DE BRUID X Kinderboeken van Zeeuwse schrijfsters PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer eve MAANDAG 28 NOVEMBER 1960 PROVINCIALE ZE E UW SE C O U RANT 13 FEUILLETON DOOR: BARBARA STANTON weeshuis voor kinderen uit de toneel- en revuewereld. Ze werd daar, zoals ze me vertelde, niet alleen goed ver zorgd, maar ook in de beginselen van de danskunst onderwezen door een gewezen beroepsartiest, die aan lager wal was geraakt en nu zo n beetje als manusje-van-alles fungeerde. „Oom Bill" noemde ze de man, van wie ze heel veel hield. Zijn dood. drie jaar geleden, heeft haar veel ver driet gedaan, want ze had gehoopt, dat hij nog getuige zou zijn van haar welslagen en ze hem, in 'ruil voor al zijn toewijding, een onbezorgde dag zou kunnen geven. Trudy verliet het weeshuis op haar veertiende en begon haar tneater- loopbaan als lid van een jeugdgroep in een provinciaal pantomimegezel schap. O, er was geen 'sprake van vlug of daverend succes. Ze trad op in derderangs revues, reisde op zon dagen, woonde in goedkope pensions, was vaak werkloos, wist soms niet, hoe ze haar kostgeld zou betalen. Letterlijk alles pakte ze aan; trad op als assistente van een goochelaar, van 'n leeuwentemmer; zelfs in een pantomime, als de achterbenen van 'n paard! Maar nooit gaf ze toe aan een stemming van zelfbeklag, nooit ver loor ze het vertrouwen, dat ze op ze kere dag haar eigen naam, Trudy Shawn, in lichtende letters boven de ingang van een eerste klas theater zou zien schitteren. Stel je dan ook haar blijdschap voor toen ze kort na haar achttiende ver jaardag haar eerste kans kreeg om in het Londense West-End voor 't voetlicht te komen als koor meisje in een revue togen negen pond per week. Welk een weelde en welke prachtige vooruitzichten, want tal van sterren hebben immers op die manier gedebuteerd Binnen een jaar was haar salaris ver hoogd tot twaalf pond, met de toe zegging, dat ze binnenkort zelfstan dig zou mogen optreden en bij de eerstvolgende revue opslag 'zou krij gen. De weg naar boven, zelfs naai de hoogste sport van de ladder, scheen voor haar open te liggen. En toen toen kwam het grote dra ma in haar leven. Haar negentiende verjaardag was toevallig een zondag. Om het feest te vieren, nam haar verloofde, die ook in de revue optrad, haar mee op de motorfiets. Toen ze weer huiswaarts reden, kwamen ze in botsing met een slippende vrachtauto. De jongeman was op slag dood; Trudy brak een arm en enige ribben, terwijl ze voor altijd haar gezicht verloor!" „Wat vreselijk!" riep Sally ver schrikt" Hugh zweeg, maar in zijn blik viel medelijden te lezen. „Maandenlang moest ze in het zie kenhuis blijven", ging juffrouw Ri- cer voort. „Ze kreeg drieduizend pond schadevergoeding, maar haar thea terloopbaan was natuurlijk vernie tigd, althans wat het dansen betreft. O, blinden kunnen nog heel wat werk doen, maar Trudy was nu eenmaal voor de planken geboren. Ze had ge hoopt een beroemde danseres te zul len worden, maar nu dit uitgesloten was, besloot ze al haar inspanning op het zingen te richten. Zes maanden lang nam ze dagelijks les voor ze begon een nieuwe loop baan, als zangeres bij een dansorlcest op te bouwen. Dat moet een moeilijke strijd zijn geweest, ofschoon het aan hulp en aanmoediging niet ontbrak. Ik denk, dat ze gauwer zou zijn vooruitgekomen, als ze niet hardnek kig had geweigerd, geld uit haar on geluk te slaan. Geen publiciteit, be sliste ze, over haar blindheid, geen roerende verhalen omtrent de moeite, die het haar gekost had, van meet af aan te beginnen. Zo is ze nu een maal!" Uit Hughs misvormde gelaatstrekken kon onmogelijk worden opgemaakt wat hij dacht. Misschien meende zijn tante spot op zijn gekrulde lippen te lezen, toen ze haar relaas besloot met de woorden: ,,'t Spijt me, dat ik zo lang van stof ben geweest, Hugh, over mijn laatste „lamme eendje". Ik hoop, dat ik je niet verveeld heb". De woorden hadden meer op een be risping geleken dan juffrouw Ricer had bedoeld, zodat Sally, die een uit barsting van Hughs kant vreesde, snel de vraag stelde: .Trudy woont toch zeker niet alleen?". „Noen. ze heeft een flat samen met een revuemeisje en ze kent de inde ling van de kamers enz. zo goed, dat je haar geen ogenblik voor blind zou houden. Het verbaast me niet, dat ze zo populair is, want ondanks alles blijft ze zo vrolijk en flink als je je maar kunt voorstellen". „In orde tante Florrie", merkte Hugh droogjes op. „Verdere aanbevelingen zijn onnodig. Ik zal me netjes jegens uw zonnestraaltje gedragen, mits U en Sally voor de rest zorgen". „wai oeooei je „Dat U niet moet proberen op mijn medelijden een beroep te doen, op dat ik muziek voor haar zal schrij ven. Zonder publiciteit breng je het in haar vak niet ver en zou Trudy wat ze ook mag zeggen zulk een prachtige kans dan niet met beide handen aangrijpen? Me dunkt, ik zie al de kop: „Man zonder gezicht schrijft liedjes voor meisje zonder ogen". „Onzin. Hugh!" riep juffrouw Ri cer. .„Journalisten zijn niet zo harte loos als jij schijnt te denken". „Niet? O, zeker, persoonlijk kun nen ze harten van goud hebben, maar het publiek wil nu eenmaal sensatie. Ben jc 't niet met me eens, Sally?" vroeg hij, haar aanziend met een blik, die haar 't bloed naar de wangen joeg. Gelukkig kwam juf frouw Ricer haar secretaresse te hulp met de woorden: „Hoor eens. Hugh, tot nu toe weet Trudy niet eens, dat je bestaat. Ik zal je een voudig voorstellen als mijn neef, Hugh Enstoane. Als ze meer over je te weten komt, zal dit geheel je eigen schuld zijn. Akkoord?" Hij antwoordde slechts met wat ge grom en toen hij tenslotte naar zijn kamer was gegaan, zei zijn tante tot Sally: „Ik hoop maar, dat hij ten minste beleefd is tegen Trudy". „Daar ben ik zeker van", antwoord de Sally. Eerst toen ze in bed lag, kwam de verdenking bij haar op, dat er een bijbedoeling stak achter de tot Trudy gerichte uitnodiging. Was dit, vroeg ze zich af, soms een situatie als geknipt voor *n roman van Melody Chase? Knap, blind meis je ontmoet verminkte oorlogsheld; wordt verliefd op zijn stem die van Hugh was, als hij niet sarcas tisch werd, heel aantrekkelijk en idealiseert hem' in haar dromen. Wanneer hij haar tenslotte de ware stand van zaken onthult, zijn ze bei den reeds zo verliefd, dat een geluk kige ontknoping voor de hand ligt. Jawel, in een roman misschien, maar zou het in 't werkelijke leven ook zo f;aan Hoe dan ook, waarom lag Sal- y urenlang over die vraag na te denken? HOOFDSTUK XI. De volgende dag bleek juffrouw Ri cer kou te hebben gevat en nadat ze zich 's morgens nog zo goed mogelijk door haar werk had heengeslagen, was ze tegen theetijd genoodzaakt de vlag te strijken. Toen ze er de dag daarna eer slechter dan beter aan toè scheen, ging ze er brommend mee akkoord, dat Sally de dokter liet roe pen. „Griep", luidde de uitspraak, waarna dokter Mexborough zowel Sally als Blake op het hart drukte, dat de pa tiënte in bed moest blijven en het werk laten rusten tot ze weer beter was. .(Wordt vervolgd). LIESBETH D1ELEMAN EN GERTIE EVENHUIS ln de overweldigende boekenslroom voor de jeugd die in deze dagen voor het Sirit-Nicolaasfeest van de uitgevers naar de boek handelaren verhuist, zijn dit jaar enkele exemplaren te vinden die in Zeeland „geboren" werden. De twëe deeltjes van Bertus de Beer in kleurige kaften vormen het debuut van mevrouw Liesbeth Dieleman uit Middelburg, geschreven als voorleesboeken voor kleu ters, en „Boot zonder Water" en „Collecte in Meulekenskerke" zijn van de hand van mevrouw Gertie Evenhuis uit Biervliet die reeds meerdere pennevruchfen op haar naam heeft staan. Hier onder een nadere kennismaking met de genoemde schrijfsters. „Het is warm geschreven, ver telde een kleuterleidster uit Vlis- singen", en dat is voor mevrouw Dieleman een compliment. „Het is even proberen, je weet niet wat het wordt. Schrijven zoals je de kinderen vertelt, vooral eenvou dig, geen moeilijke woorden. De illustraties zijn van mevrouw L. J. Attema-van Vliet, eveneens uit Middelburg en- een kennis van mevrouw Dieleman. Helemaal een Middelburgse aangelegenheid dus. „Eerst voelde mevrouw^ Attema er niet veel voor. Van twee illu strators kwamen er tekeningen, maar die pasten niet zo goed bij het verhaal. Toen heb ik het nog een keer aan mevrouw Attema gevraagd. „Ze passen er precies bij", vindt mevrouw Dieleman. De boekjes moeten worden gezien als voorleesboekjes voor kleuters. Die zijn op de boekenmarkt niet zo talrijk. „Verdere plannen? Ja nog verschillende. Een boek over poesjes..." En later misschien ook boeken voor oudere mensen. „Ik heb er bijna de hele winter aan doorgeschreven". En dan met een snelle glimlach: „Ik wist niet eens dat ik kon schrijven of ver tellen. Op school kon ik niet eens opstellen maken! Er zijn, zoals ik later hoorde, 20 eisen waaraan een kinderboek zou moeten vol doenIk ken ze niet eens". „M'n zoontjes? Ja, die vinden het prachtig. Boekjes van moeder in de etalages! Maar m'n dochtertje schaamt zich vreselijk. Praat er met niemand over! zegt ze tegen haar vriendinnetjes Verhaaltjes werden kleuterboeken Mevrouw Dieleman, in haar ge zellige ruime kamer hoog aan de Middelburgse Dam een van die huizen van het oude Middelburg vertelt snel en veel. Over de kinderen, kinderboeken, uitgevers en schrijfplannen voor de toekomst. „Hoe ik er toe kwam kinderboeken te schrijven?" Kinderboeken. Juist, het waren haar vier kinderen, drie jongens van 10, 8 en 2 jaar en een meisje van 7 die een belangrijk aandeel hadden bij de schepping van Ber tus de Beer. Want, „jarenlang, vaak zo tussen de bedrijven door, vertelde ik de kinderen over beer tjes, poezen en haasjes en hun avonturen. Vooral zo 's morgens bij het aankleden ontstonden er vele vertellingen". Waarom niet eens zo'n verhaaltje opschrijven?" Het werd opgeschreven, het ging naar de uitgever en kwam terug. Commentaar: te kort. Moet onge veer 80 bladzijden worden en in februari 1960 worden ingeleverd. „Ik zag er erg tegenop, 80 blad zijden! Ik schreef maar door, had niet altijd tijd en als ik inspiratie had was het bijvoorbeeld juist wasdaghet werden 160 blad zijden". Twee keer te veel voor een deeltje. Het werden twee op elkaarvolgende delen Bertus de Beer. „Bertus is eigenlijk geen beertje, het is een jongetje in berenhuid dat avonturen beleeft". Een jon getje, dat zelfs wordt geconfron teerd met het rassenprobleem, wanneer hij als bruin beertje bij de witte ijsbereivfamlieleden uit logeren gaat. Hij mag- eerst niet eens aan tafel moe-eten MEVROUW DIELEMAN: „Voorleesboeken voor kleuters". In de sfeer van Zeeuwsch-Vlaanderen Het huis was oud, heel oud, met holle gangen en trap pen, lioge deurenZo beschrijft mevrouw Evenhuis in haar kinderboek „Boot zonder wa ter" de pastorie in een dorp er gens in Zeeland waar haar hoofd persoontjes op zolder een boot bouwen. Het is niet helemaal de pastorie van Biervliet waarin ze zelf nu sinds vijf jaren woont, de jonge tjes lopen niet zoals ze werden beschreven door Biervliet en de Grote Put die tot schade van de jongetjes zal worden afgedamd, heeft natuurlijk niets te maken MEVROUW EVENHUIS: „Liefde voor het kinderboek". met de Braakman. Maar de sfeer van de verhalen is die van Zeeuwsch-Vlaanderen, van het land aan de Schelde waar grote zeeschepen voorbijvaren, het land waarvan mevrouw Evenhuis is gaai* houden. De inspiratie voor haar eerste kinderboek „Avontuur aan de grens" deed ze dan ook op aan de grens, en wel in het Zwin bij Cad- zand. „Boot zonder water" gaat over het vlakke land aan de zeearm, over mosselen en oesters, bootjes en een openbare verkoping van de inboedel van een Vlaamse boerde rij. Ook „Collecte in Meulekens kerke" speelt zich af in een klein dorp aan de zee. Het is niet zo verwonderlijk dat mevrouw Evenhuis naar de pen heeft gegrepen. Ze schrijft al sinds de h.b.s.-tijd in Groningen. Later volgden de artikelen in „Hervormd Nederland", de verta ling van het lijvige „Ik trouwde een dominee" uit het Engels van Phyllis Stark en met „Avontuur aan de grens" won ze in 1958 een prijsvraag. Tussen de zorg voor haar drie kleuters en de plichten van een predikantsvrouw door, maakte ze de twee zojuist ver schenen boeken af, aan een vierde boek wordt nog gewerkt, en het plan voor een vijfde krijgt reeds enjge vormInderdaad, er is voor mevrouw Evenhuis nog ge noeg te doen. Tijdens haar schrijf werk is de liefde voor het kinder boek steeds groter geworden en ze zal, als ze haar plannen kan verwezenlijken, op dit terrein nog lang doorgaan. Zelf illustreren zit ook nog in haar achterhoofd. Ook weer niet zo verwonderlijk als men weet dat ze geruime tijd de kunstnijverheidsschool te Amster dam heeft bezochtmisschien komt het er ook nog wel eens van. Mevrouw Evenhuis schrijft wan neer haar dat zo uitkomt en wan neer gezin en andere verplichtin gen het toelaten. Tussen de be drijven door, even in een hoekje met pen en papier, later uittikken op de schrijfmachine, maar dan hoeft er in de regel niet Veel meer aan veranderd te worden. „Het doel van mijn boeken? Nee beslist geen pedagogische inslag. Met het boek „Collecte in Meule kenskerke" heb ik een kerstver haal willen schrijven, waarin op kerstdag nu eens niet alles zo toe vallig mooi in liet reine komt als de traditie het vaak wel wil. Tus sen de regels door heb ik wel wil len zeggen, dat de kinderen in het leven niet alleen staan, dat ze re kening moeten houden met de mensen om zich heen, met de vriendjes en de vriendinnetjes avonturen van Bertus de Beéi-" en „Bertus de Beer in Sneeuwland" van Liesbeth Diele man (N.V. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmars-Gravenhage-Rot- terdam) zijn 'de vriendelijke ver haaltjes over het Beertje Bertus dat velerlei dingen beleeft: cir cus, hospitaal en een grote reis naar Sneeuwland waar de ijsbe- Eén rijks hogere landbouwschool verdwijnt (Van onze Haagse redactie). Minister Marijnen acht het verlangen van het Koninklijk Nederlands Land bouw Comité naar een eigen hogere landbouwschool alleszins gerechtvaar digd. Wil de minister aan dat verlan gen kunnen tegemoetkomen dan ligt het volgens liein in de rede, dat een van de twee door de rijksoverheid beheerde landbouwscholen zal moe ten worden opgeheven om voor het K.N.L.C. ruimte te scheppen zijn ver langde school te stichten. De minister wijst erop, dat er in Ne derland reeds vijf hogere landbouw scholen zijn met'een voor die scholen slechts matige bezitting. Bij een der gelijke situatie en gezien de toekom stige plaatsingsmogelijkheden van de afgestudeerden, is het niet verant woord volgens de minister er nog een hogere landbouwschool bij te stichten. Bij het tegemoetkomen aan het ver langen van het K.NJL.C. wil de mi nister deze organisatie niet een be paalde plaats van vestiging opdrin gen. Over dit principe is, zo deelt de minister mee, met de centrale land bouworganisaties overleg gepleegd. ren-familie hem gastvrij ont vangt. De kleuters zullen zeker genieten van de vele belevenissen, de duidelijke en directe vertel- trent en niet het minst van de bij zonder aardige prentjes van me vrouw L. J. A. Attema-Van Vliet. .jBoot zonder water" handelt ovér een groepje kinderen en een boot. Een boot die op een zolder wordt gebouwdmaar vele pro blemen met zich meebrengt als het vaarwater :fie Grote Put" dreigt te worden afgedamd. Via vele verwikkelingenzelfs een „Vrije Meren Actiein Den Haag komt het vrolijke verhaal tot een vrolijk slot. „Collecte in Meulekenskerke" speelt zich in de kerstdagen af. Een groepje kinderen is op zoek naar echte dieren voor het kerst spel. In pijen gehuld komen ze zelfs bij de politie terecht, maar alles, ook het kerstspél, komt ten slotte in orde. Prettige lectuur voor kinderen van 8 tot 12 jaar Beide boekjes zijn uitgegeven door Van Gorcurn en Comp, As sen. 1646. Met matige snelheid werd koers gezet naar een nieuw cxploratiegebied, dat vooraf door de commissie op Aarde was uitgestippeld. Langzaam gleed het grilli ge maanlandschap onder het ruimteschip weg. In het kille blauwgroene schijnsel van de Aarde deden de rotsformaties af en toe den ken aan een surrealistische maquette van sprookjes land. Piloot Storm bestu deerde aandachtig de kaar ten en verbaasde zich meer malen over de grote nauw keurigheid, waarmee zij waren gemaakt. „Dit onderzoek kan ons mis schien nieuwe geheimen onthullen, omtrent het ontstaan van satellieten en planeten", vertelde hij Sandra. „Wij weten dat de Maan geen deel van onze Aarde geweest is en vanuit de Stille Oceaan het heelal ingeslingerd werd, zoals men ruim 50 jaar geleden algemeen aannam. Het is mogelijk, dat 't vroeger een z.g. zwervende planeet was die vanuit het diepere uinversum in het aantrekkingsveld van de Aarde kwam, ergens in de Pacific neersloeg en toen terug sprong, om voortaan in zijn huidige baan te blijven cirkelen. Er zijn nog andere theorieën, die we allemaal zullen moeten onderzeoken!" De Terra I schoot langs een bergmassief dat hoger moet zijn dan de Himalaya.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 9