m In Chinese modelstad Loyang zijn de fornuizen gedoofd De Engelsman verdient goed ESSO PETROLEUM WOENSDAG 23 NOVEMBER 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ACHTER HET BAMBOEGORDIJN Huishouden is uit de tijd (Van onze speciale correspondent) Ik wilde Mandsjoerije in Noord- China bezoeken, maar een Chi nese ambtenaar loodste me naar Loyang. „U zult het zien", zei hij, „het is erg interessant". Hij had gelijk. Loyang, dat onder de naam Honanfoe gedurende vier dynastieën hoofdstad is geweest is tegenwoordig een politieke werkplaats. Hier wordt een nieuw politiek systeem getest: dat van de volkscommunes in een stad. De vrouwen zijn al ge mobiliseerd voor werk in de fa briek. Volgens de ambtelijke propaganda zijn ze „bevrijd van de slavernij van het huishou den". In deze grote stad aan de Gele Rivier is bijna alles tot commune herscha pen. Men eet gezamenlijk, gaat ge zamenlijk naar school of leeft in een bejaardentehuis, dat „huis van de vrolijkheid" heet. Thuis in de kenken dooft het laatste vuur. De vrouwen laten hun stoffer en blik over aan de commune en gaan naar hun werk, acht uur per dag. 's Avonds, als in de kantine van de fabriek schalen rijst worden rondgedeeld, ontmoet ten ze hun mannen. De kinderen leren het leven in de commune al op de prille leeftijd van 56 dagen kennen. Dan worden ze na melijk in tehuizen opgenomen. De omvang van de communes heeft me verrast. In Peking hebben name lijk noch de kranten, noch de over heid ook maar met één woord ge sproken over de „nieuwe maatrege len". Ik verbaasde me nog meer, toen ik vernam, dat de meeste stadscom- munes al in 1958 werden gesticht. Alleen heetten ze toen nog geen „communes". Propagandisten De provincie Honan was erg ge schikt voor het experiment. Hier hebben ook de eerste plattelands communes wortel geschoten. Hoe ontstaat een stadscommune Eerst gaan de „propagandisten" een keer de buurt rond.van deur tot deur, met het blauwe op schrijfboekje in de hand, een ty pisch kenmerk van autoriteit in dit land. Ze kloppen altijd aan als de man naar zijn werk is en de kinderen op school zitten. „Verveelt U zich niet alleen in huis, kameraadske vraagt de propagandist. „Zou U niet liever, net als uw man. meehelpen aan de produktie, een beroep leren en uw inkomsten tegelijk met uw poli tieke inzicht vergroten?" De vrouw protesteert. Ze is immers niet geschikt om in de fabriek te werken en trouwens: hoe moet 't dan met de kinderen? Wie moet 't eten klaarmaken en wie moet er in de rij staan om rijst en groente te kopen? De propagandist staat met zijn ant woord klaar. „Weet U niet dat in de buurt een lederwarenfabriek wordt geopend? We hebben in de eerste plaats een groot aantal vrijwillige vrouwen nodig, opdat we de grond en de inrichting van de overheid kunnen krijgen". „En wat de kinderen betreft", gaat hij voort, „daar hebben we al ver scheidene tehuizen Voor, waar U ook de allerkleinsten direct heen kunt brengen". „Eenstemmig" Met de voedselvoorziening is het in derdaad zo dat veel vrouwen mop peren, dat ze al om zes uur op moe ten en dan nog lang in de rij staan, om toch nog maar met een handjevol groente thuis te komen. Daar de mannen meestal middageten in de kantine van- de fabriek krijgen moe ten moeder en kind alleen eten. De volgende stap is de vrouwenver gadering, waar de kinderen mee naar toe mogen. Een stedelijk ambtenaar maakt de vrouwen bekend, dat de „eenstemmige" wens van de bevol king tot het besluit heeft geleid een kantine te kopen, om de vrouwen van de huiselijke slavernij te bevrij den en ze op werkplaatsen te kun nen laten werken, wat ze immers al zo lang wilden. De ambtenaar stelt kameraad Chu voor, de beroemde kok van het restaurant „Liefde van de massa", die raad zal geven om trent het koken voor 200 mensen. Hij eindigt met een oproep aan alle vrou wen om mee te strijden in de geest van de socialistische vooruitgang. In Loyang zijn de eerste stappen op weg naar de volkscommune al lang weer vergeten. De fabrieks- commune daarentegen is nog nieuw. Aan de hoofdstraat van het nieuwe Loyang staan de fa brieken zij aan zij. In deze stad zijn cr in totaal 038, terwijl er. naar men zegt, voor de „bevrij ding" alleen maar een paar repa- ratiewerkplaatsen waren. Aan de andere kant, tegenover de fa brieken, staan bij honderden de ar beiderswoningen, zwartberoete steen massa's. Mijn auto was het enige motorvoertuig in de kilometers lange straat. Er reden zelfs geen fietsen. Het was 11 uur 's morgéns, maar de straten waren leeg. Iedereen zat in de fabriek, op school, of in een te huis. Voor ik een tractorfabriek ging be kijken die sedert november vorig jaar in gebruik is moest ik eerst van meneer Lu de voorlezing onder gaan van het „Prestatie-bulletin" van deze fabriekscommune, die in deze modelstad zelf weer als model dient. „De fabriekscommune heeft 1700 vrouwen van het huishoudelijk werk bevrijd", zei de heer Lu. „We heb ben nu tien werkplaatsen, die ten de le bij de fabriek horen en ten dele produceert voor andere delen van 't land". „Bevrijde vrouwen Ik vroeg, hoe men met dit alles was begonnen. Mijnheer Lu glimlachte. Dat was de vraag, waar hij op had ;ewacht. Het antwoord had ik zelf na het dagelijks lezen van het com munistische volksdagblad kunnen citeren. „In de dagen voor de com mune", zei hij, „moesten de arme huismoeders thuis blijven. Zij raak ten door haar vernederend werk ge ïsoleerd, zij konden niet deelnemen aan de produktie en niets bijdragen tot de welvaart van het volk. Toen de communes werden gesticht, toen de beslissende stap voorwaarts gezet werd, toen verlangden zij naar werk, en zij hadden de volle instemming van hun echtgenoten. Zelf hebben zij de werkplaatsen opgericht, waar zij nu in arbeiden". Op het ogenblik zijn 30.000 men sen bij de commune aangesloten. Dat is dus iets minder dan bij 'n gewone commune op het platteland. 21.000 van hen worden door de fabriek be taald; de vrouwen krijgen hun loon van de commune. De fabriek behoort aan de staat. haar „pensioengerechtigde leeftijd" nog een jaar mocht blijven werken... Loon naar werken. Ze lachte, haar witte haar glansde. Ze leek met op merkelijk gezag de werkplaats te leiden. „Vóór 1958", zei de vrouw, „heb ik nooit gewerkt, behalve in mijn eigen huis. Maar kijkt U nu eens!" Trots liet ze mij een paar gerepareerde schoenen zien. Toen ze mij naar de deur begeleidde, merkte ik dat ze moeilijk liep. Zoals miljoenen Chine se vrouwen van haar leeftijd had ze kreupele voeten, van de voetwikkels uit haar kindertijd lang voor de .bevrijding". Met een tolk doorkruiste ik Lo yang. Hij was net van de uni- Eerst kreeg ik een kindertehuis te zien. Op de binnenplaats leerden drie- I jarige kinderen, met op hun buisjes I het merk van de fabriek, een lied, j waarbij zij hun armpjes ritmisch j boven hun hoofd heen en weer I zwaaiden. Een jonge leraar gaf ze les. Hij speelde harmonika. De kin- j deren keken naar me en lachten: j ze waren beslist niet verlegen. In het huis sliepen de baby's, steeds twee in 'n wieg. Eén kamer was spe- ciaal voor kleine zuigelingen inge- richt. Zusters in witte uniformen en met het gebruikelijke maskertje voor, hielden de wacht. Dit kinderte huis is luxieus voor China. Alle baby's waren schoon en goed ver- I zorgd. Ze hadden kleurtjes op hun i wangen en zagen er, voor zover men dat zien kan, erg tevreden uit. i In dit land, waar het kind koning 1 is, krijgen de kleintjes alles wat men ze geven kan. Ze hebben schopjes, stalletjes en speelgoed. De zusters en opvoeders moeten hard werken, zeker zo hard als hun collega's in de tractorfabriek, maar ook met meer liefde, 's Zaterdagsochtends komen de ou ders, halen de kinderen af en bren gen ze op de avond van dezelfde dag weer terug. Dat is alles wat van het gezinsleven is overgebleven. Alleen bij de allerjongsten komen de moe ders dagelijks om d© drie uur. Een andere manier om borstvoeding te geven is er nog niet. Omdat ik zag. dat het tehuis niet ver van de woningen van de ouders verwijderd lag, vroeg ik, of de va ders en moeders ook 's avonds kwa men, om hun kinderen ook op door- de-weekse dagen te zien. „Sommigen wel", zei een onderwijzer me, „maar weet U, de mensen moeten hard wer ken Loon naar werken Dicht bij het tehuis ligt een rij werk plaatsen. Op voorwereldse machines naaien vrouwen blauwe linnen broe ken en jakken. Daar die kledingstuk ken naar de fabriek gaan, werken ze -indirect ook voor hun mannen. Een van do vrouwen bediende twee machines tegelijk. Boven haar hing een rode vlag met een gouden rand, om de anderen op linnr opmerkzaam te maken. Ze was een voorbeeldige arbeidster. Maar een werkelijke heldin ontmoet te ik in 'n schoenmakerswerkplaats daar vlakbij. Met haai- 57 jaar was ze naar Chinese maatstaven een oude vrouw. Als „beloning" voor haar ijver kreeg zij da belofte, dat ta na Georganiseerde demonstraties be horen in de fabriekscommune tot het leven van alle dag. Sommige vrouiven, zoals de draagster van de banier met. de strijdleuze leg gen de hele dag de aan de Wes terse chirurgie ontleende mond- doek niet af. De doek is een sym bool geworden van het moderne China. Een trotse vaan op de naaitafel in het broekenatelier onder scheidt de heldin van de arbeid, die de recordproduktie op haar naam heeft staan. Zulke heldin nen vindt men in iedere werk plaats aangeduid, om de héle ploeg tot harder aanpakken aan te sporen. versitcit van Peking afgekomen en duidde alle huizen aan als „slaapruimte voor do arbeiders". Ik heb verscheidene huizen bezocht. Het eerste had twee kamers en was tamelijk ruim. Daar woonde een ar beider met zijn vrouw en schoonmoe der. Op het ogenblik is er inderdaad, voor zover ik kon vaststellen, daar geen scheiding van man en vrouw. Mijn gastheer verontschuldigde zich over de aanwezigheid van z'n schoon moeder: „We hebben nog niet ge noeg „Huizen van de Blijmoedig heid". Dat is de naam voor de be jaardentehuizen. Toen ik informeerde, of er ook een keuken in het huis was, riep de huis vrouw: „Natuurlijk niet! Maar we hebben wel een slaapkamer". De keuken is daar iets ouderwets gewor den. Voor dit huis betaalt het echt paar acht yuans huur. dat is onge veer 12 gulden per maand. De in richting: radio, een luie stoel, nieuwe bedden met gebloemde overtrekken. Mijn gidsen waren automatisch op deze woning afgegaan waarschijn lijk een vaste gewoonte! Niets persoonlijks De huizen van do vrijgezellen, die ik zag, waren inderdaad alleen maar slaapplaatsen. Iedere kamer had vier bedden, een witte houten tafel, een stoel en een onafgeschermde gloei lamp, die aan het plafond hing. Aan de wand 'n foto van Mao Tse Tung, de eerste secretaris van de Chinese communistische partij. Nergens iets persoonlijks. Aan het eind van een lange gang bevond zich een kamer met tien wasbakken. De huurders, die hier de geringe som van nog geen drie gul den per maand betalen, zijn allen collega's. Men verklaarde mij, dat dat de beste regeling is: de huurders worden tezelfder tijd in dezelfde ka mer wakker en gaan gezamenlijk aan het werk. In hun vrije tijd heb ben ze dezelfde interessen en plezier tjes. „Wat gebeurt er als een paar ka mergenoten elkaar niet kunnen zet ten?" vroeg ik. „Mogen ze dan een andere kamer betrekken?" „Zoiet3 is nog nooit gebeurd", luid de het antwoord. Dienstenbureau Omdat man en vrouw do ganse lange «lag werken, blijft er niet veel tijd over voor het huishouden. Toch wil len de arbeiders als ze thuis komen van hun werk een schoon hemd, een schoongemaakte woning en opge maakte bedden vinden. En daarvoor zorgen speciale „diensten-bureaus". ■AUTO'S EN TELEVISIETOESTELLEN De stuiver is nog in ere Bezoekers van liet Europese vasteland zijn geneigd de En gelse huizen ouderwets en het Engelse eten weinig aantrekke lijk te vinden. De conclusie is vaak, dat de Engelsen „dus" een lage levensstandaard heb ben. Men moet met dergelijke oppervlakkige conclusies erg voorzichtig zijn. De Engelse le vensstandaard is vooral anders. De Engelse arbeider verdient meer dan de Nederlandse en zelfs de Westduitse. Hij brengt per week 140 tot 155 gulden naar huis, geeft echter niet \eel uit voor nieuwe meubels. Hij gunt zichzelf eerder een nieuw televisietoestel en koopt veel meer dag- en weekbladen dan zijn Neder landse collega. Van de 100 Engelse huishoudens hebben er tegenwoor dig 75 een t.v.-toestcl, 70 een stof- In Loyang bestaan ze uit een serie werkplaatsen, waar alle huishoude lijke karweitjes gedaan worden. Zo zal voor de 650 miljoen Chi nezen de eeuwenoude traditie, dat het hele gezin gezamenlijk aan tafel eet, weldra een reactionaire aangelegenheid zijn. Het nieuwe gezin is de massa. Andere collec tieve maatregelen in het Chinese leven van alle dag: tien uur 's morgens wordt in alle fabrieken het werk onderbroken; iedereen, oud of jong, neemt deel aan licha melijke oefeningen, met krijgshaf tige muziek uit Peking als bege leiding. zuiger, 40 een wasmachine, 31 een auto en 20 een koelkast. Elke vierde Engelsman scheert zich electrisch. De Engelse vrouw koopt per jaar elf paar nylonkousen. Men kan intussen in Engeland meer met een penny beginnen, dan in Nederland met een stuiver die on geveer dezelfde waarde heeft. En men houdt die penny ook in ere: toen eén meisje kortgeleden een penny voor haar busrit had verloren werd zij niet één sectie van het traject eerder uit de bus gezet. Haar naam werd genoteerd en enkele dagen later bezocht een controleur van de busmaatschappij haar ouders om één penny reisgeld, verhoogd met een penny incasseringskosten. De lonen Ook de witkiel op het station kan de penny nog hogelijk waarderen want hij staat met een weekloon van ongeveer negentig gulden onder aan de Britse inkomenspyramide. Een Engelse stenotypiste zonder speciale kwaliteiten verdient 450 gulden per maand, een secretaresse begint met ruim vijfhonderd gulden en bereikt in bijzondere gevallen een salaris van 900 gulden. Het salarisniveau op kantoren stijgt snel. Zelfs de jongste bediende kan tegenwoordig rekenen op een aanvangssalaris van 250 gulden. Zijn chef verdient, wan neer hij jurist is, ongeveer 2250 per maand. Niet slecht Volgens de opgaven van een speciale overheidscommissie verdient een tandarts meer dan 1800 gulden, een huisarts, die in dienst is van de staatsgezondheidszorg 46 pond per week, dat is 460,Elke derde handelsvertegenwoordiger ontvangt maandelijks 900 tot 1350 gulden, een volgend derde deel ligt in de hogere inkomensklassen. Volgens de opga ven van het „British Salesman Ma gazine" negeren zij allen de spoor wegen: 99,5 procent der vertegen woordigers is met de auto onderweg. De typische vertegenwoordiger heeft vijf costuums, elk van ruim 200 gulden en tien overhemden. Slechts enkelen bereiken een salaris, zoals de nieuwe minister van buitenlandse zaken, Lord Home, dit ontvangt: 4500 gulden per maand. De eerste minister verdient het dubbele. Goed betaalde directeursplaatsen in het bedrijfsleven brengen gemiddeld per maand 17.500 op. /Advertentie} voor oliehaard de haardolie met het hoogste rendement méér warmte minder roet C^sso) zuinig BRANDSTOFFENHANDEL GELOK AFLEVERING PER TANKAUTO LANGE GEERE 51. TELEFOON 2093 DE RUYTERSTRAAT 54, TELEFOON 4374 MIDDELBURG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 9