PAGIMS
Van „slapen aan een touw" tot
overnachten in hypermoderne hotelkamer
NIEUW,
^Scai
M
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960
EVOLUTIE IN HET HOTELBEDRIJF BOEIENDE STAALKAART
Eerste Nederlandse hotelhoudster
woonde - in Middeleeuwen - in Rome
Voor de moderne mens is 't een vanzelfsprekende zaak dat hij, waneer hij op
reis gaat, allerwegen onderdak kan vinden. Waarheen 'n zaken- of vakantie
reis hem ook voert: aan het eind van de dag is er mits hij zich niet
naar al te onherbergzame streken begeeft! een hotel, waar een kamer,
een bed, een maaltijd hem wachten. Dat hotel kan een eenvoudig, lande
lijk logement zijn met alleen het allernodigste comfort; een statig fa-
miliehotel met ouderwets meubilair en de ondefinieerbare bij zo'n familie
hotel behorende sfeer of een hypermodern etablissement, uiterst-func
tioneel ingericht met de allernieuwste produkten van meubel- en stoffe
ringsindustrie, waar de kamers modern-harde bedden hebben en een in
gebouwde badkamer met alle mogelijke sanitaire voorzieningen.
-Maar welke van deze drie soorten de vermoeide reiziger ook kiest: hij zal
in alle drie gevallen aanmerkelijk gerieflijker slapen dan de varensgasten,
die in de zestiende en zeventiende eeuw in „het logement" moesten over
nachten! Zij sliepen namelijk staande, hangend over een touw.... Betalen
voor dit logies hoefden ze niet; de waard (ook wel „slaapbaas" genoemd)
nam met de verteringen genoegen.
Zulke zeemans-,,hotels", waar de gas- i put, met langs de binnenzijde van de
dus op de manier van paarden stonden j muren overdekte
te slapen, hebben nog tot het midden
van de negentiende eeuw bestaan. Dat
staat te lezen met nog tientallen
andere wetenswaardigheden over de
historie van het gastbedrijf in het
„Handboek voor het hotel-café-res
taurant", waarin dr. P. C. Boeren in
een historisch overzicht onder meer
onthult, dat het hotelwezen rondom
de Middellandse Zee al bloeide
in de vijfde eeuw vóór Christus! De
Griekse geschiedschrijver Herodotus,
die toentertijd leefde, vertelt namelijk
over fraaie herbergen, gelegen op on
derlinge afstanden van veertig kilo
meter aan de beroemde Koningsweg
tussen de Perzische hoofdstad en de
Griekse kolonie Ephesus. Het waren
staatslogementen, die gratis onderdak
verschaften aan de koninklijke amb
tenaren en ijlboden op dienstreis,
waar postboden van paarden verwis
selden en waar ook particulieren kon
den logeren, maar dan tegen betaling.
Of de vrouw toentertijd ook al een rol
speelde in het hotelwezen, wordt niet
vermeld; maar wel duikt iu dit his
torisch overzicht in de periode der
vroege middeleeuwen al de naam van
een vrouw op: de logementhoudster
Marieke van Mechelen, die in Rome
vele Italiaanse herbergen werden
door Nederlanders gedreven om
streeks 1560 een zekere vermaardheid
genoot. Waarschijnlijk kan zij be
schouwd worden als de eerste met na
me bekende Nederlandse hotelhoud
ster.
Overigens zou de vrouw, die het nu de
natuurlijkste zaak van de wereld
vindt, om tijdens een vakantie of een
zakelijk uitstapje in een hotel te loge
ren, tot zo'n logeerpartij niet zo ge
makkelijk zijn gekomen in de middel
eeuwen! Reizigers van onbesproken
gedrag zochten meestal de particuliere
„tavernen" niet op, en voor de zich
zelf respecterende vrouw was die ta
verne allerminst een geschikte ver
blijfplaats. Afgezien van het feit dat
„de brandewijn vaak de plaats van
liet avondgebed innam", was er name
lijk de moeilijkheid, dat de gelagka
mer de enige slaapgelegenheid vorm
de, waar de gasten ongeacht sekse
en leeftijd in dekens gerold, de
nacht doorbrachten. Een gewoonte
trouwens, die nog tot in de negentien
de eeuw in zwang is gebleven.
„Karavaanhuizen"
In het Nabije Oosten bestonden intus
sen al (en bestaan nog) de „karavaan
huizen" als voornaamste logeergele-
genheid voor inheemse reizigers en
kooplui: stevig ommuurde binnen
plaatsen met in het midden een water-
gaanderijen met
slaapnissen en stallingen, waarboven
soms nog kamertjes gemetseld zijn.
Aan de poort van een dergelijk tehuis
moeten Maria en Joseph geklopt heb
ben, toen zij in Bethlehem naar onder
dak zochten.
Het slapen in dergelijke Moham
medaanse verblijfplaatsen is gra
tis; men moet wel het eten beta
len, als men zelf geen voedsel heeft
meegebracht, maar zieken en ar
men worden „vrijgehouden". De
karavaanhuizen zijn godsdienst!;
stichtingen, die onder toezie
staan van een speciaal ministerie
en waarvan de (geringe) geldelijke
winst meestal ten goede komt aan
een moskee.
Het is een lange en boeiende staal
kaart van evoluties, die het hotelbe-
drijf heeft doorgemaakt van die
vroegste tijden tot onze tijd, nu in
stad en land de reiziger de keuze
heeft uit hotels en pensions in diverse
rijsklassen en graden van comfort,
iet hypermodern en functioneel inge
richte etablissement met uitzicht-op-
zee en de berookte, stinkende herber
gen uit de tijd der bedevaarten: schril-
er contrast is niet denkbaar! En toch
noesten die millioenen pelgrims uit
de eerste tijden der christelijk jaar
telling 's nachts onderdak hebben tij
dens hun lange tocht. Het herbergwe-
zen werd dan ook een der grootste
zorgen van de kerkelijke overheid,
waarin men probeerde te voorzien
door het oprichten van passantenhui
zen bij de kerken, kloosters en bis
schopspaleizen, waar men behalve on
derdak en voedsel ook geestelijke en
Puddingvan aardappelen
Heeft U opeens genoeg van het eten
van gekookte, gebakken, gefrituurde
of tot puree verwerkte aardappelen?
Dan is altijd nog de „aardappelpud
ding", die geen pudding is maar een
in ae oven gaargemaakte aardappel
schotel. Hier is het recept:
Een pond gaargekookte aardappelen
wordt in plakjes gesneden en laag om
Jaag met een mensel van honderd gr.
geraspte kaas, vijftig gram gesmol
ten boter, drie losgeklopte eieren en
wat gehakte peterselie in een vuur
vaste schotel gelegd (de bovenste
laag moet uit aardappelplakjes be
staan). Zet de schotel ongeveer twin
tig minuten in de ovenen, leg het bak
sel op een verwarmde schotel en dien
het op met een dikke tomaten- of
lonsaus, die gedeeltelijk over
geg0ten.
champignonsaus, die gedeelt
de „pudding" kan worden
Als roente kan er sla ofar
Als roente
gegeten worden.
ofandijvie bij
Nieuw leven voor oude „merklappen"
Een onhandelbaar lapje grof linnen
en een bosje lelijk rood borduur-
draad: dat waren de attributen
waarmee wij in onze eerste school
jaren door de handwerklerares wer
den opgescheept, met de opdracht
om uit deze materialen een „merk
lap" te maken. Een gebordunrd al
fabet dat daarna rondom versierd
werd met Griekse en andere ran
den; een werkstuk dat bedoeld was
om aan het eind van het schooljaar
netjes te worden gewassen, geste
ven en opgeperst, teneinde daarna
in een lijstje-achter-glas te worden
gezet.
Bij héél nijvere cn handige meisjes
kwam die lap aan het eind van het
schooljaar inderdaad wel eens in zo'n
pronk-omlijst-ing terecht, maar het
merendeel van die beginnende prie-
gelaarsters smeet aan het eind van
het jaar het werkstuk met een zucht
van opluchting in de linnenkast,
waar het bleef liggen ten gerieve
van de diverse moeders, die zo'n
broddellap vertederd bij de rest van
dc herinneringen uit dit jeugd-tijd-
perk legden.
Wel een hemelsbreed verschil: die
lap uit langvervlogen schooljaren
en de echte „historische" merklap
pen die soms een complete geschie
denis verhalen! Mevrouw G. E.
Boone-Stolp heeft die oude merk
lappen en hun historie nauwlettend
bestudeerd en er vervolgens een
boekje over geschreven. Dit boekje
„Merklappen" is een uitgave van
„De Torentrans" te Utrecht, en er
wordt een aantal van die „gebor
duurde schilderijtjes" in besproken
waarvan de oudste uit 1738, de jong
ste uit het midden van de negentien
de eeuw dateren. Er zijn duidelijke
werktekeningen bij en de vrouw die
in verloren ogenblikken graag een
borduurwerkje ter hand neemt, zal
verrast ontdekken dat veel van die
oude merklapmotieven zich uitste
kend laten verwerken tot een mo
dern stukje handwerk. Waarbij zij
dan bovendien nog bijzonderheden te
weten kan komen over achtergron
den en betekenis van zulke histori
sche motieven.
Gordijnen open of dicht?
Het Nederlands Instituut voor de Pu
blieke Opinie heeft in een groot aantal
gezinnen uit alle lagen van de bevol
king over heel Nederland verspreid,
de vraag gesteld of in hun huizen de
gordijnen 's avonds dicht gaan, dan
wel opengelaten worden. Bij dit on
derzoek bleek, dat men in twee van
de drie gezinnen gesloten gordijnen
prefereert, waarbij het weinig ver
schil bleek uit te maken of de huiska
mer op de benedenverdieping of op
een hogere etage gelegen is. In de
woningen, die parterre gelegen waren,
gingen In 68 van de 100 gevallen de
gordijnen dicht; op een bovenver
dieping sloot men in 57 van de 100
gevallen de gordijnen. Van de huis
kamers bleek 66 procent aan de
straatzijde te liggen en van deze 66
procent bleek 40 procent nog een
tuintje tussen huiskamer en straat te
hebben.
medische verzorging kon krijgen, op
kosten van de armenkas. Ook in West-
Europa kwamen in de vroege middel
eeuwen gaandeweg vele van die „ker
kelijke pleisterplaatsen" tot stand.
Gasthuizen, waar het werk werd ver
richt door vrome mannen en vrouwen,
die min of meer als kloosterlingen
leefden, al hadden ze geen geloften af
gelegd.
Hoewel alle gasthuizen onder kerke
lijk toezicht stonden, hield dat toe
zicht nog geen bedrijfsmonopolie in.
Iedereen was vrij vreemdelingen te
herbergen en te voeden; het schenken
alleen was een recht der overheid. De
particuliere tavernen hadden over het
algemeen een slechte naam, geestelij
ken was het zelfs verboden er binnen
te gaan, en zedepredikers uit die tijd
schetsten de taverne als „een duivels-
school waar zijn leerlingen vlijtig stu
deren", of als een „kapel of kerk van
de duivel". Na de uitvinding van de
brandewijn sprak men over de her
berg als over „des duivels apotheek..."
Van de kant der kooplieden kwam
tenslotte het initiatief om reizigers
hygiënisch, vertrouwd en gerieflijk
onderdak te bezorgen: zij richten
coöperatieve herbergen op, waarvan
oudste, te vinden is in Parijs.
Pas tussen 1750 en 1850 kan, volgens
de historici, de geboorte van het mo
derne hotel-café-restaurantivezen ge
situeerd worden. Edellieden en hun
vrouwen wilden de hofsfeer ontvluch
ten en maakten „gezondheidstrips"
naar kuurplaatsen als Spa en Baden-
Baden, waar overigens nog geen schijn
tje van het tegenwoordige modern
comfort te bespeuren viel; notabelen
ontmoeten elkaar aan de stamtafel
van een café en de kleine burger deed
op zondag met vrouw en kinderen een
„uitspanning" aan. De deftige jonge-
dochters moesten ook de kunst van
het gastvrouw zijn leren verstaan; de
serveerkunst mocht geen geheimen
Verlicht spiegeltje
Wat een „boudoir" is, weet dc mo
derne vrouw alleen maar uit ouder
wetse boeken, want voor haar is er
in de moderne drie-, vier- of vijfka
merwoning geen plaats voor een
eigen kamer, die zij zou kunnen in
richten als een moderne versie van
zo'n boudoir! Zelfs voor een toilet
tafel is er in haar woning vaak geen
ruimte en haar make-up spullen moe
ten het doen met een bescheiden
plaatsje op de wastafel. Het opma
ken moet meestal ook voor de spie
gel van diezelfde wastafel gebeuren
en dat zou nog niet zo erg zijn,
als haar echtgenoot maar niet altijd
zich nog gauw ev.en wilde scheren,
waneer zij zich wil gaan opmaken
voor een avondje-uit. Het wordt dan
een zwijgend maar verbitterd ge
vecht om een plaatsje voor die ene
spiegel met dat ene lichtpuntje
Gelukkig brengen vindingrijke fabri
kanten een speciale make-up spiegel
in de handel, een vergrotende spiegel,
die bovendien verlicht kan worden.
Zo'n verlicht „spiegeltje aan de
wand" is dé oplossing voor het ge
brek aan „boudoir-ruimte". Het kan
overal worden neergezet, waar maar
een stopcontact in de buurt is; het
heeft bovendien een verstelbare voet,
die tevens als ophangbeugel dienst
kan doen. In combinatie met één van
die handige kleine metalen rekjes,
tegenwoordig in allerlei kleuren
(Advertentie)
s
SïïMMkOtvtut1.
Nu is er...
Een wondermiddelWrijf een weinig
Clipp in de nog vochtige huid. Dit voor
komt „afwaslianden*. U merkt 't na één
behandeling: de huid blijft gaaf en soepel.
Uw handen zijn zacht als fluweel
hèt middel tegen afwashanden
voor haar hebben en zo werden de
deftige kostscholen in die tijd eigen
lijk een soort hotelscholen, waar men
ook „servetten leerde vouwen, tot eer
van de tafel en lof der juffrouwen...".
Tot het einde der negentiende eeuw
gingen de meeste reizigers nog op pad
met zakelijke doeleinden en dat was
dan ook te merken aan inlichting en
opzet van de toenmalige hotels. Met
de toename van het plezierreizen om
streeks 1900 ontwikkelde zich de luxe
hotelbouw en thans, een halve
eeuw later, staan op diverse plekken
van de aardbol enorme hotelpaleizen,
die men gerust een „dak met een klei
ne stad eronder" kan noemen.
En met al deze veranderingen ging
ook liet hotel-interieur mee; men zou
haast kunnen zeggen, dat de moderne
hotelkamer een speciale vorm van in
terieurkunst vertegenwoordigt. Géén
sombere lambrizeringen, enorme lits-
'umeaux en _s
lie de meer
.haastige ongezelligheid" van een
verblijfplaats voor slechts een enkele
nacht geven maar een economisch
ingedeelde tijdelijke woonruimte, met
stofvrije bedden, strakgelijnd meubi
lair, een warme en toch hygiënische
vloerbedekking en veelal met inge
bouwde badkamer of althans badge
legenheid met uitgebreide sanitaire
voorzieningen. Een omgeving, waarin
het „slapen aan een touw" van enkele
eeuwen geleden tot iets hijzonder
onwerkelijks wordt!
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii
I Zet een goudvis 1
1 op het aanrecht1
Men zegt, dat ze werkelijk be- m
staan de vrouwen die af was- m
sen géén corvee vinden die
H het, integendeelzelfs met pie- p
H zier doen. Vanwege de voldoe-
ning, die dat glanzend-schóne
vaatwerk en het opgeruimde
~öanozouw
C tot OZCUH)
Begrip blijkt een buitengewoon
moeilijk woord te zijn in de
vrouwelijke vocabulaire. Mis-
aanrecht haar schenkenHet schien, dat mannen er ook wel enige
- - last mee bebben maar de ervaring
heeft mij geleerd dat er niets zo moei
lijk is voor een vrouw als het stappen
in buurvrouws schoenen.
Het zal wel samenhangen met de
overheersing der gevoelsfactoren bij
een vrouw terwijl er voor begrip
juist een behoorlijke dosis nucnter
verstand wordt vereist. Of komt het
misschien door een tekort aan ver
beeldingskracht?
Het schijnt tenminste ongelooflijk
moeilijk voor de meeste vrouwen zich
de situatie, de drijfveren, de wijze van
optreden van een andere natuur dan
de hare voor te stellen.
Zij is en blijft ervan overtuigd dat
I haar opvattingen, haar methoden,
haai- mentaliteit de enig juiste zijn,
en dat daarover niet te debatteren
valt. Negen van de tien conflicten tus
sen vrouwen ontspruiten aan dit
waandenkbeeld van: zoals ik het zie,
doe of gevoel is het goed, en daarmee
uit.
Ik dacht aan deze herhaaldelijk
beleefde ervaring, de geliefde in
spiratiebron van vele karikatu
risten, toen ik mij realiseerde dat in
deze septembermaand menige huis
vrouw weer naar haar haardstede is
teruggekeerd met al de lasten en
zorgen daaraan verbonden.
En noevelen zullen er zijn die zichzelf
legioen vrouwen dat de afwas
roei als een corvee beschou/wt
(en met deze opvatting waar-
schijnlijk ver in de meerder-
heid is) voelt ongetwijfeld
wam mee met die Engelse
huisvrouw, voor wie de afwas
ook een driemaaldaags terug-
H kerende bezoeking was. Tot e
op het men mag gerust zeg-
gen briljante idee kwam,
f§ een goudvisje-in-een-kom op
H haar aanrecht neer te zetten.
Sindsdien (ze onthult het feit
in juichende beiooordingen in
haar damesweekblad) is de af-
was een driemaaldaags terug-
kerend pleziertje voor haar
dank zij de capriolen van dat
kleine visje in zijn kom. Zelfs
biedt de echtgenoot van rne-
vrouw nu vrijwillig assistentie
bij de afwas aan
Dat laatste alleen zou al een
s reden kunnen zijn om zo snel
H mogelijk zo'n zwemmend keu-
kenbewonertje aan te schaf-
M fen
IiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiH
Een kookboekje voor
werkende vrouwen
Er is een tweede druk verschenen
van het kleine kookboek voor wer
kende vrouwen „Smakelijk en snel"
geschreven door mevrouw A. G. Del
BaereRovers, lerares aan de Am
sterdamse Huishoudschool, Het be
vat honderdvijftig recepten-voor-één
persoon, voorafgegaan door een
hoofdstukje over produkten, die de
werkende, zelf-kokende vrouw In huis
dient te'•hebben, en over de manier,
waarop zij ze kan bewaren. De re
cepten zijn kort en bondig gehouden;
ze pretenderen geen „hogere kook
kunst" maar vormen allemaal dage
lijkse kost. Bij de groenten wordt
steeds vermeld, welke soorten vlees
erbij gegeten worden; de schrijfster
geeft ook een aantal menu's, inge
deeld naar de jaargetijden, en wen
ken voor het praktisch inkopen van
diverse levensmiddelen. Een enkel
recept is wat ingewikkelder gemaakt,
zodat de werkende vrouw, die eens
gasten wil ontvangen, haar maaltijd
aan de hand van dit boekje (een uit
gave van G. J. A. Ruys te Bussum)
desgewenst wat uitgebreider kan ma
ken.
Aermetisc/v sluitend verpaklzin^smeierieml
♦1 n Frankrijk wordt de laatste tijd een toenemend aantal verse levens-
.1 middelen verpakt in een nieuw soort plastic, die „Rilsan" heet en ge
maakt is van ricinusolie. De chemische benaming is „superolyamide-
11". Van de ricinus-olie een zuiver plantaardig produkt dus wordt
een plastic gemaakt, die bijzondere eigenschappen heeft en waaruit ijxen
thans ook een folie vervaardigt, die zeer sterk en volkomen dicht is. De
zakjes zijn niet los te verkrijgen omdat zij slechts hun conserverende wer
king hebben, wanneer zij hermetisch gesloten worden en hiervoor zijn
speciale machines nodig. In Nederland is deze verpakking tot nu toe toe
gepast voor het verpakken van haring en verse voorgekookte vruchten,
zoals pruimen. Men heeft proeven genomen met nieuwe haring, die na een
jaar in deze verpakking nog volkomen vers bleek te zijn.
n Frankrijk maakt zowel de visconservenindustrie als de zuivelindus
trie reeds veelvuldig gebruik van deze nieuwe verpakking. Er zijn
echter nog veel meer mogelijkheden, zoals het verpakken van com
plete maaltijden en het steriliseren van voedsel. Bovendien is de stof zo
dicht, dat men ook een vacuumverpalcking kan toepassen. Een pakje kof
fiebonen, dat wij op deze wijze verpakt in handen kregen, deed denken
aan een blok aaneengelijinde bonen.
Na het openen van de verpakking rolden de bonen normaal uit elkaar. Een
ander voordeel van deze verpakking is, dat het materiaal uitzonderlijk
sterk is.
en uitvoeringen°te koop zijn, kan er Ofschoon ook in Nederland wel belangstelling bestaat bij de industrie,
dus gemakkelijk een miniatuur toilet- speelt de hogere prijs een remmende rol bij de verdere toepassingen.
uitrusting mee gemaakt worden.
3 VERLOREN TIJD
zuchtend bekennen dat zij er nooit en
nooit onderuit zullen komen. Dat zij
eenvoudig niet kunnen, al wilden zij:
want dat het leven haar een taak op
de pijnlijke rug heeft gebonden die
haar inet de dag zwaarder gaat wegen
tot zij er, vroeger of later, onder zul
len bezwijken. Of, zo het zover al niet
komt: die haar langzaamaan alle ple
zier in het leven radicaal vergallen.
Ik heb ze gesproken, arme zenuwach
tige konijntjes van vrouwen, wie de
gejaagdheid met de goede wil uit de
grote schrikogen sprak die zich
nog maar met moeite op de rand van
een overspanning overeind hielden.
Een ander, zo herhaalden zij met be
rustende eentonigheid, kon dat nu
eenmaal niet begrijpen. Het was alles
mooi en gemakkelijk voor een buiten
staander om de goede kanten van
haar leven op te sommen. Om te ver
tellen dat zij zo'n beste man en zulke
lieve kinderen had en een stevig dak
boven haar hoofd. Zij wist dat zelf im
mers óók beter dan iemand anders en
zij was er in haar rustige ogenblikken
ook wel dankbaar voor.
Maar wat hielp die wetenschap
haar om door de dagelijkse
moeilijkheden heen te komen?
Het huishouden, het eten koken, het
afwassen, de verstelmand en de was,
de schoonmaak en de boodschappen;
al draaide je honderdmaal om die din
gen heen zij bleven loodzwaar op
uit,
n plaats staan cn dreigden: Voor-
ik moet gedaan worden pak
Advertentie)
van hoofdpoos
een produkt
„j£.\q\\e pullo heet de mo de (nj -pervy Off<
cmau
Vrouwelijk ouderwets
en toch uitdagend
(Van een medewerkster)
Dat de mode vrouwelijk is en ouder
wets, hebben we dezer dagen nog
eens kunnen constateren op de show
die Ferry Offerman in het Victoria-
hotel in Amsterdam gehouden heeft.
We zagen er de motie van de „gar-
gonne" en van het charleston-meisje
en een beetje de mode van sinds lang
grootmoeder geworden filmsterren
met geplakte haren en smachtende
ogen, met om de hals soms een lang
snoer van dikke kralen en toch: te
gelijkertijd een mode die past bij de
jeugd van nu in alle wereldsteden.
Een mode voor meisjes die er vooral
brutaal en uitdagend uit willen zien.
En toch: een mode, gemakkelijk In
het dragen.
„Ligne pullo" afkorting van pull
over noemde Offerman zijn lijn
om het bloezerige effect dat in blou
ses, pakjes en mantels telkens terug
kwam. De grote mode voor de win
ter is de sweater met lange, korte en
bijna geen mouw, te dragen onder de
pakjes.
En net als Dior bracht Oi'i'erman wat
variatie op de dubbel-lijn. Zijn man-
nequines „dubbelden" soms net onder
de knie, soms onder de heup en vlak
onder de hoge en kleine buste. Deze
winter kunnen we kiezen, een mode
voor elk wat wils. We kunnen ons
hullen in de chemise het hemd
en dat is dan heel wat anders dan de
eenvoudige chemisier. Wc hebben het
zien dragen met een ceintuur bijna op
heuphoogte of met een zijden schoot
je, heel laag aangezet, en we hebben
het gezien ingesnoerd net onder de
buste of als een empiretje.
De mantels van Offerman hebben
doorgaans wijde mouwen van het
kimono-type, soms zo aangeknipt,
dat wat onder de oksel zou moeten
zitten is afgezakt tot op de heup.
De meeste mantels zijn kraagloos,
een rand van bont langs de hoge
hals voor de koukleum en een lan
ge reep bont of vos om de lage
hals voor de vampDe mantel
mouwen reiken meestal tot hal
verwege de onderarm en krijgen
daar een bontmanchet. Heel mo
dieus zijn de mantels met enorme
knopen, bijna zo groot als schotel-
ties. Erg mooi vonden we do grijs-
En als je dan netjes was, en niet alte
vlug, en niet al te sterk, en zonder
enige kans op hulp: dan konden alle
vrouwenrubrieken ter wereld haar
vertellen dat je het zus moest doen of
zo, dat je een werkschema moest op
stellen en op tijd rust nemen: zij was
er geen minuut mee gebaat.
Zij is er van overtuigd dat wat die an
deren kunnen voor haar een soort
acrobatische krachttoer zou wezen
waarbij zij hoogstens alle armen en
benen tegelijk zou breken, figuurlijk
gezien.
lsschien heeft zij ook wel een
klein beetje gelijk. Het moet
voor dit type en de rusthuizen
zitten er vol van wel een uitgezoch
te kwelling zijn om in haar lijfblad
voortdurend niet de neus gedrukt te
worden op al die flinkerds, aie tegelijk
een huishouden drijven én een zaak
besturen of een baan waarnemen of
de boekhoudster-secretaresse-hoofdas-
sistent van haar man zijn. Zij moeten
er stellig een levensgroot nokkend
minderwaardigheidscomplex van
overhouden.
Het helpt evenmin om haar te advi
seren de dingen praktischer aan te
pakken en net is regelrechte moord
om zo'n opgejaagd konijntje lachend
te adviseren er dan maar eens een
Franse slag naar te slaan en wat min
der precies en pietepeuterig te werk
te gaan. De lieve stakker, als zij 't al
probeerde, zou ze er niet van kunnen
slapen.
Maar misschien zouden zij wel iets
van haar gespannen jakkeren, haar
eeuwig gevoel van: ik kan het niet
aanverliezen als zij eens gingen pro
beren zichzelf voor één dag te obser
veren. Zij zouden dan de verbazingwek
kende ontdekking doen, dat zij minder
tijd nodig hebben om de noodzakelijke
bezigheden te verrichten dan om
op gang te komen.
Een psycholoog moge het verklaren,
maar een belangstellend toeschouw
ster kan het constateren: hoeveel tijd
er vaak verloren gaat met ronddreh-
Mnnuro ,v telen, iets oppakken en weer neerzét-
nrn i' rf! - j! iten een krant opvouwen en halverwe-
h J m blijven steken om een stukje te
n nadenspel had. [lezen, uit het raam kijken, een dor
t jeiirs hadden jasjes in drie blaadje of wat uit de planten plukken
lengten: tot net over de taille, tot net en honderd van die kleine nuteloze
op de heup en tot ver over de heup. handelingen meer die niets anders op-
Soms waren de pakjes versierd met leveren dan tijdverlies,
een randje, donkerder dan het pak U kunt het niet zó druk hebben of er-
zelf. gens. de lieve dag lang, zijn de be-
De jurken zijn deze winter wat lan- faamde verloren kwartiertjes op te
ger gelukkig vanwege de koudesporen. Doe het met. een ijver als joeg
knieën. Overdag recht toe recht aan, 'U op ongedierte. Zij doen U meer
een beetje taille en een beetje ge-kwaad dan U denkt. SASKIA
rimpeld en naarmate de dag vordert
wat ingewikkelder. Dan wordt de rok
een wikkelrok, of we mogen er uit- De soepterrlen is ongemerkt verdwe-
zien als een ober door het hoge aan- nen uit liet eetservies, naarmate dit mo-
gezette extra pand In de rug. Modi- derner van uiterlijk cn beperkter van sa-
eus zijn de jurkjes zonder mouwen, menstelling werd. Edoch op een zorg-
die we U helaas in ons klimaat niet vuldig gedekte tafel detoneert de soep-
aan kunnen bevelen. De goudlarne- pan-zonder-meer wel een beetje! Dien de
cape van Offerman. ook wel met een soep eens op in een grote vuurvaste gla-
bontrand en met fikse zakken, lijkt zen schaal met deksel: ze blijft pr goed
ons leuk voor een vrouwelijke post- warm in. en zo'n doorzichtige glazen
bode die de toto zou winnen. „soepterrlen" ziet er bovendien heel wat
Tot slot do hoeden, hoog inet ronde aantrekkelijker uit dan een pan Men kan
bol, kachelpijpjes, lastig in de tram, de soep ook klaarmaken in een vuur-
111 aar leuk om to zien; vamp-hoedjes, vaste schaal; dat scheelt een vuile pan
diep over het voorhoofd en schuin op bij de afwas, en bovendien voorkomt men
één oor, en lekkere dikke warme dat de soep bij liet overgieten aan aroma
bontmutsen. verliest.