Chief Whip Na conflict: een „eeuwig verdrag" tussen Jan Compagnie en Siam PROCO DBiilSK op ieders lip! VRIJDAG 14 OKTOBER 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COjRANT namen) moest worden gemaakt tot bondgenoot van Frankrijk en tot uitgangspunt voor de kerste ning van Achter-Indië. Het was zonder twijfel een groots opgezet plan. Als helpers koos de Zonne koning de missionarissen, inzon derheid dè Jezuïeten, en een Grieks avonturier Konstantijn Phaulkon geheten, ïn Siam Chao Phya (hertog) Wichayen genoemd die in Siam tot eer, aanzien en macht was gekomen. De wens van de Siamese koning om de na het verdrag-De Bitter zeer groot ge worden invloed van Jan Compag nie te neutraliseren door steun te zoeken bij een andere Europese mogendheid kwam zijn Franse collega zeer te stade. In 1662 arriveerden de eerste mis sionarissen in Ayuthia. Zij zoch ten en vonden steun bij „Monsieur Constance" (Phaulkon), die eer ste minister van Siam was gewor den. Phaulkon was tevens „ko ninklijk commissaris" voor de bui tenlandse handel en als zodanig zette hij de Engelsen en de Hol landers herhaaldelijk de voet dwars. De Fransen kregen steeds meer handelsvoorrechten en -mo gelijkheden. Een Fransman werd gouverneur van het tin-eiland Püket. In 1687 zond Lodewijk XIV 1400 man troepen naar Siam. Deze soldaten bezetten een fort bij Bangkok en konden dus Jan Compagnie beletten om naar Ayu thia x>p te varen. Het zag er naar uit, dat de Siamese koning het Christendom zou omhelzen. De Hollandse invloed in Siam daalde tot bijna het nulpunt. Toch bleef Jan Compagnie en dacht: Onze tijd komt ook! Dit had hij goed gedacht. In 1689 was Phaulkon van plan alle troonpretendenten uit te schakelen en een van hem af hankelijke schoonzoon des ko- nings op de troon te zetten. De Fransen zouden hem helpen. Het plan lekte echter uit. De koning werd afgezet. Phaulkon belandde in de gevangenis, be schuldigd van hoogverraad. Het kwam tot gevechten tus sen Franse en Siamese militai re eenheden. Phra Petraja, Evenals deze toeriste bezoch ten Jan Compagnie en zijn maats vaak de stille- tempel tjes langs de Menam Chao Phya. Zij zagen er dan treffen de interieurs, die ook thans nog ontroeren en sedert Jan Com pagnie's tijd niet veranderd zijn. broeder van de afgezette ko ning, werd gekroond. Zwaar hadden de missionarissen en de bekeerlingen het te verduren. De haat tegen de Fransen in spireerde overheid en volk tot wrede wraakneming. Er kwam een verbod om de christelijke leer te prediken en christelijke geschriften te verspreiden. De Siamese dromen van de Zonne koning gingen in rook op. In 1690 waren niet slechts alle Fransen, maar ook de Engelsen uit Siam vei'dwenen. Alleen de Nederlanders hadden toestemming gekregen om te blijven. Zij dank ten dit aan hun beproefde politiek van non-interventie in de binnen landse aangelegenheden hunner gastlanden. Jan Compagnie was bovendien beleefd gebleven. Hij zond geschenken en kreeg ge schenken. Als er Siamezen in Ba tavia kwamen, werden zij met pracht en praal ingehaald. Mede hierom bevestigde de nieuwe ko ning alle bestaande Nederlands- Siamese verdragen en afspraken. De handel bloeide op. Dit duurde tot kort na 1700. Het einde IN de 18de eeuw ging de handel echter achteruit. De oude geest was er uit. Jan Compagnie was minder energiek dan in zijn jonge jaren. De Siamezen werden lasti ger. Ayuthia werd een kantoor, dat met verlies werkte. Na 1740 waren er nog maar twee Neder landers blijvend in de factorij te Ayuthia. Tocli zon de Compagnie op verbeteringen en in 1755 scheen weer een betere tijd aan te breken. De baten begonnen weer een stijgende lijn te vertonen. De stemming werd „vaster". Niette min kwam vijf jaren later de ca tastrofe. Het waren vreemdelingen, die Jan Compagnie de genadestoot toe brachten, te weten de Burmezen, die in 1760 oorlog voerden met Siam. Zij rukten op naar Ayuthia en vleien ook de Factorij aan. De aanwezige (zeven) Nederlanders vochten dapper. Toen echter hun „opperhoofd" (aldus betitelde men de leider der Factorij wel) Pieter Bang de heldendood gestorven was, weken zij voor de overmacht. De Factorij werd geplunderd. De bijgebouwen werden in brand ge stoken. Toch bleef de Compagnie nog in Siam. In 1762 kwamen er zelfs nog onderhandelaars uit Batavia in Ayuthia. De besprekingen leid den tot niets. In 1767 verschenen de Burmezen opnieuw in de Sia mese hoofdstad. Toen legden zij ook het hoofdgebouw der Factorij in de as. De Compagnie verdween uit Siam. Een nieuwe dynastie (Ramathipat) kwam in dat land aan de macht. Ayuthia geraakte in verval. Bangkok werd de nieu we hoofdstad. Het hoofdstuk „Si am" in de geschiedenis der „Lof- felijcke Compagnie" had een dra matisch einde gekregen. En nadien? SIAM was van 1770 tot 1810 vrijwel geïsoleerd. In 1810 nam de koning weer contact op met een Westerse mogendheid, te weten (als in de 16de eeuw) met Portugal. Later kwamen ook Engelsen en Amerikanen zich in Siam vestigen. De Ne derlandse Handel-Maatschappij (die zich vroeger zo'n beetje beschouwde als de opvolgster der Verenigde Oost-Indische Compagnie) onderzocht de Sia mese handelsmogelijkheden, maar ging niet tot zaken over. Pas in 1860 kwam er weer een Nederlands-Siamees verdrag van Vriendschap, Handel en Scheepvaart tot stand. Toen pas keerden de nazaten van Jan Compagnie terug in het Rijk van de Witte Olifant. Sedertdien zijn de betrekkin- Morgen haarwassen met crème shampoo met ei Kijfc ia 6c spiegd: ow hur lijkt jonger, h jonger et» Tin een ongekende fcbobofceid. Dit is het geheim r*a 6e nicrwc Proco Crème shampoo in tuba Een toasl nieuwe shampoo tooc gezond ea golvend haat. Extra voordelig! 65 a gen met Siam, later Thailand genoemd, steeds goed en har telijk geweest. Nederlandse in genieurs hebben de Thailanders geholpen met de oplossing van irrigatieproblemen en de be- vaarbaarmaking van de Me nam Chao Phya. Een aantal vooraanstaande Thailanders heeft Nederland bezocht. Onder hen waren enige prinsen van den bloede. Thailand is geble ven wat Siam in de dagen van Jan Compagnie was: Een mooi, belangwekkend en uiterst gast vrij'land. Het is het enige land in Achter-Indië, ja, in Zuid- Azië, dat nooit heeft behoord tot enig Europees koloniaal rijk. Nu de koning en de koningin van Thailand ons land een offi ceel be zoek brengen, wilden wij de bloei tijd der Nederlands-Thailandse betrekkingen in herinnering bren gen. In die voorbije tijd, toen haar rijk beladen vloten de Aziatische wateren doorkliefden, was de Compagnie een grote mogendheid. De herinnering aan di.e tijd leeft voort. Ook in Thailand. De stenen, tempelwachters en de oude com pagnieskanonnen te Bangkok zijn nog steeds stille getuigen van Jan Compagnie's verblijf aan de boor den van de Menam Chao Phya. Zij houden in Thailand de herin nering wakker aan de Nederlan ders van weleer, die door aan te pappen, zich aan te passen en. vooral, door ferm aan te pakken de Nederlandse en de Thailandse geschiedenis met een belangwek kend en boeiend hoofdstuk hebben verrijkt. Advertentie (en tot in de puntjes afge werkt!) op alle punten beter! zakdoeken Dames- en Heren zakdoeken in 3 stuks verpakking van 1.60 tot 3.75 Half jaar geëist wegens drieërlei belediging De officier van justitie bij de Amster damse rechtbank, mr. H. Bouma. heeft woensdag tegen de 46-jarige los werkman H. V. uit Amsterdam wegens belediging van prinses Wil- helniina, prins Bernhard en de Joodse bevolkingsgroep zes maanden gevan genisstraf waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar geëist. De los werkman had op 19 april in de Tuinstraat in Amsterdam een Joodse voorbijgangster onder meer toegevoegd „Ze moeten alle Joden vergassen". Toen hij door een agent werd meegenomen naar het bureau Marnixstraat en daar werd gefouil leerd liet hij zich op beledigende wij ze uit over prinses Wilhelmina en prins Bernhard. Ter ritting vertelde de los werkman, dat hij in de hongerwinter dienst had genomen bij de Kriegsmarine en daardoor statenloos was geworden. Dat zou nog altijd een beletsel vor men bij het zoeken naar werk en daarom zou hij zich gebelgd hebben uitgelaten over de leden van het koninklijk huls. Dc rechtbank zal in deze zaak op 26 oktober uitspraak doen. Jan Compagnie was een doorzetter. Dit bleek wel zeer duidelijk in Siam. Hij had zoals een Engelse concurrent schreef in Ayuthia" een nobele facto rij met lofwaardige leiding en een veelomvattende handel". elegant* kouwn In prijzen TU 1.01 3.95 3.95 es 4.9S (Advertentie) Ook In do nieuwe, verrassend charmante modekleuren: btkroond voor kwolitelltzoro JAN COMPAGNIE AAN DE MENAM CHAO PHYA (II) (Advertentie) 20 stuks f. 1.- voortaan zelf haar personeel mocht berechten, als dit vergrij- Sin beging. Anders gezegd: De ollanders werden onttrokken aan da Siamese rechtspraak. Deze „bepaling van exterritoriali teit" diende in de negentiend® eeuw tot voorbeeld voor soortge lijke bepalingen in de verdragen, die Siam toen met andere landen sloot. Het verdrag bevatte voorts een clausule over. wederzijdse hulp en bijstand. Om de koning niet de pin op de neus te zetten, kende De Bitter hem een schade vergoeding (voor zijn aandeel in de lading van het Portugese schip) toe ter grootte van 25 van het geëiste bedrag. Het verdrag Van 1664 - aldus kwam men overeen zou „eeuwig" gelden. Jan Compagnie had reden tot tevredenheid zowel over dit verdrag als over de Siamese handelsuitkomsten. Na enige jaren echter kwam er een kink in de kabel en bleek er van eerbiediging der „eeuwigheid" noch van de inhoud van het verdrag bitter weinig meer. De oorzaken waren voornamelijk van „vreemde" oorsprong, te weten: De concurrentie der Engelsen en, vooral, de invloed der Fransen in Siam, die revo lutionaire gevolgen had en de binnenlandse politieke toestand in Siani enige jaren onzeker en onberekenbaar maakte. Het is dus zaak, dat wij vertellen, welke concurrenten Jan Com pagnie op rijn Siamese weg te genkwam. Vreemde eenden in de bijt TOEN de Hollanders In Siam kwamen, troffen zij daar de Por tugezen en Spanjaarden. Zij had den daar ln de 16e eeuw een ge vestigde positie verkregen. An ders dan de Iberiërs deed Jan Compagnie geen moeite om de Siamezen te bekeren tot het Christendom. Hij hield zich daar- De Siamezen vereerden en ver eren de Witte Olifant als een heilig dier. Deze uit de zeven tiende eeuw daterende gravure toont de koning van Siam ge zeten op zijn witte olifant. De rijksgroten en andere hoog waardigheidsbekleders liggen met het hoofd ter aarde gebo gen op de grond. om angstvallig buiten alle gods dienstige twisten en strijdvragen. Wel liet hij niets onbeproefd om zijn Iberische concurrenten de voet dwars te zetten. Hij was (in Azië) een koopman met monopo- litische inslag. Hij had daarom een hekel aan alle concurrenten. De Siamese koninjj vond de Hol landers aantrekkelijker handels partners dan de Portugezen. Bo vendien waren de Iberiërs „kleine zelfstandigen", terwijl de Com pagnie een machtige maatschap pij was. Dit alles en de mili taire hulp, die Jan Compagnie de Siamezen gaf was oorzaak, dat de invloed der Portugezen taande en dat zij omstreeks 1625 vrijwel geen handelsbelangen meer had den In Siam. Ongeveer 20 jaar na de komst van Jan Compagnie verschenen ook de Denen en de Engelsen in Siam. De Deense concurrentie be tekende, praktisch gesproken, niets en duurde maar kort. De Engelsen echter, die zich éven eens in Ayuthia vestigden, sche nen gevaarlijker te zijn. De ko ning had graag meer dan één Europees volk in zijn land verte genwoordigd. Het kwam zelfs tot gevechten tussen Jan Compagnie en de „Rooineks". Kort na 1625 echter sloten de Engelsen hun fac torij. Zij kwamen kort na 1660 te rug. Opnieuw schenen zij gevaar lijk te zullen worden voor Jan Compagnie. De schijn bedroog echter. Wel wisten zij rich tot cir ca 1685 te handhaven, maar toen verdwenen zij voor immer. Dit was mede toe te schrijven aan de sterk gestegen Franse invloed ln Siam. Wat kwamen de Fransen in Siam doen? Grieks avonturier LODEWIJK XIV, koning van Frankrijk, was zeer bedacht op vergroting van macht en roem. Omstreeks 1660 vatte hij het plan on, in Azië te gaan opereren. Si am Cwtj vatten ztjn program kort Pieter Bang stierf de heldendood (Bijzondere medewerking) TOEN Hendrik Brouwer in 1632 gouverneur - generaal van Indië werd, stimuleerde hij meteen Jan Compagnie's Siamese bedrijvigheid. Hij zond Joost Schouten als „op perhoofd" naar Ayuthia. Schouten liet een nieuw stenen gebouw zetten en ver wierf nieuwe handelsvoorde len. Van 1636 tot 1667 was de nieuwe factorij het brand punt van Nederlandse activi teit in Siam. Het was een der allerbeste handelsnederzet tingen in Azië schreef Schou ten. Laat ons doen als de Hol landers schreef een die naar der Engelse Oost-Indi sche Compagnie naar Londen „en EUd. zullen er eer zowel als voordeel van pluk- ken." Ayuthia was, stelde Ba tavia in 1638 vast, een pro fitabel kantoor. Wij zijn in Siam berichtten de Raden van Indië in december 1615 aan de Heren Zeventien - „in groten aensien ende res pect". Als de vloten uit Oost- Azië en Batavia binnenliepen, bevonden zich soms meer dan 20 schepen en vele hon derden Nederlanders in Ayu thia. De uitwisseling van ge schenken vond intensief plaats. Omstreeks 1650 wil de de Siamese koning de verneur-generaal en de van de Raad van Indië een bijzondere verrassing berei den. Daarom zond hij elk hunner een olifant. Zelf was hij gesteld deelde Zijne Majesteit mede op hoeden uit Nederland. Het spreekt vanzelf, dat Jan Compagnie die koninklijke wens met gui tige vreugde inwilligde en de vorst behalve hoeden ook an dere, kostbaarder dingen zond. „EEUWIG VERDRAG". IN 1661 ontstond er een ernstig conflict met de Siamese koning. Jan Compagnie had een Portu gees schip buitgemaakt en de ko ning eiste schadevergoeding, om dat een deel der lading van hem was. Jan weigerde dit en besloot om fors op te treden. Hij blok keerde de Menammonding en leg de 's konings handel lam. Dit be tekende een zware slag voor de schatkist. Daarom legde de ko ning het hoofd in de schoot en gaf hij op alle punten toe. Bata via, verre van afkerig van herstel der betrekkingen, zond toen Pieter de Bitter als onderhandelaar naar Siam. De Bitter was hoffelijk, maar heslist. Op 22 augustus 1664 werd er een nieuw verdrag tussen de Compagnie en Siam getekend. Het betekende een aanmerkelijke verbetering van de positie der Hollanders en gaf dezen nieuwe voorrechten. De merkwaardigste bepaling wns, dnt de Compagnie

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 5