Voorzichtigheid nodig bij investeringen Minister Zijlstra waarschuwt: economische situatie gespannen Deltaplan voor 1961: 106 miljoen gulden Wat men straks minder aan de fiscus betaalt Belasting- ontwerpen Staatsschuld teruggelopen 4 VERDERE VLOOTMODERNISERING '(Van onze parlementaire redacteur) Minister Zijlstra heft in zijn miljoenennota ondanks de gunsti ge economische ontwikkeling in ons land de vinger waarschu wend omhoog: „De economische situatie blijft gespannen", be toogt de bewindsman. „Sterker nog dan in 1960 moet voorzich tigheid worden betracht ten aanzien van de toeneming der in vesteringen". En de minister dreigt zelfs zachtjes met het spook van de investeringsbeperkingen: „Behoedzaamheid bij de ver groting van de uitgaven, zowel in de overheidssfeer als in de particuliere sector zal een herhaling van de bestedingsbeper king kunnen voorkomen". En bij herhaling gebruikt de minister in zijn zo gewichtige staatsstuk van ruim 44 pagina's dit ene thema: „Het jaar 1961 zal uit een oogpunt van handhaving van het economisch even wicht een moeilijk jaar zijn". De minister zet uiteen waarom. Op de arbeidsmarkt is een toestand ont staan waarbij de vraag naar arbeids krachten het aanbod verre overtreft. Weliswaar levert de betalingsbalans op lopende'rekening thans een bevre digend overschot op en vertoont de kapitaalmarkt geen tekenen van ver- krapping, doch een ongunstiger wor den van de verhouding tussen pro- duktie en bestedingen kan zowel de betalingsbalans als op de kapits duktie en bestedingen kan zowel op "ngsbalans als op de kapitaal markt snel verstorend werken. Wan neer het evenwicht in onze economie niet meer voldoende gehandhaafd blijft, is het uitgesloten dat het prijs- stabilisatiebeleid duurzaam succes zal hebben. Onder deze omstandigheden is een behoedzaam beleid geboden. Daarbij moet niet alleen gedacht worden aan de begroting en het loon- on prijsbeleid. Volgens de bewinds man moet, waar nodig, ook gebruik worden gemaakt van andere instru menten zoals het vergunningenbeleid in de bouwsector en die van de geld on kapitaalmarkt. Omdat een ruime liquiditeit van onze volkshuishouding een factor kan wor den voor de ontwikkeling van de be stedingen, zal de overheid een bin ding van liquiditeiten blijven nastre ven. Verheugend is het dat de Neder- Iandsche Bank N.V. overleg heeft gepleegd met de representatieve or ganisaties van de handelsbanken en de landbouwkredietinstellingen over (Slot van pag. 10) dige maatschappelijke omstandighe den aan betekenis heeft ingeboet. De tijdelijke verhoging van het ta rief van de omzetbelasting op si garetten van 5 procent tot 7 pro cent wenst de regering niet te be stendigen. Deze verhoging legde, mede als gevolg van de cumula tieve werking van de accijns en de omzetbelasting, een bijzonder zware last op de sigarettenin dustrie. Vrees voor repercussies op de omzet heeft deze tak van in dustrie er destijds van weerhou den de meerdere belasting geheel in de prijzen door te berekenen. Gezien de aanzienlijke stijging van de grondstoffenprijzen gedurende de laatste jaren en de wenselijk heid om ruimte te scheppen voor een verbetering van de winstmoge lijkheden voor de detailhandel in sigaretten gaat de regering er daarom mee akkoord, dat het ver vallen van de verhoging van de omzetbelasting niet leidt tot een verlaging van de consumentenprij zen van sigaretten. Sigaren De vrijstelling van omzetbelasting voor sigaren wil de regering met drie jaAt verlengen. Zij vreest namelijk, dat gezien de onzekere situatie op de tababsmarkt met de daaruit voort vloeiende stijging van de prijzen der grondstoffen en in aanmerking ge nomen de verscherping van de con currentie die als gevolg van de tot standkoming van de Euromarkt wordt verwacht, het gevuar bestaat dat bij wederinvoering van de omzet belasting op sigaren, ingaande 1 Ja nuari 1961, het door deze tab van in dustrie gewonnen terrein weer verlo ren zon gaan. T.V. en benzine De bestaande tijdelijke belastingver hogingen die de regering permanent wil maken zijn: De tijdelijke verhoging van het bijzonder Invoerrecht op benzine van 16,65 tot 24,25 per hectoliter en van de motorrijtuigenbelasting voor dieselauto's, enz. De tijdelijke verhoging van het tussentarief van de omzetbelasting van 8 procent tot 10 nrocent en van het weeldetarief van 15 procent tot 18 procent, alsmede de tijdelijke ver hoging van de omzetbelasting van enkele bijzondere goederen. De tijdelijke verhoging van de om zetbelasting op televisie-toestellen van 10 procent tot 18 procent. Zouden deze tijdelijke verhogingen vervallen, dan zou dat neerkomen op een vermindering van de belas tingmiddelen met 325 miljoen gulden. De regering heeft de voorkeur gege ven aan de haars inziens dringend noodzakelijke verlichting van do loon- en de inkomstenbelasting. een regeling, die het mogelijk moet maken over te gaan tot beperking van de kredietexpansie in geval daar toe aanleiding zou bestaan. De minister wijdt vervolgens een beschouwing aan het uitgavenpeil. Het blijkt dat de uitgaven na het elimineren van een aantal posten die op de economische ontwikke ling geen of weinig invloed heb ben, in vergelijking tot de ver moedelijke uitkomsten 1960, met 136 min. of 1% procent stijgen. Hiermee is voldaan aan de eis dat de overheidsuitgaven in opgaande fase van de conjunctuur, door in groeipercentage achter te blijven bij dat van het reële nationale in komen, ruimte moeten laten voor een stijging .van andere beste dingscategorieën. Bovendien blijft de stijging van het uitgavenpeil ten achter bij wat structureel ge zien als groei van het nationale inkomen waarschijnlijk is. Aldus wordt tevens een bijdrage gele verd tot de relatieve verminde ring van de overheidsuitgaven die ook op langere termijn gezien wenselijk is. Niettemin moet het uitgavenpeil in de toekomst kri tisch worden bekeken. Onzekerheid Voorts zet de bewindsman uiteen dat Inzake de toekomstige economische ontwikkeling in 1961 onzekerheid be staat. De mogelijkheid moet derhal ve onder ogen worden gezien dat een belastingverlaging per 1 juli 1961 conjunctureel beslist slecht zou val len. De bewindsman is er zich van bewust, dat de betekenis van de be groting als conjunctuurpoütïek in strument niet te hoog moet worden aangeslagen en ook dat van het bud get slechts een beperkte conjunctu rele tegendruk kan uitgaan. Dit neemt met weg dat de omstandighe den een zo groot mogelijke tegen druk noodzakelijk kunnen maken. Een belastingverlaging als thans wordt voorgesteld, kan door haar conjunctuurstimulerende werking in een periode, waarin onze economie door grote spanningen in labiele toe stand verkeert, gemakkelijk de oor zaak zijn van evemvichtsverstoring. Het kabinet hecht er onder deze om standigheden grote waarde aan, de mogelijkheid open te houden, in de loop van het eerste halfjaar 1961 aan de nand van dan beschikbare gege vens de vraag te beantwoorden of de invoering van het nieuwe tarief per medio van het jaar inderdaad ver antwoord is. De onzekerheid ten aanzien van de conjuncturele ontwikkeling zou ook ruimte kunnen laten voor de veron derstelling van een afwijking in an dere richting, waardoor meer ma noeuvreerruimte zou ontstaan. De be windsman herinnert hierbij aan de waarschuwing in de vorige Miljoenen nota tegen het gevaar van een te snelle expansie van de bestedingen, die in een overbesteding zou kunnen uitmonden. De feitelijke ontwikke ling in 1960 is niettemin anders ge weest. De reserves in het produktie- apparaat, en. met name de mogelijk heden van produktiviteitstoeneming zijn groter geweest dan aanvankelijk was verondersteld. Het is echter nau welijks te verwachten dat de op zich zelf reeds niet onaanzienlijke produk- tiviteitsstijging die voor 1961 is voor zien. nog wezenlijk zal worden over troffen. Mocht dit toch het geval zijn en zouden, doordat de bestedingen niet dienovereenkomstig toenemen, daaruit geringere spanningen resulte ren dan thans worden verwacht, dan kan dit slechts worden toegejuicht. Des te geringer zullen de bezwaren zijn van een daadwerkelijke verwe zenlijking van de zo noodzakelijke verlichting van de belastingdruk op het persoonlijk inkomen. Het moet naar het oordeel van de minister mogelijk zijn, bij een pas send beleid op al die punten, waar de bestedingen in liet geding zijn, tot belastingverlaging te komen. Dit be leid is ten dele neergelegd In de be groting 1961. Andere wezenlijke on derdelen zijn liet permanent maken van een deel der tijdelijke belasting- verbogingen en het voorbehoud ten aanzien van de datum van in wer king treden van de verlaging. Wan neer én de begroting én de andere genoemde punten door de Staten-Ge- neraal worden aanvaard, zijn daar mede belangrijke voorwaarden ver vuld om de verlichting van de per soonlijke fiscale lasten tot stand te brengen met behoud van een redelijk economisch evenwicht. WIE ZAL DAT BETALEN? ff Teneinde inflatoire effecten te vermijden zal het tekort op de H rijksbegroting uit nationale be- f 1 sparingen moeten worden ge- finaneïerd. Aangezien uit deze besparingen tevens de parti- culiere investeringen, waaron- der de woningbouw, alsmede de investeringen van de lagere publiekrechtelijke lichamen be- taaJd moeten worden, dient het tekort op de begroting zo laag mogelijk te worden gehouden. Niet alleen dit tekort (539 miljoen) moet in 1961 worden gefinancierd, ook een deel van het kastekort: dit tekort zal namelijk 150 miljoen gulden i hoger zijn, omdat vermoede- lijk de kasontvangsten achter zullen blijven bij een raming van de belastingmiddelen. En tenslotte is op de begroting onder de ontvangsten een be drag van 52 miljoen geboekt, dat uit een monetair oogpunt geen doeltreffend dekkings- m middel is voor begrotingsuit- M gaven. Het gaat hier namelijk om kredieten uit de afwikke- ling van de Europese betalings- H unie. In totaal moet er dus 750 f§ miljoen op tafel komen. Naar H wordt venvacht zal op de voorinschrijfrekeningen voor 't rijk in 1961 (inclusief de uit de ff ff sanering van het algemeen ff burgerlijk pensioenfonds voort- vloeiende middelen) in totaal 500 miljoen beschikbaar ko- men. Daarnaast zal het rijk op =5 ff de open kapitaalmarkt nog n §1 250 miljoen moeten lenen. n Hogere uitkeringen aan de provincies voor landwegen (Van onze parlementaire redacteur) Rijkswaterstaat heeft voor 1961 ïn totaal 684 miljoen gul den nodig, hetgeen ongeveer 90 miljoen meer is dan de vermoe delijke uitkomsten van 1960. Ongeveer vijftien procent van de 684 miljoen, oftewel 106 mil joen, is nodig voor het Delta plan. Het komende jaar wordt het Drie-Eilandenplan waar schijnlijk grotendeels voltooid, voor de afsluitdammen en aan- passingswerken wordt 15 mil joen uitgetrokken. Voor de bouw van sluizen en dijkvakken in het Haringvliet is 44 miljoen opgenomen, terwijl de afdam ming van Grevelingen en Volke rak 23 miljoen zal vergen. Voor de waterwegen is een aanzien lijk hoger bedrag geraamd dan 111 - hetgeen verhand houdt met de toenemende eisen van het scheep vaartverkeer, voornamelijk in in ternationaal verband. (Van onze parlementaire redacteur) De Nederlandse staatsschuld ls van 30 juni 1959 tot 30 juni 1960 teruggelopen met 259 miljoen gulden, zo blijkt uit de Miljoenennota. Zij bedroeg op laatstgenoem de datum 18.826 miljoen gul den, te weten 17.246 miljoen binnenlandse en 1.580 miljoen buitenlandse schuld. tegen 19.085 miljoen gulden op 30 juni 1959, te weten 17.381 mil joen binnenlandse schuld en 1.704 miljoen gulden buiten landse schuld. ONTWIKKELING VAK DE NATIONALE SCHULD Acht miljoen zilveren rijksdaalders (Van onze parlementaire redacteur) In 1961 zullen acht miljoen stuks zilveren rijksdaalders worden Langemaakt. Dat blijkt uit de miljoenennota. Om aan de normale behoefte van de circulatie te voldoen zuller. bovendien 45 miljoen stuks kwartjes en andere kleinere pasmun ten tot een nominale waarde van 3,2 miljoen worden vervaardigd. AAIVVWVV^A^A/VVVVSVVVA/VNAA^/VNAA^AAAA^VVVVVVVVVVVS MINISTER KORTHALS ...miljoenen voor de Delta.. In de raming 1961 zijn de volgende werken opgenomen Verbetering bevaarbaarheid van de Maas f 12,5 miljoen (1960: f 3,8 miljoen) Verdieping Oude Maas f 2 miljoen (1960 nihil); Hartelsluis en -kanaal f 20 miljoen (1960: f 3,1 miljoen); Verbetering Noordzeekanaal inclu sief havenmond IJmuiden f 15 mil joen (I960: f 7 miljoen): Verbetering kanaal Terneuzen-Gent f 17 miljoen (1960 f 5 miljoen); Rijnkanalisatie f 13,1 miljoen (1960: f 10,9 miljoen); Voortzetting bouw nieuwe sluizen o.a. in het Julianakanaal f 13,5 mil joen (1960; f 11 miljoen). De uitkeringen aan dc provincies voor de landwegen zullen in 1961 ook als gevolg van de financie ringsregeling, die het rijk voor nemens is daarvoor te treffen, op de gewone dienst een stijging van f 22 miljoen te zien geven. Voor verbetering van het wegenstelsel volgens het rijkswegenplan is een bedrag van f 123 miljoen en voor de uitvoering van het bruggen - bouwprogramma een bedrag van f 14 miljoen in de begroting opge nomen. Daarnaast is f 5 miljoen uitgetrokken voor de Coentunnel. Ter bevordering van de infrastruc tuur in de probleemgebieden wordt nog f 11 miljoen aangevraagd voor de modernisering van de wegen Moerdijk-Roosendaal en Hoevela ken-Zwol le-Meppel. De voortzetting van de opbouw van de polder Oost- Flevoland en van de bedijking van Zuidelijk Flevoland vorderen respec tievelijk f 69 miljoen en f 15 miljoen. VERKEER De uitgaven voor de burgerlijke luchtvaart worden voor 1961 op f 12,5 miljoen geraamd, dit is f 7,5 miljoen hoger dan de raming voor I960. Naast de uitgaven voor de verdere uitbreiding van de apparatuur voor de luchtverkeersbeveiliging in ver band met de moderne verkeers- straalvliegtuigen is rekening gehou den met de inrichting van de nieu we verkeerstoren op Schiphol. In verband met voorgenomen verplaat sing van het verkeersareaal en de uitbreiding van start- en landings banen van deze luchthaven wordt de deelneming van het rijk in het aan delenkapitaal van luchtvaartterrei nen met f 5 miljoen verhoogd. (Van onze parlementaire redacteur) Teneinde een beeld te geven van de omvang van de voor gestelde verlaging van de inkomstenbelasting van de loontrekkenden loopt de verlaging van de loonbelasting hiermee ongeveer parallel volgt hier voor een aantal representatieve inkomens een overzicht van de belasting verlaging, uitgedrukt in absolute bedragen en in percen tages van de huidige belasting. ON GEHUWDEN (Verminderingen) Inkomen Tarief 1960 Tarief wetsontw. in gld. in tar. '60 3000 265 387 78 29,4 4500 588 480 108 18,4 6000 976 836 140 14,3 7500 1413 1248 165 11.7 9000 1900 1702 198 10.4 12000 3007 2737 270 9.0 15000 4300 3937 363 8,4 18000 5761 5306 455 7,9 21000 7330 6803 527 7,2 24000 9000 8403 597 6,6 27000 10738 10082 656 6,1 30000 12531 11823 708 5,7 45000 22061 21147 914 4,1 60000 32179 31113 1066 3.3 90000 53043 51844 1199 2,3 120000 74148 72911 1237 1,7 GEHUWDEN ZONDER KINDEREN (Verminderingen in gld. in tar. '56 Inkomen Tarief 1956 Tarief wetsontw. 3000 142 62 80 56,3 4500 380 280 100 26,3 6000 660 536 124 18,8 7500 982 831 151 15,4 9000 1347 1164 183 13,6 12000 2215 1950 265 12,0 15000 3280 2910 370 11,3 18000 4518 4048 470 10,4 21000 5877 5326 551 9,4 24000 7329 6705 624 8.5 27000 8855 8168 687 7,8 30000 10434 9694 740 7.1 45000 18983 17994 989 5,2 60000 28228 27040 1188 4,2 90000 48041 46491 1550 3.2 120000 68869 67076 1793 2,6 GEHUWDEN MET AFTREK VOOR TWEE KINDEREN' (Verminderingen) Inkomen Tarief 1956 Tarief wetsontw. in gld. in tar. '56 3000 L_ 4500 171 84 S7 50,9 6000 390 279 111 28,5 7500 658 516 142 21.6 9000 976 796 180 18,5 12000 1752 1488 264 15,1 15000 2732 2359 373 13,7 18000 3909 3421 488 12,5 21000 5225 4643 582 11,1 24000 6640 5981 659 9,9 27000 813S 7407 731 9,0 30000 9693 8906 787 8,1 45000 18161 17112 1049 5,8 60000 27354 26100 1254 4,6 90000 47101 45480 1621 3,4 120000 67899 66029 1870 2.8 GEHUWDEN MET AFTREK VOOR VIJF KINDEREN (Verminderingen Inkomen Tarief 1956 Tarief wetsontw. in gld. in tar. 3000 4500 i 6000 67 67 100 7500 238 125 113 47,5 9000 478 316 162 33.9 12000 1114 858 256 23.0 15000 1960 1597 363 18.5 18000 3033 2522 511 16.S 21000 4271 3655 616 14,4' 24000 5627 4922 705 12,5 27000 7082 .6290 792 11,2 30000 8599 7746 853 9.9 45000 16937 15799 1138 6,7 90000 45695 43970 1725 3.8 90000 45605 43970 1725 3,8 120000 66444 64461 1983 3.0 1 gen acht dc regering hulp van de TTrt Tweede serie Starfighters (Van onze parlementaire redacteur) Er zal in 1961 voortgegaan worden met de modernisering van de vloot, zo vermeldt de Miljoenennota. Voor de aanschaffing van de Neptune vliegtuigen zijn verdere bedragen geraamd, terwijl voor voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de nieuwbouw van fregatten en verdere oriëntering op het gebied van de bouw en liet gebruik van een nucleai re onderzeeboot in het voornemen liggen. De Koninklijke Landmacht gaat voort met de mechanisering en de modernisering van de divisies, waar voor onder meer lichte tanks en ge- fiantserde personeelsvoertuigen zul- en worden besteld, alsmede nieuwe handvuurwapenen, geschikt voor de N ato-standaardmunitie. In de ramingen voor de Koninklijke Luchtmacht is rekening gehouden met de bestelling van een tweede se rie Starfighters, die weer uit de ge- integreerde Nederlands-Belgisch- Duitse produktie zullen komen. In liet bijzonder ten aanzien van de verdere behoefte aan deze vliegtui- 'erenigde Staten onontbeerlijk. De verdediging van N\euw-Guinea zal in samenwerking met de drie krijgsmachtdelen worden voortge zet. PE BEGROTINGSPOST OEFENSIE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 8