Vlissingen en zijn „De Ruyterschool"
ZEEVAARTSCHOOL met de
„schepen voor het grijpen"
BLOKKENDE „BUKKEN" IN EEN WIT GEBOUW
Het is wel „dringen" in het internaat
HET DAGLICHT VALT hel door de hoge ra
men in de directeurskamer van de „De Ruyter-
school". Op de Westerschelde is het druk deze
morgen, vrachtboten en kustvaartuigen glijden
af en aan, passeren de vensters en verdwijnen
uit het gezicht. Schepen, met aan boord stuur
lieden, scheeps werktuigkundigen, telegrafis
ten
Misschien is er onder hen wel een, die deze di
recteurskamer, waar nu de heer K. Faasse
zetelt, van binnen uitstekend kent. Het is best
mogelijk.
De heer Faasse denkt daar niet eens over na,
althans op dit ogenblik niet. Hij ziet de schepen
niet eens, zit met zijn rug naar het venster
gekeerd en praat over de school. Hij praat zéér
uitvoerig over de school. Zijn ambt heeft hem
kennelijk gegrepen.
En terwijl buiten de schepen voorbijglijden,
dringen vanuit het gebouw vaag de geluiden
door, zoals die ontstaan kunnen in een school,
waar rond 450 jongemannen zich bekwamen
voor stuurman, scheepswerktuigkundige of te
legrafist.
....iets over opleidingsmogelijkheden..,.
Het is een schuchter begin. Want wanneer de heer Faase eenmaal begon
nen is over de opleidingsmogelijkheden aan zijn instituut, duizelt het de
buitenstaander al vlug. De termen eindgetuïgschrift A. M. en B. M., A.S.
en B.S., toelatingseisen, vaartijden, zijn nog termen zonder meer, maar de
heer Faase is een enthousiast docent en hij weet de zaakjes helder uit de
doeken te doen. Zodat om te beginnen al als een paal boven water komt
te staan, dat voldoende cijfers voor wiskunde op mulo of h.b.s. een eerste
vereiste zijn („anders wordt het een helen dat het altijd aanbeveling
verdient om aan te sturen op een B-getuigschrift.
Bij het verder studeren, voor het be
halen van hogere rangen, biedt een
B-getuigschrift namelijk enkele niet
te onderschatten voordelen. Zowel
voor ,,S" (stuurman) als voor ,,M"
(machinist oftewel scheepswerktuig-
kundige, oftewel W.T.K.). In beide
gevallen zijn de toelatingseisen even
wel ook hoger dan voor het A-ge
tuigschrift. Waar in het laatste ge
val een mulo-dipioma-A, met vol
doende cijfers voor wis- en natuur
kunde of een bewijs van onvoorwaar
delijke toelating tot de 3e klas van
de h.b.s. voldoende is, wordt voor een
B-opleiding het mulo-diploma-B zon
der vrijstellingen of een bewijé van
onvoorwaardelijke toelating tot de 4e
klas van de h.b.s. gevergd.
Dit zijn maar enkele mogelijkhe
den om tot de cursus te worden
toegelaten, want ook andere voor-
J, H. W. HOFWEGEN
Hagenaar, tweedejaars voor de
stuurliedenopleiding. Hikkend met
de sextant op een waterig zonnetje,
ergens boven de Jacobstoren. Ver
blijft in het internaat. „Zó!"
De recreatiezaal. Een grootse
benaming voor een kleine
ruimte, waarin het maar moei
lijk recreërenis. Maar bin
nenkort wordt de oude regen
tenkamer er bij getrokken en
dan kunnen de knapen er iets
makkelijker ademhalen. Ideaal
zal het dan overigens nog ?iiet
zijn.......
opleidingen, mits uiteraard met
een bepaalde mate van succes ge
volgd zoals b.v. bewijs van
toelating tot schakelklas h.t.s.
kunnen van een „burger een blik
maken"Al die mogelijkheden
noemen zou hier te ver voeren
en bovendien: de „De Ruyter-
school" verstrekt gaarne inlich
tingen, hoewel om met de heer
Faase te spreken „het maken
van reclame op het ogenblik be
slist niet nodig is".
Voordelen
Wél wilde de heer Faase nog eens
nadrukkelijk wijzen op de voordelen
van het B-getuigschrift. Voor een
scheepswerktuigkundige - betekent dit
bijvoorbeeld, dat de studie voor de
rangen (diploma's A, B en C) met
een B.M.-opleiding van kortere duur
is dan voor kandidaten met een A.M.-
opleiding. De uiteindelijk te behalen
bevoegdheid (diploma C als hoofd
werktuigkundige) blijft weliswaar
gelijk, maar de B-man" bespaart
zich tijd en kosten.
Voor zowel stuurman als scheeps
werktuigkundige betekent de studie
overigens een afwisselend bestaan
van studeren, varen, studeren, weer
varen en weer studeren. Waarbij
voor de stuurlieden met een B-oplei-
ding verder nog het uitgesproken
voordeel van de „Memorial-kans" be
staat.
Wéér een vakterm
Toelichting: na het B.S.-getuig-
schrift behaald te hebben, vaart de
gelukkige een jaar als stuurmans
leerling. De „B.S.-er" kan in zijn
Een zeevaartschool. Dè zeevaartschool van Zee
land, de „De Ruyterschool" in Vlissingen.
Het hoge, witte gebouw aan de Boulevard Ban-
kert is niet meer weg te denken uit het stads
beeld; de „blikken", de leerlingen in hun donker
blauwe uniformen, zijn niet meer weg te denken
uit het straatbeeld van Vlissingen. Gebouw en
zeevaartscholieren horen bij Vlissingen als het
strand bij de zee. Dat accepteert men, daar
denkt men verder niet over na. Tenzij men
zich op een goeie dag afvraagt, wat er nu eigen
lijk binnen de muren van dat hoge, witte ge
bouw omgaat, wat er komt kijken voor en aleer
een „blik" zich bijvoorbeeld stuurman mag noe
men. Vraagt men zich dat af, dan zit men wel
dra tegenover de heer Faasse, in de directeurs
kamer, met de hoge ramen en een geschilderd
portret van Michiel Adriaanszoon de Ruyter
aan de wand achter het schrijfbureau. En dan
begint men met het opdoen van de eenvoudige
wijsheid, dat de benaming „blik" (of „plaatje",
wat ook wel gezegd wordt), ontleend is aan
het embleem, dat de cursisten van de „De Ruy
terschool" op hun pet dragen
vaarjaar een zogenaamd „memorial"
hijhouden, waarin hij zijn dagelijkse
verrichtingen noteert, onder controle
van de eerste stuurman. Op grond
van dit „memorial" kan de examen
commissie voor stuurlieden in Den
Haag de betrokkene zonder examen
tot aerde stuurman bevorderen, of
hem althans van een aantal vakken
voor het examen vrijstellen.
Het varend studeren, of studerend
varen, zo ge wilt, vergt voor een ad-
spirant-eerste stuurman gemiddeld
zes tot zeven jaar en voor een
scheepswerktuigkundige zes tot acht
jaar, waarbij de kosten vanzelfspre
kend aanzienlijk gedrukt worden
door het feit, dat de man in zijn
vaartijd verdient.
„Hogere"
Naast de liier heel in het kort ge
schetste opleidingen, kent men aan
de hogere zeevaartschool te Vlissin
gen zoals het instituut zich bin-
RONNY VAN MILT
uit Rosmalen, bij Den Bosch.
Tweedejaars telegrafist. In Vlissin
gen in de kost. Prima! Over
Tweemaal een toekomstbeeld'. OverdrevenT Dat
dacht U maar! Het kan met bewijzen gestaafd
worden.
Ten eerste ziet de jongeman op dat bankje uit
over de zee; Westerschelde en Noordzee. Dóór
ligt voor hem, als leerling van de zeevaartschool,
zijn toekomst.
Naast hem zit een meisje. Een Vlissings meisje.
En dat is toekomstbeeld nummer twee. Want
straks, als hij zijn rang heeft gehaald, na alle
narigheid van examens, vaartijden, studieperio
de, examens, vaartijden en nóg eens examens,
als hij om kort te gaan tweede stuurman
of scheepswerktuigkundige is kan hij over
trouwen denken.
En stuurlieden of scheepsiverktuigkundigen trou
wen niet zelden met een Vlissings meisje! Be
wijzenf Goed!: in 1059 traden er tien scheeps-
werktuigkundigen en acht stuurlieden te Viissin-
gen in het huwelijk met een dochter uit dc
Scheldestad. In dit jaar, nog niet eens ten einde,
waren he s maar liefst achttien scheepsicerktuig-
kundigen en zeven stuurlieden, die met een Vhs-
singse de huwelijksboot ingingen.
Over een band tussen Vlissingen en de ,Jle Ruy
terschool" gesproken. Dat is niet eens een ge
wone band. Dat is een huwelijksband
nenkort mag noemen do radio-cur
sus, opleidend tot radiotelegrafist 2e
klasse, cursussen voor de kleine han
delsvaart, grote sleepvaart en kust-
sleepvaart en bovendien sinds kort
een veertiendaagse cursus voor radar-
waarnemer, die een ieder met vol
doende onderwijs als stuurman kan
volgen. In veertien dagen kan men
afgestudeerd zijn en ten overstaan
van een gecommitteerde uit Den
Haag examen doen.
De Vlissingse zeevaartschool is
voor deze radar-cursus ideaal ge
legen; de te observeren schepen
heeft men met de Westerschel-
dé voor de deur als het ware
voor het grijpen. Zestig kandida
ten slaagden reeds en er hoefde
er slechts één te worden afgewe
zen. Voorts hoopt men in Vlissin
gen binnen afzienbare tijd ook de
cursus radar-navigator te kunnen
geven, maar hier spelen de finan
ciën een rol. De benodigde appa
ratuur vergt namelijk een inves
tering van rond f 150.000.
Lerarenkorps
Een lerarenkorps van niet minder
dan 44 man is ertnodig om de zaken
op de zeevaartschool vlot te doen
marcheren. Op het ogenblik geven
zij les aan 310 jongens voor de eerste
onleiding (179 scheepswerktuigkun-
digen, 96 stuurlieden 35 radiotele
grafisten) en 156 mannen, die na
hun diverse vaartijden te hebben vol-
gemaakt studeren voor hogere
rangen en dat zijn dan 65 stuurlieden
en 91 scheepswerktuigkundigen. Deze
aantallen zijn de laatste jaren vrij
constant gebleven. Degenen, die voor
rekening van hun ouders studeren
(particulieren) overwegen en daar
naast zijn er dan de knapen, die voor
rekening van een maatschappij (K.J.
C.P.L., Shell Tankers N.V. of de N.V.
Ned. Pacific Tankvaart Mij) in op
leiding zijn, óf studeren met een
beurs van de K.P.M.
„De accommodatie van de school
is in het algemeen nog wel vol
doende", vertelt de heer Faasse,
maar op hoogtijdagen komt het
niettemin nogal eens voor, dat
de lerarenkamer als leslokaal
moet worden ingeschakeld. De
zogenaamde „modellenkamer"
en een kabinet zijn regelmatig
als leslokaal in gebruik.
Nieuwbouw
Binnen afzienbare tijd hoopt men
evenwel te kunnen beschikken over
meer leslokalen. Het is namelijk de
bedoeling om op de vrijkomende
plaats van de oude zeevaartschool,
waarvan de resten nu gesloopt wor
den, een dépendance te bouwen, met
leslokalen én met een gymnastiek
zaal. Dit laatste vooral is brood- en
broodnodig, zoals er trouwens op het
gebied van sport en recreatie nog
vele wensen bestaan. „Een nieuw in
ternaat, met sportvelden, zou er zo
spoedig mogelijk moeten komen",
meent de heer Faase, die in verband
hiermee nog aanstipt, dat de beste
stadie-resultaten worden bereikt met
jongens, die in het internaat zijn on
dergebracht.
Waarmee de heer Faase toch weer
terug is bij de studie, bij zijn school,
die en dat wil hij beslist nog even
vermelden ook de beschikking
heeft over een planetarium. Dank zij
ir. G. W. Pieterse, die de maker en
eigenaar is van het in het Don Bosco-
huis ondergebrachte planetarium.
„Daar mogen wij gebruik van ma
ken", zegt de heer Faase dankbaar.
Intussen rinkelt voor de zoveel
ste maal de telefoon; een leer
ling klopt aan en wordt snel
te woord gestaan, een ander
wordt gelukgewenst met een zo
juist behaald diploma. En in de
lokalen, in het hoge witte ge
bouw aan de boulevard Bankert,
doceren de leraren de in beken
de donkerblauwe uniformen ge
stoken jongens aardrijkskunde
en zeemanschap, wiskunde en
mechanica. Buiten, op de Wes
terschelde, glijden nog steeds de
schepen voorbij. Met aan boord
scheepswerktuigkundigen,
stuurlieden en telegrafisten.
Binnen, in het gebouw, hebben
ze er geen erg in. Maar goed
ook. Straks moeten ze de ken
nis en bekwaamheid bezitten
om zélf te varen..
Maar het heeft
de voorkeur.....
IN HET INTERNAAT „De
Ruyter" van de Vhssingse
zeevaartschool, dat min- of
meer verborgen ligt in de ou
de binnenstad en wel op de
hoek Breewaterstraat-Helle-
bardierstraat, wonen en wer
ken 92 knapen, in de leeftijd
variërend van vijftien tot ne
gentien jaar. Tijdens de
schooluren ligt het gebouw er
vrijwel verlaten, soms heer
sen er dan de werksters, met
emmers en dweilen, boenders
en stofdoeken. Een lichte ly
sollucht vult de brede gan
gen, de slaapzalen, de waslo
kalen. Twee knapen vullen
een vrij uurtje met het luiste
ren naar lichte muziek, ge
produceerd door een in het
recreatiezaaltje opgestelde
radio. Het geluid is tot in de
uiterste hoeken van het ge
bouw te horen....
In een klein kamertje, aan de zij
de van de Breewaterstraat, zetelt
de directeur van het internaat, de
heer M. A. Dop: de man, die dus
in feite verantwoordelijk is voor
het wel en wee van a) 92 jonge
mannen in zijn internaat en voor
b) rond 120 knapen ondergebracht
in vijftig kosthuizen in Vlissingen.
De verantwoordelijkheid voor de
knapen in de kosthuizen berust
mede bij de assistent van de heer
Dop, de heer A. C. de Kubber.
Het is een verantwoordelijkheid,
die vanzelfsprekend wéégt kna
pen in de leeftijd van vijftien tot
negentien jaar behoren nu niet
uitgesproken tot de gemakkelijk
ste. hoewel men dit bepaald niel
zal horen uit de mond van de lie
ren Dop of De Kubber. Maar wan
neer men weet, dat er ouders zijn,
die in het internaat soms ook nog
zo iets als een „opvoedingsge
sticht" zien, is wel duidelijk, dat
er van het instituut véél wordt
verwacht.
„Maar dat laatste gaat toch veel
te ver", verklaart de heer Dop.
En uit zijn woorden valt te beluis
teren, dat de taak van het inter
naat zich uitstrekt tot het ver
strekken van voeding en onder
dak, toezicht op studie cn min of
meer ook op vrijetijdsbesteding
en daar komt dan in de praktijk
nog bij het aankweken van ge
meenschapszin.
Straf rooster
Hoewel de vrijetijdsbesteding met
name gedurende de weekends
nogal eens een probleem vormt
(de recreatieruimte in het inter
naat is vooralsnog onvoldoende),
laat een straf dagrooster de jon
gelieden zeker geen oceanen van
vrije tijd. Want de dag be
gint in het internaat al vroeg, met
een reveille om vijf minuten voor
zeven (plus een tweede en laatste
een kwartier later voor de lang
slapers), gevolgd door een ontbijt
van half acht tot kwart voor acht
en dan dienen de knapen te zor
gen, dat zij uiterlijk om tien mi
nuten over acht in hun leslokalen
(aan de boulevard) aanwezig zijn.
Om kwart over twaalf om kort
te gaan terug in het internaat;
midagmaal van 12.15 tot 12.40;
om 13.05 terug op school en om
17.00 uur weer terug in het in
ternaat voor de maaltijd. „Vrije
tijd" is er dan van rond half zes
tot kwart over zeven, want op dat
tijdstip begint de verplichte stu
die, die met een korte koffie
pauze duurt tot tien uur, op
welk tijdstip er nog een Koter-
ham kan worden gegeten, waarna
het om 10.15 uur bedtijd is ge
blazen. Om half elf doven de lich
ten
Een zeevuurtscholicr maakt dus
echt wel een dagje, zo kan men
constateren en veel tijd voor „uit
spattingen" blijft hem echt niet
over. Dat neemt overigens niet
weg, dat de leiding van het inter
naat wel bijzonder graag meer
mogelijkheden voor recreatie zou
willen scheppen, dan in het oude
gebouw aan de sombere Helle
baardierstraat mogelijk is. Want
vooral in de weekends wil het
spook der verveling nogals eens
op de loer liggen.
Het huidige recreatiezaaltje munt
nu niet direct uit door sfeer en
gezelligheid, zoals wij onlangs
(P.Z.C. van 1 oktober) reeds con
stateerden: de „biljartkamer"
verdient die naam nauwelijks en
een sportveld kent men tot dusver
helemaal niet. Op de binnenplaats
van het gebouw is een volleybal-
terreintje ontworpen, maar dat is
voorlopig dan ook alles.
„Méér recreatie- en sportaccom
modatie is broodnodig", zo ver
klaarde de heer Dop en wie ken
nis neemt van de huidige accom
modatie kan dat alleen maar ten
volle onderschrijven.
..afkomstig uit De Streek hij Arn
hem pas gestart, na drie jaar
h.b.s., voor scheepswerktuigkundige,
fier in de weer aan de draaibank.
„Zó'n kosthuis!" in Vlissingen. Heeft
er plezier in
Voorkeur
Ondanks deze bezwaren bestaat
er een uitgesproken voorkeur voor
verblijf in het internaat en dan
met name bij degenen, die ernst
maken met hun studie. Het regel
matig toezicht hierop waarborgt
immers ook de „zwakkere broe
ders" in ieder geval zo gunstig
mogelijke resultaten.
In de kosthuizen moet men vol
staan met „steekproeven", zodat
de hier verblijvende knapen een
grotere mate van zelfstandigheid
moeten tonen. Vandaar vanzelf
sprekend ook, dat het gros van de
(Foto's.T.Z.C.)
ouders geporteerd is voor een ver
blijf van hun spruiten in het in
ternaat.
Maar de maximum-capaciteit
is nu eenmaal 92 bedden en
die capaciteit is zelfs nog ver
re van ideaal. Het is in het
internaat wat je noemt drin
gen geblazen! Ideaal zou pas
zijn een als zodanig gebouwd
internaat. Aan de boulevard,
met uitzicht op de zee, die
voor de cursisten van de „De
Ruyterschool" dag en nacht
klotsend toekomstmuziek ten
gehore brengt....