Oorzaak ontdekt van Brabantse
verlammingsverschijnselen
HULSTER MEESTERS DE VOS LEEFDEN IN DE
I SCHADUW DER GROTEN
„MINDER STARRE TOETSING
BIJ LOONBELEID WENSELIJK"
REÜNIE VAN ZWITSERSE EN
NEDERLANDSE LUITW1ELERS
IN VLISSINGS BRITANNIA
WOENSDAG 3 AUGUSTUS 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
INGREDIËNT LIJMSOORT ZIEKTEVERWEKKER
Belgische internist bracht
na lang speuren redding
(Van onze Haagse redactie)
Ulet behulp van een Belgische internist is de oorzaak van de raadselach
tige „verlammingsverschijnselen" in de lederwarenfabrïek van 't Brabant
se dorp St. Michielsgestel tot klaarheid gebracht. De oorzaak is namelijk
een in de lijm aanwezige stof, die het droogproces versnelt. Een stof die
volkomen ongevaarlijk is zolang men de lijm met rust laat, maar die zijn
schadelijke werking begint zodra men de lijm gaat verwerken. Het signa
leren van dit vergiftigingsverschijnsel in de kleine Brabantse industrie zal
voor de lijmverwerkeude bedrijven, waar ook ter wereld, van belang zijn.
Voor Nederland zal dit succes op het gebied van chemisch speurwerk o.m.
doorwerken in het tot stand komen van een w7et, die gebruik en vervoer
van bepaalde chemische stoffen regelt. Een wet die men thans voorbereidt
op de departementen van sociale zaken en volksgezondheid, verkeer en wa
terstaat, alsmede justitie.
Zoals men weet traden in het voor
jaar in de dependance in Sint-Mi
chielsgestel van de Schïedamse Le-
derwarenfabriek uit Tilburg een
moderne fabriekshal waar enkele
tientallen arbeiders kunstlederen tas
jes vervaardigen voor scheerappara-
ten van Philips zeer vreemde ziek
teverschijnselen op. Zowel de manne
lijke als vrouwelijke arbeidskrachten
(doorgaans jonge mensen) verloren
in meer of mindere mate de beheer
sing over de spieren van armen en
benen. Het kwam zelfs voor, dat plot
seling een jonge man op het dorps
plein door de knieën ging. waarna
hij zich naar huis moest slepen.
Onderzoek
In tal van laboratoria zocht men
derhalve naar allerlei oorzaken die
zich ergens in het produktieproces
moesten bevinden. Men stelde tal
van onderzoeken in naar de samen
stelling van de voor de produktie van
tasjes gebruikte lijmsoorten, naar de
samenstelling van het kunstleder en
naar de omstandigheden van het fa
brieksgebouw. Inmiddels sloegen de
ai'tsen alle klinische verschijnselen
bij de patiënten gade. Een oplossing
bleef evenwel uit.
Dank zij de medewerking van een
Belgische internist, die zich reeds
jarenlang verdiept in allerlei ver
schijnselen van industrievergifti
gingen, en door de aanwijzingen
van een Nederlands hoogleraar in
de neurologie, heeft het T.N.O.-
instituut voor de lederindustrie in
Waalwijk thans de oplossing ge
vonden.
De medisch adviseur van de Schie-
damse Lederwarenindustrie, de huis
arts dokter Van Goor uit Tilburg,
vertelde over dit resultaat het vol
gende
Belangrijke punten
In de moderne chemie maakt men
gebruik van een middel om lijm snel
ler te doen drogen. Dit middel was
reeds lang- bekend en het was het
zelfde als men gebruikte om rubber
te vulcaniseren. Het blijft echter in
het vulcaniseringsproces volledig in
tact, maar bij het gebruik van de
lijm het uitsmeren van de substan
tie gaat het zich splitsen. Dan
komt het giftige zwavelkoolstof en
een andere reststof vrij.
Deze giftige stof bereikt op drie ma
nieren het menselijk lichaam
De zwavelkoolstof wordt als damp
ingeademd.
Een deel, dat niet volledig ge
splitst is. dringt als stofdeeltjes
via de ademhalingsorganen het
lichaam binnen.
Een laatste deel komt via de in-
intacte huid de poriën dus
ook in de vorm van minuscule
stofdeeltjes in het lichaam.
Deze geheel, of gedeeltelijk gesplit
ste, giftige stof reageert in het men
selijk lichaam verder, hetgeen de ver
schijnselen van „vermindering van
spierkracht" veroorzaakt.
Met argusogen
Het middel, dat de verlammingen
verwekker bevatte, had voorts tot
doel de lijmsoort vloeibaar te maken.
Het is een oliesoort, die zich o.m. ook
bevond in de „spijsolie", die door een
aantal malafide handelaren in Ma
rokko werd verkocht. Voorts zou
deze olie zich ook hebben bevonden
in geweerolie van het Zwitserse leger,
een soort, die per ongeluk enige tijd
geleden werd gebruikt voor het bak
ken van een koeksoort, waardoor, bij
een aantal Zwitserse soldaten gelijk,
soortige verlammingsverschijnselen
als in Sint-Michielsgestel optraden.
Ook zou bij een Duitse fabriek,,
die plastic schoenen vervaardigde,
zich iets dergelijks hebben voorge
daan. De mensen, die de schoenen
droegen, bleken bijzonder snel ver
moeid te worden, een verschijnsel
waarvan zij geen last hadden, zo
dra zij andere schoenen gebruik
ten.
Herstel
Het meest verheugende bericht, dal
dokter Van Goor ons deed, was dat
er vrij grote zekerheid bestaat, dat
alle patiënten van de Gestelse leer
fabriek weer volledig gezond zullen
worden. Het genezingsproces is' een
kwestie van maanden. Binnen een
jaar zo verwachten de medici
zal vrijwel geen enkele patiënt meer
iets van de vermindering van spier
kracht merken en gezond zijn. Mo
gelijk is het natuurlijk, dat een en
kel hardnekkig geval twee, misschien
wel drie jaar zal vergen, maar direct
te verwachten is dit niet.
Zwaargewonde naar huis
gestuurd en overleden
In de Valeriusklïniek te Amsterdam
is de 72-jarige mevrouw Wijmans-
Otjes overleden, die op 7 juli jl. werd
aangereden door een wielrijder. De
dame is toen opgenomen in het Onze
Lieve Vrouwengasthuis en na onder- I
zoek naar huis gezonden.
De huisarts achtte later opname I
evenwel dringend noodzakelijk en in
de Valeriuskliniek constateerde men j
een schedelbasisfractuur, een hersen- j
bloeding en een zware hersenschud- I
ding. Aan de gevolgen hiervan is de
dame thans overleden.
CHRISTELIJKE MIDDENSTANDSBOND
Het is gewenst een meer globaal
toetsingsbeleid te gaan volgen, dat
meer rechten doet wedervaren aan de
eigen verantwoordelijkheid van de
bedrijfstakken zodanig, dat naast het
produktïviteitscriterium ook andere
criteria gehanteerd mogen worden.
De loon- en prijspolitiek zal door het
toetsingsbeleid als resultaat moeten
hebben, dat het gemiddeld prijsni
veau stabiel blijft en de loonontwik
keling nationaal gezien in de pas
blijft met de produktiviteitsontwik-
keling. Dit zijn twee aanbevelingen
welke de Christelijke Middenstands
bond doet ten aanzien van de in de
toekomst te voeren loonpolitiek.
Het toetsingsbeleid zo beveelt de
bond voorts aan zal rekening moe
ten houden met de structurele ge
aardheid van de dienstverlenende
sectoren, waar de produktiviteitsont-
wikkeling minder gunstig is en meer
afhankelijk van de persoonlijke in
spanningen. Verder dient er een rui
mere beleidsmogelijkheid te zijn voor
de individuele onderneming om eigen
verantwoordelijkheid te dragen voor
de loonvorming vooral ook, omdat
het produktiviteits- en rentabiliteits-
criterium daar het beste gehanteerd
kunnen worden. Naar de mening van
de bond dient er verder zo spoedig
mogelijk een loonwet te komen, die
het institutionele kader aanpast aan
de grotere sociaal-economische auto
nomie van het bedrijfsleven.
Tenslotte, staat de bond de ge
dachte voor, dat de publiekrechte
lijke bedrijfsorganen zorgen voor
het verschaffen van gegevens over
de productiviteitsontwikkeling en
het interpreteren daarvan voor
het op korte termijn te voeren
beleid voor het midden- en klein
bedrijf.
Deze reeks van. aanbevelingen is ver
vat In een nota van het bondsbestuur
van de Christelijke Middenstands
bond, welke nota binnenkort aan de
staatssecretaris van sociale zaken en
volksgezondheid, de heer B. Roolvink
zal worden aangeboden. De nota
dient „als een bijdrage tot de thans
in gang zijnde discussie".
Tegen het huidige systeem van loon-
beleid worden in de nota zes bezwa
ren aangevoerd. Het is zo wordt
opgemerkt moeilijk gebleken en
soms onmogelijk, om de produktivi-
teitsontwikkeling in de bedrijfstak
ken betrouwbaar te meten. In de
tweede plaats was er het probleem
van de bedrijfstakken met een min
der dan gemiddelde produktiviteit.
Men stelt zich in de nota op het
standpunt dat deze bedrijfstakken
niet zonder meer mogen worden ge
bonden aan de productiviteitsont
wikkeling, omdat dit in- en externe
spanningen geeft.
Gevaar voor het. te ver uiteenlo
pen van de Ionen is het derde be
zwaar dat tegen liet huidige loon-
beleid wordt aangevoerd en het
gevaar van de magneetvorming,
het vierde. Onder dit laatste
wordt begrepen, dat bedrijfstak
ken met een meer dan gemiddel
de produlctiviteitsstijging aanlei
ding kunnen geven, dat. het totaal
van de loonbeweging uitgaat bo
ven het macro-economische ge
middelde, met als gevolg inflatie.
In de vijfde plaats zo wordt ge
zegd zullen bedrijfstakken waai
de produktiviteit sterk stijgt door
een sterkere loonstijging1 in hun ont
wikkeling1 worden afgeremd. Het zes
de bezwaar wordt er een van princi
piële aard genoemd, en het keert zich
tegen wat genoemd wordt de nog
steeds sterke ordening van boven af.
Dit blijkt duidelijk, zo wordt gezegd
uit de strak geformuleerde gedetail
leerde aanwijzing en nadere verdui
delijking.
Het produktïviteitscriterium. zo
wordt betoogd, zal als miciro-econo-
Dank zij „speurwerk"
- van de Zwitserse bak-
misch Instrument niet zijn waarde ker Paul Leutwyler "it
moeten verliezen, doch als voornaam
ste criterium gehandhaafd dienen te
blijven. Het is levensnoodzaak, pro-
duktiviteitsreserves zo veel mogelijk
te benutten. Maar aan andere crite
ria moet eveneens waarde worden
toegekend, aldus de nota.
Bij Britt, 90 kilometer van Sudbury
(Ontario/Canada), is een ólietrein
van 20 wagens ontspoord en iu brand
gevlogen.
De luchtfoto geeft een beeld van de
ontstellende ravage.
Vlissingen zal zaterdag
een merkwaardige fa
miliereünie beleven, zo
meldt het Parool uit
Amsterdam. In „Bri
tannia" zullen de Ne
derlandse en Zwitserse
nazaten van 't eeuwen
oude geslacht Luitwie-
ler zich namelijk aan
een koffietafel verza
melen.
Vorig- jaar was er
reeds zo'n reünie in
Zwitserland, toen. daar
ruim vijfhonderd Luit-
wielers en Leutwylers,
afkomstig uit alle
windstreken, bij elkaar
kwamen. Deze bijeen
komsten in Vlissingen
en Zwitserland zijn
overigens „kleine aan
gelegenheden" vergele
ken bij de grote massa
le Lüitwieler-Leutwy-
lers-bijeenkomst, die
men in 1963 wil hou
den.
Mumenthal en van de
Nederlandse gepensio
neerde luitenant-kolo
nel H. Luit wieier uit
Den Haag kon een
stamboom tyórden op
gezet. De familie stamt
oorspronkelijk uit het
Zwitserse plaatsje
Lütwil. Al in 1273 leef
de er een Walther
Lüwile.
De Haagse luitenant
kolonel vond uit hoe de
Zwitsers-Nederlandse
vertakking in elkaar
zat. In 1742 vestigde
zich de toen 22-jarige
Johannes Leutwyler in
Vlissingen. Deze com
mandant van een troep
Zwitserse huursoldaten
bleef in Vlissingen,
trouwde hier -met Ca-
therina Ver brugge en
kreeg één zoon: Hen
drik.
Deze I-Iendrik stichtte
een schildersbedrijf en
zag, ondanks zijn druk
ke werkzaamheden
leans vader te worden
van maar liefst 2L kin
deren... Uit twee huwe
lijken weliswaar, maar
niettemin was een ste
vig fundament, gelegd
voor de Nederlandse
tak van do Zwitserse
Leutwylers.
In heel Nederland
vindt men nu Luitwie-
lers. Trouwens ook in
Amerika, dank zij emi
gratie. In Zeeland
vindt men ze vooral in
Vlissingen, Gapinge,
Middelburg en Oostka-
pelle, maar ook in an
dere plaatsen komt de
naam Luitwieler voor.
Aan het Luitwielers-
feest zullen ook Zwit
serse leden van de
Luitwieler-familie aan
zitten. Een Zwitsers
orkest, dat op de Fio-
rïade in Rotterdam
speelt, zal zaterdag
naar Vlissingen komen
om extra vreugde aan
deze dag bij te zetten.
MBIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIWIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMM IllllllllllllllllllllllllillliillllllllWröllMMlimmuun
Ontwerp algemene
kinderbijslagwet
gehandhaafd
Op het voorlopig verslag der
Tweede Kamer over het wetsont
werp algemene kinderbijslagwet
heeft de regering nu een memo
rie van antwoord ingezonden.
Uit deze memorie van antwoord
blijkt, dat de regering na ampel
beraad heeft besloten dit wetsont
werp nagenoeg in zijn geheel te hand
haven. Dit houdt in dat wordt voor
gesteld een algemene, de hele bevol
king omvattende kinderbijslagvoor
ziening in liet leven te roepen, welke
derhalve ook van toepassing zal zijn
op de zelfstandigen. Kinderbijslag
zal worden verleend van het derde
kind af. Daarnaast blijft bestaan de
kinderbijslagwet voor loontrekken-
den echter beperkt tot het eerste en
tweede kind.
Bij de organisatie van deze voorzie
ning wordt zo nauw mogelijk aange
sloten de organisatie van de al
gemene ouderdomswet en de algeme
ne weduwen- en wezenwet. Dit be
tekent dat de uitvoering in handen
wordt gelegd van de sociale verze
keringsbank met medewerking van
de raden van arbeid, terwijl premie
heffing en premie-inning aan de be
lastingdienst worden toevertrouwd.
HET DERDE KIND.
Het standpunt, dat de kinderbij
slag zal dienen in te gaan bij het
derde kind, heeft het huidige ka
binet dus tot het zijne gemaakt.
Als een zeer voornaam motief
heeft daarbij gegolden, dat de
hoogte van de op te brengen pre
mie - bij een voorziening vanaf
het lo kind 5,3 pet., vanaf het 3e j
kind 2 pet.. niet los kan wor-
den gezien van de overige lasten,
die rceeds nu of in de toekomst
door het bedrijfsleven - dus ook
door <le zelfstandigen die perso
neel in dienst hebben moeten
worden opgebracht.
In het kader van de onderhavige
wetsvoorstellen ligt het in het voor
nemen de verlaging van dc door de
werkgevers verschuldigde premie in
gevolge de kinderbijslagwet voor
loontrekkenden aan te wenden ter
compensatie van de door de werk
nemer» verschuldigde premie.
Ter gelegenheid van de 375ste
verjaardag van Cornells de Vos
is in het stadhuis van Hulst
een tentoonstelling ingericht
waarop een dertiental werk
stukken van Cornells de Vos en
een zestal van zijn broer Paul
de Vos te bezichtigen zullen
zijn. De commissaris der ko
ningin in Zeeland, jhr. tnr. A.
F. C. de Casembroot zal don
derdagmiddag om drie uur de
officiële opening verrichten. De
tentoonstelling blijft geopend
tot en met 11 september.
Comelis de Vosportret van hemzelf, omgeven door familie detail).
Geschilderd in 1621. Brussel, Museum voor Schone Kunsten.
In de gloed van het veelzijdig
genie Peter Paul Rubens han
teerde in de barokke eerste
decennia van de zeventiende
eeuw een legertje van ferven
te kustenaars in Antwerpen
het penseel met een zodanige
zwier en schittering, dat de
koopmansstad aan de Schel
de een in geheel Europa be
kende artistieke naam kreeg.
Een naam die eerst later in
deze eeuw zou worden over
troffen door de Hollandse
school van Rembrandt en
Hals. Het bekende Sint Ln-
easgilde was befaamd, zijn
werkzaamheden bleven voor
namelijk 'n afspiegeling van
het kunnen van Rubens.
Rubens, in de school van het ro
mantisme opgeleid, was geen ver
nieuwer. Na. zijn reis naar Ita
lië zotte hij zijn romantisme in
Antwerpen dan ook onverminderd
voort. Deze veelzijdige figuur ont
ving opdrachten uit geheel Euro
pa. aan alle hoven was hij een
goede bekende. De vele opdrach
ten voerde hij echter uit met een
schare van leerlingen, van wie
in de eerste plaats de befaamde
Anthonie van Dijck moet worden
genoemd.
Een minder bekende leerling,
maar van groot formaat was ze
kere Cornells de Vos, die in Ant
werpen vele goede ingezetenen
portretteerde, en wiens naam
vaak werd genoemd met die van
Paul de Vos, zijn broer die be
kendheid verwierf met buitenge
woon knappe jachttaferelen en
dierstukken.
Cornelis en Paul de Vos. conscen-
tieuse werkers in het Antwerpse
schildersmilieu waarvan ons voor
namelijk namen als Peter Paul
Rubens. Anthonie van Dijck.
Frans Snijders. Jan Fijt. Jan Wil
lens, Caspar de Crayer enz. zijn
overgebleven...
Hulst
Voor Cornelis en Paul de Vos
moet men teruggaan naar liet
Hulst van de tweede helft der ze
ventiende eeuw. In deze Zeeuws-
Ylaamsr stad die reeds in de
twaalfde eeuw bestond en zich
lot de omwenteling van 1795 vei
lig wist tussen fiere wallen, leef
de het gezin van Jan de Vos en
Elisabeth van den Broeck. Ze had
den negen kinderen waaronder de
in 1585 geboren Cornelis en de in
1596 geboren Paul,
Na de politieke troebelen bij de
komst van aartshertog Albert van
Oostenrijk in de Nederlanden ver
trok het gehele gezin naar Ant
werpen. Waarom is niet geheel
duidelijk. Men heeft wel eens aan
genomen dat vader De Vos zelf
ook het penseel voerde, zekerheid
hierover bestaat er echter niet.
Dc twee broers, die elf jaar in
leeftijd verschilden, wierpen zich
in Antwerpen al op jeugcöge leer
tijd op de schilderkust. Van de
twee is Paul de Vos op een gege
ven moment de man waarover net
meest wordt gesproken, en toch
moet worden aangenomen dat de
prestaties van Cornelis groter
waren.
Zeker is dat Cornelis niet de aan
dacht beeft gehad die hij verdien
de. Er is niet zoveel over hem be
kend. Zo beperkt Houbraken zich
in zijn beschrijving tot:... Korne-
lis de Vos aan wiens vaste wezens
trekken wel te zien is dat hij een
schrander vernuft is geweest...
„Inderdaad: een scherpe kop met
een hoog voorhoofd en rustige in
dringende ogen.
In de leer
- Reeds op 14-jarige leeftijd gaat
Cornelis bij de Antwerpse schilder
David Remeeus in de leer. Hij
schijnt het er goed te doen, want
hij ontvangt na enige tijd reeds
een jaarlijks bedrag van 72 gul-
(3en. Spoedig wordt hij meester
knecht en daarna chef d'atelier.
Onder de 21 leerlingen die Corne
lis dan onder zich krijgt bevinden
zich zijn onbekend gebleven broer
Hans en de later zo bekende' schil
der Paul de Vos.
In 1901 verdwijnt het spoor van
Cornelis uit alle archieven en an
dere geschriften. Aangenomen
wordt dal hij toen traditiegetrouw
op reis ging. Hij heeft zich in
ieder gevgl tot het stadsbestuur
gewend om een reïspas. Die kreeg-
Iiij: alleenelïjek ornrne de lande
te beziene ende zijn ambacht te
leerene..." Opmerkelijk is wel dat
hij in 1608 weer terug was, en dat
ook Rubens in dat jaar van zijn
Italiaanse reizen In de stad aan
de Schelde terugkeerde.
Jaren van onafgebroken hard wer
ken vangen aan. In 1615 heeft
Cornelis reeds vele eigen leerlin
gen onder zich. Op 27 mei 1617
trouwt hij met Suzanne Cock, en
de zes kinderen die zij hem
schenkt zijn voor de schilder een
grote bron van inspiratie. Het
jaar daarvoor heeft Cornelis bo
vendien burgerrecht van de stad
Antwerpen verkregen.
In 1604. als Paul de Vos aan zijn
leerlingentijd bij Denijs van Hoo
ve in Antwerpen voor het eerst
naar Let penseel grijpt, is Cor
nelis al opgenomen in het St. Lu-
casgildc. In 1620 brengt Corne
lis het zelfs tot opperdeken van
St. Lucas, en het is in datzelfde
jaar dat Paul „meester" in het
gilde wordt. Paul heeft inmiddels
lessen gevolgd bij de reeds ge
noemde David Remeeus. en de
voor de beide broers zo belangrij
ke zwager Frans Snijders.
Bloei
Beiden brengen in de daarop vol
gende jaren nun kunst tot niet on
aanzienlijke bloei. In 1621 schil
dert Cornelis zijn bekende zelfpor
tret met vrouw en twee dochter
tjes (Koninklijk Museum voor
Schone Kunsten, Brussel) en vele
scherpe karakterportretten van
de Antwerpse burgerij uit de
daarop volgende jaren zijn van
zijn hand. Paul legt zich met een
omvangrijke barokke fantasie loc
op jacht- en wildtaferelen. Hij
keek voortdurend naar Snijders,
maar het was Rubens die hem
toch op zijn eigen weg wees: de
bewegelijkheid van het leven, de
gevoelige contouren van dierfigu
ren en dat alles in gedempte to
nen. Paul trouwde in 1624 met
Isabella van Waerbeke die hem
tien kinderen schonk.
Hoewel Cornelis naam kreeg door
zijn portretten maakte liïj toch
ook vele godsdienstige en historie
stukken in de trant van Rubens.
Ook in de portretten is de invloed
van Rubens groot, hoewel, zo zijn
minder burgerlijk, minder zwie
rig en gedempter van kleur.
Rubens was hof-schilder bij uit
stek, en uit geheel Europa kwa
men de opdrachten dan ook bin
nen rollen. Opdrachten waar de
mindere goden van konden mee
profiteren. In 1635 komt Prins
Kardinaal Don Ferdinand van
Oostenrijk naar Antwerpen,
en Rubens krijgt de opdracht de
ornamentatie te verzorgen van de
Arc Philippe bij de Tannenstvaat.
Rubens maakt de schetsen, Jor-
daens en Cornelis de Vos nemen
een groot deel van de uitwerking
op zich. In 1636 zal Rubens voor
dc koning van Spanje. Philips de
Vierde het ja entver blijf Torre
de la Parada, en het slot Buen
Retrio decoreren.
I)an zien we ook Paul de Vos ten
tonele verschijnen die werkt aan
deze opdracht voor Spanje, maar
aangenomen moet worden dat
Paul Antwerpen nooit heeft ver
laten. Cornelis verzorgt de deco
ratie van Torre de la Parada met
schilderingen van de methamor-
fose van Ovidius.
In de schaduw
Het is moeilijk een chronologisch
beeld van het oeuvre van de ge
broeders samen te stellen. Zeker is
dat ze hard hebben gewerkt, en
dat het hen naar den brode ging.
(Van Cornelis is bekend dat hij
hij zijn dood zeer welgesteld
was). Ook kan worden aangeno
men dat het met Cornelis na 1640
snel bergafwaarts ging. Zijn ta
lent verschraalde, en omstreeks
1650 ziet een zeer matig werkstuk
nog het daglicht. Cornelis de Vos
sterft in 1651 op 66-jarige leeftijd
na een leven vah hard en inge
spannen werken, te Antwerpen.
Pas 27 jaar later komt Paul de
Vos, eveneens in Antwerpen te
overlijden.
De bekende feiten over de twee
schilders geven een indruk van op
pervlakkigheid. Vooral liet leven
van Cornelis heeft niets van de
wilde romantiek, het doel. 'zelfs
tienken aan een braaf burgerbe
staan. Met Paul ging het wal dat
betreft luidruchtiger toe. om maar
niet te .spreken van Jan Brueghel,
Frans Snijders en uiteraard Ru
bens en Van Dijck.
„Zich met weinig tevreden stollen
en niets groots verwachten" was
de leefregel van Cornelis de Vos,
en hij trok zich terug in zijn be.
scheiden milieu. Hij was geen am
bitieus schilder, geen kunstenaar
van vorstenhoven. Rustig leefde
hij in de schaduw der groten van
zijn tijd.
1 INIUilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUlltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHlllllll IIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllllllllllllBllllllltllllllllllHllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIItllllliffllH^^