ZE LAND IC A
GRANT
VE BRUID
..LEZERS SCH
GLYCA
Ruwe
handen?!
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosieer
half zwaar
ABDIJSIROOP
eve
DONDERDAG 10 NOVEMBER 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
roen wij ons met de geschiedenis van de
spoorvjeg in onze provincie bezighielden
kxcamen wij de figuur van Frederila van
Sorge tegendie samen met Dronlcers in 18 40
om een spoorwegconcessie verzocht. Nagtglas
spreekt over hem als een weinig beminde man en
Wielemaker noemt in zijn geschiedenis van Big-
gekerke enkele dingen die „Van Sorge's karak
ter niet vaïi de gunstigste zijde doen kennen"
\\I ij kwamen zijn naam weer tegen in het boekje van dr. A. C. J.
Vrankrijker over de ontwikkeling der meningen over de
sociale kwestie in de 19e eeuw in Nederland onder de titel:: „Een
groeiende gedachte" (1959). De Zeeuw Van Sorge was de eerste die
in de periode 18351852 het vraagstuk van de overbevolking aan
roerde in een werkje over wetgeving op het armwezen (1842). Van
Sorge aldus de Vrankrijker „abstraheert zich zonder meer
van alle theorieën uit de school van Malthus met de mededeling,
dat de Schepper in Zijn wijsheid onmogelijk kan willen, dat de aar
de een geringer vermogen tot voortbrenging bezit dan de mensheid
in haar natuurlijke vermeerdering vergt. Met dit geloof vóór we
tenschap komen we weinig verder; een dergelijke opvatting is te
respecteren, maar niet voor bespreking vatbaar". Wanneer wij het
boekje van Van Sorge lezen komen wij opmerkingen tegen die de
aandacht waard zijn. „En zij die zeggen, dat Nederland geen land
voor nijverheid, voor het fabrijkwezen is, geven daarmede tevens
te kennen, dat Nederland wél een land is voor Armoede; daar het
toch is bewezen, dat een groot deel van dezelfde bevolking gene
middelen van bestaan in den handel en landbouw alleen vinden kan,
en er voor dit deel dus slechts overschiet: lediglopen en aalmoezen
ontvangen en alle zelfstandigheid en geestkracht verliezen en zede
loos worden en gevaarlijk voor de openbare orde en rust".
Frederik van Sorge werd te Middelburg geboren 11 juli 1803.
Verloor vroeg zijn ouders, die hem niets hadden nagelaten en
werd in de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid
opgenomen. Dan kajuitsjongen bij de Marine. Door zijn helder ver
stand en protectie kreeg hij een plaats op de Provinciale Griffie te
Middelburg (18261832), terwijl zijn benoeming tot secretaris van
Biggekerke op 22 december 1831 viel. Later leren we hem als me
dewerker aan de in 1834 opgerichte Vlissingsche Courant kennen,
een in die dagen bekend oppositieblad. In 1839 werd hij directeur
van de door hem opgerichte Maatschappij van Veeverzekering te
Middelburg. Nagtglas en in navolging Wielemaker beweren
dat de in 1843 door Van Sorge aangenomen betrekking bij de Maat
schappij van Weldadigheid aangeboden was om hem als oppositie
schrijver de mond te snoeren. Abrahams bestrijdt dit in zijn: „De
pers in Zeeland". Zijn inkomsten waren van die aard hij bezat
tevens nog een vrij goed beklante kruidenierswinkel dat Van Sor
ge „niet voor de verlokking van een tractement van f 800.bij
de Maatschappij van Weldadigheid behoefde te bezwijken. Hoewel
hetgeen Wielemaker over de periode van zijn secretarisschap in
Biggekerke (18311843) meedeelt niet bepaald sympathiek aan
doet, sluiten wij zeker geen ideële motieven voor het aanvaarden
van zijn nieuwe betrekking uit. In hoofdstuk X van zijn werkje
over de wetgeving op het armwezen bepleit Van Sorge een overne
ming van de Maatschappij van Weldadigheid door de Staat. Zou zijn
terugkeer naar de koloniën van de Maatschappij waarin hij geen
gelukkige jeugd heeft gehad, niet samenhangen met zijn hervor
mingsplannen Of moeten we het met Abrahams er op houden, dat
hij wel in de vorm van brochures zijn ideeën kon uiten maar daar
om nog geen goed journalist was „en alzo reden vond om weer
eens een andere werkkring te zoeken"? Zijn artikelen vergden te
veel van het geduld van de lezer. „Het ergste wat een journalist
doen kan zal toch wel zijn de lezer ongeduldig te maken of te ver
velen". Hij stierf, vergeten aldus Wielemaker, te Breda op 30 juli
1851.
VVVWVVWV^^AA/VVVvWvVW*V*V✓V^*^/VV^AA^*WvVV\VV
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK.
Beroepen door de generale synode
als secretaris jeugdwerk Oecumeni
sche Raad van Kerken in Nederland
H. van Andel, kandidaat te Blari-
cum. Bedankt voor Naarden (toe
zegging) J. C. Bregman te Ber-
gentheim; voor Nunspeet (toezeg
ging): L. Blok te Capelle aan de
IJsel.
Beroepen te Tliolen: T. Langerak te
Vinkeveen; te Kootwijkerbroek toe
zegging: Pj. P. Lamens te Kamerik;
te Eindhoven: S. van Zwoll te Kam
pen.
Bedankt voor Vriezenveen: P. H.
Borgers te Beerdaard.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te Ulrum: T. Kamper te
Scharcndijke; te Exmorra-Allinga-
wier-Kerkwert: J. Sap, kandidaat te
Leiden; te Schiedam (vacature E. J.
Oomkes)G. van Halsema te Fcy-
naart.
GEREF. KERKEN VRIJGEMAAKT
Beroepen te Rijnsburg: R. Timmer
man te Hijken-Hooghalen.
f Advertentie)
5 Zwarte Kippen
bewaren...
2,46 BESPAREN
CHK. GEREF. KERK.
Beroepen te Mijdrecht: P. op den
Velde te Hilversum.
VRIJE EVANG. GEMEENTE
Bedankt voor Musselkanaal: W. F.
Praas te Breskens.
On-weerkunde
De Zeeuwse Almanak in uw blad van
heden heb ik deze keer niet begre
pen.
De bedoeling van uw Almanak is toch
bepaalde bijzondere gevallen op een
geestige wijze te zeggen?
Uw redacteur zegt over de „veel te
natteoktobermaand" te hebben na
gedacht. M.i. tevergeefs:
De oktobermaand te nat? „Helemaal
niet" vond uw Almanakmannetje!
Het is natuurlijk 's mans goed recht
van regen te houden.
Aan do ene kant Overstromings
rampen in Frankrijk, Italië, Polen,
Oostenrijk, Engeland en vele andere
landen, waarbij ook mensen het leven
lieten. In eigen land en voornamelijk
in het gebied van de lezers van uw
blad, een verloren gaan van de oogst
waaraan de boeren het gehele jaar
de uiterste zorg hebben besteed en
die nu met de hulp van soldaten nog
iets trachten te redden.
Aan de andere kantuw redacteur,
die het nog tc droog vind.
Wat is nu eigenlijk het geestige van
het stellen van dit afwijkende inzicht
van uw redacteur Ik kan het niet
vinden.
Ik vraag me af of deze afwijkende
mening veroorzaakt kan zijn door
teveel droogte in 's mans naaste om
geving, b.v. de temperatuur in zijn
bureau, waardoor mogelijk zijn her
sens zijn verdroogd en hij de dingen
niet ziet zoals ze zijn. Dit zou dan
tevens verklaren 's mans „fata mor
gana" over het mooie Zeeuwse land
en de weidse aardappelvelden. Deze
maken thans op ieder normaal mens
een troosteloze, ja haast beangsti
gende indruk.
Kortgene. L. D. VAN DAMME.
(Advertentie
tlie lekkere shag in de handige doos 95 et.
je héél wat beter is. dan de imitatie.
Bij de vervaardiging waren legio
technische hulpmiddelen bij de hand
en alleen de besten komen voor een
opname in aanmerking. Zo blijft
iedere amateuristische na-aperij een
smakeloos aftreksel van het origi
neel.
Ik vind dit gedoe in wezen onecht,
niet eerlijk en oprecht. Het kost in
derdaad moeite om een nummer te
brengen naar eigen opvatting, het
kost ook meer geest, 't Is veel ge
makkelijker om een namaak Elvisje
te zijn, dan een echte Jan Janse.
Bovendien vraag ik me af. of lawaai,
sensatie en opwinding wel de juiste
ingrediënten zijn om een „show"
geslaagd te maken. „Veel geschreeuw
en weinig wol" zegt een goed Oud
hollands spreekwoord en net blijkt
teit is géén losgooien van alle rem
men, maar beweegt zich verant
woord binnen de grenzen welke de
mens zich als beschaafd cultuurwe
zen moet stellen.
Zij zijn de oprechte amateurs, die
hun prestaties willen baseren op
eigen, degelijk kunnen. Zij hebben
er veel moeite en kritiek voor over
om een hoger peil te bereiken. Zo
wordt hun amateurisme een waar
devolle en blijvende vreugde, een rijk
bezit!
Ik zou hierover nog veel meer willen
zeggen. De beste raad die ik geven
kan is: Overtuigt U zich, gelegen
heid genoeg! De agenda van onze
P.Z.C. maakt U er op attent.
H. Mennes, secretaris van
,,d' Oprechte Amateur" afd. Zeeland.
Imitatie op een show
Helaas ben ik wel eens een beetje
achter met het krant lezen. Toch
hoop ik dat deze mosterd nog op tijd
komt.
Teenagers show dus.
Naar mijn idee wil het woordje show
zeggen dat het publiek iets geboden
wordt. De vraag is alleen: „Wat
wordt geboden?". De antwoorden
luidden voor het grootste deel:
„Imitatie". Imitatie namelijk van
gramfoonplaatjes, echter zonder de
vermelding van merk en nummer.
Waarom niet Misschien omdat de
imitatie toch een waas zou hebben
van echtheid en creatie? Of omdat
iemand het wellicht in het hoofd zou
halen om het plaatje ter vergelijking
eens te beluisteren? Dat zou natuur
lijk tot resultaat hebben dat men
tot de conclusie kwam dat het plaat
zijn zegkracht nog niet verloren te
hebben.
Ik las in deze rubriek dat het al
tijd nog beter was dat de jeugd naar
zo'n teenager-show ging dan naar
een snack-bar. Toch brengt deze op
vatting een ietwat wrange smaak op
de tong. Zoiets van: „Beter een flinke
bronchitis dan een longontsteking".
Ik blijf maar liever gezond...
Gelukkig maar dat een groot per
centage van onze Zeeuwse jeugd er
anders over denkt, zij het dat de
zalen, waarvoor zij optreden kleiner
en minder vol zijn. Zij willen echter
zichzelf zijn, zonder' oorverdovend
lawaai, maar mèt de wil om iets
met een eigen opvatting beschaafd te
brengen. Zij leiden de aandacht van
het publiek niet van hun prestatie
af door een zekere opgewonden sfeer
te scheppen, maar ze proberen origi
neel te zijn en daar werken ze voor,
serieus en niet belust op goedkope
schijnsuccessen. Ze doen dat spon
taan en eerlijk, doch hun spontaneï-
Alléén
helpt direct!
DR. E. J. SWAAB'S VERENIGDE FABRIEKEN
De Engelse Kerk
te Vlissingen
In het stukje, dat op 28 oktober jl. in
dit blad werd geplaatst, komen naast
enige zetfouten, twee onjuistheden
voor.
Het kerkgebouw in de Paul Kruger-
straat is niet uit 1916, doch is in
gebruik genomen op 4 januari 1914,
en dus niet vijf, doch zeven jaren
bij de Engelse Hervormde Gemeente
in gebruik geweest.
Voorts heeft er nooit een „Middel-
kerk van de St.-Jacobskerk" be
staan. De Middelkerk, waarin de En
gelse Gemeente éérst bijeenkwam,
was gelegen in de zg. Schotse Hoek,
achter de huizen van de Stenenbeer.
Later, toen men deze kerk voor de
Nederduitse eredienst nodig had,
werd het Noorderdwarspand van de
St.-Jacobskerk, dat reeds als Waalse
Kerk gebruikt was en door een tus
senmuur van de kerk was afgeschei
den, voor de Engelse diensten ter
beschikking gesteld. Toen de brand
van 1911 het interieur van dit kerkje
vernietigde, was het al geschonden,
sinds in 1900 de preekstoel was ver
wijderd en vervangen door een leze
naar. Er zijn drie foto's bewaard ge
bleven van de oude toestand en één
van de gewijzigde.
Het spijt mij dat ik tot het eerstge
noemde abuis zelf aanleiding heb ge
geven. Het berust n.l. op een inlich
ting mijnerzijds, die ik óp dat
1631. „Verroer je niet, men
sen!" gebood piloot Storm
met effen stem. „Rustig
blijven staan. Zij moeten
vooral niet de indruk krij
gen dat wij met kwade be
doelingen komen". „Ik heb
zo liet idee dat ze al eens
kennis gemaakt hebben met
de uitwerking van onze wa
pens. Dank zij vriend Ko-
walski!" gromde Buck, ,,'t
Is mij een raadsel hoe die
knapen het leven houden in
deze ijle atmosfeer. Mis
schien hebben zij daarom
zulke enorme borstkassen.
„Alles goed en wel, maar
wij zullen toch die grot binnen moeten gaan
om tc zien of Kowalski daar is", meende
Arend. „Laten we 't eens op vreedzame wijze
proberen, want als die knapen met stenen
gaan gooien zijn we nog niet jarig. Onze
helmen zijn wel stevig, maar toch zeer kwets
baar en je weet wat er gebeurt als er een
gaatje in komt". Een ogenblik stond het vijf
tal stil bij elkaar. „We gaan het er op wa
gen. Langzaam vooruit, maar met de hand
op de paral", beval Arend. Hij hief de linker
arm bezwerend omhoog in het universele ge
baar van vrede en deed enige stappen voor
uit. Onmiddellijk begonnen de maanmannen
weer dreigende afweergebaren te maken en
met de vuisten te zwaaien.
moment niet over de archivalc gege
vens beschikkende, uit het geheugen
heb verstrekt.
Ik wil hieraan nog toevoegen dat
het zegel van de Engelse gemeente
thans in gebruik is bij het ministerie
van predikanten van dc hervormde
gemeente.
Vlissingen. F. S. KLOOSTERMAN.
Aulodrama van
Hulshorst
Het dubbele menselijke drama, dat
het bericht in de Provinciale Zeeuw
se Courant van 5 november ter al
gemene kennis brengt, de dood van
een achtjarig ojngetje, dat onder
een auto raakte en een brief van
de automobilist aan de ouders van
het kind, welke een volledige ver
wording van de schrijver bewijst, is
meer dan maar één van de duizen
den verkeersongevallen in ons land.
Het is een „mene tekel", opgericht
door de Moloch verkeer en het mon
ster winstbejag in samenwerking, op
gericht in ons land, in Nederland
waar nog kortgeleden koningin Ju
liana in een bezielende toespraak de
Nederlanders heeft opgeroepen tot
menselijkheid ook in het verkeer.
De eis van deze zakenman toont ons,
waarheen de mens kan geraken door
het jagen naar het geld.
Welke kunstenaar zal in ons land
aan dit menselijke drama, dit teken
aan de wand, een overgankelijke
vorm geven in steen, op het doek
of op schrift als oproep aan het ge
weten der mensheid van vandaag!
Vlissingen Ir. H. Ehrlich
Singel 10.
Unicef en Sinterklaas
Enkele weken geleden las ik in uw
blad een stukje over het werk van
Unicef. (Het Kinderfonds van de
Verenigde Naties).
Het lijkt me goed om in deze Sin
terklaastijd voor wij voor onze kin
deren weer cadeaus gaan kopen nog
even de aandacht op dit werk te ves
tigen.
Unicef helpt de kinderen en de moe
ders in onderontwikkelde gebieden,
ongeacht ras, geloof, nationaliteit of
politieke richting. Er moeten ontzag
lijk veel geholpen worden (tiental
len miljoenen kinderen-over de hele
wereld zijn ondervoed).
U kunt uw bijdrage storten op giro
7515 Unicef, Den Haag. U kunt daar
ook doosjes met 10 prentbriefkaarten
en enveloppen bestellen a ƒ4,per
doosje.
Om vrachtkosten te sparen kunt U
ook doosjes bij ondergetekende ko
pen.
Ook als U doosjes in commissie wilt
hebben, op andere wijze aan dit
werk mee wilt doen of ideeën hebt
om geld voor de Unicef bijeen te
brengen, ben ik gaarne bereid dit
met U te bespreken.
Goes. G. Wijnnobel-van Leeuwen
Nachtegaallaan 98, tel. 5831.
Op de spoorlijn ZwïeselGrnfenau, in
Beieren, is een goederentrein op een
groep spoorwegwerkers ingereden. Twee
arbeiders werden op slag gedood, vier
ernstig en twee licht gewond.
Vlug een (lekkere) lepel Ab
dijsiroop (Akker-Siroop). De
23 genezende bestanddelen
werken kalmerend en verjagen
de gevaarlijke ziektekiemen.
FEUILLETON DOOR:
BARBARA STANTON
„Wat toevallig juist is, al betwijfel
ik, of tante Florrie het gelooft. Vol
gens haar heeft Serena me heel
slecht behandeld. Deel jij die naening
ook
Sally vond, dat het zijn verdiende
loon zou zijn, als ze nu antwoordde,
dat ze niet genoeg belang in zijn aan
gelegenheid stelde om over de kwes
tie te hebben nagedacht. Dit zou
evenwel niet slechts onnodig lomp,
maar ook nog onwaar zijn geweest.
Immers, ze had zich dikwijls afge
vraagd, wat er tussen hem en zijn
verloofde was voorgevallen.
„Hoe kan ik, die zo weinig van het
gebeurde afweet, daarover oordelen?"
vroeg ze dus. „In elk geval zijn het
mijn zaken niet".
„Lieve kind, je weet heel goed, dat
jo dit niet njeent. Jullie vrouwen zijn
nooit gelukkiger dan wanneer je jul
lie neus in liefdesaangelegenheden
van anderen kunt steken. Of vorm
jij soms een loffelijke uitzondering
op die regel?"
Sally gaf wijselijk geen antwoord, zo
dat Hugh na een korte pauze voort
ging: „ln plaats van Serena's gedrag
af te keuren, heb ik de grootste ach
ting voor haar eerlijkheid. In tegen
stelling met de meesten van mijn
vrienden, heeft ze het niet geprobeerd
mij te overtuigen, dat het gebeurde
hoegenaamd geen verschil maakte.
Natuurlijk maakte het wel degelijk
verschil", voegde hij er driftig aan
toe, „en niet alleen wat mijn uiterlijk
betreft. Laat ons er geen doekjes om
winden: de man, die zij in die zieken
zaal kwam bezoeken, was een heel
andere dan degene met wie ze be
loofd had te trouwen".
Toen hij even zweeg, blijkbaar om te
zien, hoe Sally zijn woorden opnam,
waagde ze beschroomd de opmerking:
„Ik begrijp heel goed wat je bedoelt
als je zegt, dat niet slechts je uiter
lijk 'was veranderd, maar overdrijf je
niet het effect van de operatie? Ik
bedoel dit: hoe zou een lichamelijke
operatie, al is die nog zo zwaar,
iemands karakter, dat toch zijn ech
te, innerlijke wezen is kunnen ver
anderen?"
„Uiterst gemakkelijk. Voor mijn val
was ik een onbezorgde jongeman,
populair, gek op pretjes en fuifjes.
Niet bepaald een bewonderenswaar
dig exemplaar, maar waarom zou een
jeugdige vrijgezel, die er de midde
len en de gelegenheid toe heeft, geen
vrolijk leventje leiden?
Als ik vóór mijn ongeluk een vak had
beoefend, dat ik weer kon opnemen,
b.v. boer of iets van die aard was ge
weest, zou alles er minder toe heb
ben gedaan. Ik had dan zo hard kun
nen werken, dat er geen tijd over
schoot om na et denken, ofschoon
ik", ging Hugh met een bitter lachje
voort, „de lui, die beweren, dat hun
werk hen in alle opzichten gelukkig
maakt, nooit erg heb geloofd. Nu ja,
ik zeg niet, dat het onmogelijk is,
maar zeldzaam is het wél en dan
moet dat werk toch zeker je roeping
zijn. Ik denk aan verpleegsters, gees
telijken, kunstenaars. En zelfs dan...
maar we behoeven hier niet verder
op in te gaan.
Wanneer Serena een flinke boeren
dochter of burgermeisje was ge
weest, zou alles misschien, héél mis
schien, nog wel zijn losgelopen. Ze
ker ben ik er niet van, want welk
normaal aangelegd meisje is gesteld
op een man, die zich niet in gezel
schap durft te vertonen In elk geval
is Serena noch boerin, noch burger
meisje. Ze is een aankomende film
ster, talentvol en heel eerzuchtig.
Misschien niet zo begaafd als ze zelf
denkt, maar vol doorzettingsvermo
gen, maar allerminst behept met een
minderwaardigheidscomplex, dat in
haar beroep ook noodlottig zou zijn.
Een actrice moet zich laten zien in
chique restaurants, eerste klas win
kels begunstigen, omgang zoeken
met mensen, die voor haar loopbaan
van nut kunnen blijken. Voordat ik
die val deed, had ze mij als zo iemand
kunnen beschouwen, maar daarna
och, lieve hemel! Stel je voor, een
jonge, veelbelovende filmster in ge
zelschap van een karikatuur! Want
dat bén ik, hoe beleefd en keurig je
het ook moogt uitdrukken. Een pas
kwil van een man, een
Sally was ontsteld van de woorden
stroom, die vol bitterheid uit Hughs
mond vloeide. Ontsteld, maar ook
vervuld van diep medelijden. Nu
bleek immers, dat Hughs ongeluk
gaandeweg een obsessie voor hem
was geworden, maar ze had verstand
genoeg om te beseffen, dat het maar
beter was. hierover te zwijgen.
„Och", ging hij voort, „óndanks al
het geschrijf van mensen als tante
Florrie, is liefde, als je jong bent,
grotendeels een kwestie van zich
lichamelijk tot elkaar voelen aange
trokken, Ik geef toe, dat /.e later
lean overgaan in een diepe, tedere ge
negenheid, maar dat is heel wat an
ders. Misschien duurzamer, mogelijk
ook van grotere waarde, maar in elk
geval iets, waarmee de wederzijdse
gevoelens van Serena en mij heel wei
nig hadden uit te staan. Toen ik een
maal mijn „nieuwe" gezicht in de
spiegel had gezien, begreep ik dat er
bij mij slechts één ding te doen stond.
Ik schreef Serena een brief, waarin
ik haar uiteenzette, wat een puinhoop
ik was geworden en voorstelde de
verloving af te breken. Ik wist, dat
mijn uiterlijk haar zou ontstellen en
ried haar aan, dat ze me niet zou be
zoeken. 't Was beter als ze zich mij
herinnerde in mijn vroegere gedaante.
Intussen verscheen ze toch de vol
gende dag. Ik moest haar nageven,
dat ze toen haar rol uitstekend speel
de. Ze vertrok geen spier, toen ze me
zag, kuste me zelfs, waartoe moed
nodig was. Toch bracht' ze mij geen
ogenblik van de wijs. Met acteren is
vrij wat te bereiken, maar wanneer
't hart verstek laat gaan, ontbreekt
er iets.
Misschien zou Serena uit medelij
den met me getrouwd zijn, maar dat
zou dwaasheid zijn geweest, 't Hu
welijk brengt genoeg moeilijkhe
den mee wanneer alles aanvankelijk
op rolletjes loopt, maar ik zou er al
lerminst op gesteld zijn, dat een
meisje zich in een sentimentele bui
voor mij opofferde. Zoiets is hoog
stens geschikt als sloteffect van een
roman a Ia Melody Chase!"
Sally, eindelijk aan het woord ko
mend, begon hem te vertellen van
'n haar bekend echtpaar, dat onder
enigszins overeenkomstige omstan
digheden was getrouwd en daarvan
nooit spijt had gehad, maar Hugh
viel haar in de rede.
.Jk zeg niet, dat het onmogelijk
is', zei hij, „maar noch Serena noch
ik kon zo zelfzuchtig zijn. Haar
loopbaan betekent alles voor haar en
nu, je bent hier al lang ge
noeg om zowat te weten, hoe ik zou
willen leven, 't Was dus verreweg
het beste, aan onze verloving een
einde te maken en dat hebben we
gedaan. Misschien heeft Serena zich
eerst ongelukkig, ten dele een beet
je schuldig gevoeld, maar harten
breken niet. Wat mij betreft, ik zal
wanneer ik vandaag of morgen van
haar verloving 't een of ander hoor
of lees, haar een gelukstelegram stu
ren en mezelf troosten met de over
weging, dat we allebei prachtig aan
het ergste zijn ontsnapt".
„Hij heeft haar nóg lief", dacht
Sally, die tegelijkertijd afkeer, ver
scherpt door minachting voor Sere
na opvatte. Indien deze werkelijk
van hem had gehouden, vond ze....
Wellicht had Hugh haar gedachten
weten te raden, want hij vervolgde:
„Neen Serena treft geen blaam.
Als de situatie een tegenovergestelde
zou zijn geweest, zou ik precies zo
hebben gehandeld. Als zij een on
geluk had gekregen, 'levenslang
kreupel was geworden, dacht je dan,
dat ik met haar getrouwd zou zijn?
(Wordt vervolgd).