de helft leeg in de jongenshanden. „Omdat jij niets krijgt van sint." „Stout-zoet; zoet-stout", dacht Pieter, „maar weer geen cadeautje voor mijn brrrave nieesterrr. Of toch, die jongen! Het ventje stopte de dropjes in zijn zak en slenterde weg. Pieter man hem na tot aan een stenen trap, die naar een kelderwoning voerde. De jongen liet de deur half; open staan. Zo kon Piet naar binnen zien. Twee kleine meisjes zaten samen op een stoel en zon gen: „Zie de maan schijnt door de bo men." 0— hij z'n postzegels in moet bewaren, zonder dat ze wegraken. En geef 'm een marokkaans leren boek-omslag met een bladwijzertje. zelfs een niet lezende man zult U er mee over bluffen: hij voelt zich ineens een landjonker-met-een-boekske-in-een hoekske. Zijn prestige wordt ook ge streeld als U hem plaatwerken geeft; een ets of een reproduktie van een of ander beroemd schilderij. Hetzelfde soort man zal het op prijs stellen een antiek glas te krijgen, heel wat anders dan een kop en schotel waar op staat: voor pa. V ervoers-vervoeringen Dan is er 's mans vervoer: je kunt hem in vervoering brengen met iets voor z'n flets, z'n brommer of z'n auto. Het zijn doorgaans de dingen waarover hij jaloerse opmerkingen maakt als hij ziet dat een ander ze heeft. Zo van: heb je die malle rooïe hoezen gezien in Jaap z'n Dauphine? Knoop het in uw oor: hij wil zelf van die malle groene hoezen. Of een handstofzuigertje, of een slang-met- roterende borstel. Of als hij fietser of brommer is een plastic scherm voor op tegen wind en regen. Dat zijn alemaal cadeautjes voor ge wone mannen, veel leuker Is het wat te kopen voor een man-met-een lief hebberij. Een man die van rissen houdt geeft U een doosje met twaalf verschillende kunstvliegen griezels, waar hij dol gelukkig mee is. Einde loos is natuurlijk de variatie van lief hebberij die de man hebben kan en even eindeloos dus de variatie in pre sentjes: van spoortreinen tot postze gels en van tinnen soldaatjes tot bier viltjes, van modelplaten voor vlieg- tuigenbouw tot kisten vol materiaal voor het zelf maken van een pijpor- geltje. Voor uw huisnozempjes Ten dele samenvallend met wat U uw man kunt geven is wat U uw zoon kunt geven als liij eenmaal de baard in de keel heeft en dus verach ting heeft voor alles wat op speelgoed lijkt. Geef 'm als moeder nooit z'n eerste scheerapparaat; hij zal denken dat U 'm in de maling neemt Iaat zijn vader dat doen, met het harte lijk gemeend vermaan, nou verder met z'n fikken van pa's scheerspul af te blijven. Als U een muziek-instrument koopt voor uw zoon moet U weten dat de gitaar uit de mode raakt; er is tegenwoordig een soort elek trische toetsenborden in de handel waarop zelfs analfabeten muziek kunnen maken, nu ja, muziek... En tenslotte is er dan behalve uw man en uw zoon: uw vader ver geet hem niet, want hij heeft jaren lang chocolade kikkers in uw schoen gestopt. Moeilijk is het niet voor hem een cadeautje te kiezen: hij is met al les blij. Hij Is eigenlijk de ideale man, nu hij opa is. D e zwarte knecht straalde. Hij hoorde graag liedjes ter ere van zijn meester. Had hij niet hoorde graag liedjes^ ter ere „Vol verwachting klogt mijn hart", nog ergens een paar pepernoten? Ja wacht, daar vond hij er nog 'n handvol, die hij naar binnen strooide. De meisjes rolden bijna van hun stoel, maar de jongen was er het eerst bij. Hij liet zich bovenop de pepernoten vallen en griste ze allemaal naar zich toe.... „Nee! Nee!" riep Pieterman knecht bijna hardop. Dat die jon gen nu ook zoet-stout moest zijn! Hij ging boven aan het stenen trapje zitten en veegde met een vlag van een witte zakdoek over zijn gezicht. Hij had het er warm van gekregen. Een paar maal schudde hij zijn kroeskop. Verder zoeken hoefde hij eigenlijk niet. Want zolang hij nu al werkte bij zijn goede Bisschop had hij nooit ders gezien. Zoet-stout; stout- zoet, waren ze allemaal, alle kin deren, die hij had op geschreven m zijn dikke'boek Hij slenterde naar het hotel, waai de* oude «int naar hem uitkeek. Bisschop. Maar Pieterman haalde weer zijn grote zakdoek voor de dag. Zijn hele gezicht werd er warm en klam van. Hé, wat viel daaruit? Hij bukte zich en raapte een klein, kleverig zwart dropje op. Hoe was dat in zijn zak terecht gekomen? Zeker op die stoep. Dat kon hij sint toch onmogelijk geven? Maar voor Piet er verder over na dacht. lag het onooglijke snoepje al op de uitgestoken hand van sint. Wat een cadeau voor de bra ve Bisschop! Pietermanknecht liet zijn hoofd zakken en durfde gewoon niet opkijken. Maar wat was dat? Hoorde hij dat goed? Lachte de goede sint Schaterde hij zelfs? Piet gluurde even onder zijn oogleden uit, zodat het wit blikkerde. Toen durfde hij ook; eerst nog 2achtjes, maar later gier den ze samen, tot Sint-Nicolaas er eindelijk kon uitbrengen: „Dat krijg je in je schoen, als je veel le yeel wenst!"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 15