Oorzaak ontdekt van Brabantse verlammingsverschijnselen HULSTER MEESTERS DE VOS LEEFDEN IN DE I SCHADUW DER GROTEN „MINDER STARRE TOETSING BIJ LOONBELEID WENSELIJK" REÜNIE VAN ZWITSERSE EN NEDERLANDSE LUITW1ELERS IN VLISSINGS BRITANNIA WOENSDAG 3 AUGUSTUS 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT INGREDIËNT LIJMSOORT ZIEKTEVERWEKKER Belgische internist bracht na lang speuren redding (Van onze Haagse redactie) Ulet behulp van een Belgische internist is de oorzaak van de raadselach tige „verlammingsverschijnselen" in de lederwarenfabrïek van 't Brabant se dorp St. Michielsgestel tot klaarheid gebracht. De oorzaak is namelijk een in de lijm aanwezige stof, die het droogproces versnelt. Een stof die volkomen ongevaarlijk is zolang men de lijm met rust laat, maar die zijn schadelijke werking begint zodra men de lijm gaat verwerken. Het signa leren van dit vergiftigingsverschijnsel in de kleine Brabantse industrie zal voor de lijmverwerkeude bedrijven, waar ook ter wereld, van belang zijn. Voor Nederland zal dit succes op het gebied van chemisch speurwerk o.m. doorwerken in het tot stand komen van een w7et, die gebruik en vervoer van bepaalde chemische stoffen regelt. Een wet die men thans voorbereidt op de departementen van sociale zaken en volksgezondheid, verkeer en wa terstaat, alsmede justitie. Zoals men weet traden in het voor jaar in de dependance in Sint-Mi chielsgestel van de Schïedamse Le- derwarenfabriek uit Tilburg een moderne fabriekshal waar enkele tientallen arbeiders kunstlederen tas jes vervaardigen voor scheerappara- ten van Philips zeer vreemde ziek teverschijnselen op. Zowel de manne lijke als vrouwelijke arbeidskrachten (doorgaans jonge mensen) verloren in meer of mindere mate de beheer sing over de spieren van armen en benen. Het kwam zelfs voor, dat plot seling een jonge man op het dorps plein door de knieën ging. waarna hij zich naar huis moest slepen. Onderzoek In tal van laboratoria zocht men derhalve naar allerlei oorzaken die zich ergens in het produktieproces moesten bevinden. Men stelde tal van onderzoeken in naar de samen stelling van de voor de produktie van tasjes gebruikte lijmsoorten, naar de samenstelling van het kunstleder en naar de omstandigheden van het fa brieksgebouw. Inmiddels sloegen de ai'tsen alle klinische verschijnselen bij de patiënten gade. Een oplossing bleef evenwel uit. Dank zij de medewerking van een Belgische internist, die zich reeds jarenlang verdiept in allerlei ver schijnselen van industrievergifti gingen, en door de aanwijzingen van een Nederlands hoogleraar in de neurologie, heeft het T.N.O.- instituut voor de lederindustrie in Waalwijk thans de oplossing ge vonden. De medisch adviseur van de Schie- damse Lederwarenindustrie, de huis arts dokter Van Goor uit Tilburg, vertelde over dit resultaat het vol gende Belangrijke punten In de moderne chemie maakt men gebruik van een middel om lijm snel ler te doen drogen. Dit middel was reeds lang- bekend en het was het zelfde als men gebruikte om rubber te vulcaniseren. Het blijft echter in het vulcaniseringsproces volledig in tact, maar bij het gebruik van de lijm het uitsmeren van de substan tie gaat het zich splitsen. Dan komt het giftige zwavelkoolstof en een andere reststof vrij. Deze giftige stof bereikt op drie ma nieren het menselijk lichaam De zwavelkoolstof wordt als damp ingeademd. Een deel, dat niet volledig ge splitst is. dringt als stofdeeltjes via de ademhalingsorganen het lichaam binnen. Een laatste deel komt via de in- intacte huid de poriën dus ook in de vorm van minuscule stofdeeltjes in het lichaam. Deze geheel, of gedeeltelijk gesplit ste, giftige stof reageert in het men selijk lichaam verder, hetgeen de ver schijnselen van „vermindering van spierkracht" veroorzaakt. Met argusogen Het middel, dat de verlammingen verwekker bevatte, had voorts tot doel de lijmsoort vloeibaar te maken. Het is een oliesoort, die zich o.m. ook bevond in de „spijsolie", die door een aantal malafide handelaren in Ma rokko werd verkocht. Voorts zou deze olie zich ook hebben bevonden in geweerolie van het Zwitserse leger, een soort, die per ongeluk enige tijd geleden werd gebruikt voor het bak ken van een koeksoort, waardoor, bij een aantal Zwitserse soldaten gelijk, soortige verlammingsverschijnselen als in Sint-Michielsgestel optraden. Ook zou bij een Duitse fabriek,, die plastic schoenen vervaardigde, zich iets dergelijks hebben voorge daan. De mensen, die de schoenen droegen, bleken bijzonder snel ver moeid te worden, een verschijnsel waarvan zij geen last hadden, zo dra zij andere schoenen gebruik ten. Herstel Het meest verheugende bericht, dal dokter Van Goor ons deed, was dat er vrij grote zekerheid bestaat, dat alle patiënten van de Gestelse leer fabriek weer volledig gezond zullen worden. Het genezingsproces is' een kwestie van maanden. Binnen een jaar zo verwachten de medici zal vrijwel geen enkele patiënt meer iets van de vermindering van spier kracht merken en gezond zijn. Mo gelijk is het natuurlijk, dat een en kel hardnekkig geval twee, misschien wel drie jaar zal vergen, maar direct te verwachten is dit niet. Zwaargewonde naar huis gestuurd en overleden In de Valeriusklïniek te Amsterdam is de 72-jarige mevrouw Wijmans- Otjes overleden, die op 7 juli jl. werd aangereden door een wielrijder. De dame is toen opgenomen in het Onze Lieve Vrouwengasthuis en na onder- I zoek naar huis gezonden. De huisarts achtte later opname I evenwel dringend noodzakelijk en in de Valeriuskliniek constateerde men j een schedelbasisfractuur, een hersen- j bloeding en een zware hersenschud- I ding. Aan de gevolgen hiervan is de dame thans overleden. CHRISTELIJKE MIDDENSTANDSBOND Het is gewenst een meer globaal toetsingsbeleid te gaan volgen, dat meer rechten doet wedervaren aan de eigen verantwoordelijkheid van de bedrijfstakken zodanig, dat naast het produktïviteitscriterium ook andere criteria gehanteerd mogen worden. De loon- en prijspolitiek zal door het toetsingsbeleid als resultaat moeten hebben, dat het gemiddeld prijsni veau stabiel blijft en de loonontwik keling nationaal gezien in de pas blijft met de produktiviteitsontwik- keling. Dit zijn twee aanbevelingen welke de Christelijke Middenstands bond doet ten aanzien van de in de toekomst te voeren loonpolitiek. Het toetsingsbeleid zo beveelt de bond voorts aan zal rekening moe ten houden met de structurele ge aardheid van de dienstverlenende sectoren, waar de produktiviteitsont- wikkeling minder gunstig is en meer afhankelijk van de persoonlijke in spanningen. Verder dient er een rui mere beleidsmogelijkheid te zijn voor de individuele onderneming om eigen verantwoordelijkheid te dragen voor de loonvorming vooral ook, omdat het produktiviteits- en rentabiliteits- criterium daar het beste gehanteerd kunnen worden. Naar de mening van de bond dient er verder zo spoedig mogelijk een loonwet te komen, die het institutionele kader aanpast aan de grotere sociaal-economische auto nomie van het bedrijfsleven. Tenslotte, staat de bond de ge dachte voor, dat de publiekrechte lijke bedrijfsorganen zorgen voor het verschaffen van gegevens over de productiviteitsontwikkeling en het interpreteren daarvan voor het op korte termijn te voeren beleid voor het midden- en klein bedrijf. Deze reeks van. aanbevelingen is ver vat In een nota van het bondsbestuur van de Christelijke Middenstands bond, welke nota binnenkort aan de staatssecretaris van sociale zaken en volksgezondheid, de heer B. Roolvink zal worden aangeboden. De nota dient „als een bijdrage tot de thans in gang zijnde discussie". Tegen het huidige systeem van loon- beleid worden in de nota zes bezwa ren aangevoerd. Het is zo wordt opgemerkt moeilijk gebleken en soms onmogelijk, om de produktivi- teitsontwikkeling in de bedrijfstak ken betrouwbaar te meten. In de tweede plaats was er het probleem van de bedrijfstakken met een min der dan gemiddelde produktiviteit. Men stelt zich in de nota op het standpunt dat deze bedrijfstakken niet zonder meer mogen worden ge bonden aan de productiviteitsont wikkeling, omdat dit in- en externe spanningen geeft. Gevaar voor het. te ver uiteenlo pen van de Ionen is het derde be zwaar dat tegen liet huidige loon- beleid wordt aangevoerd en het gevaar van de magneetvorming, het vierde. Onder dit laatste wordt begrepen, dat bedrijfstak ken met een meer dan gemiddel de produlctiviteitsstijging aanlei ding kunnen geven, dat. het totaal van de loonbeweging uitgaat bo ven het macro-economische ge middelde, met als gevolg inflatie. In de vijfde plaats zo wordt ge zegd zullen bedrijfstakken waai de produktiviteit sterk stijgt door een sterkere loonstijging1 in hun ont wikkeling1 worden afgeremd. Het zes de bezwaar wordt er een van princi piële aard genoemd, en het keert zich tegen wat genoemd wordt de nog steeds sterke ordening van boven af. Dit blijkt duidelijk, zo wordt gezegd uit de strak geformuleerde gedetail leerde aanwijzing en nadere verdui delijking. Het produktïviteitscriterium. zo wordt betoogd, zal als miciro-econo- Dank zij „speurwerk" - van de Zwitserse bak- misch Instrument niet zijn waarde ker Paul Leutwyler "it moeten verliezen, doch als voornaam ste criterium gehandhaafd dienen te blijven. Het is levensnoodzaak, pro- duktiviteitsreserves zo veel mogelijk te benutten. Maar aan andere crite ria moet eveneens waarde worden toegekend, aldus de nota. Bij Britt, 90 kilometer van Sudbury (Ontario/Canada), is een ólietrein van 20 wagens ontspoord en iu brand gevlogen. De luchtfoto geeft een beeld van de ontstellende ravage. Vlissingen zal zaterdag een merkwaardige fa miliereünie beleven, zo meldt het Parool uit Amsterdam. In „Bri tannia" zullen de Ne derlandse en Zwitserse nazaten van 't eeuwen oude geslacht Luitwie- ler zich namelijk aan een koffietafel verza melen. Vorig- jaar was er reeds zo'n reünie in Zwitserland, toen. daar ruim vijfhonderd Luit- wielers en Leutwylers, afkomstig uit alle windstreken, bij elkaar kwamen. Deze bijeen komsten in Vlissingen en Zwitserland zijn overigens „kleine aan gelegenheden" vergele ken bij de grote massa le Lüitwieler-Leutwy- lers-bijeenkomst, die men in 1963 wil hou den. Mumenthal en van de Nederlandse gepensio neerde luitenant-kolo nel H. Luit wieier uit Den Haag kon een stamboom tyórden op gezet. De familie stamt oorspronkelijk uit het Zwitserse plaatsje Lütwil. Al in 1273 leef de er een Walther Lüwile. De Haagse luitenant kolonel vond uit hoe de Zwitsers-Nederlandse vertakking in elkaar zat. In 1742 vestigde zich de toen 22-jarige Johannes Leutwyler in Vlissingen. Deze com mandant van een troep Zwitserse huursoldaten bleef in Vlissingen, trouwde hier -met Ca- therina Ver brugge en kreeg één zoon: Hen drik. Deze I-Iendrik stichtte een schildersbedrijf en zag, ondanks zijn druk ke werkzaamheden leans vader te worden van maar liefst 2L kin deren... Uit twee huwe lijken weliswaar, maar niettemin was een ste vig fundament, gelegd voor de Nederlandse tak van do Zwitserse Leutwylers. In heel Nederland vindt men nu Luitwie- lers. Trouwens ook in Amerika, dank zij emi gratie. In Zeeland vindt men ze vooral in Vlissingen, Gapinge, Middelburg en Oostka- pelle, maar ook in an dere plaatsen komt de naam Luitwieler voor. Aan het Luitwielers- feest zullen ook Zwit serse leden van de Luitwieler-familie aan zitten. Een Zwitsers orkest, dat op de Fio- rïade in Rotterdam speelt, zal zaterdag naar Vlissingen komen om extra vreugde aan deze dag bij te zetten. MBIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIWIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMM IllllllllllllllllllllllllillliillllllllWröllMMlimmuun Ontwerp algemene kinderbijslagwet gehandhaafd Op het voorlopig verslag der Tweede Kamer over het wetsont werp algemene kinderbijslagwet heeft de regering nu een memo rie van antwoord ingezonden. Uit deze memorie van antwoord blijkt, dat de regering na ampel beraad heeft besloten dit wetsont werp nagenoeg in zijn geheel te hand haven. Dit houdt in dat wordt voor gesteld een algemene, de hele bevol king omvattende kinderbijslagvoor ziening in liet leven te roepen, welke derhalve ook van toepassing zal zijn op de zelfstandigen. Kinderbijslag zal worden verleend van het derde kind af. Daarnaast blijft bestaan de kinderbijslagwet voor loontrekken- den echter beperkt tot het eerste en tweede kind. Bij de organisatie van deze voorzie ning wordt zo nauw mogelijk aange sloten de organisatie van de al gemene ouderdomswet en de algeme ne weduwen- en wezenwet. Dit be tekent dat de uitvoering in handen wordt gelegd van de sociale verze keringsbank met medewerking van de raden van arbeid, terwijl premie heffing en premie-inning aan de be lastingdienst worden toevertrouwd. HET DERDE KIND. Het standpunt, dat de kinderbij slag zal dienen in te gaan bij het derde kind, heeft het huidige ka binet dus tot het zijne gemaakt. Als een zeer voornaam motief heeft daarbij gegolden, dat de hoogte van de op te brengen pre mie - bij een voorziening vanaf het lo kind 5,3 pet., vanaf het 3e j kind 2 pet.. niet los kan wor- den gezien van de overige lasten, die rceeds nu of in de toekomst door het bedrijfsleven - dus ook door <le zelfstandigen die perso neel in dienst hebben moeten worden opgebracht. In het kader van de onderhavige wetsvoorstellen ligt het in het voor nemen de verlaging van dc door de werkgevers verschuldigde premie in gevolge de kinderbijslagwet voor loontrekkenden aan te wenden ter compensatie van de door de werk nemer» verschuldigde premie. Ter gelegenheid van de 375ste verjaardag van Cornells de Vos is in het stadhuis van Hulst een tentoonstelling ingericht waarop een dertiental werk stukken van Cornells de Vos en een zestal van zijn broer Paul de Vos te bezichtigen zullen zijn. De commissaris der ko ningin in Zeeland, jhr. tnr. A. F. C. de Casembroot zal don derdagmiddag om drie uur de officiële opening verrichten. De tentoonstelling blijft geopend tot en met 11 september. Comelis de Vosportret van hemzelf, omgeven door familie detail). Geschilderd in 1621. Brussel, Museum voor Schone Kunsten. In de gloed van het veelzijdig genie Peter Paul Rubens han teerde in de barokke eerste decennia van de zeventiende eeuw een legertje van ferven te kustenaars in Antwerpen het penseel met een zodanige zwier en schittering, dat de koopmansstad aan de Schel de een in geheel Europa be kende artistieke naam kreeg. Een naam die eerst later in deze eeuw zou worden over troffen door de Hollandse school van Rembrandt en Hals. Het bekende Sint Ln- easgilde was befaamd, zijn werkzaamheden bleven voor namelijk 'n afspiegeling van het kunnen van Rubens. Rubens, in de school van het ro mantisme opgeleid, was geen ver nieuwer. Na. zijn reis naar Ita lië zotte hij zijn romantisme in Antwerpen dan ook onverminderd voort. Deze veelzijdige figuur ont ving opdrachten uit geheel Euro pa. aan alle hoven was hij een goede bekende. De vele opdrach ten voerde hij echter uit met een schare van leerlingen, van wie in de eerste plaats de befaamde Anthonie van Dijck moet worden genoemd. Een minder bekende leerling, maar van groot formaat was ze kere Cornells de Vos, die in Ant werpen vele goede ingezetenen portretteerde, en wiens naam vaak werd genoemd met die van Paul de Vos, zijn broer die be kendheid verwierf met buitenge woon knappe jachttaferelen en dierstukken. Cornelis en Paul de Vos. conscen- tieuse werkers in het Antwerpse schildersmilieu waarvan ons voor namelijk namen als Peter Paul Rubens. Anthonie van Dijck. Frans Snijders. Jan Fijt. Jan Wil lens, Caspar de Crayer enz. zijn overgebleven... Hulst Voor Cornelis en Paul de Vos moet men teruggaan naar liet Hulst van de tweede helft der ze ventiende eeuw. In deze Zeeuws- Ylaamsr stad die reeds in de twaalfde eeuw bestond en zich lot de omwenteling van 1795 vei lig wist tussen fiere wallen, leef de het gezin van Jan de Vos en Elisabeth van den Broeck. Ze had den negen kinderen waaronder de in 1585 geboren Cornelis en de in 1596 geboren Paul, Na de politieke troebelen bij de komst van aartshertog Albert van Oostenrijk in de Nederlanden ver trok het gehele gezin naar Ant werpen. Waarom is niet geheel duidelijk. Men heeft wel eens aan genomen dat vader De Vos zelf ook het penseel voerde, zekerheid hierover bestaat er echter niet. Dc twee broers, die elf jaar in leeftijd verschilden, wierpen zich in Antwerpen al op jeugcöge leer tijd op de schilderkust. Van de twee is Paul de Vos op een gege ven moment de man waarover net meest wordt gesproken, en toch moet worden aangenomen dat de prestaties van Cornelis groter waren. Zeker is dat Cornelis niet de aan dacht beeft gehad die hij verdien de. Er is niet zoveel over hem be kend. Zo beperkt Houbraken zich in zijn beschrijving tot:... Korne- lis de Vos aan wiens vaste wezens trekken wel te zien is dat hij een schrander vernuft is geweest... „Inderdaad: een scherpe kop met een hoog voorhoofd en rustige in dringende ogen. In de leer - Reeds op 14-jarige leeftijd gaat Cornelis bij de Antwerpse schilder David Remeeus in de leer. Hij schijnt het er goed te doen, want hij ontvangt na enige tijd reeds een jaarlijks bedrag van 72 gul- (3en. Spoedig wordt hij meester knecht en daarna chef d'atelier. Onder de 21 leerlingen die Corne lis dan onder zich krijgt bevinden zich zijn onbekend gebleven broer Hans en de later zo bekende' schil der Paul de Vos. In 1901 verdwijnt het spoor van Cornelis uit alle archieven en an dere geschriften. Aangenomen wordt dal hij toen traditiegetrouw op reis ging. Hij heeft zich in ieder gevgl tot het stadsbestuur gewend om een reïspas. Die kreeg- Iiij: alleenelïjek ornrne de lande te beziene ende zijn ambacht te leerene..." Opmerkelijk is wel dat hij in 1608 weer terug was, en dat ook Rubens in dat jaar van zijn Italiaanse reizen In de stad aan de Schelde terugkeerde. Jaren van onafgebroken hard wer ken vangen aan. In 1615 heeft Cornelis reeds vele eigen leerlin gen onder zich. Op 27 mei 1617 trouwt hij met Suzanne Cock, en de zes kinderen die zij hem schenkt zijn voor de schilder een grote bron van inspiratie. Het jaar daarvoor heeft Cornelis bo vendien burgerrecht van de stad Antwerpen verkregen. In 1604. als Paul de Vos aan zijn leerlingentijd bij Denijs van Hoo ve in Antwerpen voor het eerst naar Let penseel grijpt, is Cor nelis al opgenomen in het St. Lu- casgildc. In 1620 brengt Corne lis het zelfs tot opperdeken van St. Lucas, en het is in datzelfde jaar dat Paul „meester" in het gilde wordt. Paul heeft inmiddels lessen gevolgd bij de reeds ge noemde David Remeeus. en de voor de beide broers zo belangrij ke zwager Frans Snijders. Bloei Beiden brengen in de daarop vol gende jaren nun kunst tot niet on aanzienlijke bloei. In 1621 schil dert Cornelis zijn bekende zelfpor tret met vrouw en twee dochter tjes (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel) en vele scherpe karakterportretten van de Antwerpse burgerij uit de daarop volgende jaren zijn van zijn hand. Paul legt zich met een omvangrijke barokke fantasie loc op jacht- en wildtaferelen. Hij keek voortdurend naar Snijders, maar het was Rubens die hem toch op zijn eigen weg wees: de bewegelijkheid van het leven, de gevoelige contouren van dierfigu ren en dat alles in gedempte to nen. Paul trouwde in 1624 met Isabella van Waerbeke die hem tien kinderen schonk. Hoewel Cornelis naam kreeg door zijn portretten maakte liïj toch ook vele godsdienstige en historie stukken in de trant van Rubens. Ook in de portretten is de invloed van Rubens groot, hoewel, zo zijn minder burgerlijk, minder zwie rig en gedempter van kleur. Rubens was hof-schilder bij uit stek, en uit geheel Europa kwa men de opdrachten dan ook bin nen rollen. Opdrachten waar de mindere goden van konden mee profiteren. In 1635 komt Prins Kardinaal Don Ferdinand van Oostenrijk naar Antwerpen, en Rubens krijgt de opdracht de ornamentatie te verzorgen van de Arc Philippe bij de Tannenstvaat. Rubens maakt de schetsen, Jor- daens en Cornelis de Vos nemen een groot deel van de uitwerking op zich. In 1636 zal Rubens voor dc koning van Spanje. Philips de Vierde het ja entver blijf Torre de la Parada, en het slot Buen Retrio decoreren. I)an zien we ook Paul de Vos ten tonele verschijnen die werkt aan deze opdracht voor Spanje, maar aangenomen moet worden dat Paul Antwerpen nooit heeft ver laten. Cornelis verzorgt de deco ratie van Torre de la Parada met schilderingen van de methamor- fose van Ovidius. In de schaduw Het is moeilijk een chronologisch beeld van het oeuvre van de ge broeders samen te stellen. Zeker is dat ze hard hebben gewerkt, en dat het hen naar den brode ging. (Van Cornelis is bekend dat hij hij zijn dood zeer welgesteld was). Ook kan worden aangeno men dat het met Cornelis na 1640 snel bergafwaarts ging. Zijn ta lent verschraalde, en omstreeks 1650 ziet een zeer matig werkstuk nog het daglicht. Cornelis de Vos sterft in 1651 op 66-jarige leeftijd na een leven vah hard en inge spannen werken, te Antwerpen. Pas 27 jaar later komt Paul de Vos, eveneens in Antwerpen te overlijden. De bekende feiten over de twee schilders geven een indruk van op pervlakkigheid. Vooral liet leven van Cornelis heeft niets van de wilde romantiek, het doel. 'zelfs tienken aan een braaf burgerbe staan. Met Paul ging het wal dat betreft luidruchtiger toe. om maar niet te .spreken van Jan Brueghel, Frans Snijders en uiteraard Ru bens en Van Dijck. „Zich met weinig tevreden stollen en niets groots verwachten" was de leefregel van Cornelis de Vos, en hij trok zich terug in zijn be. scheiden milieu. Hij was geen am bitieus schilder, geen kunstenaar van vorstenhoven. Rustig leefde hij in de schaduw der groten van zijn tijd. 1 INIUilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUlltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHlllllll IIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllllllllllllBllllllltllllllllllHllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIItllllliffllH^^

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 7