KLEURLOZE ZEGE VAN ORANJE: 1-4
VERSTERKTE VERDEDIGING
BAATTE BELGEN NIET... I
Elek Schwartz: „Wij
waren de besten"...
Twee strafschoppen gemist in interland
TOEKOMST NIET ROOSKLEURIG
MAANDAG 3 OKTOBER 1960 PROVINCIALE ZEEU WSE COURANT 8
(Van onze sportredacteur)
SCHEIDSRECHTER ROBERT DAVIDSON
raag dan een Schot/zijn, zuinig in zijn beslissin
gen was hij gistermiddag bepaald niet tijdens de
voetbalinterland België-NederlandHij ken
de geen pardon toen de robuuste back Verbiest
binnen de beruchte lijnen Coentje Moulijn ten
val bracht: meedogenloos priemde zijn wijsvin
ger in de richting van de uitte stip De ontzet
ting der Belgische spelers en toeschouwers was
bijna tastbaar, evenals trouwens de verbazing
der Nederlanders. Want met deze beslissing was
de felle tackle van Verbiest wel bijzonder zwaar
gestraft, té zwaar bijna. Luttele minuten later
was de Schotse zuinigheid opnieuw ver te zoe
ken, toen Cor van der Hart de Belgische aan
valsleider Wegria voor het Nederlandse doel
juist iets te wild besprong weer kende David
son geen genade, weer een strafschop. Met dat
alles zorgde deze arbiter echter voor een fikse
scheut sensatie in een wedstrijd, die tot dan toe
lauw en traag was geweest als een spelletje pa
tience. Die traagheid en lauwheid waren er zo
duidelijk, omdat beide elftallen in deze wed
strijd kennelijk aanhangers waren van een „af-
wachtingspolitiek". Onmiskenbaar vreesden de
Nederlanders en de Belgen eikaars kracht en
daarom werd veel te sterk liet accent gelegd op
de verdediging. Typerend voor die „angst" was
het resultaat der strafschoppen. Op het beslis
sende moment geloofde Bennie Muller, die ove
rigens dé Nederlandse openbaring was, niet in
eigen kracht en schoot de penalty zo „rustig"
in, dat doelman Seghers de bal uit de hoek kon
dreigen. En aan de andere kant was Martin Lip
pens al zijn zelfvertrouwen kwijt, toen hij de
ogen van 65.000 toeschouwers op zich gericht
voelde en zijn aanloop nam voor de strafschop.
ResultaatPieters Graafland ving de bal zon
der enige moeite kleurvast. Overigens hadden
beide penalties doorslaggevend kunnen zijn,
want op het ogenblik, dat Muller zich achter de
bal opstelde, leidde Nederland met 20. Een
derde doelpunt had ongetwijfeld de nekslag
voor de Belgen betekend. En Lippens had met
zijn penalty voor de gelijkmaker kunnen zor
gen, want op dat moment leidde Nederland nog
slechts met 21. Nederland won tenslotte nog
ruimschoots met 41, verdiend, maar geflat
teerd, want de oranjevoetballers speelden maar
juist iets minder traag en slecht dan de armzali
ge opererende Belgen.
Het lijkt of de Belgische doelman de
bal juichend toewuift Oe werke
lijkheid is echter, dat deze keeper
een vertwijfelde poging doet de bal,
die over de keeper is gezeild, nog tc
stoppen. Tevergeefs: een Belgische
verdediger heeft met een kopbal een
Nederlands doelpunt gescoord
1—3. (Foto P.Z.CJ.
Nederland mag dan met de duidelijke cijfers 41 gezegevierd hebben,
toch was het een volkomen onbevredigende zege. Later, veel later, als deze
periode al lang geschiedenis is geworden, zal men naar het hoe en waarom
van deze wedstrijd niet meer vragen en zullen de historici aan deze zege
wellicht dezelfde waarde als aan de 52-zege drie jaar geleden in Rot
terdam hechten. Nu echter zal men aau die Rotterdamse zege terugdenken
als aan een hoogtepunt uit het Nederlandse voetbal, terwijl iedere Neder
lander met recht schouderophalend aan de overwinning van gister voorbij
kan gaan. Het Nederlands elftal speelde namelijk zonder enige glans, zon
der enig raffinement, meestal zonder enig intellect, maar wel hopeloos
doorzichtig. Aanvoerder Cor van der Hart en zijn „ondergeschikten" trof
fen het, dat de tegenstander-van-gister nóg doorzichtiger en nóg minder
geraffineerd te werk ging. Maar met enige angst en vreze mag men toch
de wedstrijd tegemoet zien, die de Nederlanders aan het eind van deze
maand in Praag tegen Tsjechoslowakije moeten spelen
Sinister lijkt de toekomst voor de
Belgen, meer nog dan voor de Neder
landers. De Belgische „keuzeheer"
Constant van den Stock, zal in de
Belgische bladen ongetwijfeld naar
zijn hoofd geslingerd krijgen, dat hij
zich toch maar beter bij zijn bier
brouwerij kan houden, maar onder
tussen rust op hem nog de taak een
elftal (op 19 oktober reeds) tegen
Zweden binnen de lijnen te brengen,
een wedstrijd, die wordt gespeeld in
de voorronden van het toernooi om
het wereldkampioenschap. En zelfs
de grootste Belgische optimist zal
niet kunnen geloven, dat dit een win
nend elftal zal zijn...
In het elftal, dat de Belgische bier
brouwer gister binnen de lijnen van
liet eens zo beruchte Deurne-stadion
bracht, was slechts één man te ont
dekken, die de internationale klasse
ruimschoots bereikte. Dat was de
kleine, vinnige, overal opduikende
André „Popey" Piters. Maar deze
terrier mocht dan nog zo snel ter
been zijn, nog zo snel en zuiver zijn
ballen afspelen, alleen was hij ook
niet in staat snelheid te brengen in
de Belgische formatie, die weliswaar
fors de aanvallen afsloeg, maar die
vervolgens veel te traag aan het op
bouwen der eigen attaques begon.
Die Belgische traagheid was een
kolfje naar de hand der Neder
landse verdedigers, die dankzij
het langzame spel van de Rode
Duivels meestal heer en meester
konden blijven. Vooral C'or van
der Hart, die opvallend zwaarder
is geworden, zal verrukt zijn ge
weest over het tempoloze spel van
de Belgen.
Nu kon hij vrijwel altijd tijdig in
grijpen, af en toe zelfs weer superi
eur mét zijn tegenstanders spelen als
een kat met een muis.
Soms echter in ccn sprintduel met
midvoor Wegria bijvoorbeeld
bleek de zware Nederlandse stopper
te weinig sprintsnelheid te hebben en
dat doet do vraag rijzen: wat zal
Van der Hart presteren tegen een
snel-switchende, op .«oog tempo
bal van richting veranderde Kort
om: slechts één werkelijk doelpunt
van klasse.
In die aanvalslinie was het spel van
Moulijn een doorlopend vraagteken.
Door ziju internationale faam werd
hij weliswaar zo zwaar verdedigd,
dat hij vaak twee spelers naar zich
toetrok, maar met uitzondering van
het laatste kwartier toen Neder
land comfortabel met 3l leidde,
probeerde hij niet eenmaal zijn be
faamde „rush linksom". Moulijn
huppelde maar wat mee en had
slechts zelden een werkelijk gevaar
lijk aandeel in de spelopbouw.
Bij zijn clubgenoot Cor van der Gijp
lag het beslist niet aan de ijver,
maar deze speler deed steeds juist
drie of vier stappen te veel met de
bal om vaart aan het spel te kun
nen geven. Midvoor Kruiver was op
vallend actief, zocht als enige, welis
waar meestal tevergeefs naar de
vrije ruimte, maar werd praktisch
nimmer bediend door een verraderlij
ke dieptepass, die een Lenstra, een
Wilkes of een Rijvers hem ongetwij
feld wel gegeven zouden hebben
Daarvoor zorgde zeker niet binncn-
speler. Henk Groot, di ein het stuk
nauwelijks een rol speelde. Ongetwij
feld de beste man in de Nederlandse
aanvalslinie was nog Piet van der
Kuil, die met zijn snelle rushes af en
Voorspel van een doelpunt: de Bel- I
gische doelman Seghers slaagt er nog
in de bal boven het hoofd van Cor
van der Gijp weg te slaan, maar het
leer zal voor de voeten van Kruiver j
ftweede van links) springen, die on- I
houdbaar zal inschieten. Dat bete-
kende 01 voor Nederland.
(Foto P.Z.C.
Ook nu weer 4-1
in Antwerpen
H Het jubileum is dus gevierd g
H Met een 41 zege heeft liet
Nederlands elftal zijn 250ste
wedstrijd in Antwerpen ge- tt
wonnen. Vijfenvijftig jaar
heeft de oranje-ploeg nodig
gehad voor die 250 interlands.
De reeks begon op de 30e april
van het jaar 1905 in Ant-
weipen. Het toeval wil dat ook
M die wedstrijd in een 41 zege g
voor Nederland is geëindigd.
Van de 250 wedstrijden die zijn li
gespeeld won Nederland er 107. g
ln totaal 98 ontmoetingen wer-
g den verloren en 45 leverden
een gelijk spel op. De Neder-
tt landse voorhoëdespelers scoor- g
H den 592 doelpunten, de tegen-
standers 546.
Van de 91 wedstrijden tegen g
België heeft Nederland er 44
li gewonnen, 28 verloren en 19
tt gelijk gespeeld. De doeleïjfers
tt zijn 233178 in het voordeel
g van het Oranjeteam.
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir-'iijili
toe vaart in de acties bracht en die
door verre passes naar de andere
vleugel voor verrassende wendingen
in de aanval zorgde.
Met dat al ontbrak echter de' „mees
terhand" aan de Nederlandse acties.
Met weemoed zullen velen terugge
dacht hebben aan de tactische ma
noeuvres. waarvoor iu een nog niet
zo heel ver verleden Willies, Lenstra,
en Rijvers zorgden
Moulijn niet te spreken
over eigen prestatie
Elek Schwartz toonde zicli na af
loop in de kleedkamer een tevre
den mens. „Nederland heeft een
klassiek spelletje gespeeld, dat re
delijk goed geslaagd is. Wij ver
wachtten een versterkte Belgi
sche verdediging en daarom had
ik de jongens de opdracht gege
ven aan tc vallen met lange pas
ses over de vleugels. En deze tac
tiek heeft goede resultaten afge-
worpeu. Ook het strategische
pJau van de Belgen zat goed in
elkaar, maar wij waren vandaag
de besten Aldus de lieer
Schwartz in zijn commentaar,
waarin hij verder het spel van de
jonge debuterende Verbiest hoge
lijk prees.
Pieters Graafland, die met een
pijnlijk gezicht zijn been aftastte
boven de knie had hij een le
lijke bloeduitstorting door een
gezwollen spier vertelde, dat
de Belgen een paar goede sco
ringskansen hadden gehad, maar
dat hij deze door tijdig uitlopen
had verijdeld. Doordat de Belgi
sche voorhoede bijzonder beweeg
lijk was, had hij voortdurend op
zijn qui vive moeten zijn.
Jan Klaassens. die zijn vijftigste
interlandwedstrijd mét een over
winning llad bekroond gezien,
was kort van stof: „Nederland
was sterker", welke mening de
overigens weinig spraakzann-
Moulijn deelde. Over zijn eigen
prestatie was de Feïjcnoorder
echter nog minder te spreken.
In de Belgische kleedkamer was
de stilte te snijden. Men zweeg
liever over de nederlaag, die men
echer in cijfers wel geflatteerd
vond. Aanvoerder Mees was van
oordeel, dat van grote invloed op
het verdere verloop van de strijd
was geweest liet missen van de
strafschop door Lippens, daar
juist op dat moment de Belgen de
strijd in handen schenen te ne
men. Hierdoor kreeg de wedstrijd
een geheel andere wending.
Zoals zijn collega Elek Scbwarlz,
was ook de heer Yandenstock van
mening, dat Nederland het beste
voetbal had gespeeld en daarmee
verdiend had gewonnen. In aan
merking nemende, dat liet derde
Nederlandse doelpunt door een
Belg werd gescoord en het vierde
via een Belgisch heen ontstond,
vond de heer Yandenstock wel.
dat de Nederlandse zege een ge
flatteerd tintje had.
Behalve, dat het spel der Neder
landers beter was, vond de heer
Yandenstock dit ook ten aanzien
van de lichamelijke conditie. Al
bleef hij de namen schuldig, wel
vond de Belgische „een-mans-
lieuzeconimissie", dat drie spelers
van zijn ploeg onder de verwach
tingen waren gebleven. En daar
liet hij het. met zijn commentaar
bij
draaiende aanvalslinie? Kortom:
wat zal hij in Praag laten zien?
Bovendien waren de Nederlanders
meestal numeriek in de meerderheid
bij de Belgische aanvallen. Bijna per
manent speelde België namelijk met
één man, soms zelfs met twee spe
lers extra in de verdediging. Zodoen
de moesten drie of vier Belgische
„avonturiers" trachtten de broodno
dige doelpunten te maken. En als
ge nu weet, dat Nederland meestal
ook Klaassens en Muller meer in de
verdediging dan in de aanval hield,
dan is duidelijk, dat Cor van der
Hart, Wiersma en Kuys ruim een
yoldoende konden halen.
De man, die veel incer haalde dan
die ruime voldoende, was doel
man Pieters Graafland. Met prach
tige sprongen en vooral ook zijn
getimed uitlopen voorkwam hij
met name in de eerste helft enke
le ogenschijnlijk zekere doelpun
ten. En nu we toch de 8, mis
schien zelfs de 9 voor „goed ge
drag" bij do baud hebben, geven
we er onmiddellijk ooli een aan
halfspeler Bennie Muller, die deze
middag ongetwijfeld de besle man
van de Nederlandse ploeg was.
Bij tijd en wijle beheerste hij liet
middenveld, bouwde prachtige aan
vallen op en was slechts iets onder de
maat op momenten, dat hij op doel
man Pieters Graafland terugspeelde.
En Klaassens? Kort gezegd: be
trouwbaar als altijd....! Hij maakte
van zijn 50e interlandwedstrijd zelfs
zoveel, dat hij de enige van de 22
spelers was. die na afloop op de
schouders ging. I
Tegen de zwaar versterkte defensie
der Belgen was de Nederlandse aan-
yalslinie meestentijds machteloos
Vanwaar dan die vier doelpunten, zal
men .misschien vragen. De eerste
\yas een toevalstreffer, omdat doel
man Seghers de bal precies voor de
voeten van midvoor Kruiver sloeg,
de tweede was onmiskenbr3~ eei
prachtige treffer van Piet van der
Kuil. de derde werd door een Bel
gisch hoofd gescoord.... en de vierde
ontstond, toen een Belgische voet de l
Beslissing viel
na de rust....
Martin Lippens greep vertwij
feld naar het lioofd. Hij kende
zijn eïgéu leed niet. De donkere
Aiiderlecht-speler had al ge
droomd dat hij de held zou wor
den van de 91e landenwedstrijd
tussen Nederland en België. En
nu werd zijn strafschop, die de
Belgen op gelijke voet kon bren
gen met de oranjeploegdoor
doelman Eddy Pieters Graaf
land gestopt.
Inderdaad, het was triest, heel
triest. En toch was het nog maar
een voorproefje. Acht minuten la
ter zorgde stopper Saeys voor een
Nederlands doelpunt door in eigen
doel te koppen en in de allerlaat
ste minuut schampte een houdbaar
schot van Henk Groot, van zo'n
20 meter afstand, de voet van Vic
Mees met zijn 67 interlands
nog wel Belgisch recordhouder
waardoor doelman Seghers nog
voor een vierde maal gepasseerd
werd.
Vier - één! Een sprekend resultaat,
zeker als het in de „hel van Deurne"
op de Rode Duivels wordt behaald.
Maar aangezien het FC Antwerp
Stadion ditmaal beslist geen „hel"
was en de Belgen zelfs niet op rode
[duivels leken, zal het wel zo zijn als
I clie teleurgestelde Belgische supporter
in sappig vlaams zei: „Het was maar
een mager kippetje wat ze ons voor
gezet hebben. De gelukkigste ploeg
heeft gewonnen, en het is verdiend
Sfeerloze eerste helft
Zoals gezegd, een „hel van Deurne"
is het ditmaal niet geworden. Bet
eerste kwartier genoten de 65.000
hoogstens van het zomerse zonnetje.
Misschien hebben ze ook nog plezier
gehad om doelman Seghers. die bij
iedere Nederlandse aanval zijn pet
steevast verloor zonder daar ook
maar een moment ontmoedigd door te
worden.
Precies 18 minuten duurde die „ver-
kennings-activïteit" van de beide aan-
valslinies. Toen kwam die scorings
kans die elke voorhoedespeler alleen
maar in zijn droom pleegt te krijgen.
Hoog kreeg debutant Eddy Bertcls
de bal toegespeeld, hij stopte het leer
met de borst en zes, zeven nieter voor
doelman ICddy Pieters Graafland
stond de Belgische linksbinnen iiï
vrije positie. .Maar dc Antwerpspeler
taimde zo lang dat de Eeyenoord-
keeper met een moedige en 'riskante
duik dit „zekere" doelpunt nog juist
I»on voorkomen.
Neen. veel te genieten viel er echt
niet. Zeker niet voor het Nederlandse
legioen ook nu zo'n 10.000 man
sterk dat steeds weer teleurge
steld werd als het Nederlandse bin-
nentrio in duel kwam met de Belgi
sche verdediging. Henk Groot. Piet
Kruiver en Cor van der Gijp. ze kon
den geen kopduel winnen tegen de
toch echt niet lange Belgen. En Coen
Moulijn? De „golden boy" uit Rot
terdam had zijn meester gevonden.
De meeSter heette Laurent Verbiest,
de tweede Belgische debutant die nog
geen jaar geleden voor een record-
transfer van ruim 2 miljoen Belgi
sche franken (zo'n 150.000 gulden
dus) van de derde klasser Oostende
ovei-ging naar FC Antwerp.
Gelukkig kreeg die trieste eerste
helft nog een prettig slot voor de
mannen van Elek Schwartz. De inlei
ding was een hoge voorzet van Mou
lijn. Tegelijk met de doelman Seghers
spi-ong Coi- van der Gijp twee minu
ten voor de rust naar de bal. In
eerste instantie won de Belg dat duel-
om-de-bal. Het leer kwam echter voor
de voeten van Kruiver, die niet een
hard en laag schot scoorde (01).
Die eerste helft niocht dan een prettig
slot gekregen hebben, de tweede
(Zie slot pag. 4 kol. 2)
Traag rolt dc bal over de doellijn,
muar toch komt de uitgestoken arm
van doeman Seghers juist tc laat.
Henk Groot heeft ingeschoten, de
bal is door een Belg van richting
veranderd en keeper Seghers kan tie
doorboring met meer voorkomen. De-
eindstand i oor Nederland
is bereikt.
'Foto P.Z.C.}.