LEZERS SmiJVEN Kofms Wandelend door het land van Cadzand bij dreiging van regen NIEUWS UIT DE KERKEN PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer Maar liefde won 12 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT DONDERDAG 8 SEPTEMBER 1960 ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL Zeeraket is frisse vondst aan duinrand Bij „De blanke top" stapte ik uit de bus, de plaats waar men vanuit Cadzand voor het eerst de duinenrij bereikt. Een geluk kig gekozen naam voor een hotel aan zee, dacht ik zo en begon als vanzelf de eerste regel te neuriën van het beroemde Ne derlandse lied. Maar ik kwam niet ver. Bij het „sehitt'rend in de zonnegloed" hield ik maar op, want de lucht zag diep-grauw. En wel met die variaties van licht tot donker, dat elk Ogen- r,?n. tenyiji men het andere hard no- dl? heeft om te ontsnannen aan het blik een zware bui kon worden verwacht. Het leek geraden wat in de bewoonde wereld te blijven en een tochtje langs het strand voorlopig uit te stellen. De weg oostwaarts langs net duin bleek een misrekening. Hij verkeerde in het voorstadium van een grondige verbetering, wat inhield, dat in een diepe uitgraving een tweede duinrij was gedeponeerd bestaande uit grote hopen betonpuin. Dit eerste deel van de speurtocht, langs een smal pad tussen, prikkeldraad en kunstrotsen, bracht toch reeds een aangename verrassing. De duinhelling met verregend op elk aar geplakt gras, verfomfaaide half uitgebloeide havikskruiden en diverse planten In zaad staand droeg ergens een overvloed van een plant, die men er meest niet aantreft. Zo in massa maakten de flets-paarse bloemen van de zeeraket een fleurige indruk, een frisse vondst in een onbelangrijke omgeving. Dat cr ook vruchten aanwezig wa ren hinderde niet, doordat ze de grijs groene kleur van de stengels hadden bleef de bloem overal domineren. Wat later troffen we een flink uitgestoel- de plant aan als „rots"plant bij de i- gang van de garage van het hotel. Langs knoopkruid, walstro, uitge bloeid duinwinde, duindoorn volgela den met oranje bessen bereiken we het kampeerterrein, nog opmerkelijk vol met caravans en lichte woonwa- Eens. Een grappenmaker zou zeggen: 'at klopt. Het is het enige plekje aan de kust, waar de zon steeds aan wezig is. Tussen haakjes, in de vorm van een caravan, waarop met flinke letters „Le soleil" te lezen staat. Zon der vertaling, de toeloop naar dit zon nige plekje ware dan misschien in een stormloop veranderd. Advertentie) Fris en fleurig Langs de overloop over het duin komt uit, dat de duinplanten toch wel voor deel van de regen hebben getrokken. Over 't algemeen staan ze er fris en fleurig bij. Dit geldt vooral voor de Kleine ruit, een fijn duinkruid, dat na het seizoen vaak geheel verdord is, maar nu nog flink in 't blad staat. Tussen de houtige stammetjes van de duindoorn verheffen zich de driekleu rige viooltjes op lange stelen, ze ver heugen zich in een frisse nabloei. Dat het duinmos het naar z'n zin heeft is begrijpelijk. Op de top strekt zich de zee voor ons uit in bepaald woelige toestand. Het is nagenoeg hoogtij, zodat de nodige aandacht moet worden be steed aan wijd-uitschietende golftop pen. Bij vloed ligt de strook van aan gespoeld materiaal, niet ver van het bruisende water, zodat men met één oog het aanspoelsel moet controle- dig heeft om te ontsnappen aan het wild opdringen van de uitzwaaiende watertongen. De tocht langs het strand zal moeten lopen tot het haventje, dus terug en tegen de wind in. Tot overmaat van ramp beginnen de dreigingen zich in daden om te zetten. Fijne druppels, later grotere zetten zich vast op de brilleglazen, ze maken het onmogelijk fijne verschillen op afstand te ont dekken tussen de vele schelpen, ver mengd met resten wier, slappe slier ten zandkokerwormen en ketens van aaneengegroeide mossels. nWe zullen nog eens miniatuurruitenwissers moe ten uitvinden. Wier We ondervangen een totale teleur stelling door zo nu en dan eens wat op te rapen, speciaal in het genre wieren. We menen een zeld zaam wier op te merken, dat aan kan spoelen als losse ronde blazen tot zo groot als een stuiter. Het blijkt echter stuk geslagen darm wier te zijn, een plant, die we meestal binnendijks aantreffen. Een andere „wier"soort ontpopt zich na afwissen van de brillegla zen als vederkruid, een plant van onze poelen en sloten. De quanta binnendijkse planten wordt groter naarmate we west waarts gaan en dat brengt de oplos sing van het vreemd geval waarvoor, we veel interesse hebben, daar een lezer zich afvroeg hoe er grote hoe veelheden kroos bij Walcherens noordstrand konden komen. Dicht bij het haventje (de uitwateringssluis) liggen hopen zoetwaterplanten, waar onder gebroken rietstengels, soms nog in de moederaarde. „Het Vrije van Sluis" zal het vers verplaatste kroos wel hebben geleverd, er'ligt ook hier genoeg. 't Wordt schuilen tot de bus komt. Bij de halte zien we eigenlijk de meest interessante planten-van die dag. Mooie maar uitgebloeide exemplaren van de vrij zeldzame Malrose en prachtig volle rozetten van de hertshoornweegbree. In Zoutelande tussen de straatstenen wat armetierig, komen we ze hier te- ge nals op allerlei wijze vertakte veelbladige roosjes van groen. Onge twijfeld zouden ze ons het. afscheid licht gemaakt hebben, ware het niet, dat de aantollende bus heel onze aan dacht opeiste. Daarbinnen zaten we althans droog, we behoefden geen an dere stimulans tot aftrekken. Naar een volgende maal beter. Voor vermakelijkheden zes miljoen bezoekers minder Blijkens door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cij fers omtrent de belasting op verma kelijkheden is het aantal bezoekers aan vermakelijkheidsinstellingen te ruggelopen van 106,6 miljoen in 1958 tot 99,9 miljoen in 1959. Per inwoner berekend daalde het aantal bezoeken van 9,5 in 1958 tot 8,8 in 1959. Het bioscoopbezoek daalde van 5,5 tot 4,8 per inwoner. Het door het publiek bestede bedrag verminderde eveneens, zij het in mindere mate, namelijk van f 137,3 miljoen in 1958 tot f 131,2 miljoen in .1959. Gemiddeld gaf iedere Neder lander f 11,56 voor vermaak uit in 1959, tegen f 12,28 in 1958. Van elke voor vermaak uitgegeven gulden betaalde het publiek 18 cent belasting. De totale belastingop brengst bedroeg bijna f27 miljoen (vorig jaar: ruim f28 miljoen). $In Hamburg is een Nederlands Her vormde Gemeente gesticht. Dominee Paul Pettinga heeft de beschikking over een kerk van de Duitse Evangelische Kerk (Advertentie) sinaasappel citroen vruchtenlimonade Nieuw licht op figuur van Catharina Hoondert Overleed te Ovezande Als dilettant op Zeeuws-historisch terrein heb ik ook kennis genomen van het artikel in P.Z.C. op 3 mei 1960 „Napoleon wilde 150 jaar ge leden Bevelandse schone „ontvoe ren"." Er stond onder meer in, dat Cathari na Hoondert niet met Napoleon mee mocht naar Parijs, maar dat zij in NED. HERVORMDE KERK. Beroepen te Sint-Pancras: T. Tijsma, kand. te Workum. Benoemd tot vicaris te Zwolle wijk- gemeente 3 en 4: A. W. J. A. Knorth, kand. te Huissen (Gld.). Beroepen te Sint-Johannisga: G. J. Tijsseling te Suawoude;beroepen door 't breed moderamen van de klassika le vergadering te Winschoten als pre- dikant voor buitengewone werkzaam heden (diaconaal maatschappelijk werk) te Veendam: P. Meyboom te Nieuw-Scheemda. Benoemd tot ziekenhuispredikant te Arnhem: A. Kooistra, emeritus pre dikant te Elden. Benoemd tot geestelijk verzorger van de zieken in het r.-k. ziekenhuis te Groningends. J. Roebers te Dork- werd (Gron.). Beroepen te Drachten T. Tijsma, kandidaat te Workum. Aangenomen naar Nieuwveen, toe-, zegging, A. S. Klusenaar, kandidaat te Delft: naar Workum. toezegging, G. van Zeven te Windesheim; naar Koudekerke-'t Zandt, toezegging, H. A. van Herwaarden, voorheen zen dingspredikant, wonende te Hilver sum. Beroepen te Wierden: W. H. van Kooten te Hasselt; beroepen en aan genomen naar Scherpenzeel, Fries land: J. C. Delbeek, kand. te Scheve- ningen. Bedankt voor Oude- en Nieuwe-Nie- dorp: A. D. H. Huysman te Ruiner- wolde. Benoemd tot vicaris te Veenhuizen in Drente: J. C. Schoneveld, vicaris te Noord-Scliouwen. GEREF. KERKEN. Beroepen te Andel (N.-Br.): I. Ver geer*, kand. te Woerden. Benoemd tot hulpprediker te Doorn: J. van Oostrum, emeritus legerpredi- kant te Utrecht. Beroepen te Lekkerkerk: G. Clemens, kand. te Rotterdam. Aangenomen naar Grijpskerk, Gro ningen, G. van den Berg te Wetsin- geSauert. Beroepen te Melbourne (Aust.) Ref. J. F. H. van der Bom te Sydney, voorheen te Groningen. Aangenomen naar Biacktown (Nw. South Wales) Ref. H. L. Hoving te Hamilton, kandidaat voorheen te Groningen. CHRIST. GEREF. KERKEN. Tweeteal te Zwaagwesteinde: G. J. Buys te Papendrecht en M. S. Roos te Alphen aan de Rijn. Beroepen te Sneek: T. Erienen te Mussel. Tweetal te Huizen: N. H. M. Baan te Dordrecht en N. de Jong te Kat wijk aan Zee. Beroepeu te Zwaagwesteinde: G. J. Buys té Papendrecht. GEREF. KERKEN VRIJGEMAAKT. Aan de theologische hogeschool te Kampen is geslaagd voor het kand. examen de heer P. P. Goossens te Amersfoort. BAPTISTEN GEMEENTEN Bedankt voor Muntendam: A. H. Ag- tereek te Den Helder. HOOG EN LAAG WATER 9 september Vlissingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge -f- nap uur meter 4.17 2.37 4.46 5.31 5.59 6.20 nap uur meter 16.34 2.30 1.71 2.04 17.05 17.40 18.04 18.34 2.45 2.52 1.60 uur meter 10.33 1.92 11.05 2.08 11.41 2.22 11.19 1.41 11.38 1.66 nap uur meter 23.09 2.20 23.41 1.36 23A7 L79 ,iW Bolletje/' de échte eierbeschuit 1577. Eindelijk brak de dag aan, waarop men de grote tocht ging ondernemen. De Terra I was geheel gereed en wees ais een enorme sta len vinger omhoog naar de verblekende sterrènhemel waarin hij weldra zou door dringen. Lang vóór hij ge wekt zou worden, lag piloot Storm al klaar wakker op zijn brits en dacht na over alle aspecten van de expedi tie. De verantwoordelijkheid drukte zwaar op hem en 't waa niet zozeer het schip dat hem zorgen baarde als wel de mensen die er straks in zouden stappen. Aan een voortreffelijke sa menwerking in dc stuurcabine, tussen Buck, Charley en hemzelf twijfelde hij niet. Ook San dra wist precies wat er van haar verlangd werd en in zijn hart was Arend maar wat blij dat zijn verloofde ditmaal bij de aanvang van een nieuw avontuur aan zijn zijde stond. plaats daarvan jaarlijks 300 kreeg, zolang zij ongehuwd was, en 600, wanneer zij gehuwd was, mits Ca tharina haar eerste kind naar hem of naar de keizerin Maiie Louise zou noemen. Dan staat in het artikel ook dit: „Of zij haar eerstgeborene naar Napoleon of Marie Louise heeft genoemd is niet bekend. Na haar hu welijk is Catharina spoorloos uit de bevolkingsregisters verdwenen Nu heb ik via een bidprentje vast gesteld, dat de laatste twee bewerin gen niet langer kunnen opgaan. Het bidprentje vermeldt, dat Cathai-ina in 1876 op bijna 83-jarige leeftijd te Ovezande gestorven is. In een akte van overlijden te Ovezande staat: „6 april 1876; Catharina Hoondert; ge- storven ten half één des nachts, doch ter van Nicolaas Willemse Hoondert en van Cornelia Pieterse de Jonge, beide overleden". Verder heb ik in de registers gevon den, dat Catharina getrouwd was met Marinus Jacob van Eykeren (17981864), herbergier te Ovezan de op nummer A 16. Zij schonk hem vier kinderen: Martina van Eykeren (12-2 1826-5-3-1869), Jacob van Ey keren (31.1-1837—13-1-1867), Nico laas van Eykeren (27-7-183329-11- 1855) en Pieter van Eykeren (30-10- 18395-2-1842). Van deze vier is al leen Martina getrouwd, en wel met Jan de Jonge (18261904). Martina krijgt een zoon Willem op 22-1-1869. die 3-2-1869 overlijdt. Martina zelf sterft goed een maand na de dood van haar kind. Hiermee is het nage slacht van Catharina Hoondert uitge storven. Catharina, de schone boe rendochter, door Napoleon „ge vraagd", heeft dus haar gehele nage slacht overleefd. Een voorbeeld van een triest vrouwenleven uit de vorige eeuw! Jan de Jonge, de schoonzoon van Ca tharina, krijgt bij zijn tweede vrouw Franzina van Weele drie dochters, te weten Johanna (10-10-1870), Mar- grieta (30-6-1872) en Magdalena (7- 6-1876). Het gezin verhuist op 4 april 1877 naar Borssele (al deze drie doch ters zijn nu gestorven). Magdalena heeft op een Oranjefeest te 's-Heeren- hoek ooit koningin Wilhelmina mo gen zijn. L' histoiri se repete un peu Laatst wist een vrouw van 60 jaar mij te vertellen, dat haar stiefmoe der Johanna de Jonge het nog wel- eens had over die knappe Catharina, de schoonmoeder van haar vader Jan de Jonge. Tot slot wil ik gaarne nog twee pun ten vermelden. Is het niet verwon derlijk, dat de schone boerendochter Catharina in een tijd dat men zeer veel moeite deed in zijn eigen stand te blijven, eerst op 32-jarige leeftijd getrouwd is met een herbergier. Ver der heb ik een vermoeden, dat het huwelijk tussen Jan de Jonge en Mar tina van Eykeren er een in de derde graad is geweest. Het is maar een veronderstelling, die mijns inziens toch de moeite waard is, door een on derzoek al of niet gefundeerd te wor den. Ik ken namelijk een vrouw, wier grootmoeder Pieternella de Jonge een zus was van bovenvermelde Jan de Jonge. Zij wist, dat die de Jonges vroeger in-de Zuid-Kraayert woon den. Volgens die mij bekende vrouw mag ik wel veronderstellen dat Jan de Jonges grootmoeder ook uit de Zuid-Kraayert kwam, zijnde 'n broer van Pieternella. Misschien was Ca- tharina's moeder Cornelia Pieterse de Jonge een zus van Jan de Jonges grootmoeder. Iets in dien aard zou een onderzoek mijns inziens kunnen aantonen. Ovezande. Jaap Boonman. (Advertentie) Nee, het was de verhouding Dubois-Kowalski die hem te denken gaf. Reeds vanaf de eerste dag dat de twee heren elkaar ontmoetten, schenen zij een grondige antipathie tegen el kaar opgevat te hebben, die zich steeds vaker in woordenwisselingen en kwade gezichten uit te. Indien hij in deze zaak zelf had kunnen be slissen zou Arend stellig twee andere den meegenomen hebben. Er waren immers liefhebbers genoeg. Maar het betrof hier een soort van internationale prestige-verdeling zo als die door de commissie was uitgemaakt. Enfin, misschien viel alles nog wel mee als zij eenmaal onder weg waren. Alléén een tandarts reinigt Uw tanden beter dan SUPERWHITE ^TANDPASTA z O Margaret Malcolm „Als uw man hem tenminste wil ont vangen", zei de dokter, terwijl hij haar onderzoekend aankeek. „Ik weet niet zeker of hij daartoe be reid is. Hij is er immers vast van overtuigd, dat zijn einde nadert." „O!!" riep Karen met een ongeduldig gebaar, „daarmee kunnen we nu geen rekening houden. Het is op. 't ogenblik te laat, om. te telefoneren, maar zou het morgenochtend gaan?" „Goed", knikte dokter Stalham, „maar ronduit gezegd zullen we, als uw man niet meewerkt „Hij moet!" viel Karen hem op be sliste toon in de rede. „U moet de specialist vertellen ofschoon hij dat waarschijnlijk al weet dat Christopher niet gelooft nog enige kans te hebben. Maar intussen moet U beiden hem overtuigen, dat hij doorgaande als totnogtoe niet eens meer in staat zal zijn, een hand te beweeen wat nu nog wel het ge val is. Kortom, dat hij dan in alles van anderen afhankelijk zal worden. Want m.i. hindert het verlies van zijn zelfstandigheid hem het meest." „Hm", merkte de dokter enigszins peinzend op: „U is een heel ver standige vrouw, die veel mensenken nis bezit." O, neen", verzekerde Karen hoofd schuddend. „Dat is de kwestie niet, maar wel dat ikHier bleef ze eensklaps steken, maar dokier Stal ham vulde ernstig aan: „Dat U zo veel van uw man houdt! Goed, ik zal mijn best doen, Braunton over te halen en geloof niet, dat dit veel moeite zal kosten. En nu naar bed alstublieft! Ik heb geen zin, hier nog méér zieken to behandelen." „Daar is geen sprake van", verklaar de Karen, wat gedwongen glim lachend. „Ik ben erg taai, hoor! Veel taaier dan lk eruit zie." „U is koppig", verbeterde hij schert send. „Nu. ik geloof, dat ik verder maar geen moeite meer zal doen. want dat U toch dc gehele nacht wilt opblijven voor 't geval hij U nodig mocht hebben." „Dat spreekt van zelf", zei Karen eenvoudig. Dokter Stalham sloeg het lieve, ernstige gezichtje peinzend gade en constateerde voor het eerst, dat er ook kracht van die gelaatstrekken uitging. „Misschien hebt U gelijk", zei hij langzaam. „Als iemand in staat is, de arme kerel wat gemoedsrust te geven wat hij in de eerste plaats hard nodig heeft is U het/' Daarop ging hij heen en begaf Ka ren zich naar de kamers van Chris topher. Bannister, die juist uit liet binnenvertrek kwam, schudde het hoofd toen hij Karen's onderzoeken de blik ontmoette. „Meneer is er slecht aan toe", fluis terde hij. „De dokter heeft hem iets ingegeven, maar het helpt niet. Zijn geest wordt te veel door allerlei din gen in beslag genomen. Wat wilt U doen, mevrouw? Hij wil niemand bij zich hebben en heeft mij al wegge stuurd." „Maak je niet bezorgd Bannister", glimlachte Karen geruststellend. „Mij zal hij niet wegsturen." Ze begreep, dat ze zelfbewust diende op te treden, want dat Christopher haar evenmin bij zich zou dulden als Bannister wanneer ze twijfel verried over de haar wachtende ont vangst. Ze moest hem dadelijk bij 't betreden van zijn kamer overtuigen, dat ze er thuis behoorde. Eenmaal zover, moest ze hem zelfs al zou hij die niet naar waarde schatten de warmte van haar grote liefde doen gevoelen. Christopher had im mers, volgens zijn tanta Sarah, te voren nooit liefde gekend. Toen ze binnenkwam bewoog hij zich niet, had misschien haar tegenwoor digheid niet eens opgemerkt, want ze was heel stil te werk gegaan. Zon der ook maar iets te zeggen, trok ze een stoel naast zijn bed en nam zijn koude hand in haar warme. Ogen blikkelijk voelde ze die hand ver stijven en zag ze zijn lippen bewe gen, maar kon niet verstaan wat hij zei. Ze bleef zwijgend afwachten en tenslotte klemden zijn vingers zich om de hare. In haar hart welde een stil dankge bed op; hij had haar niet wegge stuurd! Integendeel, hij hield haar vast en wendde zijn hoofd naar haar toe. „Ga niet weg", fluisterde hij, met een smartelijke blik in zijn donkere ogen. „Nooit", zei Karen, zijn hand stevi ger vasthoudend. „Nooit, zolang je wilt dat ik blijf". Langzaam gingen de minuten voor bij en Karen hoopte reeds, dat het toegediende medicijn begon te wer ken, toen hij plotseling bijna sme kend vroeg: „Spreek tot meZeg iets: wat doet er niet toe. als 't me maar belet na te denken!". „Ik ben er niet zeker van, dat ik erg goed kan pralen", hernam Ka ren peinzend, „want zolang ik me herinner beeft niemand ooit gedacht dat mijn woorden de moeite van het luisteren waard waren. Dat gaat zo, als je woont of omgaat met familie leden die veel ouder zijn dan jezelf. De Bungerbies natuurlijk uitgezon derd", ging ze zacht lachend voort. „Ik had in jaren niet aan hen ge dacht, maar ze bestonden ook niet werkelijk; waren enkel een produkt van mijn verbeelding: Vader, moe der en twee kleine Bungerbies. Een keurig, voorbeeldig gezin: Meneer Erugerbie was iets ik zou niet kunnen zeggen wat! in de City en ging soms onder zorgen gebukt, om dat zijn voornaamste bediende, me neer Longbow, erg onbetrouwbaar bleek. Soms liep hij even weg om postzegels te kopen en bleef dan wel een half uur of meer uit. Zijn ex cuus was dan bijvoorbeeld dat hij een oude dame had geholpen de straal over te steken en de tijd daar bij was omgevlogen. En natuurlijk vond de bijzonder vriendelijke me neer Bungerbie het niet prettig zijn ondergeschikte te vertellen, dat hij geen oude dames moest helpen, maar wenste hij wel, dat meneer Longbow een beetje meer op 't kantoor bleef Immers, zoals de zaken nu stonden, diende hij, de patroon, zelf aan de telefoon te komen en dan beweren een ander te zijn, omdat de klanten niet mochten denken, dat hii geen eerste klerk kon betalen... Hij was gewoon, mij alles te vertellen én mij om raad te vragen. Dat deed trou wens" mevrouw Bungerbie ook, spe ciaal over de kinderen, als die sproe ten hadden of een lichte kou geval. Het goede mens was maar al te geneigd, hen grondig te verwen nen", besloot Karen op strenge toon. Ze staakte haar verhaal uit vrees, dat die kinderlijke onzin Christopher teveel zou irriteren, maar hij klemde zich steviger aan haar vast en zei bevelend: „Ga voort". Gehoorzaam verhaalde Karen het eenvoudige sprookje van de Bunger- bie-familie. Hoe zij hen had gehol pen bij hun toebereidselen voor de zomervakantie en ze toch maar thuis waren gebleven uit angst voor inbrekers. Ook hoe de jonge Bun- gerbietjes allebei tegelijk ziek waren geworden... „En lelijk ook", verzekerde Karen ernstig, „want de mazelen waren naar binnen geslagen". ,Hoe deden ze dat?" wilde Chris topher weten. „Daar heb ik geen flauw idee van", gaf Karen toe, „maar ik heb het Iemand eens horen zeggen en het klonk zó vreselijk, dat ik het wel voor mijn verhaal moest gebruiken". „Ga voort", zei Christopher weer. blijkbaar even onverzadelijk als een kind, dat een sprookje wil horen voor het slapen gaan. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 14