PAGIMS Van „slapen aan een touw" tot overnachten in hypermoderne hotelkamer NIEUW, ^Scai M PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960 EVOLUTIE IN HET HOTELBEDRIJF BOEIENDE STAALKAART Eerste Nederlandse hotelhoudster woonde - in Middeleeuwen - in Rome Voor de moderne mens is 't een vanzelfsprekende zaak dat hij, waneer hij op reis gaat, allerwegen onderdak kan vinden. Waarheen 'n zaken- of vakantie reis hem ook voert: aan het eind van de dag is er mits hij zich niet naar al te onherbergzame streken begeeft! een hotel, waar een kamer, een bed, een maaltijd hem wachten. Dat hotel kan een eenvoudig, lande lijk logement zijn met alleen het allernodigste comfort; een statig fa- miliehotel met ouderwets meubilair en de ondefinieerbare bij zo'n familie hotel behorende sfeer of een hypermodern etablissement, uiterst-func tioneel ingericht met de allernieuwste produkten van meubel- en stoffe ringsindustrie, waar de kamers modern-harde bedden hebben en een in gebouwde badkamer met alle mogelijke sanitaire voorzieningen. -Maar welke van deze drie soorten de vermoeide reiziger ook kiest: hij zal in alle drie gevallen aanmerkelijk gerieflijker slapen dan de varensgasten, die in de zestiende en zeventiende eeuw in „het logement" moesten over nachten! Zij sliepen namelijk staande, hangend over een touw.... Betalen voor dit logies hoefden ze niet; de waard (ook wel „slaapbaas" genoemd) nam met de verteringen genoegen. Zulke zeemans-,,hotels", waar de gas- i put, met langs de binnenzijde van de dus op de manier van paarden stonden j muren overdekte te slapen, hebben nog tot het midden van de negentiende eeuw bestaan. Dat staat te lezen met nog tientallen andere wetenswaardigheden over de historie van het gastbedrijf in het „Handboek voor het hotel-café-res taurant", waarin dr. P. C. Boeren in een historisch overzicht onder meer onthult, dat het hotelwezen rondom de Middellandse Zee al bloeide in de vijfde eeuw vóór Christus! De Griekse geschiedschrijver Herodotus, die toentertijd leefde, vertelt namelijk over fraaie herbergen, gelegen op on derlinge afstanden van veertig kilo meter aan de beroemde Koningsweg tussen de Perzische hoofdstad en de Griekse kolonie Ephesus. Het waren staatslogementen, die gratis onderdak verschaften aan de koninklijke amb tenaren en ijlboden op dienstreis, waar postboden van paarden verwis selden en waar ook particulieren kon den logeren, maar dan tegen betaling. Of de vrouw toentertijd ook al een rol speelde in het hotelwezen, wordt niet vermeld; maar wel duikt iu dit his torisch overzicht in de periode der vroege middeleeuwen al de naam van een vrouw op: de logementhoudster Marieke van Mechelen, die in Rome vele Italiaanse herbergen werden door Nederlanders gedreven om streeks 1560 een zekere vermaardheid genoot. Waarschijnlijk kan zij be schouwd worden als de eerste met na me bekende Nederlandse hotelhoud ster. Overigens zou de vrouw, die het nu de natuurlijkste zaak van de wereld vindt, om tijdens een vakantie of een zakelijk uitstapje in een hotel te loge ren, tot zo'n logeerpartij niet zo ge makkelijk zijn gekomen in de middel eeuwen! Reizigers van onbesproken gedrag zochten meestal de particuliere „tavernen" niet op, en voor de zich zelf respecterende vrouw was die ta verne allerminst een geschikte ver blijfplaats. Afgezien van het feit dat „de brandewijn vaak de plaats van liet avondgebed innam", was er name lijk de moeilijkheid, dat de gelagka mer de enige slaapgelegenheid vorm de, waar de gasten ongeacht sekse en leeftijd in dekens gerold, de nacht doorbrachten. Een gewoonte trouwens, die nog tot in de negentien de eeuw in zwang is gebleven. „Karavaanhuizen" In het Nabije Oosten bestonden intus sen al (en bestaan nog) de „karavaan huizen" als voornaamste logeergele- genheid voor inheemse reizigers en kooplui: stevig ommuurde binnen plaatsen met in het midden een water- gaanderijen met slaapnissen en stallingen, waarboven soms nog kamertjes gemetseld zijn. Aan de poort van een dergelijk tehuis moeten Maria en Joseph geklopt heb ben, toen zij in Bethlehem naar onder dak zochten. Het slapen in dergelijke Moham medaanse verblijfplaatsen is gra tis; men moet wel het eten beta len, als men zelf geen voedsel heeft meegebracht, maar zieken en ar men worden „vrijgehouden". De karavaanhuizen zijn godsdienst!; stichtingen, die onder toezie staan van een speciaal ministerie en waarvan de (geringe) geldelijke winst meestal ten goede komt aan een moskee. Het is een lange en boeiende staal kaart van evoluties, die het hotelbe- drijf heeft doorgemaakt van die vroegste tijden tot onze tijd, nu in stad en land de reiziger de keuze heeft uit hotels en pensions in diverse rijsklassen en graden van comfort, iet hypermodern en functioneel inge richte etablissement met uitzicht-op- zee en de berookte, stinkende herber gen uit de tijd der bedevaarten: schril- er contrast is niet denkbaar! En toch noesten die millioenen pelgrims uit de eerste tijden der christelijk jaar telling 's nachts onderdak hebben tij dens hun lange tocht. Het herbergwe- zen werd dan ook een der grootste zorgen van de kerkelijke overheid, waarin men probeerde te voorzien door het oprichten van passantenhui zen bij de kerken, kloosters en bis schopspaleizen, waar men behalve on derdak en voedsel ook geestelijke en Puddingvan aardappelen Heeft U opeens genoeg van het eten van gekookte, gebakken, gefrituurde of tot puree verwerkte aardappelen? Dan is altijd nog de „aardappelpud ding", die geen pudding is maar een in ae oven gaargemaakte aardappel schotel. Hier is het recept: Een pond gaargekookte aardappelen wordt in plakjes gesneden en laag om Jaag met een mensel van honderd gr. geraspte kaas, vijftig gram gesmol ten boter, drie losgeklopte eieren en wat gehakte peterselie in een vuur vaste schotel gelegd (de bovenste laag moet uit aardappelplakjes be staan). Zet de schotel ongeveer twin tig minuten in de ovenen, leg het bak sel op een verwarmde schotel en dien het op met een dikke tomaten- of lonsaus, die gedeeltelijk over geg0ten. champignonsaus, die gedeelt de „pudding" kan worden Als roente kan er sla ofar Als roente gegeten worden. ofandijvie bij Nieuw leven voor oude „merklappen" Een onhandelbaar lapje grof linnen en een bosje lelijk rood borduur- draad: dat waren de attributen waarmee wij in onze eerste school jaren door de handwerklerares wer den opgescheept, met de opdracht om uit deze materialen een „merk lap" te maken. Een gebordunrd al fabet dat daarna rondom versierd werd met Griekse en andere ran den; een werkstuk dat bedoeld was om aan het eind van het schooljaar netjes te worden gewassen, geste ven en opgeperst, teneinde daarna in een lijstje-achter-glas te worden gezet. Bij héél nijvere cn handige meisjes kwam die lap aan het eind van het schooljaar inderdaad wel eens in zo'n pronk-omlijst-ing terecht, maar het merendeel van die beginnende prie- gelaarsters smeet aan het eind van het jaar het werkstuk met een zucht van opluchting in de linnenkast, waar het bleef liggen ten gerieve van de diverse moeders, die zo'n broddellap vertederd bij de rest van dc herinneringen uit dit jeugd-tijd- perk legden. Wel een hemelsbreed verschil: die lap uit langvervlogen schooljaren en de echte „historische" merklap pen die soms een complete geschie denis verhalen! Mevrouw G. E. Boone-Stolp heeft die oude merk lappen en hun historie nauwlettend bestudeerd en er vervolgens een boekje over geschreven. Dit boekje „Merklappen" is een uitgave van „De Torentrans" te Utrecht, en er wordt een aantal van die „gebor duurde schilderijtjes" in besproken waarvan de oudste uit 1738, de jong ste uit het midden van de negentien de eeuw dateren. Er zijn duidelijke werktekeningen bij en de vrouw die in verloren ogenblikken graag een borduurwerkje ter hand neemt, zal verrast ontdekken dat veel van die oude merklapmotieven zich uitste kend laten verwerken tot een mo dern stukje handwerk. Waarbij zij dan bovendien nog bijzonderheden te weten kan komen over achtergron den en betekenis van zulke histori sche motieven. Gordijnen open of dicht? Het Nederlands Instituut voor de Pu blieke Opinie heeft in een groot aantal gezinnen uit alle lagen van de bevol king over heel Nederland verspreid, de vraag gesteld of in hun huizen de gordijnen 's avonds dicht gaan, dan wel opengelaten worden. Bij dit on derzoek bleek, dat men in twee van de drie gezinnen gesloten gordijnen prefereert, waarbij het weinig ver schil bleek uit te maken of de huiska mer op de benedenverdieping of op een hogere etage gelegen is. In de woningen, die parterre gelegen waren, gingen In 68 van de 100 gevallen de gordijnen dicht; op een bovenver dieping sloot men in 57 van de 100 gevallen de gordijnen. Van de huis kamers bleek 66 procent aan de straatzijde te liggen en van deze 66 procent bleek 40 procent nog een tuintje tussen huiskamer en straat te hebben. medische verzorging kon krijgen, op kosten van de armenkas. Ook in West- Europa kwamen in de vroege middel eeuwen gaandeweg vele van die „ker kelijke pleisterplaatsen" tot stand. Gasthuizen, waar het werk werd ver richt door vrome mannen en vrouwen, die min of meer als kloosterlingen leefden, al hadden ze geen geloften af gelegd. Hoewel alle gasthuizen onder kerke lijk toezicht stonden, hield dat toe zicht nog geen bedrijfsmonopolie in. Iedereen was vrij vreemdelingen te herbergen en te voeden; het schenken alleen was een recht der overheid. De particuliere tavernen hadden over het algemeen een slechte naam, geestelij ken was het zelfs verboden er binnen te gaan, en zedepredikers uit die tijd schetsten de taverne als „een duivels- school waar zijn leerlingen vlijtig stu deren", of als een „kapel of kerk van de duivel". Na de uitvinding van de brandewijn sprak men over de her berg als over „des duivels apotheek..." Van de kant der kooplieden kwam tenslotte het initiatief om reizigers hygiënisch, vertrouwd en gerieflijk onderdak te bezorgen: zij richten coöperatieve herbergen op, waarvan oudste, te vinden is in Parijs. Pas tussen 1750 en 1850 kan, volgens de historici, de geboorte van het mo derne hotel-café-restaurantivezen ge situeerd worden. Edellieden en hun vrouwen wilden de hofsfeer ontvluch ten en maakten „gezondheidstrips" naar kuurplaatsen als Spa en Baden- Baden, waar overigens nog geen schijn tje van het tegenwoordige modern comfort te bespeuren viel; notabelen ontmoeten elkaar aan de stamtafel van een café en de kleine burger deed op zondag met vrouw en kinderen een „uitspanning" aan. De deftige jonge- dochters moesten ook de kunst van het gastvrouw zijn leren verstaan; de serveerkunst mocht geen geheimen Verlicht spiegeltje Wat een „boudoir" is, weet dc mo derne vrouw alleen maar uit ouder wetse boeken, want voor haar is er in de moderne drie-, vier- of vijfka merwoning geen plaats voor een eigen kamer, die zij zou kunnen in richten als een moderne versie van zo'n boudoir! Zelfs voor een toilet tafel is er in haar woning vaak geen ruimte en haar make-up spullen moe ten het doen met een bescheiden plaatsje op de wastafel. Het opma ken moet meestal ook voor de spie gel van diezelfde wastafel gebeuren en dat zou nog niet zo erg zijn, als haar echtgenoot maar niet altijd zich nog gauw ev.en wilde scheren, waneer zij zich wil gaan opmaken voor een avondje-uit. Het wordt dan een zwijgend maar verbitterd ge vecht om een plaatsje voor die ene spiegel met dat ene lichtpuntje Gelukkig brengen vindingrijke fabri kanten een speciale make-up spiegel in de handel, een vergrotende spiegel, die bovendien verlicht kan worden. Zo'n verlicht „spiegeltje aan de wand" is dé oplossing voor het ge brek aan „boudoir-ruimte". Het kan overal worden neergezet, waar maar een stopcontact in de buurt is; het heeft bovendien een verstelbare voet, die tevens als ophangbeugel dienst kan doen. In combinatie met één van die handige kleine metalen rekjes, tegenwoordig in allerlei kleuren (Advertentie) s SïïMMkOtvtut1. Nu is er... Een wondermiddelWrijf een weinig Clipp in de nog vochtige huid. Dit voor komt „afwaslianden*. U merkt 't na één behandeling: de huid blijft gaaf en soepel. Uw handen zijn zacht als fluweel hèt middel tegen afwashanden voor haar hebben en zo werden de deftige kostscholen in die tijd eigen lijk een soort hotelscholen, waar men ook „servetten leerde vouwen, tot eer van de tafel en lof der juffrouwen...". Tot het einde der negentiende eeuw gingen de meeste reizigers nog op pad met zakelijke doeleinden en dat was dan ook te merken aan inlichting en opzet van de toenmalige hotels. Met de toename van het plezierreizen om streeks 1900 ontwikkelde zich de luxe hotelbouw en thans, een halve eeuw later, staan op diverse plekken van de aardbol enorme hotelpaleizen, die men gerust een „dak met een klei ne stad eronder" kan noemen. En met al deze veranderingen ging ook liet hotel-interieur mee; men zou haast kunnen zeggen, dat de moderne hotelkamer een speciale vorm van in terieurkunst vertegenwoordigt. Géén sombere lambrizeringen, enorme lits- 'umeaux en _s lie de meer .haastige ongezelligheid" van een verblijfplaats voor slechts een enkele nacht geven maar een economisch ingedeelde tijdelijke woonruimte, met stofvrije bedden, strakgelijnd meubi lair, een warme en toch hygiënische vloerbedekking en veelal met inge bouwde badkamer of althans badge legenheid met uitgebreide sanitaire voorzieningen. Een omgeving, waarin het „slapen aan een touw" van enkele eeuwen geleden tot iets hijzonder onwerkelijks wordt! iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii I Zet een goudvis 1 1 op het aanrecht1 Men zegt, dat ze werkelijk be- m staan de vrouwen die af was- m sen géén corvee vinden die H het, integendeelzelfs met pie- p H zier doen. Vanwege de voldoe- ning, die dat glanzend-schóne vaatwerk en het opgeruimde ~öanozouw C tot OZCUH) Begrip blijkt een buitengewoon moeilijk woord te zijn in de vrouwelijke vocabulaire. Mis- aanrecht haar schenkenHet schien, dat mannen er ook wel enige - - last mee bebben maar de ervaring heeft mij geleerd dat er niets zo moei lijk is voor een vrouw als het stappen in buurvrouws schoenen. Het zal wel samenhangen met de overheersing der gevoelsfactoren bij een vrouw terwijl er voor begrip juist een behoorlijke dosis nucnter verstand wordt vereist. Of komt het misschien door een tekort aan ver beeldingskracht? Het schijnt tenminste ongelooflijk moeilijk voor de meeste vrouwen zich de situatie, de drijfveren, de wijze van optreden van een andere natuur dan de hare voor te stellen. Zij is en blijft ervan overtuigd dat I haar opvattingen, haar methoden, haai- mentaliteit de enig juiste zijn, en dat daarover niet te debatteren valt. Negen van de tien conflicten tus sen vrouwen ontspruiten aan dit waandenkbeeld van: zoals ik het zie, doe of gevoel is het goed, en daarmee uit. Ik dacht aan deze herhaaldelijk beleefde ervaring, de geliefde in spiratiebron van vele karikatu risten, toen ik mij realiseerde dat in deze septembermaand menige huis vrouw weer naar haar haardstede is teruggekeerd met al de lasten en zorgen daaraan verbonden. En noevelen zullen er zijn die zichzelf legioen vrouwen dat de afwas roei als een corvee beschou/wt (en met deze opvatting waar- schijnlijk ver in de meerder- heid is) voelt ongetwijfeld wam mee met die Engelse huisvrouw, voor wie de afwas ook een driemaaldaags terug- H kerende bezoeking was. Tot e op het men mag gerust zeg- gen briljante idee kwam, f§ een goudvisje-in-een-kom op H haar aanrecht neer te zetten. Sindsdien (ze onthult het feit in juichende beiooordingen in haar damesweekblad) is de af- was een driemaaldaags terug- kerend pleziertje voor haar dank zij de capriolen van dat kleine visje in zijn kom. Zelfs biedt de echtgenoot van rne- vrouw nu vrijwillig assistentie bij de afwas aan Dat laatste alleen zou al een s reden kunnen zijn om zo snel H mogelijk zo'n zwemmend keu- kenbewonertje aan te schaf- M fen IiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiH Een kookboekje voor werkende vrouwen Er is een tweede druk verschenen van het kleine kookboek voor wer kende vrouwen „Smakelijk en snel" geschreven door mevrouw A. G. Del BaereRovers, lerares aan de Am sterdamse Huishoudschool, Het be vat honderdvijftig recepten-voor-één persoon, voorafgegaan door een hoofdstukje over produkten, die de werkende, zelf-kokende vrouw In huis dient te'•hebben, en over de manier, waarop zij ze kan bewaren. De re cepten zijn kort en bondig gehouden; ze pretenderen geen „hogere kook kunst" maar vormen allemaal dage lijkse kost. Bij de groenten wordt steeds vermeld, welke soorten vlees erbij gegeten worden; de schrijfster geeft ook een aantal menu's, inge deeld naar de jaargetijden, en wen ken voor het praktisch inkopen van diverse levensmiddelen. Een enkel recept is wat ingewikkelder gemaakt, zodat de werkende vrouw, die eens gasten wil ontvangen, haar maaltijd aan de hand van dit boekje (een uit gave van G. J. A. Ruys te Bussum) desgewenst wat uitgebreider kan ma ken. Aermetisc/v sluitend verpaklzin^smeierieml ♦1 n Frankrijk wordt de laatste tijd een toenemend aantal verse levens- .1 middelen verpakt in een nieuw soort plastic, die „Rilsan" heet en ge maakt is van ricinusolie. De chemische benaming is „superolyamide- 11". Van de ricinus-olie een zuiver plantaardig produkt dus wordt een plastic gemaakt, die bijzondere eigenschappen heeft en waaruit ijxen thans ook een folie vervaardigt, die zeer sterk en volkomen dicht is. De zakjes zijn niet los te verkrijgen omdat zij slechts hun conserverende wer king hebben, wanneer zij hermetisch gesloten worden en hiervoor zijn speciale machines nodig. In Nederland is deze verpakking tot nu toe toe gepast voor het verpakken van haring en verse voorgekookte vruchten, zoals pruimen. Men heeft proeven genomen met nieuwe haring, die na een jaar in deze verpakking nog volkomen vers bleek te zijn. n Frankrijk maakt zowel de visconservenindustrie als de zuivelindus trie reeds veelvuldig gebruik van deze nieuwe verpakking. Er zijn echter nog veel meer mogelijkheden, zoals het verpakken van com plete maaltijden en het steriliseren van voedsel. Bovendien is de stof zo dicht, dat men ook een vacuumverpalcking kan toepassen. Een pakje kof fiebonen, dat wij op deze wijze verpakt in handen kregen, deed denken aan een blok aaneengelijinde bonen. Na het openen van de verpakking rolden de bonen normaal uit elkaar. Een ander voordeel van deze verpakking is, dat het materiaal uitzonderlijk sterk is. en uitvoeringen°te koop zijn, kan er Ofschoon ook in Nederland wel belangstelling bestaat bij de industrie, dus gemakkelijk een miniatuur toilet- speelt de hogere prijs een remmende rol bij de verdere toepassingen. uitrusting mee gemaakt worden. 3 VERLOREN TIJD zuchtend bekennen dat zij er nooit en nooit onderuit zullen komen. Dat zij eenvoudig niet kunnen, al wilden zij: want dat het leven haar een taak op de pijnlijke rug heeft gebonden die haar inet de dag zwaarder gaat wegen tot zij er, vroeger of later, onder zul len bezwijken. Of, zo het zover al niet komt: die haar langzaamaan alle ple zier in het leven radicaal vergallen. Ik heb ze gesproken, arme zenuwach tige konijntjes van vrouwen, wie de gejaagdheid met de goede wil uit de grote schrikogen sprak die zich nog maar met moeite op de rand van een overspanning overeind hielden. Een ander, zo herhaalden zij met be rustende eentonigheid, kon dat nu eenmaal niet begrijpen. Het was alles mooi en gemakkelijk voor een buiten staander om de goede kanten van haar leven op te sommen. Om te ver tellen dat zij zo'n beste man en zulke lieve kinderen had en een stevig dak boven haar hoofd. Zij wist dat zelf im mers óók beter dan iemand anders en zij was er in haar rustige ogenblikken ook wel dankbaar voor. Maar wat hielp die wetenschap haar om door de dagelijkse moeilijkheden heen te komen? Het huishouden, het eten koken, het afwassen, de verstelmand en de was, de schoonmaak en de boodschappen; al draaide je honderdmaal om die din gen heen zij bleven loodzwaar op uit, n plaats staan cn dreigden: Voor- ik moet gedaan worden pak Advertentie) van hoofdpoos een produkt „j£.\q\\e pullo heet de mo de (nj -pervy Off< cmau Vrouwelijk ouderwets en toch uitdagend (Van een medewerkster) Dat de mode vrouwelijk is en ouder wets, hebben we dezer dagen nog eens kunnen constateren op de show die Ferry Offerman in het Victoria- hotel in Amsterdam gehouden heeft. We zagen er de motie van de „gar- gonne" en van het charleston-meisje en een beetje de mode van sinds lang grootmoeder geworden filmsterren met geplakte haren en smachtende ogen, met om de hals soms een lang snoer van dikke kralen en toch: te gelijkertijd een mode die past bij de jeugd van nu in alle wereldsteden. Een mode voor meisjes die er vooral brutaal en uitdagend uit willen zien. En toch: een mode, gemakkelijk In het dragen. „Ligne pullo" afkorting van pull over noemde Offerman zijn lijn om het bloezerige effect dat in blou ses, pakjes en mantels telkens terug kwam. De grote mode voor de win ter is de sweater met lange, korte en bijna geen mouw, te dragen onder de pakjes. En net als Dior bracht Oi'i'erman wat variatie op de dubbel-lijn. Zijn man- nequines „dubbelden" soms net onder de knie, soms onder de heup en vlak onder de hoge en kleine buste. Deze winter kunnen we kiezen, een mode voor elk wat wils. We kunnen ons hullen in de chemise het hemd en dat is dan heel wat anders dan de eenvoudige chemisier. Wc hebben het zien dragen met een ceintuur bijna op heuphoogte of met een zijden schoot je, heel laag aangezet, en we hebben het gezien ingesnoerd net onder de buste of als een empiretje. De mantels van Offerman hebben doorgaans wijde mouwen van het kimono-type, soms zo aangeknipt, dat wat onder de oksel zou moeten zitten is afgezakt tot op de heup. De meeste mantels zijn kraagloos, een rand van bont langs de hoge hals voor de koukleum en een lan ge reep bont of vos om de lage hals voor de vampDe mantel mouwen reiken meestal tot hal verwege de onderarm en krijgen daar een bontmanchet. Heel mo dieus zijn de mantels met enorme knopen, bijna zo groot als schotel- ties. Erg mooi vonden we do grijs- En als je dan netjes was, en niet alte vlug, en niet al te sterk, en zonder enige kans op hulp: dan konden alle vrouwenrubrieken ter wereld haar vertellen dat je het zus moest doen of zo, dat je een werkschema moest op stellen en op tijd rust nemen: zij was er geen minuut mee gebaat. Zij is er van overtuigd dat wat die an deren kunnen voor haar een soort acrobatische krachttoer zou wezen waarbij zij hoogstens alle armen en benen tegelijk zou breken, figuurlijk gezien. lsschien heeft zij ook wel een klein beetje gelijk. Het moet voor dit type en de rusthuizen zitten er vol van wel een uitgezoch te kwelling zijn om in haar lijfblad voortdurend niet de neus gedrukt te worden op al die flinkerds, aie tegelijk een huishouden drijven én een zaak besturen of een baan waarnemen of de boekhoudster-secretaresse-hoofdas- sistent van haar man zijn. Zij moeten er stellig een levensgroot nokkend minderwaardigheidscomplex van overhouden. Het helpt evenmin om haar te advi seren de dingen praktischer aan te pakken en net is regelrechte moord om zo'n opgejaagd konijntje lachend te adviseren er dan maar eens een Franse slag naar te slaan en wat min der precies en pietepeuterig te werk te gaan. De lieve stakker, als zij 't al probeerde, zou ze er niet van kunnen slapen. Maar misschien zouden zij wel iets van haar gespannen jakkeren, haar eeuwig gevoel van: ik kan het niet aanverliezen als zij eens gingen pro beren zichzelf voor één dag te obser veren. Zij zouden dan de verbazingwek kende ontdekking doen, dat zij minder tijd nodig hebben om de noodzakelijke bezigheden te verrichten dan om op gang te komen. Een psycholoog moge het verklaren, maar een belangstellend toeschouw ster kan het constateren: hoeveel tijd er vaak verloren gaat met ronddreh- Mnnuro ,v telen, iets oppakken en weer neerzét- nrn i' rf! - j! iten een krant opvouwen en halverwe- h J m blijven steken om een stukje te n nadenspel had. [lezen, uit het raam kijken, een dor t jeiirs hadden jasjes in drie blaadje of wat uit de planten plukken lengten: tot net over de taille, tot net en honderd van die kleine nuteloze op de heup en tot ver over de heup. handelingen meer die niets anders op- Soms waren de pakjes versierd met leveren dan tijdverlies, een randje, donkerder dan het pak U kunt het niet zó druk hebben of er- zelf. gens. de lieve dag lang, zijn de be- De jurken zijn deze winter wat lan- faamde verloren kwartiertjes op te ger gelukkig vanwege de koudesporen. Doe het met. een ijver als joeg knieën. Overdag recht toe recht aan, 'U op ongedierte. Zij doen U meer een beetje taille en een beetje ge-kwaad dan U denkt. SASKIA rimpeld en naarmate de dag vordert wat ingewikkelder. Dan wordt de rok een wikkelrok, of we mogen er uit- De soepterrlen is ongemerkt verdwe- zien als een ober door het hoge aan- nen uit liet eetservies, naarmate dit mo- gezette extra pand In de rug. Modi- derner van uiterlijk cn beperkter van sa- eus zijn de jurkjes zonder mouwen, menstelling werd. Edoch op een zorg- die we U helaas in ons klimaat niet vuldig gedekte tafel detoneert de soep- aan kunnen bevelen. De goudlarne- pan-zonder-meer wel een beetje! Dien de cape van Offerman. ook wel met een soep eens op in een grote vuurvaste gla- bontrand en met fikse zakken, lijkt zen schaal met deksel: ze blijft pr goed ons leuk voor een vrouwelijke post- warm in. en zo'n doorzichtige glazen bode die de toto zou winnen. „soepterrlen" ziet er bovendien heel wat Tot slot do hoeden, hoog inet ronde aantrekkelijker uit dan een pan Men kan bol, kachelpijpjes, lastig in de tram, de soep ook klaarmaken in een vuur- 111 aar leuk om to zien; vamp-hoedjes, vaste schaal; dat scheelt een vuile pan diep over het voorhoofd en schuin op bij de afwas, en bovendien voorkomt men één oor, en lekkere dikke warme dat de soep bij liet overgieten aan aroma bontmutsen. verliest.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 10