PAGIMS
Twintig jaar voedingsvoorlichting
voor de Nederlandse huisvrouw
4a
„Onderhouduw woning...
plafond naar beneden
voordat het
komt!"
KLEUTER
PROCO
Sen „zaterdag-soep"
FANTASEREN
VRUDAG 19 'AUGUSTUS 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
T
„HET VOORLICHTINGSBUREAU VOOR DE VOEDING MELDT..
Maar zij brengt haar kennis nog
te weinig in praktijk!
(Van onze redactrice).
„HET VOORLICHTINGSBUREAU voor de voeding meldt..."
Dat is een slagzin, waarmee anno 1960 verscheidene Neder
landse huisvrouwen vertrouwd zijn. Men zou die slagzin het
„handelsmerk" kunnen noemen van een instelling, die dit jaar
twintig jaar bestaat, en in de loop van die twee decennia het
Nederlands huisvrouwendom heeft verblijd met een groot
aantal nuttige publicaties op het gebied van de moderne voe
dingsleer: het Voorlichtingsbureau voor de Voeding.
Het is dus een jubileumjaar voor deze instelling en toch
hebben de oprichters van dit voorlichtingsinstituut indertijd
wellicht niet verwacht, dat een dergelijke mijlpaal bereikt zou
worden! Want als ooit een instantie werd „geboren uit de nood
der tijden", was het in 1940 wel de „Voedingsraad", zoals het
bureau aanvankelijk heette
Voorlichting: op voedingsgehied immers was in dat (zwarte) jaar brood
nodig in Nederland! Voorlichting naar twee kanten: de overheid wenste
adviezen inzake de verdeling van het beschikbare voedïngsmateriaal, de
hulsvrouw voelde zich eveneens als een kat in een vreemd pakhuis tussen
het dreigend voedseltekort enerzijds en de plotseling losbrekende „ham
ster-woede" anderzijds. Het begrip „centrale voedingsvoorlichting" be
stond nog niet, en zo werd nadat een door de Gezondheidsraad be
noemde commissie zich al enkele maanden met het probleem had bezig
gehouden in mei 1940 de „Voedingsraad" ingesteld.
De toenmalige medewerkers van de
Voedingsraad moeten zich hebben ge
voeld, zoals- duizenden huisvrouwen
in Nederland zich in die dagen voel
den: ze stonden voor de onmogelijk
schijnende taak om een „maaltijd" te
maken met een minimum aan „ma
teriaal": in casu voorlichting te ge
ven, terwijl er steeds minder moge
lijkheden overbleven om die voor
lichting in de praktijk te brengen.
Toch heeft die staf van medewerkers
die toentertijd uit slechts enkele
mensen bestond, nog veel kunnen
doen ter oplossing van het voedsel,
probleem. Door middel van voorlich
ting zolang dit mogelijk was
via kranten, cursussen, vouwbladen;
en .door onvermoeid te experimente
ren in een proef keuken, teneinde
steeds maar weer nieuwe wegen te
vinden bij een zo economisch moge
lijke verwerking van het voedsel, dat
niet alleen schaarser, maar ook
steeds merkwaardiger werd.
„Mooie" verhalen....
Er ls uiteraard uit die moeilijke
begintijd een aantal herinneringen
overgebleven, dat na die sombere
tijden is bijgezet in de afdeling
„mooie verhalen". Herinneringen bij
voorbeeld over experimenten met be
paalde voedingsmiddelen die, wan
neer men aan het publiceren van de
resultaten toe was, al niet meer te
krijgen warenHet hoofd van de
afdeling technische voorlichting, me
juffrouw ir. Th. F. S. M. van Schaik,
kan veel vertellen over die tijd, want
zij behoorde zelf tot degenen, die de
allerprilste bestaansperiode van het
voorlichtingsbureau hebben meege
maakt. Een gesprek met haar over
groei en ontwikkeling van het bureau
in die twintig jaar wordt dan ook
als het ware een heen-en-weer sprin
gen tussen de huidige stand van za
ken en die gedenkwaardige situatie
van vijftien, Twintig jaar terug. Toen
tertijd: adviezen onder meer aan de
centrale keukens, waarmee Neder
land in dc oorlogsjaren kennismaak
te. Nu: adviezen aan tientallen in
stellingen, zoals ziekenhuizen, kam
pen, gevangenissen, bejaardentehui
zen, internaten.
Toen: werken met slechts enkele
deskundigen. Thans: een perso-
neelsstaf van om en nabij vijftig
mensen, zowel mannen als wou
wen. De afdeling technische voor
lichting beschikt over verscheide
ne diëtisten, leraressen, huishoud
kundigen; er is een speciale afde
ling „vis, schelp- en schaaldie
ren"; de sectie „pers cn publici
teit" die beheerd wordt door me
juffrouw H. L. G. van Dijk is van
zelfsprekend ook een onmisbare
schakel in 't contact tussen voor
lichtingsbureau en consument. En
aangezien de administratieve af
deling zich met het voorliehtings-
werk in de loop der jaren heeft
uitgebreid, treft men een onge
dachte bedrijvigheid aan in het
Haagse pand Koninginnegracht
42, dat er aan de buitenzijde he
lemaal niet zo opvallend uitziet.
nodig
Qit heeft uw kleuter nodig": één van de vele suggestieve
affiches, uitgegeven door het Voorlichtingsbureau voor de
Voedingdal nu twintig jaar bestaat.
Vouwblad van een cent
„Een van onze eerste vouwbladen
ging over de aardappel. Het kostte
eén cent!" Het is een van de vele
herinneringen, die mejuffrouw Van
Schaik aan de beginperiode van de
Voedingsraad al spoedig herdoopt
tot Voorlichtingsbureau voor de Voe
ding heeft bewaard. „In 1945 was
eigenlijk de algemene verwachting,
dat ons bureau niet meer nodig was,
nu de oorlog voorbij was. Maar het
tegendeel is al spoedig gebleken; niet
alleen begon het publiek zelf om ad
viezen te vragen, bovendien moesten
de eetgewoonten van de Nederlander
weer in goede banen geleid worden.
Men at in die eerste tijd immers zo
veel mogelijk van allerlei zaken, die
zo lang niet te krijgen waren ge
weest! Vooral de dieet.afdeling is na
1945 snel gegroeid."
Met de radio-omroepen heeft het
voorlichtingsbureau bijzonder
prettige en nuttige contacten.
Maar ook via de televisie zou een
groot arbeidsveld bestreken kun
nen worden en dat arbeidsveld
nu zou het bureau zo graag eens
willen ontginnen! In het buiten
land, aldus mejuffrouw Van
Schaik, en met name in Amerika,
brengt men de mogelijkheden van
voedingsvoorlichting via de tele
visie al sinds lang in de praktijk.
Een zorgenkind in letterlijke en
figuurlijke betekenis van het voor
lichtingsbureau is de Nederlandse
jeugd. Wie in dit verband naar cij
fers vraagt, kan ze krijgen en liet
zijn verontnistende cijfers. Tachtig
procent van de kleuters tussen drie
en vijf jaar bijvoorbeeld heeft geen
gaaf gebit, tengevolge van een te
suikerrijke, maar eiwit- en kalkarme
voeding, en vaak ook doordat men
de kleuter (dikwijls gemakshalve) te
lang zachte voeding geeft. Een groot
deel van de schooljeugd krijgt even
eens verkeerde voeding: het ontbijt
wordt verwaarloosd, de boterham-
tussen-de middag wordt door de
..overblijvende" schoolkinderen haas
tig naar binnen gepropt.
Vandaar dat het Voorlichtingsbureau
onlangs weer een nieuwe uitgave
voor de jeugd heeft samengesteld.
Het is een rijmprent met gedichtjes
van Clinge Doorenbos, voorzien van
kleurige tekeningen, die elk een voor
de jeugd aantrekkelijk beroep in
beeld brengen, en waarin op voor
kinderen bevattelijke wijze een aantal
raadgevingen voor góede voeding
verwerkt zijn.
Die rijmprent is een fleurige aanvul
ling op de vele tientallen vouwbla
den en boekjes die naast de voor
lichting via lezingen, films, tentoon
stellingen tijdens twintig jaar voe
dingsvoorlichting hun weg gevonden
hebben naar het Nederlandse publiek.
Naar ouders en opvoeders, naar be
jaarden, studenten en alleen-wonen,
den, en in het bijzonder naar de Ne
derlandse huisvrouw. Die huisvrouw
is dan ook gaandeweg vertrouwd ge
raakt met de moderne voedingsleer
maar helaas brengt ze haar
nieuwverworven inzichten op dit ge
bied nog té weinig in toepassing!
Want, zoals men in het Haagse huis
Koninginnegracht 42 verzucht: „De
huisvrouwen wéten het tegenwoordig
wel, maar ze dóen het vaak niet...."
t Aitrertevtie
schilder zelf met
DE VERF VOOR HET SCHILDERFEEST
sikkens-tjallema produkt
„Dit is gezonde voeding!"
Elke leeftijd vraagt om een speciale
voeding en wie niet precies weet
wélke voeding de juiste is voor elk
der gezinsleden, kan zich het vol
gende lijstje, samengesteld door het
Voorlichtingsbureau voor Voeding,
nog eens in het lioofd prenten:
Kleuters hebben per dag nodig min
stens een halve liter melk, een aard
appel, 1 k 2 eetlepels groente, hon
derd gram fruit, plakje kaas, tien
gram vlees of tachtig gram vis of
een kleine portie peulvruchten, bo
ter of margarine en, behalve wit
brood, ook wat bruin- of roggebrood.
Schoolkinderen geve men per dag
2/i a 3 bekers melk, minstens één
aardappel, 2 a 3 eetlepels groente,
honderd gram fruit, plak kaas, 60 a
70 gram vlees of 120 a 150 gram vis
of een kleine portie peulvruchten; bo
ter of margarine en naast wit-, ook
bruin en roggebrood.
De opgroeiende jeugd heeft nodig:
ongeveer drie bekers melk, minstens
één aardappel, 4 eetlepels groente,
honderd gram fruit, 2 plakken kaas,
75 a 100 gram vlees of 150 a 200
gram vis of een flinke portie peul
vruchten; wit-, bruin- of roggebrood
met boter of margarine.
Vlowassenen tenslotte dienen per dag
een halve of driekwart liter melk te
gebruiken, minstens één aardappel, 3
a 4 eetlepels groente, honderd gram
fruit, dikke plak kaas, 50 a 100 gram
vlees of 100 a 200 gram vis of flinke
portie peulvruchten; wit-, broin- of
roggebrood met boter of margarine.
Voor alle leeftijdsgroepen tenslotte
zijn enkele eieren per week onmis
baar.
VVVVVVVVVVV\A*VVVV\AAAVV
Deze foto's van de En
gelse najaarsmode-
1960 zijn zojuist vrij
gegeven. Ze brengen
twee modellen in beeld
uit de collectie van de
beroemde ontwerper
Norman Hartnell:
links Pearl Barley",
een tafzijden avondja
pon, geborduurd met
grijze zijde, waarvan
een opvallend detail
wordt gevormd door
een tweede rok die om
de japon heengeslagen
kan worden;
rechts:/„Town Mouse",
een korte satijnen
avondjapon, bestikt
met gouddraad en
voorzien van een bij
passende mantel.
Rauwkost in pakken
„Müesli", het beroemde Zwitserse
rauwkostgerecht, is tegenwoordig ook
kant en klaar in pakken te koop. De
müesli hoeft alleen maar, in een diep
bord, mét een dubbele hoeveelheid
koude melk, te worden aangemengd
om een frisse, maar bovendien zeer
hoogwaardige maaltijd op te leveren.
Huisvrouwen, die na een vakantie
met weinig moeite een goede maal
tijd op tafel willen zetten, kunnen
ook plezier hebben van zo'n pak
müesli in de voorraadkast.
Morgen haarwassen met
crème shampoo met ei
Kijk in de spiegel: e» haar lijkt jong»,
jonger en -ran een ongekende schoonheid. Die
is het geheim van dc nieuwe Proco Crème
shampoo in tube. Eea totaal cktrwc shampoo
voor gezond en golvend haat.
PROCO' -
crème shampoo
mot ot A
Extra voordeligI 65
met mAis
cn
pApvi
Maïskolven worden "in
de Nederlandse keuken
maar sporadisch ver
werkt; hoogstens treft
men ze in de huiska
mer aan, waar ze als
decoratie op tafel,
schoorsteenmantel of
piano dienst doen. In
zuidelijker contreien en
ook in Oosterse landen
daarentegen, neemt de
mais als voedingsmid
del en ditmaal niét
voor de kippen!
vaak een grote plaats
in op het menu.
Men hoeft echter niet
in die zuidelijke of oos
terse landen te wonen
om de mais eens als
uitgangspunt voor de
warme maaltijd te ne
men: ook in de Neder
landse keuken kan een
uitheems gerecht van
mais worden klaarge
maakt. Een ..Mexi
caanse maïssoep" bij
voorbeeld, die als vol
ledige maaltijd kan
dienen en die boven
dien weinig bereidings
tijd vraa'gt: een echte
..zaterdag-soep" dus!
Van veertig gram bo
ter, veertig gram
bloem, twee theelepels
kerriepoeder en drie
kwart liter bouillon
wordt een gladde ge
bonden soep gemaakt.
Een paar maïskolven
worden van bladeren
en blad ontdaan, de
korrels worden er met
een scherp mes afge
sneden en in een bo
dem water met iets
zout in ongeveer twin
tig minuten gaarge-
kookt. Tezamen met
een kwart liter melk
voegt men dan de kor
rels aan de soep toe.
laat deze nog even
goed heet worden en
klopt er honderd gram
geraspte kaas door.
Nadat de soep even
tueel met wat aroma
nog op smaak is ge
bracht, kan ze op de
borden worden ge
schept, en als fleurige
garnering legt men bo
venop de soep dan dun
ne plakjes paprika, die
licht zijn gebakken of
in wat water zijn ge
kookt.
Nog meer uitheemse
mogelijkheden voor de
verwerking van mais:
in Hongarije bijvoor
beeld kookt men de
maiskolven en geeft
ze, bestrooid met wat
zout, als voedzaam na
gerecht. En wie de
rijsttafel liefheeft, kan
in elk goed Indisch
kookboek recepten voor
de verwerking van maïs
tot allerlei bijgerech
ten bij de rijst vinden.
Zéér Oosters zijn ook
maiskolven, die boven
een houtskoolvuurtje
geroosterd worden
Wie maiskolven koopt,
dient er wel op te let
ten dat de niaiskorrels
glanzend zijn en geen
duffe geur verspreiden.
Nuttige wenken van bouwondernemers
„Het grootste gedeelte van ons leven brengen wij in ons huis door en J
toch onderhouden wij het vaak zo slecht, dat bij wijze van spreken het
plafond naar beneden moet komen, voordat we iets aan het onderhoud
gaan doen!". Dit ls zo ongeveer het uitgangspunt, dat de Nederlandse j
Bond van Bouwondernemers heeft genomen hij de samenstelling van een j
boekje, waarin alle mogelijke dingen over het onderhoud van een huis te
lezen staan. Wie de vele nuttige cn uiteraard allemaal aan de praktijk i
ontleende wenken uit dit boekje stipt opvolgt, kan ervan verzekerd zijn,
dat haar buis in prima conditie blijft.
Een boekje, dat dus vooral van
waarde is voor degenen, die een
eigen woning bezitten of willen laten
bouwen de Bond is dan ook voor
nemens, alle kopers en huurders van
nieuwe huizen in de particuliere sec
tor het boekje aan tc bieden maar
ook degene die in een huurhuis
woont, kan plezier hebben van deze j
SAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA^AAA^^^^A^^^^^^ 1 verzameling deskundig» adviezen.
De samenstellers geven eerst een
overzichtje van de woning, zoals die
vroeger eruit zag: met grote hoge
vertrekken, benauwde alkoven, toch
tige gangen en met veelal onvoldoen
de sanitaire voorzieningen.
Daarna wordt de moderne ge
zonde en gemakkelijk te onder
houden woning behandeld,
waarbij onder meer aandacht
wordt geschonken aan de eigen
schappen van de materialen, die
in het moderne huis verwerkt
worden. Want wie geen rekening
houdt met de karakteristieke
eigenschappen van al die mate
rialen, komt voor onnodig-hoge
onderhoudskosten te staan, ter
wijl het tocii niet tot ernstige ge
breken hoeft le komen als men
de kleinigheden maar niet ver
waarloost!
Men dient bijvoorbeeld niet te snel te
beginnen met het schoonmaken van
het verse schilderwerk; het droog
stoken is een zaak van beleid en ge
duld; het plafond in een nieuw huis
mag pas na twee jaar opnieuw gewit
worden
Nog tientallen andere onderhouds-
tips vindt men in dit boekje „Uw wo
ning en haar onderhoud"; het adres
van de Bond, die het uitgeeft, is Bilt-
hovenseweg -20, De Bilt.
met namaak-sieraden
Er zijn vrouwen, die pertinent wei
geren om „namaak-sieraden" te dra
gen en liever slechts een enkele
ring, een eenvoudige armband en
een goed collier bezitten dat zij bij
min of meer feestelijke gelegenhe
den dragen als een heseheiden, maar
waardevol accent bij een geklede ja
pon. Andere vrouwen daarentegen
maken gretig gebruik van de vele
„namaak-juwelen" die tegenwoordig
te koop zijn, en waarmee vooral pre
tentieloze zomerjurkjes zo aardig
kunnen worden opgefleurd. Het re
sultaat kan óók smaakvol zijn, on
danks het feit dat de on-echtheid van
de sieraden duidelijk te zien is.' Maar
om dat resultaat te bereiken, moet
men dubbel kritisch zijn bij keuze en
toepassing van het namaak-juweel....
Wie haar garderobe wil aanvullen
met een aantal niet-zo-kostbare „sie
raden". kan bijvoorbeeld een snoer
tje namaakparels kopen, waaraan
grote en kleine parels om-en-om zijn
geregen. Voor de vrouw, die haar
gebruinde halshuid wil accentueren,
zijn er halssnoeren, die uit wel twin
tig rijen uiterst-kleine glazen kraal
tjes bestaan. Ze sluiten aan de nek-
zijde met een bewerkt metalen clip-
je en zijn er onder meer in een
zachtrose uitvoering, die het uitste
kend doet bij een wit jumpertje of
een witte japon.
Een „tweeling-broche" - bestaan
de uit twee precies dezelfde bro
ches - wordt gebruikt om de sim
pele lijn van boothals-japon te
garneren. De broches worden
vlak naast elkaar vastgezet op de
linker- of rechterzijde van de
halsbïes, zodat een a-symmetrisch
effect ontstaat. Géén oorknoppen
hierbij, anders wordt het effect te
overladen! Wat er wèl bij kan:
een armbandje van hetzelfde ma
teriaal.
Uit Amerika komen de zogenaamde
„hair flatterers"; clips, die in de
eerste plaats bestemd zijn voor het
opgestoken kapsel. Een bosje witte
„veertjes" met glinstergarnering bij
voorbeeld kan de neklijn van hel
kapsel onderbreken, en omdat zowel
veertjes als glinstertjes van plastic
gemaakt zijn, kan de haarspeld ge
makkelijk worden schcongehouden.
En een heel eenvoudig jurkje liet
moet wel om een perfecte taille zit
ten! kan worden gegarneerd
door een ceintuurtje, dat op een af
stand op een groot formaat halsket
ting lijkt, en ook alweer gemaakt is
uit plastic, dat het uiterlijk van me
taal heeft.
Wie de tijd ervoor neemt, wegwijs
te worden in de doolhof der moderne
namaaksieraden, zal ontdekken, dat
het namaaksieraad niet altijd hel
stempel „kitsch" hoeft te dragen!
Al is er dan ook onnoemelijk veel
foei-lelijks te koop op dit gebied
„Prince de Galles"-ruit
voor man, vrouw en hond
Het ruitdessin dat al sinds jaar en
dag als „prince de Galles" wordt,
aangeduid, keert ieder seizoen terug
in de modecollóctics. Soms in be
scheiden mate, soms in een overwel
digende hoeveelheid van toepassin
gen, en vooral tijdens de beide laat
ste modeseizoenen is deze jEngelse
ruit" bijzonder populair geworden,
met name in de kleurencombinatie
zwart-wit.
Een Schots modehuis heeft dan ook
een speciale kledingset ontworpen in
zwartwitte prince-de-galles ruit, be
stemd voor echtparen die iets opval
lends durven dragen, en die er bo
vendien als huisdier een hond op na
houden. De set bestaat namelijk uit
een zwart-wit geruite sportieve jas
voor de heer des huizes hij moet
er liefst een kleine zwarte bolhoed
bij dragen een zwarte mantel met
zwart-wit geruite grote kraag en
manchetten voor zijn echtgenote, en
een keurig met zwart afgebiesd dek-
je uit hetzelfde geruite materiaal
voor de hond. En aangezien voor het
oorspronkelijke ontwerp een tamelijk
groot ruitdessin werd gekozen, is liet
gezamenlijk-resultaat méér dan op
vallend