De speurtocht
naar het
geliefde meisje
Sen gicló en zijn reizend volkje
MAANDAG 3 OKTOBER 1960
PROV INOiALE ZEEUWSE COURANT
f
9
omische, tragi-komische en sentimentele ge
schiedenissen, dat alles vindt men in de
herinneringen van een gids voor georganiseerde
reizen. En dat is begrijpelijk, want een groep
toeristen, dat is de mensheid op verkleinde
schaal, waar alle karakters elkaar ontmoeten.
jQ ie jonge toerist uit Rochester,
van wie ik sinds ons verblijf
te Amsterdam meende dat hij
door een ongeneeslijke kwaal was
aangetast, was niet zo ziek als hij
er uitzag. Op een avond in Baden-
Baden deed hij een bekentenis.
„Gedurende ons verblijf te Am
sterdam", zei hij, „heb ik een
meisje ontmoet, dat niet meer uit
mijn gedachten wil". Het was niet
de eerste keer dat ik een dergelij
ke bekentenis te horen kreeg. Mis
schien zou hij mij het verzoek
doen hem naar Nederland terug
te sturen in plaats van rustigjes
zijn reis te vervolgen. Ik ried hem
aan in ieder geval het einde van
de reis af te wachten. „Het is niet
mijn bedoeling naar Nederland te
rug te keren", zei hij verdrietig.
„Zij reist net zoals ik, met een an
der gezelschap".
Als dat het geval is zijn er eigenlijk
geen problemen: dan moet U haar nood
zakelijkerwijs de een of andere dag ont
moeten. „Denkt U", zei hij vol hoop.
„Vast en zeker; er zijn nu eenmaal geen
vijftig manieren om Europa te bezoe
ken. De reisroutes volgen elkaar na en
lijken op elkaar. Vanaf het ogenblik dat
haar groep net als wij begonnen is ln
Noord-Europa, is er geen reden waarom
U haar niet terug zoudt zien voor de
Leeuw van Luzern, op het plein van de
San Marco of boven op de Eiffeltoren".
En ik vertelde hem het geval van een
van zijn landgenoten, die, tijdens zijn
verblijf te Parijs, waar tezelfder tijd
een familielid van hem vertoefde, spij
tig verklaarde niet te weten in welk
hotel zijn bloedverwant logeerde. Toch
is hij er in geslaagd de man te vinden,
weet U hoe? Door iedere avond voor
de ingang van de Folies Bergères post
te vatten. De derde avond was het raak
en kon hij zijn familie-lid aanschieten.
Sedertdien zag mijn pelgrim in Europa
niet meer dan kerkportalen en museum
ingangen. Men moest niet meer bij hem
aankomen met bijzonderheden over de
een of andere triptiek, die een meester
werk uit de Renaissance was, of een
kunstwerk van Michel-Angelo. Wat hem
in de eerste plaats interesseerde waren
monumenten, waar hij in reisgezelschap
pen kon doordringen. Daar stelde hij
zich op als een schildwacht. In een
week tijd ontmoett'e hij op die manier
een vijftigtal personen, familieleden,
vrienden van wie hij allerminst had ver
moed dat ze in Europa zouden zijn.
Twee weken daarna, toen zijn hoop al
begon te vervagen, deed het wonder zich
voor, op een hoogte van drieduizend nie
ter, om precies te zijn in een ijsgrot van
de Jungfrnu, waar onze gezelschappen
elkaar kruisten. Maar nauwelijks had
mijn tortelduif de tijd gehad om die
prettige gebeurtenis in feestelijkheid te
verwerken, of de twee stoeten maak
ten zicli op om naar Italië te gaan, de
een door de Simplon, de andere door de
Gotthard. Mijn toerist begon ziender
ogen te kwijnen. Italië had voor hem al
zijn grootheid verloren, na zij, die hij
liefhad, de ene kant wag opgegaan en
wij de andere, maar in Interlaken had
den zij tenminste nog de tijd gehad om
hun reisroutes te vergelijken. Wij zou
den elkaar in Parijs nog een keer krui
sen en wel op een enkele avond, alvo
rens terug te keren naar de Ver. Sta
ten. Mijn sentimentele reiziger leefde
nog slechts voor één ding: het vooruit
zicht In Parijs te komen.
Men was overeengekomen op die af
scheidsavond .de traditionele tour Pa
li js bij Nacht te maken. De bewuste
dag brak aan. Mijn toerist zorgde
ervoor om bij liet reserveren van de
plaatsbewijzen, speciaal de naam van
het hotel te noemen waar zijn ïnvi-
tée haar intrek had genomen. Helaas.
Tengevolge van dc grote toeloop wa
ren er die avond twee autobussen om
de route langs de hotels te maken. De
man uit Rochester kwam in de twee
de bus, zijn Idool in de eerste. De
twee groepen bezochten wel dezelfde
cabarets, maar de een na de ander,
zodat mijn onfortuinlijke reiziger
iedere keer voor het champagneglas
kwam te staan, dat pas geleegd was
door haar, die hij vervolgde.
Na zo de gehele nacht achter elkaar aan
te hebben gereden en gelopen zagen de
verliefden zich tenslotte verenigd bij de
van 120 boeren uit de staat Nebraska
ontvangen, die naai* Europa kwamen ter
gelegenheid van een landbouwcongres.
Sommigen waren vergezeld door hun
echtgenote en er waiTen ook vele we
duwnaars bij. Na het vervullen van de
douane-formaliteiten was ik nog maar
net klaar met het verzamelen van 250
koffers in de ene hoek en van hun eige
naren in een andere, of een van de rei
zigers nam me terzijde. Zonder over
drijving: niet meer dan twintig jaar
scheidden hem van de leeftijd, waarop
hij een honderdjarige zou zijn. „Luister
mijn zoon", zei hij me zpnder enige om
haal, „ik heb mijn vrouw verloren en
ik zou er wel een uit Europa mee wil
len terugnemen."
Bij Amerikanen weet men nooit precies
waar de ernst eindigt en waar de grap
pigheid begint. „Best", zei ik, niets be
ters wetend te zeggen, „wacht tot we
in Parijs zijn en wij een avond door
brengen op Pigalle, het moet wel raar
lopen als U daar niet de een of andere
geschikte boerin vindt". ïlc wilde me ai
uit de voeten maken na dit grapje om
me aan minder frivole bezigheden te
gaan wijden, toen hij me bij de arm
pakte: „Hé, jongeman, kan men over
dit onderwerp niet ernstig met een
Fransman praten? Ik wil hertrouwen,
probeer daar eens aan te denken". Wij
begonnen aan een reis van duizenden
kilometers. Twee weken later waren we
in Brussel. Ik had mijn groep over vier
hotels verdeeld, de kamers toegewezen,
met de chauffeurs hét reisschema voor
de volgende dag opgesteld en maakte
me gereed om naar bed te gaan toen
de telefoon ging. „Ik geloof dat ik haar
heb gevonden", hoorde ik me op de
man af zeggen. „Wat hebt gevon
den", vroeg Ik enigszins verbluft. „De
vrouw die ik mee zal terugnemen naar
Omaha". Het was mijn boer, die wilde
hertrouwen en die sedert Shannon niets
meer van zich had laten horen. „U
sprak dus in ernst?" „Heb ik er ooit
uitgezienalsof ik een grapje maakte?"
Hallen, om drie uur in de ochtend. Bij
gebrek aan champagne konden ze sa
men een grote warme kom uiensoep
nuttigen. Terwijl ze hand in hand door
de straten met wortelen, de bloemkool
avenues en de paddestoelenboulevards
wandelden, deed mijn toerist, aan het
einde van een dolle vervolgingsrit door
Europa, de zotste ontdekking, die men
zich kan voorstellen. Hij vernam dat het
meisje niet alleen afkomstig was uit
dezelfde stad als hij, Rochester in de
staat New York, maar dat ze ook even
als hij werkzaam was bij de firma East
man Kodak en Co.
Hij meende het
WONDERLIJKER NOG IS IIET
GEVAL van de toerist die in Eu
ropa aan land gaat, verliefd
wordt tijdens een ontmoeting van tien
minuten en terugkeert naar zijn land
om daar de beminde zijns harten naar
toe te laten komen en haar te trouwen.
Deze amoureuze geschiedenis, die een
unieke plaats inneemt in mijn herinne
ringen als gids. deed zich voor in 1955
en ik kan de verzekering geven dat de
geschiedenis volkomen echt is. Trou
wens hoe zou Ik dit kunnen verzinnen:
een huwelijk in tien minuten? De ro
man was in Ierland begonnen. Ik had
op de luchthaven van Shannon een groep
De telefoniste
DE BOER UIT OMAHA, DIE MIJ
op mïji» kamer opbelde, scheen
de vrouw te* hebben gevonden, die hij
waardig keurde om met liem mee naar
Amerika te gaan.
Ik vroeg: „En wie is de gelukkige ver
loofde?" „De telefoniste van het ho
tel". ïlc sprong overeind. „Wat? Maar
hoe hebt U in vredesnaam de tijd kun
nen vinden om een gesprek te begin
nen? We zijn nog maar net aangeko
men".
„Ik heb nog niet met haar gesproken.
We hebben alleen naar elkaar gekeken".
„Is dat alles", riep ik ontsteld uit. „Ja,
waarom Hebt U iets tegen de telefo
niste?"
„Hoor eens, zei ik, terwijl ik ieder wóórd
nadrukkelijk uitsprak, het is midder
nacht, wacht tot morgenochtend, ik ben
doodop". Ik wilde de hoorn op de haak
hangen, maar hij gaf er me de tijd niet
voor. „Wie houdt de ander voor de
gek", schreeuwde hij in het toestel. Zult
U nu eindelijk en eens en voor altijd,
mijn woorden au sérieux nemen?"
„Goed dan", liep ik, U hebt de telefonis
te in haar cabine gezien en U bent plot
seling verliefd geworden. Wat verwacht
U dan nu van mij? Als U met de tele
foniste wilt trouwen, dan moet U zich
tot haar wenden".
„Zij spreekt geen Engels. Als dat niet
zo was, waarom zou ik U dan geroe
pen hebben?"
„Juist, ik begrijp het nu wel". Moppe
rend kleedde ik mij weer aan. Wat
moest ik tegen die telefoniste zeggen?
Het was een Idiote geschiedenis. .Zij
zou zich wel gaan beklagen bij de di
rectie. En er zou heel wat drukte om
de zaak kunnen worden gemaakt. Ter-
wille van die Romeo liep ik het risico
in een schandaaltje terecht te komen.
In ieder geval zou men wel straf optre
den.
Ik ontmoette mijn kandidaat in de hal.
„Neen, ik ben weduwe", zei ze, zonder
de man die naar haar gunst dong uit
het oog te verliezen. En snel voegde ze
er aan toe: „sedert meer dan een half
jaar".
Ik stelde de boer van het goede nieuws
op de hoogte. Daarna gingen we terug
naar onze kamers. De hele scène had
nog geen tien minuten geduurd. In de
dagen die volgden had ik helemaal geen
gelegenheid meer om met mijn Romeo
over die avond in Brussel te praten. Hij
hernam zijn plaats in mijn regiment
van 120 boeren. Wat mijzelf betreft, Ik
Mat,
Een boer uit Nibraska wilde
koste wat het kost hertrouwen
VVVVWVVVVWVVVVVVVVV\\^AA/V\A/VVVVVVVVVVVVWVWVWVWVV
„En als ze al getrouwd is, zeg, wat dan.
Dan staan we er slecht op".
„Precies. Als U het haar gevraagd hebt,
dan zullen we het weten". Hij twijfelde
werkelijk helemaal niet, mijn brave
boer uit Nebraska. Ik ging recht op
mijn doel af en maakte korte metten.
Het wds over twaalven en ik had slaap.
Ik opende de deur van de glazen cel.
Een brave wouw van een jaar of vijftig
had haar stekkers juist neergelegd en
nam een breiwerkje. „Neemt U me niet
kwalijk mevrouw", zei ik zonder om
haal, „bent U getrouwd?" Ik wil niet
zeggen dat ze verrast keek door deze
vraag. Dat zou een te fijnzinnig eufe
misme zijn. Ze verkeerde letterlijk in
de hoogste graad van ontzetting. Over
haar bril heen wierp ze een woedende
blik op de onbeschaamde jongeman die
voor haar stond. Van top tot teen nam
ze mij op en haar blikken gingen van
onder naar boven en van boven naar
onderen. Toen opende ze haar mond,
ongetwijfeld om de weg vrij te maken
voor de ontstuimigste vloed van scheld
woorden, die ooit was uitgestort over
het hoofd van een gids. Ik hield de
zondvloed bijtijds tegen.
„Ik lieb U die vraag niet gesteld met
een persoonlijk doel. Het gaat om mijn
heer. U bent helemaal het type vrouw,
waar hij van droomt. Het is een rijke
Amerikaanse boer".
Een kaart
DEZE WOORDEN haddei^ een ma
gische uitwerking. Ik zag dat het
gezicht van de telefoniste in een oog
wenk zachtere trekken aannam en dat
zich de uiterste welwillendheid er op
ging aftekenen. Toch antwoordde ze
nog steeds niet op mijn vraag.
„Bent U getrouwd?", vroeg ik nog
maals.
Het gebeurt v:el eens dat een toerist
uit een gezelschap genegenheid op
vat voor een toer is te, die met een
andere groep reist..
had teveel te doen om mijn gedach
ten in beslag te laten nemen door dit
amoureuze tussenspel.
En de reis kwam ten einde zonder dat
zich verder bijzondere dingen hadden
voorgedaan. Andere reizen, andere pro
gramma's volgden elkaar dat jaar op,
toen kwamen de herfst en de winter.
Op een dag ln januari was ik bezig om
de nieuwjaarswensen te sorteren, toen
een van de kaarten mijn aandacht trok.
Het was een mededeling over een huwe
lijk, afkomstig uit Nebraska. Ik keek
naar de ondertekening en las: De heer
en mevrouw W...
Het waren mijn Romeo en mijn Julia.
Zij stelden mij ervan in kennis dat ze
sedert twee weken getrouwd waren en
dat de huwelijksplechtigheid „wonder
ful" was geweest. Men mag nog zo mo
dern zijn en zich in onze eeuw van het
atoom over niets verwonderen er zit
toch iets in dit avontuur dat in staat
is om een Europeaan aan het mijmeren
te brengen.
(Copyright P.Z.C.-A.B.C. Press)
|lllilllllllt!li!!lll!llll|l|l!llljlllilllllinillllllilllllll|||||||||||||||||||||||[||||||||
Volgend artikel:
In de macht van
jonge heksen