In de macht van jonge college-heksen r -Qen cjidv en zijn reizend volkje Van en voor de boekenplank JEUGD-POCKETBOEKEN IN GROTE VERSCHEIDENHEID ZATERDAG 8 OKTOBER 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 N DE UREN die aan mijn I ontmoeting met een nieu we groep toeristen vooraf gaan, heb ik altijd een zeker angstgevoel. Het vertoont misschien enige overeen komst met de beklemming, die een toneelspeler kan voe len als hij op moet komen. Zullen we goed of niet goed met elkaar kunnen opschie ten? Dat is de vraag die me bezighoudt. De nieuwigheid ten aanzien van een stel meisjes van een college uit Boston was, dat ik van te vo ren wist wat me te wachten stond. Het was een groep, die te duchten viel. Drie gidsen hadden er al het hoofd aan moeten bieden en uitzonderlijke gebeurtenissen in de annalen van de georganiseerde reizen ze hadden de vlucht moeten nemen na achtenveertig uur in haar gezelschap te zijn geweest. Zulke precedenten wa ren niet bepaald geruststellend. Want ik was aangewezen om hun opvolger te' zijn. Toen ik in het hotel in Rome aankwam te gen middernacht zei de por tier: „uw reizigers wachten op U in de hal" Voor een dergelijke ontmoeting verkeerde ik allerminst in een briljante geestestoestand. Niette min ging ik dapper op de mon sters af. Plotseling bleef ik ge fascineerd staan. Vóór mij be vond zich in een wolk van veel kleurig nylon en een stroom van blond en bruin haar een magni fieke groep van aai-dïge meisjes, van wie de oudste nog geen twin tig jaar was. Neen, het kon niet waar zijn. Men moest mij hebben voorge logen. Een groep die zo beval lig was kon niet met boze voornemens bezield zijn. „Hal lo", zei ik, met een glimlach om de lippen, „ik ben uw nieu we gids". Ik kreeg liet gevoel dat mijn woorden tegen een muur van ijs stootten. Arnper keken enkele van die char mante hoofdjes mijn kant op. Ten slotte, na een iange stilte, besloot een van de meisjes mijn groet te beantwoorden. „Hallo", mompelde ze op een toon, die de diepste verach ting uitdrukte. En dat was al les. Met de grootste moeite kon ik de moed opbrengen om mijn naam te stamelen. Et- kwam niet de minste weer klank. „Best", zei ik, vaststellend dat er niets uit te krijgen was. „mor genochtend staat een bezoek aan Rome op het programma. Om half negen dus verzamelen". Ab solute stilte. Ze begonnen me werkelijk op te winden. Wie dach ten ze wel dat ze waren? „Goe- dat het overbodig was om er over te disputeren. „Waar kunnen we gaan zwem men?" vroeg ze. „Het is een beetje laat voor de zwembaden, maar er is nog altijd een strand bij Ostia". „Waar is dat?" „Ongeveer dertig kilometer van Rome". „O.K. Laten we er dan been gaan". „Gaat U er maar heen, als U dat graag wilt. Ik voor mij hebt er geen enkele behoefte aan om Le gaan zwemmen". „Hij wil niet komen" hooide ik zeggen. Daarna hoorde ik het ge luid van gedempte stemmen. Aan de andere kant van de lijn moest wonderlijke meisjes. Het ging er maar om in hun ogen niet. voor een bangerd door te/.- gaan. Ik deed dus net zoals zij. Na tien kilometer te hebben gereden» wendde Joan, die met twee van haar vriendinnen in mijn taxi zat, zich tot mij: „Het was heel leuk" zei ze. morgen gaan we weer, niet waar?" Ik was dol van woe de. Oorlog l Zou ik hun zeggen wat ik van haar cn van haar vriendin nen dacht? Neen, ik stak een sigaret op cn glimlachte stil letjes voor me heen. Wilden "zij oorlog? iemand een hand op de hoorn heb ben gelegd. Ik wilde juist gaan ophangen, menend dat het ge sprek was afgelopen, toen hun woordvoerster zich opnieuw liet horen. „Wij kunnen niet alleen uitgaan. U bent onze gids, U moet ons ver gezellen". „Niet om een uur 's nachts antwoordde ik, er zeker van zijnd in mijn recht te staan. „Het is U vrij om één uur in de nacht te doen wat U goeddunkt". „Wij zijn een groep jonge meis jes, wij willen begeleid worden". Ze stelden me op de proef, dat was duidelijk. Zoii ik weigeren en voorgoed vijandinnen maken? Of zou ik toegeven om te kijken tot hoever ze wilden gaan? „Best", zei ik tandenknarsend, „ik kom". Het scheen me toe, dat ik ze Maar ik nam wraak voor een nachtelijke escapade dennacht", had een van de meis jes nog over haar lippen kunnen krijgen. De eerste aanval NA DE IJZIGE „begroeting" door de Bostonse jongeda mes begaf ik me naar mijn kamer, pakte mijn koffers uit, bladerde vlug het reisplan door en begaf me om één uur, dode lijk vermoeid, ter ruste. Precies op dat ogenblik openden de jonge dames hun eerste offensief. Nau welijks had ik bet licht uitgedaan of de telefoon ging. „Hallo", zei een slepende stem, „IJ spreekt met Joan". Ongetwijfeld een van mijn college-meisjes. Men begon eindelijk iels gewaar te worden van mijn bestaan. „Hallo, Joan". „Wij willen gaan zwemmen". Een ogenblik bleef ik sprakeloos. „Het is een uur in de nacht", zei ik onnozel. „Dat weten we". „Wilt U om een uur in de nacht gaan zwemmen?" „Ja, bent U er op tegen?" „Neen", zei ik, want ik voelde, hoorde grinniken. Daarna hing men de telefoon op. Enkele minuten later was ik be neden. Ik had verwacht een triomfantelijke glimlach op de lippen van de meisjes te zien, maar dat was helemaal niet het géval. Zij waren aanhangsters van de bescheiden triomf en ze leken nog altijd even onbewogen. „Waar zijn uw badpakken?" vroeg ik, omdat ik zag, dat ze niets bij zich droegen. Het eni ge antwoord dat ze gaven be stond uit het openslaan van hun nylon regenjassen. Hun enjge kleding bestond uit het badpak, dat ze al hadden aan getrokken. De verblufte por tier liet zes taxi's komen en wij stoven de duisternis in, op weg naar Ostia. Het was een vreemde zwempartij. Niemand zei een woord, ik ontdekte, dat we geen handdoeken hadden meegenomen. Naïef stelde ik voor een beetje op het strand heen en weer te hollen om droog te worden. Waar hield ik die meisjes voor? Ze deden hun regenjas over hun door weekt badpak aan en ver klaarden dat ze gereed waren om terug te keren. Werkelijk, Best, dan zou het oorlog zijn tussen ons. Maar ik zwoer, dat ik mijn collega's zou wreken. Zo kwamen we in <le voorsteden van Home. We reden langs een ker misterrein waar men had feest gevierd en waar men net de laat ste lampions aan het doven was. „Wat vind je?" zei een van de meisjes tegen Joan, die kennelijk al aanvoerster van de groep op trad. „Ik geloof dat liet een uit stekend idee is", zei Joan. Daarna richtte ze zich tot mij en zei op gebiedende toon: „Wij zouden graag naar dat feest gaan". Innerlijk werd ik verteerd door woede. Maar om dc wraak, die ik overwoog", goed te kunnen vol voeren moest ik zwijgen en tót het bittere einde volhouden. Daar om stapte ik mét uiterste welwilr' lendheid uit om me te onderwer pen aan die nieuwe marteling,. Op het feest was nu niemand meer, maar de kermismenscn haastten zich om hun tenten te heropenen, opgetogen als ze wa ren over het buitenkansje, dat de kómst van de toeristen voor hen betekende. De meisjes wilden overal naar toe en alles wilden ze zien. Terwijl ze in de ene hand 'n zakje met frites hielden en in de andere een hotdog, sleepten ze mé van een draaimolen naar een schommel van de ene schiettent naar de andere, van de worstel- tent naar het griezelkabinet. Toen we tenslotte bijna al onze lires hadden uitgegeven zetten, de ker misgasten, voor wie we op dat moment niet commercieel aan trekkelijk meer waren ons van het terrein, Tiber poëtischer WAT WAS DAT. Maar de leu- kigheden waren nog niet ten einde. Toen we bij het hotel aankwamen zei Joan koeltjes: „Wij zijn niet in Rome gekomen om in een hotelkamer te slapen. Dat is niet poëtischLaten we gaan slapen op de oevers aan de Tiber". Ik had ze wel kunnen bij ten. Maar ik berustte er in en accepteerde die nieuwe gril met schijnbare welwillendheid. En en kele ogenblikken later strekten we ons uit, niet ver van het kasteel San Angelo. Binnen een minuut werden we aangevallen door een zwerm mieren, door hor zels. oor wormen en andere insek- ten. „Ditmaal", dacht ik, terwijl ik me tot bloedens toe krabde, „zullen ze wel geen weerstand bieden". Tot mijn verbazing ble ven ze échter 'onbeweeglijk zit ten. Hadden we dan niet dezelfde huid Of waren ze taaier dan ik In ieder geval wilde ik ze niet de kans geven om de spot met mij te drijven. Uit pure eigenliefde liet ik me op stoïcijnse wijze prikken, steken en verslinden. Deze mar teling duurde tot het aanbreken van'de dag. „En nu", stélde Joan voor, „laten we: nu gaan ontbijten, maar lie ver. in de stad dan in het hotel". Op de Piazza della Republica ging een café open. Dc kelner die ons bediende, scheen verwonderd te zijn. Joan observeerde me en toonde enige nervositeit. Ik had nog niet het kleinste protest la ten horen. Ongetwijfeld was ik een merkwaardig geval voor ze. Eindelijk keerden we naar het hotel terug. Het was negen uur. „Vanavond zien we elkaar weer", zeiden mijn tijgerinnen bij het binnentreden van de hal. Nu kreeg ik mijn kans, ik zou nu re vanche nemen. „Neen", weerde ik beslist af. „we zullen elkander voor vanavond te rugzien". „Voor vanavond. Wat bedoelt U? riepen ze, terwijl ze om me heen gingen staan. „Binnen een kwartier" verduidelijkte ik op een toon van gezag. „Waarom binnen een kwartier?" „Excursie". Het was dus zover, dat ik de jongedames haar streken betaald kon zetten. „Bin nen het kwartier excursie", kon digde ik aan. „Maar we willen vanmorgen helemaal niet op ex cursie gaan", zeiden de lieverd jes. „Luister eens goed", zei ik met stemverheffing, „U hebt me ge dwongen U vannacht te volgen naar liet U inviel. Ik heb de zaak sportief gezien en ik ben met U meegegaan. Maar overdag is de benrt aan U, om mij te volgen. Het voor uw college ontworpen reisplan bevat een bezoek aan Rome. Daarom verzoek ik U om binnen een kwartier naar gene den te komen om Rome te bezoe ken','. Een kwartier later waren ze al- len in 'de autocar, maar ze sche nen vast bèsloten te 'zijn om de excursie te boycotten. Ze leun den met de schouders tegen elkaar aan, deden de armen over elkaar en sloten de ogen. Ze re kenden er op te gaan slapen ter wijl de gids zijn uitleg gaf. Maar op die mogelijkheid was ik voor bereid. Ik had de plaatselijke gids onder een voorwendsel weggezon der» Met het bezoek aan Rome zou ik me belasten. Ik deed ze de lust: in de nachtelijke zwempar tijen, kamperen aan de oevers van de Tiber en andere kermis attracties vergaan. Van het Vati- eaan tot de catacomben, van het Spaanse Plein tot het Kapitool liet ik ze bergen van trappen be klimmen en kilometers zuilen gangen afleggen. Een volslagen razernij bezielde me. Nooit heeft een chauffeur van een Romeinse autocar een zo woedende gids aan zijn zijde gehad. Na een kort op onthoud voor de lunch begeleidde ik hen opperste wraak naar het midden van het Forum op het uur, waarop de zon haar gloeien de stralen uitzond. Ze waren uit geput., Ik ook. Maar ik heb nog de kraóht gevonden om ze naar het Goloseum te slepen en daarna rïé&r-- de Baden van Caraoalla. Om zes uur 's avonds hadden we alles gezien en alles afgelopen. Voor dat ik,mijn duivelinnen, die voor goed genoeg hadden van Rome. aan zichzelf overliet, veroorloof de ik me de aanvullende luxe om hun met mijn onschuldigste ge zicht te vragen: „En. wat doen we de komende nacht?" Hun antwoord liet niet op zich wachten. Ze brulden allemaal te gelijk uit volle borst: „Slapen". (Copyright P.Z.C. A.B.C. Press) M Volgende artikel: M Eerste stappen j op qidsenpad J lllill!lllllllilimi)IIIIIIM!lllllllllllllll!llll!lllllll!lllllillllIIIIIIII!!!lll)lll!ll J DE STUURMAN VAN DE CLEO PATRA. Een mysterieus type met een lange baard en een donker uiter lijk was de enige overlevende, toen een splinternieuw rank schip bij een wedstrijd in de buurt van Borneo in plaats van deze te winnen in de gol ven verdween. Tim, de dertienjarige zoon van de eigenaar, ontmoette de ze eerste stuurman tijdens zijn eer ste reis op een ander schip. Er moest iets achter zitten, dacht hij. Hoe Tim tot zijn ontdekking komt ver telt Frank Knight in Prisma Junior J. 96 (Uitgeverij Het Spec trum, Utrecht) aan de jongens van 12 tot 16 jaar. HOMPIE is het geesteskind van de Engelse schrijfster Leila Berg. Een lollig joch, dat met zijn vriendjes vele. grappige avonturen beleeft, waaraan jongens en meisjes van 8 tot 11 jaar hun hart kunnen ophalen. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht heeft de 173 bladzijden tellende bele venissen in een vertaling van Nel Bakker, gebundeld in een Prisma Junior. George Downs zorgde voor de illustraties. DE TOUT NAAR DE GOUDVEL DEN. Gezeten in huifkarren en hob belend door het ruige prairieland schap maakte in 1862 een familie een lange reis door het onherbergzame gebied van de Sioux-indianen. De goudkoorts had zich van de huisva der meester gemaakt en dat had uiteraard zijn gevolgen. Welke ge volgen, dat kunnen jongen en meis jes van 1114 jaar lezen in Christie Harris' Junior Pocket, die als num mer J 101 bij Het Spectrum te Utrecht van dc persen liep. HET GEHEIMZINNIGE SCHOT. De rugzak om, een stok in de hand Autobiografieën Tachtig avontuurlijke jaren, een autobiografie van Sherwood Eddy, de oud-voorman der Y.M.C.A., verscheen bij de N.V. Boekencentrum in Den Haag. Eddy heeft in dertig verschil lende landen geleefd, en gewerkt en geeft in zijn boek onder meer een kijk. op de gistingen, die voorafgin gen aan omwentelingen op politiek en sociaal gebied, onder meer in China en India. Vooral dc mededelingen van de schrijver over ontmoetingen die hij had met mannen die een belang rijke rol in de nieuwe geschiedenis speelden, zoals Ghandi, Stalin en Ka- gawa, zijn buitengewoon lezenswaard. Ik neem de handschoen op is even- eeps een autobiografie en wel van Hans Habe, een tót Amerikaan gena turaliseerde Hongaar van joodsen bloede. Ook de schrijver-journalist die hier aan het woord is, gaat niet voorbij aan het wereldgebeuren, maar zijn opmerkingen over de belangrijke voornamelijk Europesepolitici waarmee hij beroepshalve in aanra king komt, zijn oppervlakkig in ver gelijking met de zelf-analyse, die een belangrijk aspect van dit werk is: „Ik zal ze wel eens iets laten zien" ja, daarmee was mijn leven voor de eer ste vijfentwintig jaar bepaald. Om het hun te „laten zien" deed ik eind examen gymnasium met een literair proefschrift van zeshonderd bladzij den: om het hun te „laten zien" brak ik alleen, tegen beter weten in, de Weense zettersstaking, werd ik een veertien maal gedecoreerd oorlogs held, trouwde ik met een vrouw om haar geld. verried ik vrienden, be droog ik vrouwen, werkte ik- zestien uur per' dag en schreef mijn beste boeken. Misschien heb ik daarom ook deze biografie geschreven". „Ik neem dc handschoen op" is een uitgave van Ad. M. C. Stok, Forum Boekerij, Den Haag. Advertentie Koop 'n gegarancjperd Zwitsers ankerhorloge op de meest econo mische manier. Rechtstreeks uit Zwitserland naar U. Vermeld PRIJZEN w.«. I 49.50 op Uw aanvraag Vraag het fraaie gratis boekje aan. dat U hier alles van vertelt, bij 6 ZWITSERSE Lisd HORLOGES zo trok Hans Grünert dooi' het win terse hoogland. Jager in hart en ziel als hij was leerde hij de gedragin gen van de gemzen al spoedig ken nen. Heel wat vrije uren bracht hij bij de marmotten door. In vreemd land leefde hij onder een valse naam en de jongen votlde zich boven de kleinzieligheden van de wereld ver heven. De uitgeverij Helmond te Helmond heeft de avonturen van de ze trekker, beschreven door Hugo Kocher samengevat in een van haar jeugdpockets. HET EERSTE BEDRIJF. De af stand tussen school en beroep is enorm groot. Dat ondervindt ieder, die vers van de schoolbanken de maatschappij binnenstapt. Meisjes van dertien jaar en ouder, die willen weten wat èr zoal komt kijken om verantwoordelijk redactrice van een groot dagblad te worden kunnen daarover het nodige vinden in de Kern-pocket (H. ten Brink, Amster dam) voor de jeugd van Ingrid Theissen. Een boek dat tevens een interessant kijkje geeft in de keu ken van een krant. Liedjes Liedjes is de titel van een bundeltje werk van Jules de Corte, dat werd uitgegeven in de reeks Donker pockets van Ad. Donker, Rotterdam. Dit boekje maakt het mogelijk, de bij het voordragen voor de radio vaak zo vluchtig voorbijtrekkende levens wijsheden van De Corte nader te be schouwen. Menigeen zal het eens zijn met Simon Carmiggelt. die in de in leiding onder meer schreef: ,,'t Moest mogelijk zijn, dat je dit boekje niet alleen zou kunnen lezen, maar ook hóren". En verder: „De innige klank van zijn (Jules de Corte's) stem en de raffinementen van zijn hoogst persoonlijk pianospel moet de lezer van dit boekje erbij dromen". Car miggelt kwam overigens tot de ont dekking. dat het trefzeker taalge bruik van Jules de Corte meestal sterk genoeg is om op eigen benen te stagn. Vijf minuten Bij Boekencentrum. Den Haag. ver scheen een serie „bijbelwoorden voor iedere dag" van H, Giesen onder de titel „5 minuten". Pastor H. Giesen is secretaris-generaal van de Duitse Kirchentage. Zijn boekje, waarvan de oorspronkelijke titel luidt: „Sei fünf Minuten still", weid in Duitsland zeven keer herdrukt. Het werd voor Nederland vertaald en bewerkt door P, A. Geluk. Wie kennis neemt van dit boekje, een moderne voortzetting van de traditie der „bijbelse dagboe ken". zal beamen wat ds. G. P. Klijn in zijn voorwoord zegt: „Pastor Gie sen is iemand, die de kerk en de we reld kent, de kerk in de wereld en de wereld in de kerk. Dat blijkt op elke bladzijde. Geen „vroom" ge neurie in zich zelf, maar een klaar woord, recht op mensen in het ge wone leven af. Een klaar woord, ge put uit de klare diepten van Gods woord, dat geldt voor nu en hier". Baby op komst De Nederlandse. Vereniging voor Sex- uele Hervorming heeft 'n boekje uit gegeven: „Baby op komst", geschre ven door dr. L. I. Swaab. Deze des kundige geeft in een zeer bevattelijke stijl uitstekende voorlichting. Vele tekeningen verhelderen nog de tekst. Onderwerpen als: het vaststellen der zwangerschap, wanneer komt de ba by?, eet cn blijf slank, de rhesus-fac tor, de „pijnloze baring" en zelfs een hoofdstuk „alleen voor vaders" wor den behandeld. Het boekje (pocket formaat) kost 1,50 (met plastic band) en 2,50 (in linnen band). Buick brengt nu onder de naam Specialeen compact-car aan de markt. Deze compact-car heeft voor Europese begrippen nog vrij respec tabele afmetingen: zij is 4,78 meter lang, 1,82 meter breed en 1,94 nie ter hoog, maar ze is dan nog altijd 57 centimeter korter dan de onlangs gelanceerde „grote'' magen „Le Sa- bres", die bij het model- van vorig jaar ook al weer 19 centimeter in gekort is. De „Special' wordt gele verd als 4-deurs Sedan. Hij is ver der uitgerust met een aluminium 8- in-V motor van .3,52 liter, die een- vermogen van meer dan 150 pk heeft.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 7