UITSLAG
LEXINGTON
De avonturen van Stikkeltje en Bruunke
PRUSVRAAG
LEXINGT0H
De meneer met de donkere bril
OP ROTTUMEROOG STAAT EEN
BEDREIGD HUIS TE KOOP
JUU-RONDE fé
Er was eens een meneer, die altijd maar binnen sat.
Hij zat in een kleine kamer met zijn rug naar het raam
toe en las in oude stoffige boeken. Het leek wel of
het stof uit die boeken ook in de meneer zélf was
gekropen. In zijn haar, zijn ogen, zijn mond en zijn
hoofd. Niet dat je dat zien kon, want hij waste zich
elke dag heel goed, maar er was niets meer aan hem
dat glansde of straalde. Zijn haar niet, zijn ogen niet,
zijn mond kon niet lachen en zijn hoofd hield hij
altijd naar de grond. De mensen die voorbij zijn raam
kwamen, keken niet eenst meer naar binnen. Ze wisten
allemaal precies wat ze zouden zien: de rug van de
meneer, de tafel met een grote stapel stoffige boeken
en de grijze muren om hem heen.
Maar het kleine meisje dat in de buurt van de stoffige
meneer logeerde keek wel, want zij wist niet wat ze
in die kamer vinden zou. Misschien wél een leuk oud
vrouwtje met een dikke poes, een heleboel plantjes en
een hoofd vol verhaaltjes, dacht ze. Of misschien wel
kinderen met wie ze zou kunnen spélen.
En daarom ging het kleine
meisje op een morgen op
haar tenen staan en keek
naar binnen. „Hó", zei ze,
„er zit een meneer met zijn
neus in een boek en zijn
rug naar het raam. Waarom
doet hij dat? Zou wat er in
zijn boeken staat zó veel
mooier en vrolijker zijn,
dan wat er buiten is te
zien? Wie weet is het wel
een heel vrolijk boek, wie
weet zijn het mooie ver
haaltjes en wie weet wil
stoel, toen tilde hij verwon
derd zijn hoofd op. Er had
iets" tegen het raam getikt.
Hij wachtte nog even voor
hij zich omdraaide, want hij
dacht meteen dat het een
vergissing moest zijn. Wie
zou hem roepen? Maar het
kleine meisje, dat zag dat
de meneer haar hoorde,
hield niet op met tikken. De
meneer draaide zich lang
zaam op zijn stoel om en
knipperde tegen het licht
van buiten dat hij niet ge
wend was. Verwonderd keek
hij naar de krulletjes, de
ogen en het neusje van het
kleine meisje, want meer
hij er mij wel één van
voorlezen".
Voor zo er verder over na
dacht, tikte ze zachtjes te
gen de ruit. De meneer
hoorde het niet. Hij las rus
tig verder. Maar nu was het
kleine meisje echt nieuws
gierig geworden en daarom
tikte ze nog eens en nu veel
harder. De meneer schoof
even heen en weer op zijn
kon hij niet van haar zien.
„Doe eens open.'" riep ze,
„ik wil U iets vragen!"
Nu was de meneer echt ver
baasd. Opendoen Zijn
raam was in geen jaren
open geweest en wat zou
een kleine meisje hem te
vragen kunnen hebben?
Maar juist omdat hij zo
verbaasd was, deed hij het
toch, al ging het heel moei
lijk na al die jaren.
Het kleine meisje was zelf
wel een beetje geschrokken,
dat ze dat zo maar geroe
pen had. Heel verlegen
wachtte ze tot het raam
piepend openschoof.
„Ik wil niet lastig zijn", zei
ze, „maar ik wou zo graag
weten of vyat er in uw boek
staat nóg mooier is dan alle
dingen buiten".
„Wat zeg je?" zei de me
neer, „wat een rare vraag.
Daar heb ik nog nooit over
nagedacht".
Het kleine meisje zette
grote ogen op. „Weet U dat
niet Maar dat moet U we
ten. U weet toch hoe het
buiten is? Dat weet ieder
een. En tegelijk- weet U
wat er in uw boeken staat,
want U leest toch".
„Ja", knikte de meneer,
„ja, dat is zo. Maar ik heb
helemaal niet opgelet hoe
het buiten is. Laat me eens
kijken".
Hij keek. Eerst naar de bo
men die vlakbij het huis
groeiden. Ze zwiepten heen
en weer in de wind en uit
hun groenende mantels
drupte water. Hij draaide
zijn hoofd wat meer naar
links. Tussen de huizen aan
de overkant door kon je net
de korenvelden zien.
„Ziet U het?" wees het
kleine meisje, „daar staat
het koren; het is helemaal
goud en overal staan er
klaproosjes tussen; kijk, net
kleine kaboutermutsen".
Do meneer schudde zijn
hoofd. „Ik zie het niet" zei
hij, „ik zie alleen maar heel
2outer, 31I je?
Zomer, zomer, waar zit je? Ik zoek je.
Zit je verstopt in een heel donker hoekje?
Zit je verstopt waar niemand je ziet?
Ik zoek je, ik zoek je. Waarom kom je
nou niet?
Kijk naar de bomen, ze druipen van regen.
Het koren ligt plat, want de wind sloeg
er tegen.
Kijk, naar de rozen, ze willen 't niet doen,
kijk naar de appeltjes, altijd nog groen.
Weet je niet dat we al allemaal wachten?
Dagen en dagen al, dagen en nachten?
Zomer, ben je vergeten misschien
hoe blij of we zijn als we jou weer
eens zien?
Zomer, zomer, kom toch, ik zoek je!
Kom nou maar gauw uit dat
donkere hoekje.
Zorg maar dat je ons gauw weer verwent,
alles is blij als jij er weer bent!
MIES BOUHUYS
treurige druipende bomen
en het koren wat jij goud
noemt zie ik als grijs. En
kaboutermutsjes of klap
roosjes, waar jij het over
hebt, zie ik helemaal niet".
,Maar dan", zei het kleine
meisje geschrokken, „dan is
er iets mis met uw ogen.
Dat móet. U moet naar de
brilledokter, want het is al
lemaal echt zoals ik het ver
tel. Komt U mee; hier vlak
bij woont een brilledokter.
Dit kan U vast wel helpen".
„Nee", zei de meneer, „mijn
ogen zijn best. Ik heb jouw
brilledokter niet nodig."
Meteen schoof hij het raam
dicht en ging weer terug
naar zijn boeken. Maar hoe
het kwam, wist hij zelf niet,
maar alle letters dansten
voor zijn ogen en na drie
bladzijden moest hij het
boek dichtdoen, omdat hij
niets meer kon lezen.
„Onzin", zei de meneer,
„dat komt alleen omdat het
kleine meisje dat gezegd
heeft. Mijn ogen zijn ge
woon een beetje moe. Mor
gen lees ik weer net als
altijd".
Maar de volgende dag kon
hij nog niet lezen en daar
om besloot hij om dan toch
maar eens naar die brille-
man te gaan. Toen hij zijn
huisdeur uitkwam na zoveel
jaar, voelde hij opeens hoe
iemand zijn hand pakte. Het
kleine meisje. „Gaan we?"
vroeg ze hem. Hij knikte en
liet zich meenemen.
De brilledokter keek heel
lang in de ogen van de me
neer en liet hem de moei
lijkste en de kleinste letter
tjes lezen. Toen hij klaar
was schudde hij zijn hoofd.
,Nee", zei hij, „uw ogen
zijn best. U hoeft geen bril.
Ze zijn beter dan van wie
ook".
.Maar hij kan de zon niet
zien", riep het kleine meis
je, „en het koren ziet hij
grijs en en de kleine klap
roosjes ziet hij helemaal
niet".
„Tja", zei do brilledokter,
„dat is moeilijk. Daar kan
ik niet bij helpen. Probeer
jij dat maar".
,Maar ik ben helemaal geen
brilledokter", zei het kleine
meisje.
„Probeer het toch maar",
zei de echte dokter en hij
lachte eens. Het kleine
meisje dacht na; toen lachte
ze ook en knikte. „Goed",
zei ze, „U ziet hem nooit
meer terug. Daar gaan we".
De meneer liet zich weer
bij zijn hand nemen; het
kleine meisje liep tot ze
voorbij de huizen waren,
waar het korenveld begon.
Wat ziet U?" vroeg ze.
„Grijs" zei de meneer.
„Goed", zei ze „wacht dan
maar! Hier gaan zitten".
Ze drukte hem op een af
gemaaide korenschool op
een hoek van het veld,
waar de boer net begonnen
was.
„Luister", zei ze, „heel goed
luisteren met uw ogen dicht.
Wat hoort U?"
„Vogels", zei de meneer na
een poosje. „En nu?", vroeg
het meisje en meteen begon
ze een zelfgemaakt liedje
over de klaproosjes in het
korenveld te zingen.
„Een liedje", zei de me
neer, „en het klinkt heel
mooi".
„Weer goed", zei het meis
je, en daarna begon ze een
verhaal te vertellen over
het koren, de zon, de klap
roosjes, de vogels en alles
wat buiten is. Ze vertelde j
het zó mooi, dat je het ook j
met je ogen dicht bijna zag.
De meneer knikte telkens; i
„ja", zei hij, „ja, ik zie
het bijna. Net zoals ik de j
dingen zie, die ik lees".
',fNu ogen open!" riep het
meisje. De meneer deeu het.
,fHê", zei hij alleen maar,
„hé" en toen zuchtte hij
heel diep, want alles teas
zó mooi, nog veel mooier
dan ze het in het verhaal
vertéld had.
„Wat héb je gedaan?"
vroeg hij, terioxjl hij nog
steeds om zich heen keek,
„je hebt mijn ogen hélemaal
beter gemaakt, Hoe kun je
dat9"
yfNiks hoor", lachte liet klei-
ne meisje, „ik heb alleen die
zwarte bril weggepraat, die
voor uw ogen zat. Een bril
van allemaal stofjes en let-
ters, die niemand zien kon,
ook de brilledokter niet. En
ik heb het niet alleen ge- j
daan. O, nee, de vogels, het
koren, de zon en de klap-
roosjes hebben zelf meege-
liolpen. Daarom is het ge-
lukt".
Overal waar de meneer ver-
der liep was het hetzelfde;
hij zag alle dingen zoals ze
zijn. Zijn donkere bril was j
hij kwijt. Dat bleef ook zo. j
En als hij eens een keertje
somber wordt en de scha-
duw voor zijn ogen voelt
glijden, dan schuift hij zijn
raam wijd open, wijd open
en kijkt naar alle dingen
om hem heen. Hij knikt zó
lang tot hij de zon ziet
schijnen, zelfs als het re-
gent.
MIES BOUHUYS.
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
(Van onze correspondent.)
Op het Waddeneiland Rotummeroog
staat een woonhuis te koop, maar
niemand meldt zich als gegadigde
aan. Toch komen er op het eiland
elk jaar meer zomergasten. Zij ga
ven er echter de voorkeur aan in
tenten te kamperen, daar dit huis
elke dag een prooi van de Noord
zee kan worden.
Bij westerstorm slaan de golven na
melijk zo hoog en met zulk een ge
weld tegen de kust van het eiland
aan, dat elk jaar ongeveer 30 m2
grond verloren gaat.
De lo9gespoelde zandmassa's spoelen
aan de oostkust weer aan, waar het
eiland jaarlijks dan ook ongeveer 30
m2 grond aangroeit en zo rukt heel
Rottummeroog zeker maar langzaam
op de Eemsmonding en de Holland-
Duitse grens aan.
Het huis dat door de bewoners ont
ruimd is en thans onverkoopbaar is,
stond eens ver van de kust. Nu ech
ter knabbelt do Noordzee al aan het
duin, waarop het gebouwd is. Een in
de laatste oorlog op het westerstrand
gebouwde bunker is reeds jaren ge
leden onder het wateroppervlak ver
dwenen.
KERKNIEUWS
NED. HLRV. KERK
Beroepen te Bruinisse: H. C. van It-
terson, Anjum.
Beroepbaarstelling: de heer M. Rus
ter, vicaris te Zeist is thans beroep
baar.
NEDERLANDS HERV. KERK.
Aangenomen naar Oudelande D. R.
Jonker, vicaris te Berkel-Rodenrijs.
ZATERDAG 13 AUGUSTUS
Adventisten. Middelburg: 10 uur Bij
belstudie, 11 uur ds. Smit, Vlissingen
9.15 uur ds. Smit, 10.15 uur Bijbelstu
die.
Interkerkelijk Avondgebed: Vlissin
gen (Engelse kerk) 7.30S uur.
26. De vriendjes duiken vlug weg, 1 de telefooncel af. 1 voorsprong!" hijgt Stikkeltje. zouden m'n hele mooie handeltje ver
maar net te laat. „Daar zitten die Stikkeltje en Bruunke duwen vlug „Hier jullie, lelijke lastposten! Waar- storen!" zegt de vreemdeling, hen
verdraaide kwajongens weer!" siste de deur open en rennen weg. „Hij om liggen jullie niet in bed? Jullie woedend door elkaar schuddend,
de vreemdeling en loopt woedend op 1 haalt ons in; we hebben te weinig1 4
IllHOWWIIÜllllllllllllllllllllliilillllllIllllllllilllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIW
/Advertenties
Vlieg met Lexi naar Rome
en de Olympische Spelen
Dc jury beoordeelde alle inzendingen
en kende de prijzen toe, onder toe
zicht van notaris Mr. P. Donker
te Rotterdam. Juryleden:
Mevr. Fie Carelsen
toneelspeelster
Mevr. J. de Groot
reclame-deskundige
Dr. Lastpost
pusile-cleskundige
Ted Schaap
H. Wandschneider
Lexi heeft zich reeds persoonlijk gericht tot de vele
winnaars van de laatste ronde der Lexington prijsvraag.
De 7 hoofdprijswitinaars
Mej. L. Postma, Pasteurstraat 81, Den Haag.
W. Klerk, Eikenlaan 49, Nieuw Loosdrecht.
M. J. Duivesteyn, Deimanstraat 348, Den Haag.
Mej. Henrica Hoogenkamp, p/a Cimburgalaan 82, Breda.
W. Ridder, Hoofdstraat 97, De Lier (Z.H.).
J. Winkens, Molsberg 21, Simpelveld (L.).
Ton Orth, Bergsingel 231a, Rotterdam.
De 100 winnaars van een slof Lexington:
B. v. Benihtm, Stotionssïngel 44, Vccncndool - O. S'eenima, lirischotensingel 9',
Ulrecht - B. Heving, Oostersingcl 148o, Groningen Mevr. R. v. d. Aa-v. d. Heyden,
Gen. Smulilaan 73, Tilburg l. Alberls, Coranlijnslr.37.1", Amsterdam H. N. An.
driesse, Bercnrade 105, Oen Haag - W. Boimo, Valtslr. 20, Drachten - H. de Bekker,
De Deckorstr. 1, Deventer - A. v. Bennckom, libellenslr. 42b, Rotterdam Mej.
J. M. v. d. Berg, Olloburgstr. 41, Rijswijk P. F. Blondel, Popiermolcnslr. 14, Alk.
maar - L v, Bookel, Rijksweg 84, Orlhen - J. M. J. Bonten, de Ruylerslr. 34, Rot
terdam - C. H. M. Boot, Slolloon 25, Rotterdam - Mej. A. Bosmon, Esstr. 29, En-
schedé - D. Both, Vredcnoordloan 89b, Rotterdam - G. W. Briiée, Do Costakode
631, Amslerdom - G. M. Bruinenberg, Leidsekade 44hs, Amsterdam - B. Bussdiers,
Berkwcg 54, Hengelo - H. J. Cromer, Kostverlorenstr. 21, Amslerdom - J. A. v.
Deelen, Spongensekade 29, Rotterdam - J. P. M. v. d. Does, Hcofdslr. IBS, Sossen.
heim - J. Duel, Geeresteinseloan 38. Woudenberg - A. M. v. Eyck, Homerusloan
79, Ulrecht - M. Fonleine, V/. da Wïlnslr. 9, Spijkenisse - H. A. da Groot, H.
Dorchstr. 47o, Rotlerdom - Mevr. F. de Hoos-Blocmers, landerstr. 7, Oss M. Her.
mens, Aorlsherlogenloon 429, Den Bosch - Mej. H. v. d. Heuvel, lombokstr. 12.
Amersfoort - Mevr. A. v. d. Hoeven-Greefhorst, Roinkenstr. 57, Den Hoog - H. A. J.
Hofman, A. Bijnsloon 35, Den Haag - V/. A. Hommes, Oosterhoutstr. 15, Assen -
Mej, R. Holze, Hogcmorsweg 124, Oegstgeest - J. A. Jansson, Molcnstr. 22, Eer.
beek Gld M. J. de Jonge, Woudstr. 34, Gouda - G. Kasporsmo, Bilderdijkslr. 42,
Zwolle W. v. Keulen, Trumonlaon 545, Ulrecht - Mej. K. Keuris, Driobergenilr.
143, Den Hoog - Mevr. R. v. Kleof-Hovius, Iroelstroloan 71", Utrecht - Movr. Th.
J. H. Kleyn-Niche, v. Boerieslr. 7, Amsterdam L B. Kneppcrs, Volcriusslr. 133,
Amslerdom - J. de Kok, Goudenregenstr. 288, Den Hoog - B. Krees, leerinkslr. 244,
Doolmchem - J. Kruger, Hcctorstr. 4", Amsterdam H. J. Kuipers. Héltne Sworth.
sir. lhs, Amsterdam - E. liglhort, R'domseweg 15, Vlaardingen - Ad v. d. tinden,
de lind 12, Oisterwijk - J. Louwoord, le Atjchstr. 28, Amslerdom - Mpvr. T. liir-
komp-Vecn, Torenloan 59. laren - H. Martin, Voltastr. 14. Maastricht - J. Moed-
de Bos, D.N.weg 47, Nij-Beels (Fr.) - J. W. Moerkerk, v. Egmondstr. 35, Koorlem -
E. J. Molenaar-Kenter, Molenweg 7). Enkhuizen H. E. Muller, Leidsekade 102",
Amslerdom - W. Muns, Mocrbcipl. 14, Den Hoog - Mej. E. Neuman, Nlerslr. 22",
Amslerdom Mevr. C. C. Nieuwenbroek-Remmcrsv/aal, Veursestr v/. 50, leidschendam
A. G. Offermon, El. Wolffslr. 801, Amsterdam - Mevr, G. Ooslerlmg-Sipkes, v.
Speyklaan 5, Doorn - A. v. d. Oudenhoven, Lijslerbesloan 35. Rotterdam - Mevr.
C. W. Ouwens, Vitzclslr. 54, Amslerdom - A. J. Pennings. Bisonstr. 52, Breda -
Ir, A. Plot, K. d. Grotelaan 121, Eindhoven Joh. L. G. v. d. Poel, Glodiolusslr.
10, Hilversum - L. Rodemokers, p/a Tosmanslr. 34, Arnhem - VA Rapmund, G- Ter-
borgslr. 24h, Amslerdom - H. M. Riemer-v. d." Brink, O. Loosdr.wcg 74, Hilversum -
H. J. M. Roebers, J. C. Heulhorstslr. 37, Doelinchcm - G. Ronnen. v. Evckstr. 14,
Maastricht - Mej. A. G. Schol, Dceienscheweq lo, Hoenderloo - G. P. Schcacert,
Spinnerij 100. Leeuwarden - Mevr. A. G. Schuiveting-Quelle, Geuzer.-.tr 5", Am
sterdam - W. v. Soest, Joh. Verhulstloon 9. Baarn - E. Ch. v. Son-Rillcr, Fout
Krugerstr. 15, Nijmegen H. Spee. R. v. Colsweg 178, Gouda - J. B. Sieinfort,
Meloenslr. 22, Naaldwijk - J. v. Strooien, Rozenloan 20, Schiedam - Mevr. M.
Swoglcn-Hermonussen, Abr. Bloemoerlslr. 14, Den Bosch - S. Teernslra, Moonenslr.
3, Bost - R. Toele, Haorlemmermeerstr. 47",Amslerdom - W. den Uyl, Bergloon 1,
Santpoort - Movr. v. d. Veen, Heinsiusloon 35, Amersfoort - R. W. v. d. Veer,
Utrcchlseweg 329, Amersfoort - R. v. d. Velden, Saroleaslr. 63, Heerlen - I, Ver-
duyn, H. Schoftslr. 144, Haarlem - J. W. Verhoeven, Tussenweg 9. Nijmegen -
Mevr. II. A. Verwey-Dijken, Koninginneweg 20b, Hilversum - Mevr. H. d* Vrees-,
Morienpoelslr. 41, leiden - W. P. M. de Vrecse-Croon, St. Jorisstr. 14A-B, leiden -
J. W. de Vries, Comphuysenkadc 20, Alkmoor - M. P. v. Vriesland, Vlicrboomsir,
454. Den Hoog - G. v. Waveren, Dopperstr. 1231. Amslerdom - T. A. Willeumier.
C. T. Storkstr. 49, Hengelo - G. v. d. Windt, Goeibeekstr. 97, Rotterdam E. Wou
ters, p/o fam. Sauveplonne, Emmoweg 35. Zandvoort o.'Zee - Mevr. W. C M. v.
Xanten. p/a Burg. Reigersslr. 44bis, Ulrecht - S. Zoetmulder, Voorscholerloan 108,
Rollerdom - J. J. Zwollo, Kelenbosweg 2, Gorssel - J. Zijlstra. St. Pieterslr. 82,
Chcvrcmont - J. Zijlslro, Stienserstr. 7, leeuworden.
STEEK ER EEN LEXINGTON BIJ OP
WERELDMERK
From America.'s Best Tobaccos
LEXI dankt de duizenden en duizenden deelnemers
hartelijk voor het enthousiasme, waarmee zij aan het
LEXINGTON-figurenspel hebben meegedaan.
Hij weet, dat de jury een zeer moeilijke - maar boeiende
- taak heeft gehad om de meest originele oplossingen te
bekronen.
De 28 hoofdprijswinnaars wenst Lexi een heerlijke reis
naar Rome toe; tot de 400 slofwinnaars en tot hen die
helaas buiten de prijzen vielen, besluit hij met: