ZE LAND IC A GRANT VE BRUID ..LEZERS SCH GLYCA Ruwe handen?! PILOOT STORM ontvoerd in de stratosieer half zwaar ABDIJSIROOP eve DONDERDAG 10 NOVEMBER 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT roen wij ons met de geschiedenis van de spoorvjeg in onze provincie bezighielden kxcamen wij de figuur van Frederila van Sorge tegendie samen met Dronlcers in 18 40 om een spoorwegconcessie verzocht. Nagtglas spreekt over hem als een weinig beminde man en Wielemaker noemt in zijn geschiedenis van Big- gekerke enkele dingen die „Van Sorge's karak ter niet vaïi de gunstigste zijde doen kennen" \\I ij kwamen zijn naam weer tegen in het boekje van dr. A. C. J. Vrankrijker over de ontwikkeling der meningen over de sociale kwestie in de 19e eeuw in Nederland onder de titel:: „Een groeiende gedachte" (1959). De Zeeuw Van Sorge was de eerste die in de periode 18351852 het vraagstuk van de overbevolking aan roerde in een werkje over wetgeving op het armwezen (1842). Van Sorge aldus de Vrankrijker „abstraheert zich zonder meer van alle theorieën uit de school van Malthus met de mededeling, dat de Schepper in Zijn wijsheid onmogelijk kan willen, dat de aar de een geringer vermogen tot voortbrenging bezit dan de mensheid in haar natuurlijke vermeerdering vergt. Met dit geloof vóór we tenschap komen we weinig verder; een dergelijke opvatting is te respecteren, maar niet voor bespreking vatbaar". Wanneer wij het boekje van Van Sorge lezen komen wij opmerkingen tegen die de aandacht waard zijn. „En zij die zeggen, dat Nederland geen land voor nijverheid, voor het fabrijkwezen is, geven daarmede tevens te kennen, dat Nederland wél een land is voor Armoede; daar het toch is bewezen, dat een groot deel van dezelfde bevolking gene middelen van bestaan in den handel en landbouw alleen vinden kan, en er voor dit deel dus slechts overschiet: lediglopen en aalmoezen ontvangen en alle zelfstandigheid en geestkracht verliezen en zede loos worden en gevaarlijk voor de openbare orde en rust". Frederik van Sorge werd te Middelburg geboren 11 juli 1803. Verloor vroeg zijn ouders, die hem niets hadden nagelaten en werd in de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid opgenomen. Dan kajuitsjongen bij de Marine. Door zijn helder ver stand en protectie kreeg hij een plaats op de Provinciale Griffie te Middelburg (18261832), terwijl zijn benoeming tot secretaris van Biggekerke op 22 december 1831 viel. Later leren we hem als me dewerker aan de in 1834 opgerichte Vlissingsche Courant kennen, een in die dagen bekend oppositieblad. In 1839 werd hij directeur van de door hem opgerichte Maatschappij van Veeverzekering te Middelburg. Nagtglas en in navolging Wielemaker beweren dat de in 1843 door Van Sorge aangenomen betrekking bij de Maat schappij van Weldadigheid aangeboden was om hem als oppositie schrijver de mond te snoeren. Abrahams bestrijdt dit in zijn: „De pers in Zeeland". Zijn inkomsten waren van die aard hij bezat tevens nog een vrij goed beklante kruidenierswinkel dat Van Sor ge „niet voor de verlokking van een tractement van f 800.bij de Maatschappij van Weldadigheid behoefde te bezwijken. Hoewel hetgeen Wielemaker over de periode van zijn secretarisschap in Biggekerke (18311843) meedeelt niet bepaald sympathiek aan doet, sluiten wij zeker geen ideële motieven voor het aanvaarden van zijn nieuwe betrekking uit. In hoofdstuk X van zijn werkje over de wetgeving op het armwezen bepleit Van Sorge een overne ming van de Maatschappij van Weldadigheid door de Staat. Zou zijn terugkeer naar de koloniën van de Maatschappij waarin hij geen gelukkige jeugd heeft gehad, niet samenhangen met zijn hervor mingsplannen Of moeten we het met Abrahams er op houden, dat hij wel in de vorm van brochures zijn ideeën kon uiten maar daar om nog geen goed journalist was „en alzo reden vond om weer eens een andere werkkring te zoeken"? Zijn artikelen vergden te veel van het geduld van de lezer. „Het ergste wat een journalist doen kan zal toch wel zijn de lezer ongeduldig te maken of te ver velen". Hij stierf, vergeten aldus Wielemaker, te Breda op 30 juli 1851. VVVWVVWV^^AA/VVVvWvVW*V*V✓V^*^/VV^AA^*WvVV\VV KERKNIEUWS NED. HERV. KERK. Beroepen door de generale synode als secretaris jeugdwerk Oecumeni sche Raad van Kerken in Nederland H. van Andel, kandidaat te Blari- cum. Bedankt voor Naarden (toe zegging) J. C. Bregman te Ber- gentheim; voor Nunspeet (toezeg ging): L. Blok te Capelle aan de IJsel. Beroepen te Tliolen: T. Langerak te Vinkeveen; te Kootwijkerbroek toe zegging: Pj. P. Lamens te Kamerik; te Eindhoven: S. van Zwoll te Kam pen. Bedankt voor Vriezenveen: P. H. Borgers te Beerdaard. GEREF. KERKEN. Beroepen te Ulrum: T. Kamper te Scharcndijke; te Exmorra-Allinga- wier-Kerkwert: J. Sap, kandidaat te Leiden; te Schiedam (vacature E. J. Oomkes)G. van Halsema te Fcy- naart. GEREF. KERKEN VRIJGEMAAKT Beroepen te Rijnsburg: R. Timmer man te Hijken-Hooghalen. f Advertentie) 5 Zwarte Kippen bewaren... 2,46 BESPAREN CHK. GEREF. KERK. Beroepen te Mijdrecht: P. op den Velde te Hilversum. VRIJE EVANG. GEMEENTE Bedankt voor Musselkanaal: W. F. Praas te Breskens. On-weerkunde De Zeeuwse Almanak in uw blad van heden heb ik deze keer niet begre pen. De bedoeling van uw Almanak is toch bepaalde bijzondere gevallen op een geestige wijze te zeggen? Uw redacteur zegt over de „veel te natteoktobermaand" te hebben na gedacht. M.i. tevergeefs: De oktobermaand te nat? „Helemaal niet" vond uw Almanakmannetje! Het is natuurlijk 's mans goed recht van regen te houden. Aan do ene kant Overstromings rampen in Frankrijk, Italië, Polen, Oostenrijk, Engeland en vele andere landen, waarbij ook mensen het leven lieten. In eigen land en voornamelijk in het gebied van de lezers van uw blad, een verloren gaan van de oogst waaraan de boeren het gehele jaar de uiterste zorg hebben besteed en die nu met de hulp van soldaten nog iets trachten te redden. Aan de andere kantuw redacteur, die het nog tc droog vind. Wat is nu eigenlijk het geestige van het stellen van dit afwijkende inzicht van uw redacteur Ik kan het niet vinden. Ik vraag me af of deze afwijkende mening veroorzaakt kan zijn door teveel droogte in 's mans naaste om geving, b.v. de temperatuur in zijn bureau, waardoor mogelijk zijn her sens zijn verdroogd en hij de dingen niet ziet zoals ze zijn. Dit zou dan tevens verklaren 's mans „fata mor gana" over het mooie Zeeuwse land en de weidse aardappelvelden. Deze maken thans op ieder normaal mens een troosteloze, ja haast beangsti gende indruk. Kortgene. L. D. VAN DAMME. (Advertentie tlie lekkere shag in de handige doos 95 et. je héél wat beter is. dan de imitatie. Bij de vervaardiging waren legio technische hulpmiddelen bij de hand en alleen de besten komen voor een opname in aanmerking. Zo blijft iedere amateuristische na-aperij een smakeloos aftreksel van het origi neel. Ik vind dit gedoe in wezen onecht, niet eerlijk en oprecht. Het kost in derdaad moeite om een nummer te brengen naar eigen opvatting, het kost ook meer geest, 't Is veel ge makkelijker om een namaak Elvisje te zijn, dan een echte Jan Janse. Bovendien vraag ik me af. of lawaai, sensatie en opwinding wel de juiste ingrediënten zijn om een „show" geslaagd te maken. „Veel geschreeuw en weinig wol" zegt een goed Oud hollands spreekwoord en net blijkt teit is géén losgooien van alle rem men, maar beweegt zich verant woord binnen de grenzen welke de mens zich als beschaafd cultuurwe zen moet stellen. Zij zijn de oprechte amateurs, die hun prestaties willen baseren op eigen, degelijk kunnen. Zij hebben er veel moeite en kritiek voor over om een hoger peil te bereiken. Zo wordt hun amateurisme een waar devolle en blijvende vreugde, een rijk bezit! Ik zou hierover nog veel meer willen zeggen. De beste raad die ik geven kan is: Overtuigt U zich, gelegen heid genoeg! De agenda van onze P.Z.C. maakt U er op attent. H. Mennes, secretaris van ,,d' Oprechte Amateur" afd. Zeeland. Imitatie op een show Helaas ben ik wel eens een beetje achter met het krant lezen. Toch hoop ik dat deze mosterd nog op tijd komt. Teenagers show dus. Naar mijn idee wil het woordje show zeggen dat het publiek iets geboden wordt. De vraag is alleen: „Wat wordt geboden?". De antwoorden luidden voor het grootste deel: „Imitatie". Imitatie namelijk van gramfoonplaatjes, echter zonder de vermelding van merk en nummer. Waarom niet Misschien omdat de imitatie toch een waas zou hebben van echtheid en creatie? Of omdat iemand het wellicht in het hoofd zou halen om het plaatje ter vergelijking eens te beluisteren? Dat zou natuur lijk tot resultaat hebben dat men tot de conclusie kwam dat het plaat zijn zegkracht nog niet verloren te hebben. Ik las in deze rubriek dat het al tijd nog beter was dat de jeugd naar zo'n teenager-show ging dan naar een snack-bar. Toch brengt deze op vatting een ietwat wrange smaak op de tong. Zoiets van: „Beter een flinke bronchitis dan een longontsteking". Ik blijf maar liever gezond... Gelukkig maar dat een groot per centage van onze Zeeuwse jeugd er anders over denkt, zij het dat de zalen, waarvoor zij optreden kleiner en minder vol zijn. Zij willen echter zichzelf zijn, zonder' oorverdovend lawaai, maar mèt de wil om iets met een eigen opvatting beschaafd te brengen. Zij leiden de aandacht van het publiek niet van hun prestatie af door een zekere opgewonden sfeer te scheppen, maar ze proberen origi neel te zijn en daar werken ze voor, serieus en niet belust op goedkope schijnsuccessen. Ze doen dat spon taan en eerlijk, doch hun spontaneï- Alléén helpt direct! DR. E. J. SWAAB'S VERENIGDE FABRIEKEN De Engelse Kerk te Vlissingen In het stukje, dat op 28 oktober jl. in dit blad werd geplaatst, komen naast enige zetfouten, twee onjuistheden voor. Het kerkgebouw in de Paul Kruger- straat is niet uit 1916, doch is in gebruik genomen op 4 januari 1914, en dus niet vijf, doch zeven jaren bij de Engelse Hervormde Gemeente in gebruik geweest. Voorts heeft er nooit een „Middel- kerk van de St.-Jacobskerk" be staan. De Middelkerk, waarin de En gelse Gemeente éérst bijeenkwam, was gelegen in de zg. Schotse Hoek, achter de huizen van de Stenenbeer. Later, toen men deze kerk voor de Nederduitse eredienst nodig had, werd het Noorderdwarspand van de St.-Jacobskerk, dat reeds als Waalse Kerk gebruikt was en door een tus senmuur van de kerk was afgeschei den, voor de Engelse diensten ter beschikking gesteld. Toen de brand van 1911 het interieur van dit kerkje vernietigde, was het al geschonden, sinds in 1900 de preekstoel was ver wijderd en vervangen door een leze naar. Er zijn drie foto's bewaard ge bleven van de oude toestand en één van de gewijzigde. Het spijt mij dat ik tot het eerstge noemde abuis zelf aanleiding heb ge geven. Het berust n.l. op een inlich ting mijnerzijds, die ik óp dat 1631. „Verroer je niet, men sen!" gebood piloot Storm met effen stem. „Rustig blijven staan. Zij moeten vooral niet de indruk krij gen dat wij met kwade be doelingen komen". „Ik heb zo liet idee dat ze al eens kennis gemaakt hebben met de uitwerking van onze wa pens. Dank zij vriend Ko- walski!" gromde Buck, ,,'t Is mij een raadsel hoe die knapen het leven houden in deze ijle atmosfeer. Mis schien hebben zij daarom zulke enorme borstkassen. „Alles goed en wel, maar wij zullen toch die grot binnen moeten gaan om tc zien of Kowalski daar is", meende Arend. „Laten we 't eens op vreedzame wijze proberen, want als die knapen met stenen gaan gooien zijn we nog niet jarig. Onze helmen zijn wel stevig, maar toch zeer kwets baar en je weet wat er gebeurt als er een gaatje in komt". Een ogenblik stond het vijf tal stil bij elkaar. „We gaan het er op wa gen. Langzaam vooruit, maar met de hand op de paral", beval Arend. Hij hief de linker arm bezwerend omhoog in het universele ge baar van vrede en deed enige stappen voor uit. Onmiddellijk begonnen de maanmannen weer dreigende afweergebaren te maken en met de vuisten te zwaaien. moment niet over de archivalc gege vens beschikkende, uit het geheugen heb verstrekt. Ik wil hieraan nog toevoegen dat het zegel van de Engelse gemeente thans in gebruik is bij het ministerie van predikanten van dc hervormde gemeente. Vlissingen. F. S. KLOOSTERMAN. Aulodrama van Hulshorst Het dubbele menselijke drama, dat het bericht in de Provinciale Zeeuw se Courant van 5 november ter al gemene kennis brengt, de dood van een achtjarig ojngetje, dat onder een auto raakte en een brief van de automobilist aan de ouders van het kind, welke een volledige ver wording van de schrijver bewijst, is meer dan maar één van de duizen den verkeersongevallen in ons land. Het is een „mene tekel", opgericht door de Moloch verkeer en het mon ster winstbejag in samenwerking, op gericht in ons land, in Nederland waar nog kortgeleden koningin Ju liana in een bezielende toespraak de Nederlanders heeft opgeroepen tot menselijkheid ook in het verkeer. De eis van deze zakenman toont ons, waarheen de mens kan geraken door het jagen naar het geld. Welke kunstenaar zal in ons land aan dit menselijke drama, dit teken aan de wand, een overgankelijke vorm geven in steen, op het doek of op schrift als oproep aan het ge weten der mensheid van vandaag! Vlissingen Ir. H. Ehrlich Singel 10. Unicef en Sinterklaas Enkele weken geleden las ik in uw blad een stukje over het werk van Unicef. (Het Kinderfonds van de Verenigde Naties). Het lijkt me goed om in deze Sin terklaastijd voor wij voor onze kin deren weer cadeaus gaan kopen nog even de aandacht op dit werk te ves tigen. Unicef helpt de kinderen en de moe ders in onderontwikkelde gebieden, ongeacht ras, geloof, nationaliteit of politieke richting. Er moeten ontzag lijk veel geholpen worden (tiental len miljoenen kinderen-over de hele wereld zijn ondervoed). U kunt uw bijdrage storten op giro 7515 Unicef, Den Haag. U kunt daar ook doosjes met 10 prentbriefkaarten en enveloppen bestellen a ƒ4,per doosje. Om vrachtkosten te sparen kunt U ook doosjes bij ondergetekende ko pen. Ook als U doosjes in commissie wilt hebben, op andere wijze aan dit werk mee wilt doen of ideeën hebt om geld voor de Unicef bijeen te brengen, ben ik gaarne bereid dit met U te bespreken. Goes. G. Wijnnobel-van Leeuwen Nachtegaallaan 98, tel. 5831. Op de spoorlijn ZwïeselGrnfenau, in Beieren, is een goederentrein op een groep spoorwegwerkers ingereden. Twee arbeiders werden op slag gedood, vier ernstig en twee licht gewond. Vlug een (lekkere) lepel Ab dijsiroop (Akker-Siroop). De 23 genezende bestanddelen werken kalmerend en verjagen de gevaarlijke ziektekiemen. FEUILLETON DOOR: BARBARA STANTON „Wat toevallig juist is, al betwijfel ik, of tante Florrie het gelooft. Vol gens haar heeft Serena me heel slecht behandeld. Deel jij die naening ook Sally vond, dat het zijn verdiende loon zou zijn, als ze nu antwoordde, dat ze niet genoeg belang in zijn aan gelegenheid stelde om over de kwes tie te hebben nagedacht. Dit zou evenwel niet slechts onnodig lomp, maar ook nog onwaar zijn geweest. Immers, ze had zich dikwijls afge vraagd, wat er tussen hem en zijn verloofde was voorgevallen. „Hoe kan ik, die zo weinig van het gebeurde afweet, daarover oordelen?" vroeg ze dus. „In elk geval zijn het mijn zaken niet". „Lieve kind, je weet heel goed, dat jo dit niet njeent. Jullie vrouwen zijn nooit gelukkiger dan wanneer je jul lie neus in liefdesaangelegenheden van anderen kunt steken. Of vorm jij soms een loffelijke uitzondering op die regel?" Sally gaf wijselijk geen antwoord, zo dat Hugh na een korte pauze voort ging: „ln plaats van Serena's gedrag af te keuren, heb ik de grootste ach ting voor haar eerlijkheid. In tegen stelling met de meesten van mijn vrienden, heeft ze het niet geprobeerd mij te overtuigen, dat het gebeurde hoegenaamd geen verschil maakte. Natuurlijk maakte het wel degelijk verschil", voegde hij er driftig aan toe, „en niet alleen wat mijn uiterlijk betreft. Laat ons er geen doekjes om winden: de man, die zij in die zieken zaal kwam bezoeken, was een heel andere dan degene met wie ze be loofd had te trouwen". Toen hij even zweeg, blijkbaar om te zien, hoe Sally zijn woorden opnam, waagde ze beschroomd de opmerking: „Ik begrijp heel goed wat je bedoelt als je zegt, dat niet slechts je uiter lijk 'was veranderd, maar overdrijf je niet het effect van de operatie? Ik bedoel dit: hoe zou een lichamelijke operatie, al is die nog zo zwaar, iemands karakter, dat toch zijn ech te, innerlijke wezen is kunnen ver anderen?" „Uiterst gemakkelijk. Voor mijn val was ik een onbezorgde jongeman, populair, gek op pretjes en fuifjes. Niet bepaald een bewonderenswaar dig exemplaar, maar waarom zou een jeugdige vrijgezel, die er de midde len en de gelegenheid toe heeft, geen vrolijk leventje leiden? Als ik vóór mijn ongeluk een vak had beoefend, dat ik weer kon opnemen, b.v. boer of iets van die aard was ge weest, zou alles er minder toe heb ben gedaan. Ik had dan zo hard kun nen werken, dat er geen tijd over schoot om na et denken, ofschoon ik", ging Hugh met een bitter lachje voort, „de lui, die beweren, dat hun werk hen in alle opzichten gelukkig maakt, nooit erg heb geloofd. Nu ja, ik zeg niet, dat het onmogelijk is, maar zeldzaam is het wél en dan moet dat werk toch zeker je roeping zijn. Ik denk aan verpleegsters, gees telijken, kunstenaars. En zelfs dan... maar we behoeven hier niet verder op in te gaan. Wanneer Serena een flinke boeren dochter of burgermeisje was ge weest, zou alles misschien, héél mis schien, nog wel zijn losgelopen. Ze ker ben ik er niet van, want welk normaal aangelegd meisje is gesteld op een man, die zich niet in gezel schap durft te vertonen In elk geval is Serena noch boerin, noch burger meisje. Ze is een aankomende film ster, talentvol en heel eerzuchtig. Misschien niet zo begaafd als ze zelf denkt, maar vol doorzettingsvermo gen, maar allerminst behept met een minderwaardigheidscomplex, dat in haar beroep ook noodlottig zou zijn. Een actrice moet zich laten zien in chique restaurants, eerste klas win kels begunstigen, omgang zoeken met mensen, die voor haar loopbaan van nut kunnen blijken. Voordat ik die val deed, had ze mij als zo iemand kunnen beschouwen, maar daarna och, lieve hemel! Stel je voor, een jonge, veelbelovende filmster in ge zelschap van een karikatuur! Want dat bén ik, hoe beleefd en keurig je het ook moogt uitdrukken. Een pas kwil van een man, een Sally was ontsteld van de woorden stroom, die vol bitterheid uit Hughs mond vloeide. Ontsteld, maar ook vervuld van diep medelijden. Nu bleek immers, dat Hughs ongeluk gaandeweg een obsessie voor hem was geworden, maar ze had verstand genoeg om te beseffen, dat het maar beter was. hierover te zwijgen. „Och", ging hij voort, „óndanks al het geschrijf van mensen als tante Florrie, is liefde, als je jong bent, grotendeels een kwestie van zich lichamelijk tot elkaar voelen aange trokken, Ik geef toe, dat /.e later lean overgaan in een diepe, tedere ge negenheid, maar dat is heel wat an ders. Misschien duurzamer, mogelijk ook van grotere waarde, maar in elk geval iets, waarmee de wederzijdse gevoelens van Serena en mij heel wei nig hadden uit te staan. Toen ik een maal mijn „nieuwe" gezicht in de spiegel had gezien, begreep ik dat er bij mij slechts één ding te doen stond. Ik schreef Serena een brief, waarin ik haar uiteenzette, wat een puinhoop ik was geworden en voorstelde de verloving af te breken. Ik wist, dat mijn uiterlijk haar zou ontstellen en ried haar aan, dat ze me niet zou be zoeken. 't Was beter als ze zich mij herinnerde in mijn vroegere gedaante. Intussen verscheen ze toch de vol gende dag. Ik moest haar nageven, dat ze toen haar rol uitstekend speel de. Ze vertrok geen spier, toen ze me zag, kuste me zelfs, waartoe moed nodig was. Toch bracht' ze mij geen ogenblik van de wijs. Met acteren is vrij wat te bereiken, maar wanneer 't hart verstek laat gaan, ontbreekt er iets. Misschien zou Serena uit medelij den met me getrouwd zijn, maar dat zou dwaasheid zijn geweest, 't Hu welijk brengt genoeg moeilijkhe den mee wanneer alles aanvankelijk op rolletjes loopt, maar ik zou er al lerminst op gesteld zijn, dat een meisje zich in een sentimentele bui voor mij opofferde. Zoiets is hoog stens geschikt als sloteffect van een roman a Ia Melody Chase!" Sally, eindelijk aan het woord ko mend, begon hem te vertellen van 'n haar bekend echtpaar, dat onder enigszins overeenkomstige omstan digheden was getrouwd en daarvan nooit spijt had gehad, maar Hugh viel haar in de rede. .Jk zeg niet, dat het onmogelijk is', zei hij, „maar noch Serena noch ik kon zo zelfzuchtig zijn. Haar loopbaan betekent alles voor haar en nu, je bent hier al lang ge noeg om zowat te weten, hoe ik zou willen leven, 't Was dus verreweg het beste, aan onze verloving een einde te maken en dat hebben we gedaan. Misschien heeft Serena zich eerst ongelukkig, ten dele een beet je schuldig gevoeld, maar harten breken niet. Wat mij betreft, ik zal wanneer ik vandaag of morgen van haar verloving 't een of ander hoor of lees, haar een gelukstelegram stu ren en mezelf troosten met de over weging, dat we allebei prachtig aan het ergste zijn ontsnapt". „Hij heeft haar nóg lief", dacht Sally, die tegelijkertijd afkeer, ver scherpt door minachting voor Sere na opvatte. Indien deze werkelijk van hem had gehouden, vond ze.... Wellicht had Hugh haar gedachten weten te raden, want hij vervolgde: „Neen Serena treft geen blaam. Als de situatie een tegenovergestelde zou zijn geweest, zou ik precies zo hebben gehandeld. Als zij een on geluk had gekregen, 'levenslang kreupel was geworden, dacht je dan, dat ik met haar getrouwd zou zijn? (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 21