Beperking van bouwactiviteiten in meeste sectoren noodzakelijk Streven in 1961 en daarna: bouw van jaarlijks 80.000 woningen In 15 jaar 1200 km weg BELASTINGVERLAGINGEN EN HUN EFFECT OP DE SCHATKIST Voor probleemgebieden 2000 woningwetwoningen VIJFTIENDUIZEND ZONDER STEUN VAN OVERHEID WOENSDAG 21 SEPTEMBER I960 PROVINCIALS ZEEUWSS COURANT 18 Honderd miljoen meer voor weg- en waterbouw Afremmingen in de industriële sector en in boerderijbouw (Van onze Haagse redactie) Ten aanzien van het in 1961 te voeren bouwbeleid moet worden verwacht, dat in vrijwel het gehele land een min of meer krachtige beperking van bouwactiviteiten in de meeste sectoren noodzakelijk zal zijn, aldus de minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid in het „bouwprogramma 1961" van de regering. Door de bouwnijverheid zal in 1961 in totaal 3406 miljoen gulden kunnen worden verwerkt (1959: 3238 miljoen, raming 1960: 3190 miljoen). De snelle verruiming op de kapitaalmarkt deed in de loop van 1959 de vraag naar bouwwerken steeds sterker toenemen, aldus de minister. In de tweede helft van 1959 liep deze vraag op tot ver boven de mogelijkheden tot realisatie. Een overspanning kon door straf reglementeren worden voorkomen. In de eerste maanden van 1960 ging in het bijzonder de bouw voor de nijverheid een zo groot gedeelte van de bouwcapaciteit opeisen, dat zonder matiging de bouw voor andere doeleinden in het gedrang zou zijn gekomen. Dit resulteerde sedert mei 1960 in een zekere temporisering voor de bouw voor de nijverheid. Bij do woningbouw nam het bouwen in de vrije sector toe. Aan deze bouw kon, gezien het gevoerde huur- en subsidiebeleid van de regering, bezwaarlijk een beperking worden op gelegd. De beperking moest worden gevonden in de categorie duurdere premiewoningen teneinde de subsidieverlening vooral ten goede te doen komen aan de goedkopere woningen. Hieronder volgt een verdeling van liet genoemde verwerkingsbedrag van 3400 miljoen gulden met daarnaast een vergelijking met de jaren I960 en 1959. In deze verwerkingsbedragen in miljoenen guldens zijn niet begrepen de werken ten_laste van Nieuwbouw, herbouw en uitbreiding van gebouwen de 'gewone dienst van de begroting van publiekrechtelijke lichamen, werken aan gebouwen, waarvoor geen gemeentelijke bouwvergunnin gen nodig zijn en werken van 2000 of lager. bouwprogramma verwerkt in Woningen Boerderijen Overige agrarische gebouwen Bedrijfsgebouwen voor de nijverheid Bedrijfsgebouwen voor handel en verkeer Gebouwen voor gezondheidszorg Kerken Scholen Overige bijzondere gebouwen Overheidsgebouwen Totaal nieuwbouw gebouwen Buitengewoon onderhoud en verbouw Totaal gebouwen Weg- en waterbouwkundige kapitaal Totaal generaal Weg- en waterbouw Ten aanzien van de weg- en water bouwkundige werken mag volgens de minister tengevolge van de algemene gunstige arbeidsvoorziening en die snel voortschrijdende mechanisatie in deze sector een stijging van het te venverken bedrag worden verwacht. Voor 1961 is dan ook eenzelfde pro- duktiebedrag opgenomen als naar verwachting de produktïe van 1960 zal bedragen, namelijk 700 miljoen gulden. Dè minister tekent hierbij laan: ,,De uitvoering van deze soort wer ken berust overwegend bij gespecia liseerde bedrijven die hun arbeids krachten voornamelijk uit een even eens gespecialiseerde groep vaklieden en uit de algemene arbeidsreserve betrekken. Hoewel het aanbod in de betrokken beroepen doorgaans vol doende is om in de behoefte te voor zien, zal in deze sector niet aan be perking kunnen worden ontkomen bij die werken, die mede een beroep doen op vakarbeiders, die ook in de ge bouwensector zo nodig zijn." In de gebouwensector is de bouwca paciteit voor 1961 op ongeveer 2,5 procent hoger geraamd dan de pro- duktie van 1959. Daarbij is uitgegaan 1961 1960 1959 1370 1350 1417 45 35 59 25 25 32 400 370 357 220 220 192 115 95 88 30 30 22 275 260 232 45 45 48 55 55 46 2580 2485 2494 120 115 138 2700 2600 2632 700 590 606 3400 3190 3238 Probleemgebieden dertien miljoen (Van onze parlementaire redacteur) Voor de probleemgebieden is op de begroting van maatschappelijk werk volgens een in overleg met de provinciale besturen vast te stel len verdeelsleutel 13 miljoen gul den opgenomen, namelijk voor 1960 2.5 miljoen en voor 1961, 1962 en 1963, 3.5 miljoen gulden, welk be drag voor de helft zal worden be stemd voor de subsidiëring van sportvelden en zwembaden. De mi nister verwacht stellig dat ook na 1963 nog gelden ten behoeve van de probleemgebieden op de rijksbegro ting moeten worden opgenomen. Ter ondersteuning van de vaak moeilijke financiële positie der ge meenten in de probleem- en ontwik kelingsgebieden zal een bedrag van 2.5 miljoen gulden per jaar ter be schikking van het gemeentefonds worden gesteld ten behoeve van de bestaande investeringssubsidies en van nieuwe of gestegen exploitatie kosten uit hoofde van deze investe ringen. De begroting van maatschappelijk werk opent de mogelijkheid tot uit breiding van het algemeen maat schappelijk werk met 100 maat schappelijk werksters. De totale personeelssterkte van bet ministerie van maatschappelijk werk is voor 1961 opnieuw lager geraamd en wel op 886, te weten 197 minder dan dit jaar. Intussen was de werkelijke sterkte op 30 juni j.l. reeds gedaald tot 992. Deze daling van het aantal ambtenaren is een ^evolg van de af nemende omvang van de gerepatri- eerdenzorg en van de reorganisatie van het werk in de gezinsoorden en internaten voor onmaatschappelijk- heidsbestrijding. van een gemiddeld kostenpeil in 1961, dat een procent lager zal liggen dan in 1959, van een groei van het ar- beids-potentleel in liet bouwbedrijf, die evenredig is met de toeneming van de bevolking, van een produkti- viteitsstijging van een procent tenge volge van mechanisatie en rationali satie en van de veronderstelling, dat de materiaalvoorziening - eventueel door te treffen maatregelen geen rem zal opleggen aan de bouwactivi teit. Afremmingen Ten aanzien van de boerderijbouw laat zich aanzien, dat met het gere serveerde volume niet aan alle wen sen zal kunnen worden voldaan dat op enige afremming in deze sec tor zal moeten worden, gerekend. Zowel wat betreft bedrijfsgebou wen voor de nijverheid als voor werken in de sector handel en ver keer moet met afremming reke ning worden gehouden. Nadat in 1960 reeds tot temporisering bij de afgifte van vergunningen voor be drijfsgebouwen moest worden overgegaan, acht de regering het niet verantwoord, voor 1961 een foter bedrag op te voeren dan 400 miljoen. Zou echter blijken, dat in 1961 in de totale bouwca paciteit voor gebouwen enige ruimte zou ontstaan, dan zal, voor zover nodig en mogelijk, deze ruimte in de eerste plaats aan de bouw van nijverheidsgebouwen ten goede komen. In de sector han del en verkeer moet rekening ge houden worden met een sterke af remming. Het produktie volumen in de sector gezondheid en hygië ne is van 95 miljoen in 1960 opge- llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllf Meer aandacht j j voor ruimtelijke j ordening Do minister van volkshuisves- j H ting en bouwnijverheid deelt |l in zijn memorie van toelichting m op zijn ontwerp-begroting me- m de, dat verschillende verschijn- §1 selen van de laatste tijd „de behoefte aan een samenhangen- H de regeringspolitiek op het ge- jjj! bied van de nationale ruimte- M lijke ordening"nog meer dan m tevoren doen uitkomen. De toe- s neming van de bevolking blijkt §1 zich sneller te voltrekken, dan n in vroegere studies werd aan- n genomen. Voorts wordt het H steeds duidelijker hoezeer de beperkte ruimtelijke mogelijk- heden in Nederland met na- H me ook die op het gebied der i§ H recreatie mede betrokken §j worden in de invloedssfeer van grote buitenlandse bevolkings- centra. Daarnaast kondigen zich onder de invloed van de motorisering nieuwe tendenties H aan, zoals onder andere op het gebied van het buiten wonen m s door stedelijke bevolkingsgroe- y= pen, die uit het oogpunt van de ruimtelijke ordening grote aandacht zullen vragen. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM MINISTER VAN AARTSEN bouwactiviteiten afremmen voerd tot 115 miljoen in 1961, waarbij rekening is gehouden met de grote urgentie van de bouw van een aaVal ziekenhuiscomplexen en de noodzakelijke bouw van ver schillende academische ziekenhui zen. Met de 30 miljoen, bestemd voor de kerkenbouw zal, naar wordt aangenomen, voorzien kun nen woi'den in de behoefte van de onderscheidene gezindten. Voor do scholenbouw is 15 miljoen meer opgenomen dan ïn het bouw programma 1960 waardoor met name enige uitbreiding kan worden gege ven aan de bouw voor het voortgezet onderwijs. De ruimte voor het lager- en kleuteronderwijs blijft gehand haafd on het peil van 1960. Het vo lumen, dat is opgenomen voor „ove rige bijzondere gebouwen" is gelijk gebleven aan het verwerkingsbedrag van 1960, namelijk 45 miljoen gulden. Slechts de bouw van het hoogst ur gent te achten objecten lean op grond van dit cijfer worden toegelaten. Voor overheidsgebouwen ten behoeve van dc rijksoverheid tenslotte is het pro- duktievolumen afgestemd op het be drag, dat in de ontwerp-begroting voor 1960 was uitgetrokken. Het vo lumen voor de lagere publiekrechte lijke lichamen moet, aldus de minis ter van volkshuisvesting en bouw nijverheid, voldoende worden geacht om in essentiële behoeften to voor zien. (Van onze Haagse redactie.) In de komende vijftien jaar wordt gedacht aan een rijkswegenbouw programma van rond 1200 kilometer. Dit is meer dan de dubbele afstand die in de afgelopen vijftien jaren werd aangelegd in het kader van het rijkswegenbouwprogratmna. Van 1945 tot en met 1959 kwam namelijk 503 km rijksweg gereed. Dit deelt de minister van verkeer en. waterstaat mee in zijn memorie van toelichting op de begroting voor 1960—1961. De bewindsman zegt voorts dat er naar gestreefd wordt de omvang der investeringen geleidelijk op te voeren, teneinde de toenemende ver keersintensiteit tegemoet te treden en overbelasting van het wegennet zoveel mogelijk te voorkomen. Voor 1961 werden derhalve reeds niet on belangrijk hoge bedragen opgevoerd, aldus de minister. De eerste grensoverschrijdende au toweg in ons land, weg nr. 12, van Den Haag over "Utrecht en Arnhem naar Duitsland zal eind 1960 tot Ze venaar gereed komen en zal in 1961 de Duitse grens bereiken, zo staat verder in de memorie van toelich ting. Tot de belangrijke objecten die in het programma worden genoemd, be hoort weg nr. 17, Moerdijk-Ouden- bosch-Roosendaal (ontwikkeling westelijk Noord-Brabant en Zee land). I Dat op het hoofdstuk onvoorziene uitgaven 25 miljoen is uitgetrokken welk bedrag uitsluitend bestemd is voor het treffen van maatregelen in het belang van de werkgelegen- heidspolitiek, ingeval de conjunc tuur een ongunstiger ontwikkeling zou tonen dan waarmee bij de ra ming van de uitgaven rekening is gehouden. (Van onze parlementaire redacteur) De budgetaire consequenties van de door de regering voorgestelde be lastingmaatregelen laten zich wat het bruto-effect op jaarbasis betreft, als volgt berekenen: 1. verlaging inkomsten- en loonbelasting 475 miljoen 2. verlaging vennootschapsbelasting 115 miljoen 3. verlaging vermogensbelasting 30 miljoen 4. verlaging omzetbelasting op sigaretten 15 miljoen 5. verlaging omzetbelasting op personenauto's, motorrijwielen en banden daarvoor 12 miljoen Tezamen 647 miljoen Hier staat tegenover de verlaging van. de investeringsaftrek. Deze ver laging levert het rijk 150 miljoen op. De belastingmaatregelen kosten de schatkist dus 497 miljoen of afgerond 500 miljoen gulden. (Van onze Haagse redactie) De regering is van mening, dat in 1961 ongeveer 80.000 woningen in aan bouw zullen moeten worden genomen, aldus blijkt uit de memorie van toelichting op de ontwerp-begroting van volkshuisvesting en bouwnijver heid voor het jaar 1961. Deze hoeveelheid zal bestaan uit 15.000 onge- subsidiëerde woningen, 32.500 premiewoningen en 32.500 woningwet woningen. Het aantal van 80.000 woningen per jaar zal ook voor de komende jaren niet verminderd kunnen worden, daar rekening moet worden gehouden met een grote behoefte aan woningen voor jonge gezinnen, die zich vormen uit het grote aantal In 1946 en 1947 geboren Nederlanders. Bo vendien moet, zo meent de regering, de vervanging van slechte woningen worden opgevoerd. Verwacht wordt, dat van het aantal van 80.000 nieuwe woningen er 15.000 zonder subsidie zullen worden gebouwd. Voor de overige 65.000 verleent het rijk subsidie en wel: voor de helft In premies en jaarlijkse bijdragen (premïewoningen) waarbij aan de laagste huurklasse de zo genaamde A-sector voorrang" zal worden gegeven. Voor de andere helft geschiedt de financiering op grond van de woningwet. Garantie aan woningbouwverenigingen voor vijfduizend premiewoningen Het aantal woningwetwoningen on dergaat hierdoor een vermindering ten opzichte van 1960. Daar bij dit lagere aantal bepaalde gemeenten zouden kunnen achterblijven bij de bouw van woningen in de goedkopere klasse, zullen van de 32.500 premie woningen er 5000 gebouwd kunnen worden door de woningbouwvereni gingen, die daartoe van de overheid een zekere garantie kunnen lcrijgen voor te sluïtèn geldleningen. Van het aantal van 32.500 woningwetwonin gen zijn er 2000 speciaal bestemd voor de bevordering van de ïdustriële ontwikkeling in de kernen van de pro bleemgebieden. Voorrang voor goedkopere Ten aanzien van de premiebouw door particulieren is de regering van mening, dat deze voorname lijk moet worden gerealiseerd in de goedkopere sector. Er zijn. bij het ministerie voor volkshuisves ting- en bouwnijverheid zoveel aanvragen ingediend voor do goedkoopste categorie premie- woningen a-sector dat ve le hiervan pas na geruime tijd kunnen worden ingewilligd. Dit geldt zowel voor huur- als voor eigen woningen. Gezien dit grote aantal aanvragen en het feit, dat „de vrije sector als het ware dringt in de sector van de pre miewoningen" en dan vooral in de A-sector is het, aldus de minister in zijn memorie van toelichting, verdedigbaar de pre mie-aanvragen in de B- en C- sector, de duurste categorieën van premiewoningen, voorals nog niet in te willigen. In 1961 zuilen voor ruim 32.000 wo ningwetwoningen voorschotten moe ten worden toegezegd welke begroot zijn op een totaalbedrag van f 585.676.000, terwijl voor de uitbe taling in 1961 van grondbouwvoor- schotten een bedrag is geraamd van 670 miljoen gulden. In dit bedrag is begrepen tien miljoen gulden voor achterstallig onderhoud en verbete ring van woengerief van vóór 1945 gebojiwde woningwetwoningen. De subsidies voor de woningbouw die in 1961 zullen worden uitgekeerd, worden begroot op 298.2 miljoen gul den, als volgt te verdelen: 146 mil joen voor woningwetwoningen, 125 miljoen voor premiewoningen en 27.2 miljoen voor op andere wijze dan met premie gesubsidieerde par ticuliere woningen. Van dit laatste bedrag is 26 miljoen bestemd voor een uitkering ineens voor ongeveer 7,200 zogenaamde F.W.-woningen. Het maximum van de verplichtingen, die in 1961 voor dè premiebouw zul len worden aangegaan, is gesteld op 100 miljoen gulden. Beperking grondkosten De regering streeft er naar zowel de grondkosten als de bouwkosten zo Taag mogelijk te houden. De moge lijkheden tot beperking van de grondkosten zijn in studie genomen. Ten aanzien van de bouwkosten tracht de minister een beperking hiervan te verkrijgen door: 1: overspanning op de bouwmarkt tegen te gaan; 2: elk streven tot mechanisatie en prefabricate aan te moedigen. Ter bevordering van een grotere ef ficiëntie zullen ook in 1961 weer voor 5000 woningen uit het woningwet contingent, te bouwen volgens aan gewezen efficiente plannen, de bij dragen met gemiddeld twee gulden per week worden verhoogd. Ter be vordering van de bouw van wonin gen volgens een bouwsysteem zal dat gedeelte van het contingent woning wetwoningen, dat in systeembouw wordt uitgevoerd, met twintig pro cent kunnen worden vergroot. Huisvesting overheid De minister deelt in zijn memorie van toelichting mede. dat de budget taire mogelijkheden het ook in 1961 mogelijk zullen maken geleidelijk de achterstand in te halen op het gebied van doelmatige huisvesting van het overheidsapparaat. Het bouw- en aankoopprogramma van de rijksge- bouwendienst ligt 20 miljoen gulden lager dan in het vorige "begrotings jaar en bedraagt thans ongeveer 350 miljoen gulden. Het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschap pen zal in de eerstkomende jaren een bedrag voor bouwkosten van 130 miljoen gulden opeisen. De minister deelt voorts in zijn me morie van toelichting mede, dat het in het voornemen ligt, de „raad voor de woningbouw" op te heffen en de taak hiervan over te dragen aan de „voorlopige raad voor de volkshuis vesting",, s Bij de aankomst aan de Rid- derzaal groet H.M. de koningin H het vaandel van de erewacht. Een tafereel van Prinsjesdag H I960. 1 mm Programma voor 80.000 woningen (Van onze parlementaire redacteur) In het womngbouwprogramma voor 1961 is uitgegaan van 80.000 woningen, zo blijkt uit de miljoenennota. Hierin zijn begrepen 32.500 woningwetwo ningen, waarvoor in 1961 ver plichtingen zullen worden aan gegaan. Van laatstgenoemd aantal zullen 320 woningen ïit de Noordoostpolder en in Oost- Flevoland gebouwd worden. Hiervoor bomt 6.4 miljoen ten laste van de begroting van het Zniderzeefonds. Er is voorts ge rekend met 32.500 woningen die zullen worden gebouwd met toepassing van de premie- en bijdrageregeling 1960. De ove rige woningen zullen zonder overheidssteun tot stand ko men. De voornaamste posten van de op de gewone dienst uitgetrokken bijdra gen ten behoeve van de volkshuis vesting- zijn: Bijdragen in de exploitatiekosten van woningwetwoningen 146,0 milj.; Premieregeling woningbouw 125,0 miljo.; Kosten van woning verbetering en -splitsing 4,5 milj.; Uitkeringen ineens ingevolge de fi nancieringsregelingen 1947 en 1948 ter dekking van de onrendabele bouwkosten 26,0 milj. De nieuwe subsidieregeling voor de particuliere woningbouw maakt een verlaging van de uitgaven van het rijk mogelijk. Omdat echter ten laste van de begroting 1961 nog een groot aantal verplichtingen op basis van de oude regeling moeten worden na gekomen, is de raming voor 1961 slechts 75 miljoen lager dan die voor 1960. De uitkeringen ineens in gevolge de financieringsregeling 1947 en 1948 zijn 27,5 miljoen' lager dan de vermoedelijke uitkomsten 1960. Het beleid van de regering blijft gericht op bevordei-ing van een evenwichtige situatie op de wo ningmarkt, waarbij de subsidies op de nieuwbouw sterk zullen moeten worden verminderd en de huren van bestaande woningen zullen moeten worden afgestemd op de kostprijshuren van nieuwe woningen. Binnenkort wetsontwerp W.A.-verzekering motorvoertuigen (Van onze Haagse redactie.) Op korte termijn is indiening te verwachten van een ontwerp van wet tot invoering van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inza ke motorvoertuigen. Dit deelt de mi nister van justitie mee in zijn me morie van toelichting op de rijksbe groting voor het jaar 1961. De minister verwacht voorts dat in de loop van het zittingsjaar een ontwerp van wet tot invoering van een nieuw bewijsrecht in burgerlijke zaken ingediend kan worden. Voorts is de bewindsman in het bezit ge steld van een advies omtrent het stakingsrecht, dat door arbeidsrecht deskundigen is opgesteld, zo deelt hij I Dat de uitgaven voor het weten schappelijk onderwijs een stijging tonen van 72,3 miljoen gulden, aan gezien rekening moet worden ge houden met een grote toeneming van het! aantal studenten*

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 9