Poppenkleding: een modern en
veelgevraagd modeartikel
Sinterklaastips voor de vrouw
Toen Piet maar geen zoet kind kon vinden
Het
schoonste
geschenk
WOENSDAG 30 NOVEMBER I960
P R O V IN C l'ALE ZEEUWSE COURANT
23
TWEEDUIZEND JURKJES PER DAG
Internationaal modecentrum
in miniatuur
I
(Van een onzer verslaggevers)
11 een bescheiden driekamer
woning nabij de befaamde
Dapperbuurt in Amsterdam
hebben we een internationaal
modecentrum ontdekt. Een een
voudige, maar vindingrijke
huisvrouw, mevr. A. H. Lens-
Luybé leidt het. En we durven
te schatten, dat haar creaties
groter en oprechter populari
teit genieten dan die van de ver
maarde Parijse Modehuizen.
Alleen, het „Modehuis Lens"
fascineert een ander publiek
dan dat van de Parijse huizen:
duizenden kleine poppemoe-
dertjes, hier in Nederland en in
België, en straks nog eens dui
zenden ook in Duitsland en
Engeland.
Miniatuur
Als eeu liefhebberij is het alle
maal begonnen. Als een spel
voor de kleine nichtjes en
de buurkinderen en tenslotte ook
voor vele kleine patiëntjes in
het grote ziekenhuis, waarin een van
de nichtjes plotseling opgenomen
moest worden. Ongeveinsd enthou
siasme wekten de creaties, die me
vrouw Lens tevoorschijn toverde uil
wat voor vele anderen misschien
waardeloze lapjes stof geweest /.ou
den zijn. Met een kantje hier, en een
strikje daar, maar ook door een fris
se en vrolijke ltleurwisseling maakte
ze er miniatuurtjes van kinderkle
ding van, die niet zelden de moeders
inspireerden als model voor de jurk
jes van haar kleinen.
..Na het herstel van mijn nichtje ben
ik die liefhebberij eens zakelijk gaan
bekijken", vertelde mevr. Lens ons
dezer dagen, toen we een kijkje na
men in haar „atelier" in de Domse-
laerstraat, een van de drie kamers
in haar bescheiden woning.
„Met een koffer vol poppenkleertjes
is mijn man zes jaar geleden de boer
op gegaan. De eerste de beste zaak.
waar hij de collectie toch wel wat
onwennig liet zien, was het raak.
Tot zijn stomme verbazing kreeg hij
te horen, dat de hele voorraad ver
kocht was. Mijn man was toen nog
taxi-chauffeur. Ik ontwierp de kleer
tjes niet alleen, maar knipte en. naai
de ook alles zelf. Ik had als enige
gereedschap een oude trapnaaimachi-
ne.
T huiswerksters
Vijfhonderd gulden bracht mijn
eerste produktie op. Een kapi
taal, zo meende ik, dus ruim
schoots voldoende om er nieuwe stof
fen voor te kopen. Wanneer mijn
man nachtdienst gehad had, en om
twee uur was thuis gekomen, zat hij
"s morgens om zeven uur alweer in
de trein om ergens in het Oosten of
Zuiden van ons land een klant te
vinden voor de koffer vol, die ik dan
inmiddels geproduceerd had. Het
ging zo goed, dat mijn man uit het
taxibedrijf stapte, zich een eigen wa
gentje aanschafte en in onze ach
terkamer ook een snijmachine kwam
staan, waarmee, precies als in een
confectiebedrijf, tientallen modellen
tegelijk op patroon gesneden kunnen
worden. Vanaf dat ogenblik zijn we
gaan werken met thuiswerksters. Nu
werken er zo'n zestig voor ons, meest
ateliermeisjes, maar ook huisnaai
sters, die merkwaardig genoeg, heel
wat meer plezier hebben in het ma
ken van de poppekleertjes dan in
ander werk".
Alleen de exclusieve modellen, waar
naar een groot magazijn nu al een
paar jaar vraagt voor de dagen rond
Sint-Nicolaas, maakt mevr. Lens nog
geheel zelf. Voor liet overige bepaalt
ze zich tot het ontwerpen van steeds
weer nieuwe creaties, het veel om
vattende snijwerk en niet in de laat
ste plaats tot het inkopen van de
stoffenvoorraad.
Maat 16 tot 64
De thans 27-jarige zoon is na
zijn militaire dienst in de
familiezaak gekomen om de
voorraden aan de man te bren
gen. „Wanneer ilc nog eens ka
meraden uit dienst ontmoet, la
chen ze een beetje schamper,
waneer ik zeg dat ik in poppe-
kleding doe", vertelt hij. „Maar
ik laat ze maar rustig lachen",
is zijn bescheid. ..Hoe kunnen ze
ook weten, dat er zoveel in om
gaat.
Ik noteer orders voor 20.000 pyjama's
of 50.000 jurkjes". We hebben een
sortering van veertig artikelen en
ver over de honderd modellen. Een
complete poppegarderobe, van sok
jes tot jassen en alles wat daar on
der zit. Jurken vormen het grootste
artikel. Tien maten voeren we, en
in iedere maat hebben we zeker vier-
en-twintig modellen. De kleinste
maat is 16, de grootste 64. Die getal
len geven dan de lengte van de pop
pen in centimeters aan".
Scootercoat
Wat is liet bijzondere bij dit al
les? Dc heer Lens zegt het:
„Mijn vrouw kleedt de poppen
niet als pop, maar als kind.
Wanneer ze op straat een meisje een
leuk jurkje ziet dragen, onthoudt ze
het. Al is het een week erna, dan
vindt ze in die ontmoeting nog inspi
ratie voor eigen creaties. En dan:
wat ons vandaag besteld wordt, le
veren we morgen, omdat wc altijd
maar voorraad blijven maken"*
En dan wijst de heer Lens ons naar
het plafond in de tussenkamer en in
de gang, waar op miniatuurkleer-
hangertjes duizenden welgestreken
en prachtig afgewerkte werkstukjes
hangen. Men waant zich haast reus
Gulliver in het modemagazijn van
Lilliputterland. En die indruk wordt
dan nog versterkt, wanneer de tien
poppenmannequins van het bedrijf te
voorschijn gehaald worden, om ons
het kleurige en modieuze effect van
de rokjes en blousetjes, jurkjes, houtje
touwtje jasjes, anoraks, scootercoats
regenjasjes, babydolls, tulen petti
coats, en wat al niet meer „aan den
lijve" te tonen.
Ruitjes is de mode
H et is allemaal zo levensecht en
fascinerend, dat we er ons niet
meer over verwonderden te ho
ren, dat tal van moeders er een voor
beeld aan nemen voor de kleding van
haar kinderen.
„De pop is de laatste tijd duidelijk
een nog populairder speelgoed ge
worden", zegt mevr. Lens. „Dank zij
(Ie nieuwe kunststoffen zijn de pop
pen sterker geworden. Er behoeft de
kinderen dus niet ieder jaar een nieu
we pop gegeven te worden. Dat heeft
liet aantrekkelijk gemaakt voor een
poppegarderobe te gaan zorgen.
Omdat de kinderen zelf tegenwoor
dig veel modieuzer gekleed gaan,
moet zo'n garderobe ook met de mo
de mee gaan. Dit jaar zijn; de ruitjes
in de mode, terwijl daar vorig jaar
beslist geen waag naar was. Voor
zo'n twintig gulden maximaal heeft
men een poppegarderobe compleet
met pyjama, ondergoed en bovenkle
ding".
T on-Pillibi-japonnetjes
Rondkijkend in het magazijn
merkt men met hoeveel smaak
en werkelijkheidsgevoel er aan
dit alles gewerkt wordt. Zo goed als
in de kinderwereld zijn draion blouse
tjes en nylonruitjes (in dertien ver
schillende kleuren) voorhanden.
Maar ook ziet men in de collectie
de nieuwste Tom Pillibi-japonnetjes
met kanten kraagjes en strookjes
aan de driekwart mouwen, keurig in
de vouw gestreken Donald Duck py
jama's en geruite B.B.-jurkjes met
witte lingeriekant en bijpassende
hoofddoekjes.
,,'t Is en blijft een hobby voor me",
zegt mevr. Leus. „En het is grappig
te zien hoeveel overeenkomst er is
tussen de verkoop van deze artikelen
en die van de kinderkleding. Des zo
mers is er geen vraag naar houtje
touwtje jassen, maar zodra de
herfstdagen er weer zijn, moeten ze
geleverd worden. Is er een regen
tijd, dan willen alle poppemoeder-
tjes haar kleine uitrusten met een
plastic, cape. Winter- en zomerjur
ken zijn er eveneens in de poppen
mode.
Van juni tot februari is voor ons
de drukste tijd. We kunnen 1500
pyjama's of 2000 jurken per dag
snijden. De naaisters kunnen ge
middeld zo'n zes jurkjes per uur
in elkaar zetten. Omdat ik het
zelf zolang heb gedaan, houd ik
er natuurlijk terdege rekening
mee, dat het geen ingewikkelde
maaksels moeten zijn.
Maar bovendien, ik instrueer ze uit
ervaring hoe ze moeten werken Mevrouw Lens m naar voorraad-1 mannequins.
precies als ln een confectiefabriek magazijn. Tezamen met de poppen- I
om met de minste moeite de grootst
mogelijke produktie te krijgen. Le
veranties van 300 kg poppekleer
tjes ineens aan één magazijn zijn
voor ons tegenwoordig dan ook geen
zeldzaamheid meer. Alleen die Ame
rikaanse order voor levering van
150.000 stuks van elk voorhanden
model, hebben we kortgeleden toch
maar afgeslagen..."
Zeeploze toiletzeep
Overal verkrijgbaar I J&
Een elektrische centrale in de buurt
van Chesterfield (Derbyshire in Enge
land) die meer dan vijf miljoen gulden
heeft gekost, zal worden afgebroken na
dat zij slechts zes weken in gebruik is
geweest. De centrale is gebouwd boven
een steenkoollaag. De generators werden
aangedreven door gas dat gevormd werd
als de steenkool onder de grond werd
verhit. De proefneming is geen succes
geweest.
DE STROPDAS AL IN HUIS?
Meeste mannenverlangens
stoelen op ijdelheid
(Van een medewerkster)
Hebt U de stropdas al in liuïs, me
vrouw? en de sokken? goed,
dan gaan we nu eens over echte sin
terklaaspresentjes praten, want de
sokken en de stropdas vindt hij geen
presentjes, hoor. Zeker, in de verlo
ving en de eerste jaren van een hu
welijk doet een man alsof hij ver
rukt is van juist dat paar sokken
met een streepje, en juist die strop
das, met ook een streepje, maar zo
na een jaar of wat gaat zich toch in
zo'n map een jammerlijk gevoel op
hopen: hij wil wat anders. Goed, hij
kijgt eens wat anders, als het
maar geen sigaren of sigaretten zijn
en van een pijp moet je verstand heb
ben, laat hem die zelf maar laten ko
pen: hij doet er een uur over.
Sigaren en sigaretten zijn goed als
,T>at zag je toch, oorlogje tussen de
Friezen en de Romeinen
STOUT EN ZOET..... ZOET EN STOUT
f op-present je, mits ze maar van
chocola zijn. Niet om het snoep
goed, maar omdat er uit blijkt dat
U, echt lief, zich er zorgen over
maakt dat hij veel te veel rookt.
Hij blijft veel te veel roken, maar
het ontroert hem dat U er bezorgd
over bent. Uw zoon geeft U na
tuurlijk helemaal geen rookgerei
jongelui roken veel minder dan
ouwelui en laten we dat hóuen zo.
Ouderdom wil geuren
Reukspul mag ook voor alle man
nen boven de veertig: hoe ouder een
man wordt, hoe lekkerder hij ruiken
«11. Hij geeft het niet toe natuurlijk,
en daarom bestaat er niet zoiets als
parfum voor mannen; ze noemen het
brillantine of after-shaving lotion en
badzout, maar het gaat om het lek
ker ruiken en och, het kan geen
kwaad meer, nu lüj al een buikje be
gint te krijgen en een beetje kaal
wordt op de kruin.
Weer anders is het verlangen een
héér te zijn: een aristocraat geef
'm een zilveren sigarettendoos voor op
tafel, zodat hij tenminste weet waar
Speurtocht van de zwarte knecht
leverde een kleverig snoepje op
JYI aarrr. menéerrr
Sint-
Nicolaas, wat U nu
zelf hebben willen?" vroeg
zwarte Piet en bij bet alle
r's rollen. Sints knecht sloeg
voor de zoveelste keer het
dikke boek open, waarin bij
alle verlanglijstjes bad over-
geschfeven, die de kinderen
hem gestuurd hadden.
„Ja heus, meneem* Sint-Nico
laas. U zelf weten weerrrr niets
te wensen. Veel geven, weinig
vrrragen. Piet ook wel eens iets
in uw schoen stoppen willen."
„In mijn eigen schoen lachte de
goede sint.
„In uw miiterr dan, als U dat lie
ver willen schaterde het zwar
tje en rolde met zijn ogen. Zijn
mond trok een vrolijke rode streep
in zijn donker gezicht.
„Maar beste Pieter, ik heb toch
alles, wat er maar te wensen
valt? Kom, geen grapjes, geef me
het dikke boek maar eens aan, we
moeten aan het werk. Ik bén be
nieuwd naar de verlanglijstjes. Ik
hoop maar, dat ze niet te veel vra
gen, want dan krijgen ze
Sint begon te lezen en wees bij
met de vinger, waaraan de kost
bare Bisschopsring flonkerde.
Daarvooi moest hij zijn bril een
paar maal verschuiven en telkens
moest hij diep nadenken.
Piet had onder ieder verlanglijst
je geschreven, of het kind, dat er
bij hoorde zoet of stout was.
Sint zuchtte en legde het boek even
neer.
„Ze zijn altijd zoet, maar ook wel
eens stout.
Helemaal zoet, nee Pieterbaas. nee,
zo eentje stond er nog nooit hiei -
in. Ik wou, dat je np ook eens een
jongen of een meisje inschreef,
dat echt alleen maar zoet ge
weest was. Zo'n kind zou ik nu
graag een mooi cadeautje geven".
Sint ging ineens pal rechtop zit
ten, greep zijn staf, tikte ermee
op de vloer en riep vrolijk uit:
„En daar heb je mijn wens, Pie
terbaas. Zoek zo'n kind voor me
op en breng me iets van dat won
derkind mee, al was het dan maar
een zakdoek. Dat zou mijn mooiste
sinterklaasgeschenk wezen,"
Piets ogen flikkerden:
„Daarr mijn Bisschop iets vrra-
gen", bromde hij.
„Waarrrr zo'n witte peperrrnoot?
Maarrr mij zoeken!"
Hij gooide zijn mooie paarse baret
omhoog, zodat de volle struisveer
wapperde, maakte nog 'n lucht
sprong en was verdwenen.
0—
Op zijn kamer trok hij vlug
een truitje aan, en een schooi-
broek, zodat hij er als een
doodgewone jongen uitzag en ging
dé straat op. Al gauw kwam hij
voorbij, een huis, waarvan de voor
deur op een kier stond.
Daarachter hoorde hij een schelle
kinderstem schreeuwen:
„Ik doe geen boodschappen, ja,
zeker, ik altijd met een zware tas
sjouwen."
De deur werd boos open gerukt
en een meisje slofte naar buiten.
Pieter liep meteen door. Hier hoef
de hij niet te zoeken. Maar op het
zelfde ogenblik bleef hij staan, net
zoals het kind.
„Miauw, miauw", riep een poesje
klagelijk uit een boom langs ae
kant. Het wilde telkens naar be
neden springen, maar op het laat
ste ogenblik durfde het niet, trok
het zijn rug krom en mauwde het
angstig.
Meteen stond het meisje onder de
stam en lokte:
„Kom maar, poes, kom maai*!"
Vol verwachting bleef Piet staan
kijken. Zijn ogeu werden rond van
verbazing, toen het meisje als de
wind haar schoenen uitschopte,
probeerde haar benen om de
stam te slaan en naar boven te
klimmen. Maar het lukte niet, ze
kwam geen voet van de grond. En
het poesje klaagde maar.
..Toe, kun jij niet die boom in",
riep ze tegén het knechtje. „Hoor
nu eens, dat arme dier!"
Pieterbaas bedacht zich geen ogen
blik en was in een wip boven.
Voorzichtig schoof hij naar het
diertje toe, greep het en liet zich
naar beneden glijden.
Met een stralend gezicht pakte 't
meisje de poes aan.
„Ik zie jou ook liever vriendelijk
kijken", zei Pieter en vervolgde
zijn weg. Hier was voor hem
niets te zoeken. Weer een zoet en
tegelijk «tout kind;"
Langs een school kwam hij nu,
waar een klas kinderen naar
buiten rolde.
Voor zijn verblufte ogen verdeel
den de jongens zich meteen in
twee groepen.
„Wij zijn de Romeinen en jullie
de Friezen", hoorde hij schreeu
wen en bleef onthutst staan kij
ken, hoe ze elkaar in de haren vlo
gen en als een kluwen over de
grond rolden.
„Je gaat eraan!" joelden ze, toen
de meester de vechtersbazen uit
elkaar joeg.
Een opgeschoten lummel naast
Dit jaar hebben we ons
sinterklaasverhaal laten
schrijven door mevrouw
C. E. Pothast-Ghnberg,
die de Kinderboekenprijs
vraag 1960 heeft gewon
nen.
hem wreef langs een buil op zijn
voorhoofd en een andere stond
zijn bloedneus te stelpen.
„Wat speelden jullie eigenlijk?"
vroeg sinterklaas'knecht en deed
een stap naar voren.
„Dat zag je toch: oorlogje tussen
de Friezen en de Romeinen."
Pieterbaas gaf geen antwoord
verder. Hier was voor hem ook
niets te vinden. Hij slenterde over
een hoge brug en hoorde achter
zich een handkar kreunen. Een
oude man zeulde met moeite de
wagen de helling op. Bijna rolde
de kar weer terug, maar de jongen
met de buil aan het hoofd, holde
al naderbij, greep een wiel bij de
spaken en samen kregen ze de
vracht de schuine kant omhoog.
„Ha! Ha!" grinnikte Pieter.
„Stout-zoet; zoet-stout! Zo, iederrr
kind."
0—
Hij wandelde verder en bleef
staan bij een jongen cn een
meisje voor een winkelruit,
waarachter allemaal lekkers lag
uitgestald.
„Wat zet jij op je verlanglijst?"
vroeg het meisje aan de jongen,
die zijn neus tegen het glas druk
te. „Ikke een poppewagen en een
nieuwe pop. Enneeen kook-
fornuisje, en knikkers en een hand
tasje
De jongen luisterde stomverbaasd
en staarde haar met grote ogen
aan. Eindelijk zei hij zachtjes:
„Mijn vader zegt», dat sinterklaas
dit jaar voorbij rijdt, want moe
der was zo lang ziek. Sint moet
voor moeder maar veel verster
kende middelen brengen en een
nieuw wollen vest. Dat zegt mijn
vader."
Begerig keek hij naar al het lek
kers achter de ruit.
Pieter kwam wat dichter bij. Deze
jongen misschien?
Het meisje zei intussen:
„Nou ja. Mijn vader zegt ook, dat
sint niet rijk is, dit jaar. Maar
ik vraag toch alles. En als ik het
niet krijg, dan stamp ik."
Ze trappelde al vast, maar ineens
dook ze diep in haar mantelzak en
viste er een dubbeltje uit.
„Van tante Annie, mag ik drop
voor kopen". Meteen rende ze
naar de drogist aan de overkant
en kwam met een puntzakje terug.
„Hier", zei ze en schudde het zak
je voor meer dan de helft leeg in
de jongenshanden. „Omdat jij niets
krijgt van sint."
„Stout-zoet; zoet-stout", dacht
Pieter, „maar weer geen cadeautje
voor mijn brrrave nieesterrr. Of
toch, die jongen!
Het ventje stopte de dropjes in
zijn zak en slenterde weg. Pieter
man hem na tot aan een stenen
trap, die naar een kelderwoning
voerde. De jongen liet de deur
half; open staan. Zo kon Piet naar
binnen zien. Twee kleine meisjes
zaten samen op een stoel en zon
gen:
„Zie de maan schijnt door de bo
men."
0—
hij z'n postzegels in moet bewaren,
zonder dat ze wegraken. En geef 'm
een marokkaans leren boek-omslag
met een bladwijzertje. zelfs een
niet lezende man zult U er mee over
bluffen: hij voelt zich ineens een
landjonker-met-een-boekske-in-een
hoekske. Zijn prestige wordt ook ge
streeld als U hem plaatwerken geeft;
een ets of een reproduktie van een of
ander beroemd schilderij. Hetzelfde
soort man zal het op prijs stellen een
antiek glas te krijgen, heel wat
anders dan een kop en schotel waar
op staat: voor pa.
V ervoers-vervoeringen
Dan is er 's mans vervoer: je kunt
hem in vervoering brengen met iets
voor z'n flets, z'n brommer of z'n
auto. Het zijn doorgaans de dingen
waarover hij jaloerse opmerkingen
maakt als hij ziet dat een ander ze
heeft. Zo van: heb je die malle rooïe
hoezen gezien in Jaap z'n Dauphine?
Knoop het in uw oor: hij wil zelf van
die malle groene hoezen. Of een
handstofzuigertje, of een slang-met-
roterende borstel. Of als hij fietser of
brommer is een plastic scherm voor
op tegen wind en regen.
Dat zijn alemaal cadeautjes voor ge
wone mannen, veel leuker Is het
wat te kopen voor een man-met-een
lief hebberij. Een man die van rissen
houdt geeft U een doosje met twaalf
verschillende kunstvliegen griezels,
waar hij dol gelukkig mee is. Einde
loos is natuurlijk de variatie van lief
hebberij die de man hebben kan en
even eindeloos dus de variatie in pre
sentjes: van spoortreinen tot postze
gels en van tinnen soldaatjes tot bier
viltjes, van modelplaten voor vlieg-
tuigenbouw tot kisten vol materiaal
voor het zelf maken van een pijpor-
geltje.
Voor uw huisnozempjes
Ten dele samenvallend met wat U
uw man kunt geven is wat U uw
zoon kunt geven als liij eenmaal de
baard in de keel heeft en dus verach
ting heeft voor alles wat op speelgoed
lijkt. Geef 'm als moeder nooit z'n
eerste scheerapparaat; hij zal denken
dat U 'm in de maling neemt Iaat
zijn vader dat doen, met het harte
lijk gemeend vermaan, nou verder
met z'n fikken van pa's scheerspul af
te blijven.
Als U een muziek-instrument
koopt voor uw zoon moet U weten
dat de gitaar uit de mode raakt;
er is tegenwoordig een soort elek
trische toetsenborden in de handel
waarop zelfs analfabeten muziek
kunnen maken, nu ja, muziek...
En tenslotte is er dan behalve uw
man en uw zoon: uw vader ver
geet hem niet, want hij heeft jaren
lang chocolade kikkers in uw schoen
gestopt. Moeilijk is het niet voor hem
een cadeautje te kiezen: hij is met al
les blij. Hij Is eigenlijk de ideale man,
nu hij opa is.
D
e zwarte knecht straalde. Hij
hoorde graag liedjes ter ere
van zijn meester. Had hij niet
hoorde graag liedjes^ ter ere „Vol verwachting klogt mijn hart",
nog ergens een paar pepernoten?
Ja wacht, daar vond hij er nog 'n
handvol, die hij naar binnen
strooide. De meisjes rolden bijna
van hun stoel, maar de jongen
was er het eerst bij. Hij liet zich
bovenop de pepernoten vallen en
griste ze allemaal naar zich toe....
„Nee! Nee!" riep Pieterman
knecht bijna hardop. Dat die jon
gen nu ook zoet-stout moest zijn!
Hij ging boven aan het stenen
trapje zitten en veegde met een
vlag van een witte zakdoek over
zijn gezicht. Hij had het er warm
van gekregen. Een paar maal
schudde hij zijn kroeskop. Verder
zoeken hoefde hij eigenlijk niet.
Want zolang hij nu al werkte bij
zijn goede Bisschop had hij nooit
ders gezien. Zoet-stout; stout-
zoet, waren ze allemaal, alle kin
deren, die hij had op geschreven
m zijn dikke'boek
Hij slenterde naar het hotel, waai
de* oude «int naar hem uitkeek.
Bisschop.
Maar Pieterman haalde weer zijn
grote zakdoek voor de dag. Zijn
hele gezicht werd er warm en
klam van. Hé, wat viel daaruit?
Hij bukte zich en raapte een klein,
kleverig zwart dropje op. Hoe was
dat in zijn zak terecht gekomen?
Zeker op die stoep. Dat kon hij
sint toch onmogelijk geven?
Maar voor Piet er verder over na
dacht. lag het onooglijke snoepje
al op de uitgestoken hand van
sint. Wat een cadeau voor de bra
ve Bisschop! Pietermanknecht
liet zijn hoofd zakken en durfde
gewoon niet opkijken. Maar wat
was dat? Hoorde hij dat goed?
Lachte de goede sint Schaterde
hij zelfs? Piet gluurde even onder
zijn oogleden uit, zodat het wit
blikkerde. Toen durfde hij ook;
eerst nog 2achtjes, maar later gier
den ze samen, tot Sint-Nicolaas er
eindelijk kon uitbrengen: „Dat
krijg je in je schoen, als je veel le
yeel wenst!"