Aart Maljers: zware stortsteen
en de vaat
Zwedens koning Gustav werkt
dagelijks een volle agenda ai
Nederlands elftal kan in Praag
een krachttoer verrichten
NOG TWEE ZWAKKE PLAATSEN
IN DIJKEN HOEKSCHE WAARD
ZATERDAG 29 OKTOBER 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
*/VW*A*<VVVW\/NA'V\^AAVV\NAA*<WV\i\N'VVVV>A<V^VVVW*A/WVA'WVVV\<V\^vVAAA<VVVWWV5
MET BAARD liet Aart
Maljers zich fotografe
ren, ongeschoren „want
zo ben ik in m'n werk ook".
Treffender karakteristiek
had Maljers, de prominentste
van alle Delta-bakkenschip-
pers, niet van zichzelf kun
nen geven. Een openhartige,
ongecompliceerde figuur, die
de dingen bij de naam noemt.
Geboren in Veere, wonend in
Veere, met een voor zijn leef
tijd 45 jong gezicht,
een beetje getekend door
wind en regen, een beetje la-
koniek. Een man, die zware
shag rookt en met zware
stortsteen vaart. Met de
daarvoor juiste mentaliteit:
hard als de stenen, die hij
vervoert.
Maar ook een genoeglijke man,
een opgeruimde, goedlachse schip
per, die in zijn vrije tijd de pis
ton blaast in „Veere's Genoegen"
en die 's avonds zijn vrouw helpt
bij de afwas. Op basis van vrij
willigheid uiteraard. Als de steen
gestort is, stort hij zich zonder
gêne op de vaat.
Ook dat is typerend voor Aart
Maljers. Hij heeft noch de pre
tentie een heer te zijn, noch de
pretentie een kerel te zijn. Hij is
zichzelf, zonder scrupules, zonder
franje. Hij vertelt over de stort
steen, maar ook over de vaat.
als hoorden zij tot één orde, alsof
het zaken waren van een zelfde
niveau. Aart Maljers durft veel
te zeggen. Niet brutaal. Alleen
maar oprecht. Hij zegt waar het
op staat.
Dat deed hij al lang vóór de
tijd, dat "hij uit een groot
aantal bakkensehippers werd
gekozen om de leiding op zich
te nemen van een nieuw experi
menteel schip, „De Steenstorter
I", het eerste en enige schip ter
wereld, dat stortsteen vervoert in
zestien bakken, die hydraulisch
kunnen „kippen", zoals de laad
bak van een kïpauto dat kan
doen.
Direct na de bevrijding werkte
Maljers aan de dichting van het
dijkgat bij Veere. Primitief ging
het er toe, in vergelijking met zijn
huidige werk aan de dani door
het Veerse Gat. Op klompen stond
Maljers met zijn maats op een
zinkstuk. dat langzaam onder wa
ter verdween. Er waren geen
laarzen, zodoende.
Totdat Maljers in Middelburg,
op een waterstaatsbureel
moest wezen. Zonder fel te
worden, vertelt hij daarover:
„En. daar zaten de heren met
lieslaarzen achter hun bureaus.
Tk hoor het me nog zeggen:
Ik weet niet heren, maar er
staat hier nogal zéé"
Maljers ten voeten uit. „Ik zei
het direct tegen de heer Mol, een
gezellige kerel, hier van Veere,
je kent hem vast. Zo en zo is
het gelegen, zei ik. Mol pakte
direct zijn auto en kwam met
twintig paar laarzen terug. En
er waren er geen, zeiden ze
Maljers kon het niet begrijpen.
Zo'n situatie is tegenovergesteld
aan zijn karakter. Bij Maljers
kan alles. Voordat hij bij de
N.V. „Dijksbouw" bakkenschipper
werd, werkte hij 27 jaar bij een
aannemer in Veere. Hij was er
timmerman, metselaar, betonwer
ker, grondwerker, ijzervlechter,
steenzetter en heibaas. Hij is
hulpvaardig en weet van 'aan
pakken.
-2eenwen tij da
Maar hij is net weer niet de
man, die zich een aureool
van vlijt en handigheid laat
aanmeten.
Met 'n „Ik doe alles, als het maar
geld opbrengt" voorkomt hij dat.
Geen kreupel gezwets. Zoals men
bij Maljers ook niet moet aan
komen met het Deltaplan als een
„levenswerk". Dan haalt hij de
schouders op. Grote woorden zijn
dat. „Je plompt de steen erin en
je ziet niet waar het blijft. Wel
op de goede plaats natuurlijk en
gepeild wordt er ook. Nu zijn
we aan de drempel bezig geweest
voor de caissons die, in 1961 het
Veerse Gat afsluiten".
De idee, dat hij als Veerenaar
meehelpt om het oude stadje van
open water af te sluiten, bezorgt
hem geen slapeloze nachten.
„Voor de meeste Veerenaars
is het een beetje triest. De
sf'er is weg, onherroepelijk. Ik
werk daar zelf aan mee. Wat
moet je? Als ik het niet doe,
doet toch een ander het.
Dat plan is er nu eenmaal,
't Gaat trouwens om de veilig
heid. Die afsluiting, daar sta
je niet bij stil. 't Is je werk.
Daar prakkizeer je niet over.
Valt het tegen, dan valt het
tegen. Valt het mee, dan valt
het mee".
Zoals hij over z'n mailoeuvreer-
kunst met de „Steenstorter
I" zegt: „Je kunt het of je
kunt het niet."
Of nog sterker: „Je hebt geluk
of je hebt het niet", Het geluk
van Maljers. Hij gelooft er nu
zelf in. Sinds de dorde bom. Met
de eerste bom vloog hij de lucht
in. Een onontplofte tijdbom, be
stemd voor de dijk bij Veere
(1943) die onder in een regenbak
was terechtgekomen. Er lag een
laag puin overheen. Daarop 'stond
Aart Maljers. toen het projectiel
ontplofte. Vijf meter ging het
de lucht in. Hij had geen schram
metje. De tweede keer woonde
hij bij dé Vlissingse sluizen. Ach
ter het hotel Zeeland, dat in één
keer in elkaar werd gesmeten. De
derde keer kwam, toen Maljers
al bij de afsluiting van het Veer
se Gat werkte. Vlak bij hem bracht
een baggermolen een bom aan de
oppervlakte. Er gebeurde niets.
„Als je naam er niet opstaat
Ik ben er nog nooit bang van ge
weest".
Maljers i.s als zijn lading: kei-"
hard, maar zonder stug te zijn.
Op zijn steenstorter. Anders dan
thuis, bij de vaat en de vele, vele
hoeken die hij leest. „Alles wat
ik maar vast kan krijgen. Lief
desromannetjes en ook best eens
een goed boek"-
WWWAWWVNWWvWAMAVAêAW^AWMWiWWVWWVVW'WWVWVWVVN^W
INTERLAND TEGEN TSJECHO-SLOWAKIJE
Middeneuropees voetbal ligt
nationaal team meestal wel
HET NEDERLANDS ELFTAL staat voor een krachttoer: in
het verre Praag spelen oïize nationale voetballers zondag een in
terland tegen Tsjecho-SlowakijeWe behoeven het niet on
der stoelen of banken te steken, dat de „thuisclub" veruit favo
riet is! Dat is allerminst verbazingwekkend, want al sedert de
twintiger jaren kennen de Tsjechen het profvoetbal, ook al
wordt nu dan van staalsamateurisme gesproken. In de naoor
logse jaren heeft Tsjecho-Slowakije zich een waardige tegen
stander getoond van andere centraal-Europese landen: Bulga
rije, Hongarije, Rusland en Oostenrijk. Het zegt ook wel iets,
dat de Tsjechen in 1958 tijdens de eindronde om de wereldtitel
in Zweden met 6-1 van Argentinië wonnen, tegen de Duitsers
gelijk speelden, maar tenslotte door de Ieren werden uitgescha
keld. Kortom: het Tsjechische voetbal staat onmiskenbaar op
een hoger plan dan het Nederlandse.
En toch is het Oranje-team geen
zins bij voorbaat een geslagen
ploegMerkwaardig genoeg
heeft der geschiedenis namelijk
keer op keer bewezen, dat het
midden-Europese voetbal de Ne
derlanders wel ligt. Dat kwam tot
uiting in de bekende „Balkan-toer-
nee" van het nationale elftal, dat
bleek ook in de wedstrijden tegen
Oostenrijk (3-2-verlies in Wenen
en 1-1-gelijk in Amsterdam) en
het werd vooral bewezen in de
wedstrijd Nederland-Bulgarije, vo
rig jaar. Ook voor die wedstrijd
waren er maar heel weinig voet-
halkenners, die Nederland een
kans gaven. Toch won Oranje met
4-2
Wie die wedstrijd gezien heeft, weet
het: een midden-Europese voetballer
geeft er de voorkeur aan de bal niet
in het doel te schieten, maar er in te
.lópenMet andere woorden: Bul
garen en ook Tsjechen plegen schier
eindeloos aan de aanvallen door Le
„breien" tot ze op luttele afstand van
het doel zijn gekomen. En zover liet
de Nederlandse defensie de Bulgaren
slechts bij hoge uitzondering gaan.
Daarentegen deed Tonny van der Lin
de in die wedstrijd wat in midden-
Europa bij de wet verboden schijnt:
hij durfde van twintig, dertig meter
afstand op de vijandelijke veste te
kogelen
Drie invallers
Uit dit alles blijkt wel, dat er vooral
op de Nederlandse defensie een op
merkelijke zware taak rust. Van der
Hart, Wiersma, Ruys en Klaassens
zullen dit perfect opgezet „breiwerk"
moeten ontwarren en zullen ongetwij
feld meer aandacht aan het verdedi
gen dan de spelopbouw kunnen ge
ven.
Inmiddels doet het feit, dat Neder
land met drie invallers inoet aantre
den, ook nog weer ecus aan de intcr-
BENNIE MULLER
enkelblessure
land Duitsland-Nederland, vorig jaar
in Keulen, denken. Ook toen waren
er plotseling geblesseerde spelers en
een ontgoocheld Nederlands elftal
ging met 7-0 ten onder. Ongetwijfeld
zijn momenteel de mentale omstan
digheden echter veel beter dan vóór
de wedstrijd tegen Duitsland.
Bovendien worden de Nederlandse in
vallers in het algemeen niet als een
duchtige verrassing gezien. Dat Coen
Moulijn niet van de paxtij kan zijn
door een enkelblessure is inderdaad
een teleurstelling. In de laatste inter
landwedstrijden van het Nederlands
elftal was Moulijn echter meestal
niet meer in die 'glanzende vorm als
De professor op de troon (slot)
Prettige sfeer in
ministerraad
Elke morgen klinkt er een
bescheiden tik op de slaap
kamerdeur van de Zweedse
koning. Op zijn „binnen"
stapt een lakei naar zijn bed,
met een glas vruchtensap of
een kop koffie en vooral: de
Stockholmse ochtendbladen
en de Londense „Times". Ko
ning Gustav VI Adolf, is ge
wend op tijd te beginnen,
want elke werkdag heeft hij
een volle agenda af te doen,
die hem volledig bezig houdt.
Elke morgen rijdt de koning in
zijn auto naar zijn werk. Meest
al chauffeert hij zelf. Vele bezoe
kers en talloze papieren, die zijn
persoonlijke aandacht vragen,
houden hem tot na het middaguur
bezig. Precies om één uur wordt
de luch in het paleis opgediend,
maar soms is Zijne Majesteit er
niet. Dat kan wel zijn als hij de
wekelijkse luch van de Stockholm
se Rotaryclub bijwoont of een
andere afspraak heeft.
Na de lunch gaat hij terug naar
zijn bureau, tenzij hij een inspec
tie of een redevoering moet hou
den. Tot vijf uur is „de professor"
gewoonlijk wel bezet, daarna
vindt hij nog tijd voor de een of
andere sportieve ontspanning.
Een keer of twee in de week is
hij meestal op het tennisveld te
vinden.
Om zeven uur wordt er in het pa
leis gedineerd. Dan zijn er altijd
wel een paar gasten. Na hun ver
trek houden de koning en de ko
ningin er van samen met een ka
merheer of een hofdame canasta
of een ander kaartspel te spelen.
Natuurlijk kan het ook gebeuren
dat de koning noch hieraan, noch
aan zijn studie of zijn correspon
dentie toekomt, als hij een gala
avond in de opera of liet concert
gebouw moet bijwonen of een van
de luisterrijke recepties houdt,
waardoor Stockholm een eigen
faam verwierf.
Ministerraad
Een keer per week presideert
koning Gustav VI Adolf zijn
raad van zestien ministers.
Elke vrijdagmorgen om elf
uur stapt hij dan de statige
zaal, met het hoge plafond, in
zijn paleis binnen, waar de
gezagsdragers zich aan een
lange tafel verzameld hebben.
Hij maakt een kwieke indruk
en lijkt eigenlijk weinig- op
een man van 78 jaar. Evenals
zijn ministers draagt hij een
gewoon colbert-kostuum, zon
der enig .orde-teken. Iedereen
krijgt een stevige handdruk
van hem en een paar vriende
lijke, persoonlijke woorden.
Dan gaat het team opgewekt
aan de slag.
Zweden wordt geregeerd door
zijn parlement eu zijn kabinet,
maar evenals bij ons behoeft
elk regeringsbesluit de goed
keuring van dè koning.
Dit laatste betekent voor Gustav
Adolf alles behalve een formali
teit. Hij stelt zijn ministers lang
durig de vaak schérpste vragen.
Daaruit blijkt, dat hij elk onder
werp, dat aan de orde ïs, nauw
keurig; bestudeerd heeft. Een van
Kroonprins Carl Gustav, die nu veer
tien jaar is, staat bekend als een spor
tieve knaap, met een voorliefde voor
paardrijden. Enkele jaren geleden
verraste de fotograaf hem als „cow
boy".
zijn dikwijls terugkomende vra
gen is een bijna gevleugeld woord
geworden: „Waarom is dit no
dig?"
Er volgt daii een discussie, die
cr soms toe leidt dat de zaak
voorlopig aangehouden wordt.
Maar in de regel duurt het niet
lang en zelden spreekt de koning
zijn veto uit over een kwestie,
waarvan de uitvoering een groot
algemeen belang dient.
Kameraadschap
Een belangrijk facet van deze we
kelijkse ministerraad is de geest
van welwillendheid, eigenlijk ka
meraadschap, die de boventoon
voert. Zo is het eigenaardig dat
de socialisten, die eens op de bres
stonden voor de afschaffing van
de monarchie, tot het inzicht
kwamen dat de meeste Zweden
achter hun koning staan. Iedereen
vindt dan ook dat hij voor de onge
veer 1.6 miljoen kronen, die hij
per jaar ontvangt (ongeveer 1.2
miljoen gulden» zijn werk voor
beeldig doet.
Hoewel Zwedcn's professor-ko
ning is grootgebracht in de (ove
rigens niet overdreven formele»
sfeer van het Zweedse hof drukte
zijn leven van reizen, opgravingen
doen, studeren en tuinieren een
niet te veronachtzamen stempel
op hem. Zijn eenvoud en zijn af
keer van staatsie komen daar
door recht uit zijn hart, maar
jammer genoeg ontkomt hij er zo
nu en dan niet aan. Daar zijn de
ontvangsten cn de officiële ban
ketten, die hij geven moet
Bij zo'n banket staat ,,'s-Ko-
nings Jager" achter hem. ge
kleed in een groen uniform en
leren laarzen. Achter de ko
ningin staat haar heraut. Hij
is gekleed in een kniebroek,
zwarte kousen en een kort
vest. afgezet met zilveren
franje. Op zijn hoofd draagt
hij een puntmuts, met twee
struisvogelveren. Deze twee
functionarissen nemen de scha
len over van de bedienden, om
hunne majesteiten te serveren.
Dit ceremonieel is zeker schil
derachtig. maar koning en ko
ningin houden meer van intie-
me diners, met een paar goede
vrienden of familieleden.
Dezelfde neiging om de dingen
terug te brengen tot hun ware,
in wezen eenvoudige aard leid
den er toe dat de koning en
de koningin niet meer dan der
tien kamers gebruiken in het
paleis in „Camla Stan" het
oudste deel van Stockholm.
..„"Kungliga Slottet". zoals het
paleis doorgaans wordt aange
duid, beslaat met zijn 680 kamers
een enorm oppervlak. Sommige
vleugels zijn even uitgestrekt als
een heel huizenblok in de stad
Koning Gustav Adolf en koningin
Louise hebben in dit uitgestrekte
complex een stuk van de beneden
verdieping in gebruik en alleen
bij officiële gelegenheden maken
zij gebruik van veel meer ka
mers. Dit neemt niet weg, dat het
paleis midden in het leven van de
Stockholmers staat: honderden
Zweden lopen er elke dag over de
binnenplaats, op weg naar en van
hun werk. Soms zien zij hier in
de buurt een van de vier prinses
sen kleindochters van de ko
ning of zijn kleinzoon Carl
Gustav. de kroonprins. Want sinds
's konings zoon in 1947 ten ge
volge van een vliegtuigongeluk
bij Kopenhagen omkwam, vestigde
de hoop van de natie zich op de
ze kwieke jongen. Hij is sportief,
rijdt uitstekend paard en had al
van jongs af grote belangstelling
voor de manoeuvres van de lijf
wacht. De koning, die zoveel tijd
aan hem wijdt als hij kan, vond
dit een goed teken: het bevordert
zijn gevoel voor discipline.
twee jaar geleden. Daarom is zijn
vervanging door de rappe Bouwmees
ter bepaald geen ramp.
Benieuwd
De ongetwijfeld ijverige en ook ro
buuste Cor van der Gijp, die tegen
België wel van de partij was, blijft
ook thuis. In dit gevalgeloven we
echter zelfs, dat van de invallers meer
te verwachten is
De plaats van Cor van der Gijp
wordt namelijk ingenomen dooi
de butant Prins van Ajax. één van
Nederlands beste clubspelers, die
dus nu een kans in het nationale
team krijgt. Vooral naar het spel
van deze 22-jarige die in 1959
nog voor het Nederlands amateur
elftal speelde zijn we benieuwd.
De grootste aderlating achtten we
dan ook het niet meespelen van de
kleine Bennie Muller van Ajax, die
tegen België één van de beste veld-
spelers was. Een enkelblessure houdt
ook hem uit het vliegtuig naar
Praag. Zijn vervanger Fons van Wis
sen kan echter al op een internatio
nale ervaring bogen. Met name in de
glansperiode enkele jaren geleden,
toen Wilkes en Lenstra en Rijvers
raffinement gaven aan de Nederland
se voorhoede, trok Van Wissen, zich
op tot grote hoogte.
Voor de derde maal spelen zondag de
officiële landenteams van Nederland
cn Tsjecho-Slowakije tegen elkaar.
De eerste ontmoeting geschiedde in
1932 in Amsterdam, waar Nederland
eerst de leiding nam, maar tenslotte
toch verloor met 2-1.
1938 speelden beide landen in Le
Havre voor de eerste ronde van de
strijd om de wereldtitel. Tijdens de
officiële speeltijd hield Oranje de
zaak in evenwicht: 0-0. In de ver
lenging echter verloor Nederland nog
met 3-0,
ONGERUSTHEID NA MINISTERIEEL ANTWOORD
Zandzakken op
waterkering
De mededeling van de minister van
verkeer en waterstaat op 18 oktober
j.l. aan de vaste commissie voor
Deltazaken in de Tweede Kamer, dat
in het gebied van Zuid-Holland alle
zwakke plaatsen in de dijken zijn
verbeterd, is op liet tot Zuid-Holland
behorende eiland Hoeksche Waard
met gemengde gevoelens ontvangen.
Daar weet men, dat in de 74 km
lange hoofdwaterkering van het
eiland nog twee vakken zijn bij
Oud-Beïjerland en bij Puttershoek,
resp. 1700 en 1800 meter lang die
no»- niet zijn gebracht op dc hoogte,
welke men na de ramp van 1953 (die
de Hoeksche Waard voor ongeveer
iervijfde deel onder water zette)
wenselijk achtte, namelijk gemiddeld
4.80 m plus N.A.P.
De tegenstelling tussen ministeriële
uitspraak en feitelijke situatie is de
zer dagen nog geaccentueerd door
maatregelen, die de dijkring „Het
waterschap de Hoeksche Waard" in
Puttershoek heeft genomen. Over een
lengte van ongeveer een kilometer
heeft de dijk. die aan de rivierzijde
bebouwd is, daar een hoogte van on
geveer 3 meter. Aan de bïnenzijde is
op de kruin in vroeger jaren een be
tonnen keermuur gezet, die de water
kering heeft verhoogd tot 4.25 m plus
N.A.P. Deze muur is in de loop van
de tijd enigszins uit het lood geraakt
en om geen enkel risico te lopen
heeft het bestuur van de dijkring op
dracht gegeven de fundering van de
muur over een lengte van ongeveer
70 meter een extra belasting te geven
van zakken, die gevuld zijn met zand
en cement en die daarna nat gespo
ten zijn.
Voor Oud-Beijerland, de hoofdplaats
van het eiland. ïs de rijksgoedkeuring
voor de verhoging van de bestaande
en de aanleg van een nieuwe dijk on
langs verkregen. Momenteel 'is de
winkelstraat van Oud-Beijerland
hoofdwaterkering. Straks zal er een
dijk langs de rivier komen en de ha
ven krijgt stormvloeddeuren. Men za:
in het komende jaar met dit werk
beginnen.
Voor Puttershoek is de rijksgoedkeu-
ring er nog niet. De zaken liggen 'hier
bijzonder moeilijk. De dijk kan al
leen worden verhoogd, als ruim hon
derd panden verdwijnen, waaronder
winkels en een kerk. Dat schept vele
problemen. De schadevergoeding
moet geregeld worden, er moet ver
vangende woonruimte worden ee-
schapen enz.
Zonder iemand of enige instantie di
rect verantwoordelijk te stellen,
meent men in de Hoeksche Waard
toch. dat het wel erg lang duurt voor
de gehele waterkering om het eiland
op de vereiste hoogte ïs.
KLAASSENS
vooral verdedigen..
Hei Britse gezagsorgaan voor kern
energie heeft een program opgesteld voor
het verbeteren van de methoden ter op
sporing van kernontploffingen. "De kos
ten voor het eerste jaar bedragen ruim
3!/s miljoen gulden. De Britten willen
hier bijdragen aan het program voor seis
misch onderzoek, dat misschien op de
conferentie te Genève over het staken
van de kenproeveri door beide partiion
zal worden aangenomen
1