LEZERS SmiJVEN
Kofms
Wandelend door het land van
Cadzand bij dreiging van regen
NIEUWS UIT DE KERKEN
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
Maar liefde won
12
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DONDERDAG 8 SEPTEMBER 1960
ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL
Zeeraket is frisse
vondst aan
duinrand
Bij „De blanke top" stapte ik
uit de bus, de plaats waar men
vanuit Cadzand voor het eerst
de duinenrij bereikt. Een geluk
kig gekozen naam voor een hotel
aan zee, dacht ik zo en begon
als vanzelf de eerste regel te
neuriën van het beroemde Ne
derlandse lied. Maar ik kwam
niet ver. Bij het „sehitt'rend in
de zonnegloed" hield ik maar op,
want de lucht zag diep-grauw.
En wel met die variaties van
licht tot donker, dat elk Ogen- r,?n. tenyiji men het andere hard no-
dl? heeft om te ontsnannen aan het
blik een zware bui kon worden
verwacht.
Het leek geraden wat in de bewoonde
wereld te blijven en een tochtje langs
het strand voorlopig uit te stellen.
De weg oostwaarts langs net duin
bleek een misrekening. Hij verkeerde
in het voorstadium van een grondige
verbetering, wat inhield, dat in een
diepe uitgraving een tweede duinrij
was gedeponeerd bestaande uit grote
hopen betonpuin. Dit eerste deel van
de speurtocht, langs een smal pad
tussen, prikkeldraad en kunstrotsen,
bracht toch reeds een aangename
verrassing.
De duinhelling met verregend op elk
aar geplakt gras, verfomfaaide half
uitgebloeide havikskruiden en diverse
planten In zaad staand droeg ergens
een overvloed van een plant, die men
er meest niet aantreft. Zo in massa
maakten de flets-paarse bloemen van
de zeeraket een fleurige indruk, een
frisse vondst in een onbelangrijke
omgeving.
Dat cr ook vruchten aanwezig wa
ren hinderde niet, doordat ze de grijs
groene kleur van de stengels hadden
bleef de bloem overal domineren. Wat
later troffen we een flink uitgestoel-
de plant aan als „rots"plant bij de i-
gang van de garage van het hotel.
Langs knoopkruid, walstro, uitge
bloeid duinwinde, duindoorn volgela
den met oranje bessen bereiken we
het kampeerterrein, nog opmerkelijk
vol met caravans en lichte woonwa-
Eens. Een grappenmaker zou zeggen:
'at klopt. Het is het enige plekje
aan de kust, waar de zon steeds aan
wezig is. Tussen haakjes, in de vorm
van een caravan, waarop met flinke
letters „Le soleil" te lezen staat. Zon
der vertaling, de toeloop naar dit zon
nige plekje ware dan misschien in
een stormloop veranderd.
Advertentie)
Fris en fleurig
Langs de overloop over het duin komt
uit, dat de duinplanten toch wel voor
deel van de regen hebben getrokken.
Over 't algemeen staan ze er fris en
fleurig bij. Dit geldt vooral voor de
Kleine ruit, een fijn duinkruid, dat na
het seizoen vaak geheel verdord is,
maar nu nog flink in 't blad staat.
Tussen de houtige stammetjes van de
duindoorn verheffen zich de driekleu
rige viooltjes op lange stelen, ze ver
heugen zich in een frisse nabloei. Dat
het duinmos het naar z'n zin heeft is
begrijpelijk. Op de top strekt zich de
zee voor ons uit in bepaald woelige
toestand.
Het is nagenoeg hoogtij, zodat
de nodige aandacht moet worden be
steed aan wijd-uitschietende golftop
pen. Bij vloed ligt de strook van aan
gespoeld materiaal, niet ver van het
bruisende water, zodat men met één
oog het aanspoelsel moet controle-
dig heeft om te ontsnappen aan het
wild opdringen van de uitzwaaiende
watertongen.
De tocht langs het strand zal moeten
lopen tot het haventje, dus terug en
tegen de wind in. Tot overmaat van
ramp beginnen de dreigingen zich in
daden om te zetten. Fijne druppels,
later grotere zetten zich vast op de
brilleglazen, ze maken het onmogelijk
fijne verschillen op afstand te ont
dekken tussen de vele schelpen, ver
mengd met resten wier, slappe slier
ten zandkokerwormen en ketens van
aaneengegroeide mossels. nWe zullen
nog eens miniatuurruitenwissers moe
ten uitvinden.
Wier
We ondervangen een totale teleur
stelling door zo nu en dan eens
wat op te rapen, speciaal in het
genre wieren. We menen een zeld
zaam wier op te merken, dat aan
kan spoelen als losse ronde blazen
tot zo groot als een stuiter. Het
blijkt echter stuk geslagen darm
wier te zijn, een plant, die we
meestal binnendijks aantreffen.
Een andere „wier"soort ontpopt
zich na afwissen van de brillegla
zen als vederkruid, een plant van
onze poelen en sloten.
De quanta binnendijkse planten
wordt groter naarmate we west
waarts gaan en dat brengt de oplos
sing van het vreemd geval waarvoor,
we veel interesse hebben, daar een
lezer zich afvroeg hoe er grote hoe
veelheden kroos bij Walcherens
noordstrand konden komen. Dicht bij
het haventje (de uitwateringssluis)
liggen hopen zoetwaterplanten, waar
onder gebroken rietstengels, soms
nog in de moederaarde. „Het Vrije
van Sluis" zal het vers verplaatste
kroos wel hebben geleverd, er'ligt ook
hier genoeg.
't Wordt schuilen tot de bus komt.
Bij de halte zien we eigenlijk de
meest interessante planten-van die
dag. Mooie maar uitgebloeide
exemplaren van de vrij zeldzame
Malrose en prachtig volle rozetten
van de hertshoornweegbree.
In Zoutelande tussen de straatstenen
wat armetierig, komen we ze hier te-
ge nals op allerlei wijze vertakte
veelbladige roosjes van groen. Onge
twijfeld zouden ze ons het. afscheid
licht gemaakt hebben, ware het niet,
dat de aantollende bus heel onze aan
dacht opeiste. Daarbinnen zaten we
althans droog, we behoefden geen an
dere stimulans tot aftrekken. Naar
een volgende maal beter.
Voor vermakelijkheden zes
miljoen bezoekers minder
Blijkens door het Centraal Bureau
voor de Statistiek gepubliceerde cij
fers omtrent de belasting op verma
kelijkheden is het aantal bezoekers
aan vermakelijkheidsinstellingen te
ruggelopen van 106,6 miljoen in 1958
tot 99,9 miljoen in 1959. Per inwoner
berekend daalde het aantal bezoeken
van 9,5 in 1958 tot 8,8 in 1959. Het
bioscoopbezoek daalde van 5,5 tot
4,8 per inwoner.
Het door het publiek bestede bedrag
verminderde eveneens, zij het in
mindere mate, namelijk van f 137,3
miljoen in 1958 tot f 131,2 miljoen in
.1959. Gemiddeld gaf iedere Neder
lander f 11,56 voor vermaak uit in
1959, tegen f 12,28 in 1958.
Van elke voor vermaak uitgegeven
gulden betaalde het publiek 18 cent
belasting. De totale belastingop
brengst bedroeg bijna f27 miljoen
(vorig jaar: ruim f28 miljoen).
$In Hamburg is een Nederlands Her
vormde Gemeente gesticht. Dominee Paul
Pettinga heeft de beschikking over een
kerk van de Duitse Evangelische Kerk
(Advertentie)
sinaasappel
citroen
vruchtenlimonade
Nieuw licht op figuur
van Catharina Hoondert
Overleed te Ovezande
Als dilettant op Zeeuws-historisch
terrein heb ik ook kennis genomen
van het artikel in P.Z.C. op 3 mei
1960 „Napoleon wilde 150 jaar ge
leden Bevelandse schone „ontvoe
ren"."
Er stond onder meer in, dat Cathari
na Hoondert niet met Napoleon mee
mocht naar Parijs, maar dat zij in
NED. HERVORMDE KERK.
Beroepen te Sint-Pancras: T. Tijsma,
kand. te Workum.
Benoemd tot vicaris te Zwolle wijk-
gemeente 3 en 4: A. W. J. A. Knorth,
kand. te Huissen (Gld.).
Beroepen te Sint-Johannisga: G. J.
Tijsseling te Suawoude;beroepen door
't breed moderamen van de klassika
le vergadering te Winschoten als pre-
dikant voor buitengewone werkzaam
heden (diaconaal maatschappelijk
werk) te Veendam: P. Meyboom te
Nieuw-Scheemda.
Benoemd tot ziekenhuispredikant te
Arnhem: A. Kooistra, emeritus pre
dikant te Elden.
Benoemd tot geestelijk verzorger
van de zieken in het r.-k. ziekenhuis
te Groningends. J. Roebers te Dork-
werd (Gron.).
Beroepen te Drachten T. Tijsma,
kandidaat te Workum.
Aangenomen naar Nieuwveen, toe-,
zegging, A. S. Klusenaar, kandidaat
te Delft: naar Workum. toezegging,
G. van Zeven te Windesheim; naar
Koudekerke-'t Zandt, toezegging, H.
A. van Herwaarden, voorheen zen
dingspredikant, wonende te Hilver
sum.
Beroepen te Wierden: W. H. van
Kooten te Hasselt; beroepen en aan
genomen naar Scherpenzeel, Fries
land: J. C. Delbeek, kand. te Scheve-
ningen.
Bedankt voor Oude- en Nieuwe-Nie-
dorp: A. D. H. Huysman te Ruiner-
wolde.
Benoemd tot vicaris te Veenhuizen in
Drente: J. C. Schoneveld, vicaris te
Noord-Scliouwen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te Andel (N.-Br.): I. Ver
geer*, kand. te Woerden.
Benoemd tot hulpprediker te Doorn:
J. van Oostrum, emeritus legerpredi-
kant te Utrecht.
Beroepen te Lekkerkerk: G. Clemens,
kand. te Rotterdam.
Aangenomen naar Grijpskerk, Gro
ningen, G. van den Berg te Wetsin-
geSauert.
Beroepen te Melbourne (Aust.) Ref.
J. F. H. van der Bom te Sydney,
voorheen te Groningen.
Aangenomen naar Biacktown (Nw.
South Wales) Ref. H. L. Hoving te
Hamilton, kandidaat voorheen te
Groningen.
CHRIST. GEREF. KERKEN.
Tweeteal te Zwaagwesteinde: G. J.
Buys te Papendrecht en M. S. Roos
te Alphen aan de Rijn.
Beroepen te Sneek: T. Erienen te
Mussel.
Tweetal te Huizen: N. H. M. Baan
te Dordrecht en N. de Jong te Kat
wijk aan Zee.
Beroepeu te Zwaagwesteinde: G. J.
Buys té Papendrecht.
GEREF. KERKEN VRIJGEMAAKT.
Aan de theologische hogeschool te
Kampen is geslaagd voor het kand.
examen de heer P. P. Goossens te
Amersfoort.
BAPTISTEN GEMEENTEN
Bedankt voor Muntendam: A. H. Ag-
tereek te Den Helder.
HOOG EN LAAG WATER
9 september
Vlissingen
Terneuzen
Hansweert
Zierikzee
Wemeldinge
-f- nap
uur meter
4.17 2.37
4.46
5.31
5.59
6.20
nap
uur meter
16.34 2.30
1.71
2.04
17.05
17.40
18.04
18.34
2.45
2.52
1.60
uur meter
10.33 1.92
11.05 2.08
11.41 2.22
11.19 1.41
11.38 1.66
nap
uur meter
23.09 2.20
23.41 1.36
23A7 L79
,iW Bolletje/'
de échte eierbeschuit
1577. Eindelijk brak de dag
aan, waarop men de grote
tocht ging ondernemen. De
Terra I was geheel gereed
en wees ais een enorme sta
len vinger omhoog naar de
verblekende sterrènhemel
waarin hij weldra zou door
dringen. Lang vóór hij ge
wekt zou worden, lag piloot
Storm al klaar wakker op
zijn brits en dacht na over
alle aspecten van de expedi
tie. De verantwoordelijkheid
drukte zwaar op hem en 't
waa niet zozeer het schip
dat hem zorgen baarde als
wel de mensen die er straks
in zouden stappen. Aan een voortreffelijke sa
menwerking in dc stuurcabine, tussen Buck,
Charley en hemzelf twijfelde hij niet. Ook San
dra wist precies wat er van haar verlangd
werd en in zijn hart was Arend maar wat blij
dat zijn verloofde ditmaal bij de aanvang van
een nieuw avontuur aan zijn zijde stond.
plaats daarvan jaarlijks 300 kreeg,
zolang zij ongehuwd was, en 600,
wanneer zij gehuwd was, mits Ca
tharina haar eerste kind naar hem of
naar de keizerin Maiie Louise
zou noemen. Dan staat in het artikel
ook dit: „Of zij haar eerstgeborene
naar Napoleon of Marie Louise heeft
genoemd is niet bekend. Na haar hu
welijk is Catharina spoorloos uit de
bevolkingsregisters verdwenen
Nu heb ik via een bidprentje vast
gesteld, dat de laatste twee bewerin
gen niet langer kunnen opgaan. Het
bidprentje vermeldt, dat Cathai-ina in
1876 op bijna 83-jarige leeftijd te
Ovezande gestorven is. In een akte
van overlijden te Ovezande staat: „6
april 1876; Catharina Hoondert; ge-
storven ten half één des nachts, doch
ter van Nicolaas Willemse Hoondert
en van Cornelia Pieterse de Jonge,
beide overleden".
Verder heb ik in de registers gevon
den, dat Catharina getrouwd was
met Marinus Jacob van Eykeren
(17981864), herbergier te Ovezan
de op nummer A 16. Zij schonk hem
vier kinderen: Martina van Eykeren
(12-2 1826-5-3-1869), Jacob van Ey
keren (31.1-1837—13-1-1867), Nico
laas van Eykeren (27-7-183329-11-
1855) en Pieter van Eykeren (30-10-
18395-2-1842). Van deze vier is al
leen Martina getrouwd, en wel met
Jan de Jonge (18261904). Martina
krijgt een zoon Willem op 22-1-1869.
die 3-2-1869 overlijdt. Martina zelf
sterft goed een maand na de dood
van haar kind. Hiermee is het nage
slacht van Catharina Hoondert uitge
storven. Catharina, de schone boe
rendochter, door Napoleon „ge
vraagd", heeft dus haar gehele nage
slacht overleefd. Een voorbeeld van
een triest vrouwenleven uit de vorige
eeuw!
Jan de Jonge, de schoonzoon van Ca
tharina, krijgt bij zijn tweede vrouw
Franzina van Weele drie dochters, te
weten Johanna (10-10-1870), Mar-
grieta (30-6-1872) en Magdalena (7-
6-1876). Het gezin verhuist op 4 april
1877 naar Borssele (al deze drie doch
ters zijn nu gestorven). Magdalena
heeft op een Oranjefeest te 's-Heeren-
hoek ooit koningin Wilhelmina mo
gen zijn. L' histoiri se repete un peu
Laatst wist een vrouw van 60 jaar
mij te vertellen, dat haar stiefmoe
der Johanna de Jonge het nog wel-
eens had over die knappe Catharina,
de schoonmoeder van haar vader Jan
de Jonge.
Tot slot wil ik gaarne nog twee pun
ten vermelden. Is het niet verwon
derlijk, dat de schone boerendochter
Catharina in een tijd dat men zeer
veel moeite deed in zijn eigen stand
te blijven, eerst op 32-jarige leeftijd
getrouwd is met een herbergier. Ver
der heb ik een vermoeden, dat het
huwelijk tussen Jan de Jonge en Mar
tina van Eykeren er een in de derde
graad is geweest. Het is maar een
veronderstelling, die mijns inziens
toch de moeite waard is, door een on
derzoek al of niet gefundeerd te wor
den. Ik ken namelijk een vrouw, wier
grootmoeder Pieternella de Jonge een
zus was van bovenvermelde Jan de
Jonge. Zij wist, dat die de Jonges
vroeger in-de Zuid-Kraayert woon
den. Volgens die mij bekende vrouw
mag ik wel veronderstellen dat Jan
de Jonges grootmoeder ook uit de
Zuid-Kraayert kwam, zijnde 'n broer
van Pieternella. Misschien was Ca-
tharina's moeder Cornelia Pieterse
de Jonge een zus van Jan de Jonges
grootmoeder. Iets in dien aard zou
een onderzoek mijns inziens kunnen
aantonen.
Ovezande. Jaap Boonman.
(Advertentie)
Nee, het was de verhouding Dubois-Kowalski
die hem te denken gaf. Reeds vanaf de eerste
dag dat de twee heren elkaar ontmoetten,
schenen zij een grondige antipathie tegen el
kaar opgevat te hebben, die zich steeds vaker
in woordenwisselingen en kwade gezichten uit
te. Indien hij in deze zaak zelf had kunnen be
slissen zou Arend stellig twee andere
den meegenomen hebben. Er waren immers
liefhebbers genoeg. Maar het betrof hier een
soort van internationale prestige-verdeling zo
als die door de commissie was uitgemaakt.
Enfin, misschien viel alles nog wel mee als zij
eenmaal onder weg waren.
Alléén een tandarts
reinigt Uw tanden beter dan
SUPERWHITE ^TANDPASTA
z
O
Margaret Malcolm
„Als uw man hem tenminste wil ont
vangen", zei de dokter, terwijl hij
haar onderzoekend aankeek. „Ik
weet niet zeker of hij daartoe be
reid is. Hij is er immers vast van
overtuigd, dat zijn einde nadert."
„O!!" riep Karen met een ongeduldig
gebaar, „daarmee kunnen we nu
geen rekening houden. Het is op. 't
ogenblik te laat, om. te telefoneren,
maar zou het morgenochtend gaan?"
„Goed", knikte dokter Stalham,
„maar ronduit gezegd zullen we, als
uw man niet meewerkt
„Hij moet!" viel Karen hem op be
sliste toon in de rede. „U moet de
specialist vertellen ofschoon hij
dat waarschijnlijk al weet dat
Christopher niet gelooft nog enige
kans te hebben. Maar intussen moet
U beiden hem overtuigen, dat hij
doorgaande als totnogtoe niet
eens meer in staat zal zijn, een hand
te beweeen wat nu nog wel het ge
val is. Kortom, dat hij dan in alles
van anderen afhankelijk zal worden.
Want m.i. hindert het verlies van
zijn zelfstandigheid hem het meest."
„Hm", merkte de dokter enigszins
peinzend op: „U is een heel ver
standige vrouw, die veel mensenken
nis bezit."
O, neen", verzekerde Karen hoofd
schuddend. „Dat is de kwestie niet,
maar wel dat ikHier bleef ze
eensklaps steken, maar dokier Stal
ham vulde ernstig aan: „Dat U zo
veel van uw man houdt! Goed, ik
zal mijn best doen, Braunton over
te halen en geloof niet, dat dit veel
moeite zal kosten. En nu naar bed
alstublieft! Ik heb geen zin, hier
nog méér zieken to behandelen."
„Daar is geen sprake van", verklaar
de Karen, wat gedwongen glim
lachend. „Ik ben erg taai, hoor!
Veel taaier dan lk eruit zie."
„U is koppig", verbeterde hij schert
send. „Nu. ik geloof, dat ik verder
maar geen moeite meer zal doen.
want dat U toch dc gehele nacht
wilt opblijven voor 't geval hij U
nodig mocht hebben."
„Dat spreekt van zelf", zei Karen
eenvoudig.
Dokter Stalham sloeg het lieve,
ernstige gezichtje peinzend gade en
constateerde voor het eerst, dat er
ook kracht van die gelaatstrekken
uitging.
„Misschien hebt U gelijk", zei hij
langzaam. „Als iemand in staat is,
de arme kerel wat gemoedsrust te
geven wat hij in de eerste plaats
hard nodig heeft is U het/'
Daarop ging hij heen en begaf Ka
ren zich naar de kamers van Chris
topher. Bannister, die juist uit liet
binnenvertrek kwam, schudde het
hoofd toen hij Karen's onderzoeken
de blik ontmoette.
„Meneer is er slecht aan toe", fluis
terde hij. „De dokter heeft hem iets
ingegeven, maar het helpt niet. Zijn
geest wordt te veel door allerlei din
gen in beslag genomen. Wat wilt U
doen, mevrouw? Hij wil niemand bij
zich hebben en heeft mij al wegge
stuurd."
„Maak je niet bezorgd Bannister",
glimlachte Karen geruststellend. „Mij
zal hij niet wegsturen."
Ze begreep, dat ze zelfbewust diende
op te treden, want dat Christopher
haar evenmin bij zich zou dulden
als Bannister wanneer ze twijfel
verried over de haar wachtende ont
vangst. Ze moest hem dadelijk bij 't
betreden van zijn kamer overtuigen,
dat ze er thuis behoorde. Eenmaal
zover, moest ze hem zelfs al zou
hij die niet naar waarde schatten
de warmte van haar grote liefde
doen gevoelen. Christopher had im
mers, volgens zijn tanta Sarah, te
voren nooit liefde gekend.
Toen ze binnenkwam bewoog hij zich
niet, had misschien haar tegenwoor
digheid niet eens opgemerkt, want
ze was heel stil te werk gegaan. Zon
der ook maar iets te zeggen, trok ze
een stoel naast zijn bed en nam zijn
koude hand in haar warme. Ogen
blikkelijk voelde ze die hand ver
stijven en zag ze zijn lippen bewe
gen, maar kon niet verstaan wat hij
zei. Ze bleef zwijgend afwachten en
tenslotte klemden zijn vingers zich
om de hare.
In haar hart welde een stil dankge
bed op; hij had haar niet wegge
stuurd! Integendeel, hij hield haar
vast en wendde zijn hoofd naar haar
toe.
„Ga niet weg", fluisterde hij, met een
smartelijke blik in zijn donkere
ogen.
„Nooit", zei Karen, zijn hand stevi
ger vasthoudend. „Nooit, zolang je
wilt dat ik blijf".
Langzaam gingen de minuten voor
bij en Karen hoopte reeds, dat het
toegediende medicijn begon te wer
ken, toen hij plotseling bijna sme
kend vroeg: „Spreek tot meZeg
iets: wat doet er niet toe. als 't me
maar belet na te denken!".
„Ik ben er niet zeker van, dat ik
erg goed kan pralen", hernam Ka
ren peinzend, „want zolang ik me
herinner beeft niemand ooit gedacht
dat mijn woorden de moeite van het
luisteren waard waren. Dat gaat zo,
als je woont of omgaat met familie
leden die veel ouder zijn dan jezelf.
De Bungerbies natuurlijk uitgezon
derd", ging ze zacht lachend voort.
„Ik had in jaren niet aan hen ge
dacht, maar ze bestonden ook niet
werkelijk; waren enkel een produkt
van mijn verbeelding: Vader, moe
der en twee kleine Bungerbies. Een
keurig, voorbeeldig gezin: Meneer
Erugerbie was iets ik zou niet
kunnen zeggen wat! in de City en
ging soms onder zorgen gebukt, om
dat zijn voornaamste bediende, me
neer Longbow, erg onbetrouwbaar
bleek. Soms liep hij even weg om
postzegels te kopen en bleef dan wel
een half uur of meer uit. Zijn ex
cuus was dan bijvoorbeeld dat hij
een oude dame had geholpen de
straal over te steken en de tijd daar
bij was omgevlogen. En natuurlijk
vond de bijzonder vriendelijke me
neer Bungerbie het niet prettig zijn
ondergeschikte te vertellen, dat hij
geen oude dames moest helpen, maar
wenste hij wel, dat meneer Longbow
een beetje meer op 't kantoor bleef
Immers, zoals de zaken nu stonden,
diende hij, de patroon, zelf aan de
telefoon te komen en dan beweren
een ander te zijn, omdat de klanten
niet mochten denken, dat hii geen
eerste klerk kon betalen... Hij was
gewoon, mij alles te vertellen én mij
om raad te vragen. Dat deed trou
wens" mevrouw Bungerbie ook, spe
ciaal over de kinderen, als die sproe
ten hadden of een lichte kou geval.
Het goede mens was maar al te
geneigd, hen grondig te verwen
nen", besloot Karen op strenge toon.
Ze staakte haar verhaal uit vrees,
dat die kinderlijke onzin Christopher
teveel zou irriteren, maar hij klemde
zich steviger aan haar vast en zei
bevelend: „Ga voort".
Gehoorzaam verhaalde Karen het
eenvoudige sprookje van de Bunger-
bie-familie. Hoe zij hen had gehol
pen bij hun toebereidselen voor de
zomervakantie en ze toch maar
thuis waren gebleven uit angst voor
inbrekers. Ook hoe de jonge Bun-
gerbietjes allebei tegelijk ziek waren
geworden...
„En lelijk ook", verzekerde Karen
ernstig, „want de mazelen waren naar
binnen geslagen".
,Hoe deden ze dat?" wilde Chris
topher weten.
„Daar heb ik geen flauw idee van",
gaf Karen toe, „maar ik heb het
Iemand eens horen zeggen en het
klonk zó vreselijk, dat ik het wel
voor mijn verhaal moest gebruiken".
„Ga voort", zei Christopher weer.
blijkbaar even onverzadelijk als een
kind, dat een sprookje wil horen voor
het slapen gaan.
(Wordt vervolgd)