De auto met verbrandingsmotor heeft zijn langste tijd wel gehad r~ DINSDAG 28 JUNI 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COU.iANT wmrnmm '.ELECTRON 1MB 1 UiCKT TECHNIEK OP DREMPEL VAN NIEUWE PERIODE Terwijl ergens op een luchtbasis in Amerika al mensen getraind worden, die binnen af zienbare tijd zullen pogen letterlijk naar de maan te vliegen, terwijl de luchtvaart in korte tijd een geweldige stap voorwaarts ge daan heeft door het straaltijdperk binnen te dreunen en terwijl de eerste door atoom kracht gedreven schepen al over de oceanen kruisen, is de auto in feite nog steeds zijn kinderschoenen niet ontwassen. Ruim 40 jaar geleden was het al een voertuig op 4 wielen met luchtbanden, dat aangedreven werd door een benzine motor met cilinders, en zuigers en dat is 't nog steeds. Natuurlijk, de auto heeft in die 40 jaar geleerd zich snel voort te bewegen in die kinderschoenen en hij is ook aanmerkelijk vaster ter been ge worden, maar het blijft een begin-stadium, waarin onze personenwagen zich technisch gezien nog bevindt. En tot voor kort zag het er ook niet naar uit, dat daar binnen afzienbare tijd verandering in zou komen. Alles wat de fabrikanten en ontwerpers aan „nieuws" konden bekend ma ken, bleven detail-verbeteringen, zoals de vol-automatische transmissies, de rem- en stuurbekrachtigingen, de schijfremmen en de benzine-inspuit systemen in plaats van carburateurs. Maar als men een dergelijk triomfantelijk aangekondigde auto dan onder de motorkap keek, was het weer het tiental len jaren oude liedje: een wirwar van draad jes, die toch weer eindigden op bougies, die op him beurt toch weer in cilinders gemon teerd waren, waarin vanzelfsprekend toch weer zuigers heen en weer bewogen. Nieuwe krachtbronnen dienen zich aan Intussen was men natuurlijk wel hard bezig;, die vreselijk ouderwetse „moderne" auto eindelijk eens aan een nieuwe krachtbron te helpen. Verschillende fabrikanten bouwden al eens een turbinemotor, dat is een straal-motor waarbij de hete gassen tegen een schoepen-rad geblazen wor den, waarna het draaiende rad dus ook de wielen in beweging kan bren gen. Andoren experimenteerden met auto's die op zonnestralen „liepen", weer anderen bestudeerden de elektriciteit als krachtbron en tenslotte zijn er altijd wel teclmiseh knappe koppen, die nog veel revolu tionairder en onbegrijpelijker dingen uitknobbelden, zoals zuigerloze mo toren etc. Maar hoe interessant al die berichten over die experimenten en vin dingen ook waren en hoe veelbelovend het ook klonk, steeds was er een „maar" bij, wat betekende dat we de eerste 25 jaar nog wel op de prak tische verwezenlijking van de plannen moesten wachten. Maar nu ineens, ln een jaar tijd i lijkt het of de auto-techniek aan het volwassen worden is. Plotse ling blijkt men achter de scher men al zo ver te zijn met enkele nieuwe technische vindingen, dat we nu werkelijk kunnen zeggen, dat er een revolutie in de auo- techniek voor de deur staat. Waarbij we echter wel op moe ten merken, dat die revolutie ook nog wel enkele jaren voor de deur kan staan voor ze bin nen komt. Maar 25 jaar zal het toch niet meer duren. Tot de vindingen, die zo kort ge leden geïntroduceerd werden en die naar onze mening dus binnen een afzienbare periode, de auto niet alleen een ander uiterlijk maar ook een ander hart zullen geven, behoort natuurlijk de z.g. Wankel- motor, die door de N.S.U.-fabrie- ken in Duitsland ontwikkeld is. Het ziet er naar uit, dat deze motor vooralsnog de eerste opvolger zal worden op de troon waarop de zui ger-motor nu al zo lang zit. Uit de vele publikaties over de Wankel-Motor (.naar de ingenieur Felix Wankel, die een groot aan deel in de ontwikkeling had) is deze nieuwe motor al vrij bekend geworden, maar simpel gezegd komt het op het volgende neer: in een ronde „bus" wordt een tweede bus aangebracht, die niet zuiver rond is. Tussen de wand van 4e eerste en de tweede bus bevindt zich water voor de koeling. Dwars door de binnenste bus loopt een as. waarop zich een metalen drie hóek bevindt, die even lang is als die bus. De drie hoeken van de driehoek sluiten nauwkeurig aan op de wanden van de binnenste bu$. Gaan we nu aan de as draaien (door middel van een startmotor bijv.) dan zal ook de driehoek gaan draai en, want deze is op de as vast ge. maakt. Echter zó vastgemaakt, dat hij wèl mee moet draaien, maar dat hij toch bewegen kan (een exen- triek). Dat is gedaan omdat de bin nenste bus niet zuiver rond is, zo. dat bij liet draaien die wanden van de bus de driehoek dwingen een andere stand in te nemen. Maar Cadillac (General Motorsbouw de een experimentele toekomst autodie nog was uitgerust met een turbinemotor. In de 2 zwarte kegels op het front, is de radar apparatuur ondergebracht, die de bestuurder op grote afstand al moet waarschuwen voor tegen liggers en obstakels. de hoeken van de driehoek blijven dus de binnenwand van de bus vol den. Tussen de twee hoeken van de driehoek en de wand van de bus is natuurlijk een ruimte, die als het ware mee beweegt, wanneer de driehoek gedraaid wordt. Omdat echter de bus niet werkelijk rond is en de driehoek heen en weer kan wegen, zullen die ruimten tussen de driehoek en de wand steeds een andere vorm aannemen. Nu eens worden ze groter, dan weer klei ner. En daarop berust nu het prin cipe van deze motor. Want als bij het bewegen, die ruimte groter wordt, ontstaat er een onderdruk. Op de plaats echter, waar die ruim te het grootst is. heeft men een gat in de wand van die bus gemaakt, dat aangesloten is op een gewone carburateur. Door de onderdruk in die groter geworden ruimte, wordt er nu via die carburateur een beu- zine-lucht mengsel aangetogen en daarmee wordt de ruimte dus ge vuld. De driehoek draait echter ver der en de ruimte met het gasmeng sel ook, tot dat deze op een punt komt waar die ruimte bijzonder klein is geworden, omdat daar de wand van de bus „ingedeukt" is door de constructeur. Het gas in die ruimte heeft niet kunnen ont snappen, want de „punten" van de driehoek sluiten steeds tegen de wand van de bus. Dat gas is dus samengeperst. Op dat punt nu heeft men een bougie in de wand van de bussen aangebracht en die doet dat samengeperste gasmengsel ontbranden. Door die verbranding ontstaat druk, (net zoals in de cy linder vaji een gewone auto-mo tor) en die druk plant zich voort via de wand van de driehoek op de as. Door diezelfde manier van be vestigen op de as van de driehoek, wordt nu ook die druk omgezet ip een draaiende beweging en nu hoeft dus de as niet meer door de startmotor rondgedraaid te wor den, maar draait door de motor zelf rond. Datzelfde proces, dat we nu beschreven hebben speelt zich in alle drie de ruimten af, die gevormd worden door de wanden van de driehoek en de wand van de bus. Zodra eenmaal de verbran ding in een kamer heeft plaats ge had, gaat het allemaal veel vlugger, waarbij de drie ruimten in snelle opeenvolging achter elkaar, met het samengeperste gas „langs" de bougie komen. Het gaat snel Dan maakt dc motor ook 8000 toeren Ïer minuut wat wil zeggen dat die as oor de bus per minuut 8000. keer ronddraait. Op die as kan men nu een versnellingsbak monteren en een koppeling natuurlijk en dan hebben we de aandrijving voor een auto. Het voordeel van dit systeem is, dat er geen kleppen aan te pas komen en ook minder andere bewegende delen, zodat kans op pech veel Ideiner wordt. Verder is de motor veel rus tiger dan onze motor, waarbij een op en neer gaande beweging de zuigers in een rond draaiende beweging moe ten worden omgezet. Daarnaast ech ter ook veel kleiner en veel lichter In gewicht. En bovendien minder gevoe. lig voor de gebruikte brandstof, wat zeggen wil dat pingelen" en het ge bruik van super-benzine niet nouïg zijn. Maar men is nog niet geheel klaar voor de serie-bouw met deze motor. De levensduur wordt op het ogenblik nog beproefd, want de punten van de driehoek die langs de wanden sle pen en daarbij gasdicht moeten af sluiten, hebben heel wat te verduren natuurlijk. Bovendien is dat hoge toe rental van 8000 nog een probleem. Onze motoren maken tussen de 4000 en 5500 toeren. De nu gebruikte versnellingsbakken zijn op dat toerental berekend. Voor een motor die 80p0 toeren maakt, moet een sterkere dus duurdere bak gemaakt worden en dat zou een deel van de voordelen van die Wankel mo tor weer teniet doen. Vandaar dat men op het ogenblik dus nog ijverig voorbeeld, die relatief weinig In personenwagens gebouwd wordt, maar zoveel meer in trucks en bussen. Nu al concurrentie Nog maar nauwelijks was het nieuws over de Wankel-motor koud, of er diende zich al een concurrent aan in de vorm van een luchtkussen-auto, die in de V.S. gedemonstreerd werd. Het was het logisch gevolg van ande re experimenten met luchtkussen- vaartuigen, o.a. in Engeland, waar men er zelfs al in slaagde een tocht over Het Kanaal te maken. Een der gelijk luchtkussen voertuig staat na tuurlijk veel verder van de werkelijk heid af. als de Wankel-motor, waar mee tenslotte al gereden wordt. Het luchtkussen voertuig is nog lang niet in dat stadium en wel omdat het hier niet alleen om een manier van aan drijving gaat, maar om een heel nieuw type voertuig. Immers de Wan kel-motor kan in een gewone auto gebouwd worden en besturing en remmen leveren dus geen probleem op. Bij de luchtkussen-auto treft men echter geen wielen meer aan en dus worden stuur en rèmmen aparte problemen, die ook opgelost moeten worden. Toch blijkt men er in Ameri ka veel in te zien, want Ford heeft inmiddels bekend gemaakt ook druk aan het proeven nemen te zijn en men heeft daar ook al een model ge bouwd, dat inderdaad bleek te „rij den". Technisch gaat het hier eigen lijk om een eenvoudig principe. Via een aantal openingen in de bodem van de „auto" wordt met kracht Iuchtge'olazen. Zoals een straaljager naar achteren, zo blaast het lucht kussenvoertuig de lucht tegen de grond. Daardoor ontstaat als het wa re een dikke laag lucht van enkele centimeters tussen de grond en het voertuig, waarop dit nu kan rusten. Richt rnen de luchtstralen nu wat naar achteren, dan zal de wagen vooruit gaan, no^ steeds rustend op het kussen van dikke lucht. Op die manier kan men natuurlijk ook links of rechts gaan. Het voordeel van een dergelijke au to zou zijn, dat men niet meer aan de weg gebonden is, maar ook over on- Zo ziet mogelijk de krachtbron van een toekomstige auto er uit. Onder de motorkap een batterij en een. gastank, de elektromoto ren in de wielen. Op de kleine tekening ernaast een schema van de batterij, die continu met gas gevoed wordt. serie-rijp te worden, dat is «namelijji de elektromotor. En merkwaardig genoeg heeft ook Nederland een be langrijke plaats gekregen in het ont- wikkelings-stadium voor deze nieu we krachtbron. Prof. dr. -T. A. A. Ke telaar, hoogleraar in de fysische scheikunde aan de gemeentelijke uni versiteit; van Amsterdam, houdt zich namelijk bezig met de problemen rond een batterij, die continu opge- geladen kan worden. Deze batterij zou dan in staat zijn de elektromoto ren te voeden, die een automobiel aan kunnen drijven. Dat men zoekt naar nieuwe middelen om de elektrische aandrijving weer dienstbaar voor auto's te maken is geen nieuws. In het begin stadium van de automobiel heeft men al van elektromotoren gebruik gemaakt voor auto's. O.a. bouwde Ferdinand Porsche, de ontwerper van de Volks wagen, in de tijd dat hij nog in Oos tenrijk werkte, al een auto, die vier elektromotoren in de wielnaven- had. Perspectivische doorsnede van de revolutionaire Wankel-motor, waarin het viertakt-proccs tot stand wordt j gebracht zonder op en neer gaande i zuigers. Overgenomen uit „De Auto". Er vindt dan een vertraagde ver- branding plaats, waardoor een elektronenstroom in de plaat ont staat. De'aldus opgewekte energie kan dan in de vorm van getijk- stroom afgevoerd worden en dus j gebruikt worden voor de aandrij ving van een elektromotor. Bij dit I proces lopen de temperaturen op tot 600 graden. I' Deze batterijen zijn er dus al. maai» ze zijn nog ongeschikt door hun gro te omvang en gewicht, en het ge bruikte gas, het kool-monoxyde, dat LUCHT t KOOÏ.ÖSXI S MAÖNESSUMÖXtoê .SET. (ScSMOLTcH SOLA.. j mmÈ&a'mmSÈmi verder gaat met experimenteren. Maar toch heeft men al enkele wa gens (type N.S.U. Prinz) lopen met een Wankel-motor en worden er al besprekingen gevoerd over licentie bouw van deze motor door andere fa brieken, zodra de experimenten hele maal bevredigend verlopen zijn. O.a. wordt daarbij ook Volkswagen ge noemd. Dit alies wijst er nu op, dal we dus wel op een keerpunt zijn aan geland. Toch blijft het nog mo gelijk, dat men na verloop van een zekere periode tot de conclusie zal komen, dat deze motor toch niet zo geschikt is voor personenwa gens. Maar dan misschien blijkt het voor het vrachtvervoer de op lossing te zijn. Zoiets is al meer gebeurd. Met do dieselmotor bij- gebaand terrein kan „vliegen". Hoe wel ook van deze „auto" niet vast staat, dat het dé toekomst auto gaat worden, zal er toch wel op een of andere manier gebruik van gemaakt kunnen worden. Niet alleen voor mi litaire doeleinden, maar ook voor de landbouw zou er misschien een taak zijn voor het luchtkussenvoertuig, als het 'de gewone auto niet zou kunnen vervangen. Ook in Nederland Er is inmiddels nog een derde toe komst mogelijkheid voor de kracht bron van automobielen en deze heeft evenals de Wankel-motor een gerede kans al op betrekkelijk korte termijn De korte levensduur van de batte rijen, de'geringe snelheid en heb feit, dat de actie-radius sterk beperkt was hebben echter de elektrische auto al heel snel het gevecht met de verbran dingsmotoren doen verliezen. Nu er steeds meer batterijen met lange le vensduur voor de raketten van de Amerikanen ontworpen worden, heb ben autofabrieken in de V.S. ook al eens naar de elektrische auto geke ken met liet idee: „we kunnen het wel eens probieren", maar in de praktijk is daar weinig van terecht gekomen. Sinds prof. Ketelaar echter een reis naar Amerika maakte, is er een tipje opgelicht van de sluier over een geheel nieuwe batterij, die wel in staat zou zijn een auto gedurende lange tijd te voorzien van elektrische stroom. Het gaat hier om een batterij, die continu met gas gevoed wordt en zolang er dus gas toegevoerd wordt, zo lang zou de batterij ook stroom le veren. In Amerika hadden de ra dar-technici bijzonder veel be langstelling voor deze batterij, want de radar posten die de V.S. beschermen moeten tegen een on verwachtse overval, staan vaak in de ijzige poolstreken. De stroom voor deze radar-posten kwam uit normale batterijen, maar de koude en het feit dat de ze batterijen zo snel uitgeput wa ren. betekenden een ernstige han dicap. Nu kon men natuurlijk de stroom opwekken door middel van sterke generatoren, maar dat ver oorzaakte weer storing op de beeldschermen, zodat een batterij die op gas liep, een dankbaar aan vaarde oplossing betekende. Het principe Simpel gezegd bestaat de nieuwe batterij uit een houder onder verdeeld in een aantal cellen. In elke cel staat een dikke plaat van geperforeerd metaal. In die Êlaat, die dus dubbelwandig is, evindt zich magneslum-oxyde met gesmolten soda. Deze plaat vormt de elektrolïet van de batte rij. Aan de ene zijde van de plaat wordt nu lucht toegevoerd en aan de andere zijde kool-monoxyde. aan boord van een auto moeilijk meegenomen kan worden. Nu experimenteert men echter met batterijen, die gevoed worden door bijv. het L.P.G. gas, dat ook al voor verbrandingsmotoren gebruikt wordt. De temperatuur loopt dan niet zo hoog op en men zal cr ook wel in sla gen de omvang en het gewicht van de batterij lager te maken. Heeft men succes met deze proeven, dan zou een auto van de toekomst er als volgt uit kunnen zien. Op de plaats van de motor een batterij die een opening heeft, waardoor hij in ver binding met de lucht staat en waar aan een leiding verbonden is naar een gewone L.P.G.-tank. Vanuit de batterij zouden er dan stroomdraden naar de wielen gaan, waarin een elek tromotor is gebouwd. Prof. Ketelaar schat dat men op één L.P.G.-tank wel J500 km zou kunnen rijden, wat dus een aanzienlijke be sparing aan brandstoffen zou beteke nen in vergelijking met onze benzine motoren. Maar er zouden nog meer voordelen aan een dergelijke elektri sche auto zijn. Want de elektromoto ren zouden in de wielen gebouwd kunnen worden en er zou geen kop peling of versnelling meer nodig zijn. Ook dat betekent een kosten bespa ring en bovendien meer ruimte voor de passagiers. Daurnaast zou ook het gewicht verbeteren. Bovendien zou een dergelijke auto veel geruislozer zijn, dan een benzine motor en de na re uitlaatgassen-geschiedenis zou ook tot het verleden behoren, want de gassen uit de baterij zijn te verwaar lozen. Daarnaast zou de bediening van de auto natuurlijk veel eenvou diger worden, In Amerika bouwde men reeds hij wijze van proef een tractor met een dergelijke batterij. Men gelooft daar, dat het binnen 10 jaar mogelijk zal zijn een auto te bouwen, die op deze wijze aangedreven wordt. Prof. Ke telaar in Amsterdam is wal voorzich tiger, hij spreekt over 25 jaar. In ie der geval blijkt uit al deze berichten en gegevens over nieuwe mogelijk heden, dat de auto met verbrandings motor toch wel zijn langste tijd ge had zal hebben en dat we op de drem pel staan van een nieuwe periode iu ae auto-construclïe. Peter de Graaf,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 5