PAGIM
Unieke „historische verzameling"
van Ned. Banketbakkersvereniging
xScalpel/=\
Mooie dingen maken met „Lap en draad"
"Dan ozouw
C tot OZOMi)
20
P R O VIN C1 ALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 1-1 OKTOBER 1960
De mode bij
Dick Holthaus
IN AMSTERDAMSE „SCHOOL VOOR BANKETBAKKERS"
Jubilerende vereniging - 75 jaar - houdt
waardevol museum in hoge ere
(Van onze redactrice.)
..KOEKPLANKEN WORDEN SCHAARS: ze verdwijnen mèt
de toeristen naar het buitenland, voornamelijk naar Amerika."
Dit zegt de directeur-archivaris van de Historische Verzame
ling van de Nederlandse Banketbakkersvereniging, de heer D.
Barneveld te Amsterdam. Hij zegt het met onmiskenbare
spijt, want „zijn" historische verzameling - ondergebracht in
de moderne, in 1956 in gebruik genomen School voor Banket
bakkers aan de Wibautstraat ligt hem na aan het hart! En
niet alleen hem: ook de Nederlandse Banketbakkersvereniging,
die dit jaar het vijfenzeventigjarig bestaan viert, houdt het
museum in hoge ere. Het omvat dan ook een verzameling, die
uniek in Europa is en zelfs wel een unicum ter wereld ge
noemd mag worden.
Het bestaat sedert 1921, maar al vóór die tijd waren er in dc banketbakkerij
wereld mensen met een vooruitziende blik, die overtuigd waren van het feit
dat veel waardevols uit de historie van hun vak onherroepelijk zou verdwij
nen, wanneer die waardevolle zaken niet zorgvuldig verzameld en bewaard
werden. Deze initiatiefnemers begonnen omstreeks 1900, zowel in het bin
nen- als in het buitenland, alles te verzamelen wat betrekking had op het
eeuwenoude vak van de banketbakkerij. De resultaten van dat onvermoeid
«peuren en verzamelen vindt men dus heden ten dage aan de Amsterdamse
Wibautstraat, in een klein, maar uitermate bezienswaardig en boeiend rau-
Het vak van de banketbakkerij is
inderdaad eeuwenoud, al vertoont
de kennis van de historie van dit
vak bepaalde leemten. „Tot de ne
gende en zelfs tot de achtste eeuw
is die historie vrij goed na te vor
sen", zegt de heer Barneveld. Daar
vóór vindt men bepaalde leemten,
maar over de „grijze oudheid"
daarentegen zijn weer diverse we
tenswaardigheden bekend. De
Griekse schrijvers van voor onze
jaartelling bijvoorbeeld vermelden
gerechten die met honing, amande
len en rozijnen bereid waren; uit
de resten van het oude Pompei j
kwam een bijna complete banket
bakkerij te voorschijn. Rome kende l
tijdens de bloeitijd van het keizer- 1
rijk reeds een gilde van banket
bakkers. Produkten van de banket
bakkerij uit die tijden zijn niet be
waard gebleven, maar wel bezit het
Amsterdamse museum als oudste
„relikwie" 'n prent uit de zevende
eeuw die in een graftombe te Arta-
fan gevonden is en waarop ge
mengde biscuits en patisserie staan
afgebeeld. Produkten, die qua vorm
een verbazingwekkende overeen
komst vertonen met de tegenwoor
dige modellen!
Pas echter toen de suiker bekend werd
kwam het banketbakkersbedrijf goed
tot leven. Volgens de historie werd de
suiker in de zevende eeuw door de
Moren als rietsuiker in Spanje ge
bracht over ons werelddeel verbreid
door de kruistochten en door de Ita
liaanse handel en scheepvaart. Omdat
het vervoer bijzonder kostbaar was,
werden uit suiker gemaakte lekker
nijen voor bijzondere gelegenheden
gereserveerd. Vorstelijke bezoekers
ter zo kostbaar was, bleven koeken en
ander gebak van honing op de eerste
plaats staan. In de historische gege
vens van het museum vindt men bij
voorbeeld vermeld dat in de veertiende
en vijftiende eeuw te Amsterdam op
fle Claesmarkt op 6 december grote
hoeveelheden „Claescoecken" ver
kocht werden, die uitsluitend met ho
ning bereid waren.
Interessant is het, te vernemen dat
toen reeds de overheid waakte voor de
zuiverheid en kwaliteit der koeksoor-
ten. Het gebruik van beste grondstof
fen was voorgeschreven en in vcr-
schilelnde steden moesten de zetters of
mengers van koekdeeg daarvoor een
eed afleggen. Toen dus ook reeds „wa-
renkeuring"!
Met het goedkoper en populaider
worden van de suiker kwam do
kunst van het suikerwerk en ban
ket maken vanuit Italië via Frank
rijk en Vlaanderen ook naar ons
land. Aanvankelijk echter waren
het suikerraffinaderijen en het ma
ken van allerlei 6oorten suikerwerk
het terrein vande apotheker.
Langzaam maar zeker werd hij
echter verdrongen door de suiker
bakker, naast wie dan de pastei
bakker zorgde voor alles wat „de
tafel" betrof: hij leverde maaltij
den, maar ook bijvoorbeeld aman
deltaarten, en gevulde en lege
pasteien.
Het grote aandeel dat de apotheker
aanvankelijk had in de „suikerbakke
rij", blijkt duidelijk uit vele geschrif
ten, die in de kostbare bibliotheek van
het museum, die ruim twaalfhonderd
vakboeken van 1500 tot heden omvat,
te vinden zijn. Het grote „Medecyn-
boek", een soort medische encyclope
die uit 1593, geschreven door D. Caro-
lum Battum, „medicijn ordinaris der
Stadt Dordrecht", bevat naast een
reeks van medische adviezen over
„swaermoedicheyt, een gebreck des
Herten" en over „Crampe der Senuen"
bijvoorbeeld ook „Enen nieuwe
Coc-boeek". Een kookboek dat aan het
eind van deze oude encyclopedie als
een soort aanhangsel is ingevoegd en
waarin recepten te vinden zijn om
„een soete Taerte" en „Amandel-Bo
ter" te maken, en om „eenen Capoen
op zijn rechte te braden"
De kookboeken van enkele eeuwen te
rug daarentegen bevatten dikwijls op
de laatste bladzijden, na een keur van
goed-o.uderwet6e recepten, ook voor
schriften voor huismiddelen tegen di
verse kwalen. Zoals het boek „De vol
maakte Geldersche kenkenmeyd", da
terend uit 1779; een „kenkenmeyd"
die zich ook blijkt bezig te houden met
Markant stuk uit de Historische Ver
zameling een Spaans haardgarni-
t-uur van handsmeedwerk, waarvan
de ouderdom op ongeveer tweehon
derd jaar geschat wordt. In Engeland
zijn dergelijke haardgarnituren nog
in gebruik: de bedoeling is, dat de
gasten met de attributen van dit
garnituur zelf boven het haardvuur
een hapje eten klaarmaken.
drankjes „voor den Hoest, al was de
zelve no zoo sterk en zelfs Teringach
tig". Gerst en rozijnen, suiker, vijgen,
zoethont, anijszaad, tezamen gekookt
in regen- of rivierwater, zonden dé
remedie zijn tegen die sterke hoest.
Voor recepten om „hairponiade" te
maken (van notebladeren, wijngaarts-
bladeren en „plantago"), en recepten
voor „menschen en beesten die van ra
zende honden gebeeten zijn", draait
deze volmaakte Geldersche kenken
meyd al evenmin haar hand om!
Een handgeschreven kookboek uit
1833: het uit 1668 daterend werk „De
verstandige koek of sorghvuldige
huishoudster: Hoe men op de beste en
bequamste manier allerhand spysen
sal koken, stoven, braden, backen en
boekje uit 1664 over
kunst van het voorsnijden: het zijn
maar enkele exemplaren uit deze uit
gebreide boekerij die om uren-
ang lezen en bladeren vraagt! „De
recepten uit die tijd waren zeer goed"
aldus de archivaris, „men maakte pri
ma produkten maar men had aan
ook de tijd
Meter hoge koekplanken
Naast die kostbare bibliotheken bevat
het museum honderden kleine en gro
tere zaken, die door de eeuwen heen in
de banketbak kex-ij bij de vervaardi
ging van de diverse produkten in ge
bruik zijn geweest. Speculaasplanken,
meestal gemaakt van (hard) perebo-
menhout, sommige een meter hoog; er
is een uitzonderlijk mooi exemplaar
uit 1851 bij, dat de legende van de
heilige Nicolaas en de drie „ingepekel
de jongelingen" in beeld brengt en
dat het museum „zo maar cadeau"
heeft gekregen van de voormalige ei
genaar. Een mortier met stamper uit
1730, indertijd gebruikt bij de ver
vaardiging van amandelpers en aman
delkoekjes; een uit riet gevlochten
garde waarmee tweehonderd jaar ge
leden de „pasteybaker" het deeg luch
tig sloeg; een zeer oude stenen tul-
bandvorm („zeventiende-eeuws":er
kwam een bijzonder lekker produkt
uit"); een eveneens heel oude stenen
poffertjespan, waarvan de ouderdom
getypeerd wordt door de op een bij
zondere manier versierde rand. Van
sommige dingen is de herkomst onze
ker: van een koperen tuitje met hand
vat bijvoorbeeld, waarvan men alleen
weet dat het uit Drente afkomstig is.
Er is een ijsvorm uit 1791, want ook
vroeger maakte men ijs, zij het op een
primitievere manier dan tegenwoor
dig. Nog in het begin van deze twin
tigste eeuw hakten de banketbakkers
's winters het ijs uit de rivieren en
sloegen het op in diepe kuilen, om het
te zijner tijd bij de ijsbereiding te
gebruiken
Het museum bevat vele fraaie en
charmante oude prenten; prenten
zoals ze ook in sommige van de
oude kookboeken voorkomen („de
antiquairs zijn er wild op:" aldus
75 jaar Nederlandse
Banketbakkersvereniging
Vijfenzeventig jaar is het dit
jaar geleden, dat in Amster- m
dam een vereniging werd op-
gericht van banketbakkerspa-
H troons, onder de naam ,J7eder-
landse Banketbakkers Vereni-
ging". De organisatie, aanvan-
H helijk een Amsterdamse ver-
eniging, groeide al spoedig uit n
tot een landelijke, die in de af-
H gelopen vijfenzeventig jaren,
danlc zij hard werken en veel
idealisme, tot een bloeiende
[1 vakvereniging is geworden.
Een vakvereniging die in het
begin van haar bestaan op-
H kwam tegen misstanden men
H ageerde bijvoorbeeld tegen een H
Nederlandse biscuitfabriek die
H Sint-Nicolaasgoed fabrieksma-
tig maakte, aan andere win- M
kéls verkocht en daarmee op |i
het terrein van de banketbak-
her kwam), die een eigen vak-
blak oprichtte en bovendien een
vakschool, die is uitgegroeid
tot, een der mooiste en modern-
ste vakscholen van West- i=
Europa de „School voor Ban-
ketbakkers", gevestigd in een
fraai, modern gebouw aan de 1§
Wibautstraat in Amsterdam.
In die school is ook de „Histo-
rische Verzamelingvan de
vereniging ondergebrachteen
uniek museumwaarover in H
nevenstaand artikel meer wordt
H verteld.
iiiiiiiiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
de archivaris). En uitermate bé-
zienswaardig is ook de grote ver
zameling menu-boeken; een prach
tig stuk verzamelwerk waarin het.
meest spectaculaire menu wel een
exemplaar uit 1895 is, waarvan de
letters geheel uit postzegels zijn
geknipt. Jammer genoeg heeft men
van vele dezer menu's de historie
en omstandigheden niet kannen
achterhalen.
Wie het museum bezichtigd heeft
het is elke woensdagmiddag van twee
tot vier uur geopend voor het publiek,
terwijl bezoek op andere dagen spe
ciaal kan worden aangevraagd be
grijpt iets van de gerechtvaardigde
trots, waarmee de Nederlandse Ban
ketbakkersvereniging dit historisch
bezit omringt! Een historisch bezit,
dat nóg meer tot zijn recht zou ko
men, waneer het zou kunnen worden
ondergebracht in één van de vele ou
de panden, die men langs de Amster
damse grachten vindt
De Amsterdamse ontwerper Dick
Holthaus heeft deze japon voor liet
herfst- en winterseizoen ontworpen.
Het is een zogenaamd „faux dcux-
pièces", een tweedelig kostuum dus
dat alleen maar tweedelig lijkt, maar
het niet is. Wat het materiaal betreft:
ook Holthaus blijkt de prïnce-de-gal-
les ruit tot de modieuze stoffen var
dit ogenblik te rekenen. Deze japon
werd althans gemaakt uit stof in een
bruin „prince-de-galles" dessin. Het
hoofddeksel dat het kapsel van de
manneqnin geheel omsluit, is onge
twijfeld speciaal gemaakt voor het
koude Nederlandse winterklimaat!
Reeds nu: aanmelden
wedstrijd vrijetijdsbesteding
Ook aan de Huishoudbeurs-1961, die
van 16 tot en met 26 maart 1961 in
het nieuwe RAI-gebouw te Amster
dam wordt gehouden, zal weer een
nationale wedstrijd vrijetijdsbeste
ding verbonden zijn. De reden, dat de
organisatoren van de beux-s dit nieuws
nu reeds bekend maken, is dat men
zich thans reeds kan aanmelden voor
deelname aan deze vierde nationale
wedstrijd. Gegadigden kunnen mee
doen aan hout-, metaal- en leerbewer-
king, modelmaken, vrouwelijke hand
werken en nog veel meer „vrijetijds-
bezigheden". Nadere bijzonderheden
en aanmeldingsformulieren kunnen
worden aangevraagd bij het secreta
riaat van de Huishoudbeurs, P, C.
Hoofdstraat 154, Amsterdam.
tdty'cCccrvvxb-
Af ie zelf een een tas wil maken, hetzij van macramé-
yy knoopwerk", hetzij van gebreide zijde of katoen; wie
een stof wil versieren met een strooimotiefje of met
open naaiwerk, dan wel een wollen sjaaltje van filetknopen
wil maken die zou zich het kleine, goed verzorgde hand
werkboekje Lap en draad" kunnen aanschaffen. Het is
samengesteld door mejuffrouw B. C. Jelles die heel wat van
kunst-naaldwerk afweet zij schreef ook het bekende „Ik
kan handwerken" en zij is bij het samenstellen van „Lap
en draad" uitgegaan van de gedachte dat iedere vrouw
of zij nu geschoold of ongeschoold is goede resultaten
kan bereiken bij het borduren van een lap met een bijpassende
draad. Het is immers een natuurlijke gave van de vrouw,
zo meent de schrijfster.
Zij heeft echter zowel met de geschoolde als met de onge
schoolde handwerkster rekening gehouden, door de als
voorbeeld gegeven werkstukken die zeer verschillend
van techniek zijn nu eens vrij gemakkelijk, dan weer
tamelijk moeilijk te maken. Ze behandelt onder meer het
Perzisch ajourwerk, het frivolité, de mogelijkheden die kralen
bij het handwerken bieden, het borduren niet raffia, het ma
ken van lappenkleden, en geeft bij vele onderwerpen duide
lijke werktekeningen. Zo is een plezierig boekje ontstaan,
dat menige vrouw zal helpen, haar vrije tijd en krijgt de
huisvrouw die niet steeds overvloediger, tengevolge van de
mechanisatie van haar huishouding te besteden met pret
tig en uiterst vrouwelijk werk, dat bovendien nog fraaie
resultaten kan opleverenHet boekje „Lap en draad" wordt
uitgegeven door A. W. Sijthoff te Leiden.
VVSAi'S\*VV\A/VWvVVVWvVV*\AA<VVS/v'WWVV^»**VWvVVVV
(Advertentie)
Een hoekje van de Historische Verzameling, waar men onder meer een
oude werktafel, koekplanken, een ouderwetse gootsteen, een ijzeren aman-
delschaaf uit de negentiende eeuw, en vele oude koek- en tnlbandvormen
vindt. Op de hoorn linksboven placht In vroeger jaren de beschuitbakker
te blazen, ten teken dat de beschuitbollen klaar waren. Tot voor enkele
jaren gebeurde dit nog In bepaalde gedeelten van on* land.
008
w
garantiebewijs)
r een (j^ur^) produkt wr
De eerste brieven als weerwoord
op mijn adviezen aan de over
spannen huisvrouw kwamen
heet van de naald binnen: zij moeten
wel vlak na de lezing ervan ge
schreven zijn.
Dat is te begrijpen, als men daarin
maar weer eens de klacht leest, dat
er in de wereld zo weinig begrip te
vinden is voor de moeilijkheden van
een ander. Als men door de vaak ge
prikkelde toon weet heen te lezen
krijgt men de indruk van een wer
kelijk benauwende eenzaamheid,
waarin menige vrouw radeloos rond
tast. Zij gevoelt zich, en dat in een
huiskamer vol springende wezens,
veel eenzamer dan in haar voorhu
welijkse staat; niemand die haar
werkelijk helpen of maar goede raad
geven kan. De kinderen zijn te klein
of te veel van hun eigen aangelegen
heden, en dat zijn er meestal aardig
wat, vervuld.
Zij zien, als zij wat ouder worden,
wel op hun achteloze manier dat moe
der het razend druk heeft; dat zij,
als zij alles goed wil doen, eigenlijk
van opstaan tot naar bed 'gaan in
draf loopt.
Maar dat wil nog volstrekt niet zeg
gen dat zij. door meegevoel bewogen,
haar naarstig de droogdoek uit de
hand rukken of fluitend kolen gaan
scheppen.
Wat manlief betreft: die wil, als
het moet, wel eens een hand
reiking doen, maar eerlijk ge
zegd is hij ook moe als hij van zijn
werk komt en hij begrijpt terecht
niet waarom hij aan de slag moet
terwijl er zoveel jonge handen en
voeten beschikbaar zijn.*
Maar zelfs al vormde de gehele fami
lie een geestdriftig hulpkorps, dan
nog bleef voor een dergelijke huis
moeder meer dan genoeg over dat zij
alleen beredderen moest. Zij kan een
opgeschoten dochter niet aan de gro
te was zetten of dag aan dag de
maaltijd laten koken.
Er wordt, kortom, aan een vrouw
met een stel schoolgaande kinderen,
die geen hulp kan krijgen en wier
lichamelijke conditie niet van gewa
pend beton is, in een bepaalde perio
de van haar leven eigenlijk teveel
werk opgedragen.
Daar hebben wij het euvel op zijn
scherpst gesteld en U zult hun
de kost geven die er dag aan
dag wanhopig mee worstelen tot be-
zwijkens toe. Nu heeft het natuurlijk
niet de minste zin om de schouders
op te halen en kortaf te decreteren:
Dan moeten die iTouwen maar wat
minder zwaar tillen en de boel bij tij
den de boel laten. Het hoofd hoeft er
niet af als er hier of daar eens wat
stof ligt of de was dezelfde dag nog
niet gestreken in de kast wordt ge
legd. Je hebt het tenslotte zélf in de
hand
Wie zo spreekt heeft schóón gelijk
van haar eigen standpunt uit. Want
zij is waarschijnlijk kerngezond,
weet niet wat „zenuwen" zijn en be
schikt over een stevig uithoudings
vermogen en een uitstekend organi
satietalent. Maar dat zijn juist alle
goede eigenschappen die de bijna
overspannen huisvrouw mist. Zij
heeft er alleen wat aan als wij ons
in haar toestand verplaatsen, in haar
huid kruipen en door haar ogen kij
ken. En dan is het eerste wat wij
kunnen doen, haar ervan to overtui
gen dat zij niet een minderwaardig
wezen is, een prul van een huisvrouw
maar juist een al te gewetensvolle
gezinsmoeder die verder wil springen
dan haar stok lang is met als enig
gevolg dat zij onzacht op haar neus
terecht komt.
Laat zij nu eens beginnen met het
waanidee op te geven dat zij beslist
elke dag „klaar" moet komen. Dat
kan nietmand en zij stellig niet. Bo
vendien is er, gelukkig, geen enkele
instantie die haar dat gebiedt of
zulks controleert. Zij is tenslotte ei
gen baas en kan haar werk indelen
zoals zij wil een grote voorsprong
boven vrouwen, „werkzaam in beroep
of bedrijf".
Als deze koeiengrote waarheid tot
haar is doorgedrongen, laat zij
dan eens rustig in gedachten na
gaan welk deei van haar dagwerk
noodzakelijk is, en wat eventueel tot
morgen kan blijven liggen. Wanneer
zij zich daar eens serieus rekenschap
van geeft, zal zij tot haar verbazing
bemerken dat zij, uit sleur of ver
keerd begrip, per dag heel wat over
bodige arbeid verricht.
Allereerst kan de warme maaltijd
vereenvoudigd worden. Het is
een van de geloofsartikelen van
de Nederlandse huisvrouwen dat er
iedere dag onvermijdelijk aardappe
len groente, liefst vlees met vooral
vette jus en 'n toetje op tafel moeten
staan, anders ï'aakt het arme gezin
ondervoed.
De waarheid is echter, dat de gemid
delde vaderlander, constant bedreigd
wordt door overvoeding. Laat die
drukbelaste huisvrouw het dus eerst
maar eens proberen slechts drie
maal per week dat standaardmenu op
tafel te zetten, en voor de rest zich
eens te wagen aan combinaties van
peulvruchten, rijst of macaronie met
gebakken ontbijtspek, eieren, ham of
kaas en sla.
Het beroemde toetje moet ook eens
een banaan, een peer of een appel
zijn, en kant en klare yoghurt met
variaties.
Zo'n eenvoudig menu, liefst gedeelte
lijk van te voren klaargemaakt, moet
zij vooral gebruiken op wasdag, dio
beruchtste aller dagen. Dan moet zij
eigenlijk alléén maar die was doen
en verder niets 't dak valt er heus
niet van in.
En hoe zij verder op die wasdag haar
krachten kan sparen is misschien een
volgende kolom waard.
SASKL4.