SCHOOL- EN BEROEPSKEUZE IN ZEELAND
Arbeidsbureau: 800 adviezen per
jaar alleen in schoolsector
Schoolonderzoek voor
intelligentietests
Werk Chr. Stichting „in opbouw"
OOK VOOR PARTICULIERE INSTELLINGEN
IS ER VOLDOENDE WERK AAN DE WINKEL
ZATERDAG 25 JUNI 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
„VERZUILING" WORDT TOEGEJUICHT..
SINDS 1952 bestaat er in Zeeland officieel de
Zeeuwse Stichting voor Beroepenvoorlich
ting en school- en beroepskeuze. Die stichting
doet niets. Zij bestaat alleen maar op papier.
Sinds 1953 werkt de Chr. Stichting voor schooi
en beroepskeuze in Zeeland, gevestigd tc Góes
en voorts is er de Interdiocesane Stichting voor
r.-k. beroepskeuzevoorlichting, gevestigd in
Tilburg en ook werkzaam in Zeeland. Deze bei
de stichtingen doen iets.
Véél, in vergelijking met deze beide stichtingen,
doet de afdeling beroepen- plus school- en be
roepskeuzevoorlichting, ondergebracht bij het
gewestelijk arbeidsbureau in Middelburg. Een
rijksinstelling dus, waar zoveel werk aan de
winkel is, dat men het zou toejuichen, indien
wat dit betreft de „verzuiling" in Zeeland wat
sterker doorwerkte en er meer gebruik werd
gemaakt van de particuliere instellingen
....oordeel was niet zo gunstig....
Uit deze korte inleiding moge blijken, dat de kwestie van
school- en beroepskeuze destijds wel de nodige belangstelling
heeft getrokken! In Zeeland begon men in januari 1948 met één
beroepskeuze-adviseur bij het gewestelijk arbeidsbureau in Mid
delburg, die heel Zeeland moest „afwerken". Gaandeweg kwam
men in verscheidene kringen tot de conclusie, dat voorlichting
op dit terrein toch wel erg nuttig was, maar tegelijkertijd vorm
de men zich een oordeel over het werk op dit gebied van de ar
beidsbureaus. En dat oordeel was niet gunstig. „Ondeskundig
heid", werd de rijksinstelling verweten en dat leidde mede tot
de oprichting van de particuliere stichtingen. Zoals de Zeeuw
se Stichting, die nooitgewerkt heeft. En vermoedelijk ook
nooit zal werken!
Want intussen is 'gebleken, dat
het apparaat van net arbeidsbu
reau uitstekend werkt. Bij de
Zeeuwse Stichting is men thans
van oordeel, dat men dit werk met
"n gerust hart aan het arbeidsbu
reau kan overlaten en men over
weegt hoogstens nog om te ko
men tot enigerlei vorm van sa
menwerking, waarbij dan met
name wordt gedacht aan aceen-
tueririg van de beroepenvoorlich-
ting een factor, die vooral in
de agrarische wereld op het ogen
blik van groot belang is. In feite
ligt hier een taalt voor de land
bouworganisaties, zo meent men.
Het werkterrein is groot, zó groot,
dat de staf van drie beroepsadviseurs
bij het arbeidsbureau te klein is. Men
zou er vijf kunnen gebruiken en het
is dan ook niet te verwonderen, dat
men daar het werk van de particu
liere instellingen toejuicht. Van „con
currentie" is geen sprake integen
deel. Dat blijkt o.m. uit het feit, dat
het arbeidsbureau zelfs een „school-
stop" heeft moeten afkondigen: al
leen ,de „vaste klanten", een 35 tot
lijks rond 800 adviezen in de school
sector. Met verder nog uit 't uitbren
gen van jaarlijks een 150 particulie.
re adviezen; rond 65 zogenaamde be-
middelings-adviezen; 100 tot 120
Rijkswerkplaatsadviezen; een 20 zo
genaamde „bijzondere bemiddelings
adviezen (voor mindervalide arbei
ders) en een tiental „inrïchtings-ad-
viezen", die gegeven worden voor pa
tiënten in ziekenhuizen en sanatoria.
Veelomvattend
Uit deze kleine opsomming blijkt
v/el, dat de school- en beroeps
keuze de simpele aanduiding is
voor een bijzonder veelomvattende
taak, waar ook veel tijd mee gemoeid
is. In de schoolsector test men de kin
deren (leerlingen van de zesde klas
lagere school in 't algemeen) schrif
telijk in klasseverband, maar daarna
volgen altijd gesprekken met ieder
kind apart en zo nodig nog met on-
ders. Eerst dan volgt het advies.
Adviezen, die uiterst nuttig zijn.
Want nog steeds leert de erva
ring, dat talrijke ouders zich
maar al te gaarne blindstaren op
het klaarblijkelijk nog altijd veel
begeerde „witte boordje" en de
gevolgen zijn links en rechts in de
praktijk aan te wijzen. Kinderen,
die moeizaam worstelen op mid
delbare scholen, „afgevoerd" wor
den naar een u.l.o. en van wie ten
slotte duidelijk wordt, dat tech
nisch onderwijs dé aangewezen
weg zou zijn geweest. Het is maar
een enkel voorbeeld. Ook bij uni
versitaire studie zijn vergissingen
nog legio; tal van „eerste jaars"
komen na een half jaar tot de
ontdekking, dat zij in feite een
heel andere richting uit willen.
Soms betreft het dan zelfs een
richting, waarvan zij het bestaan
niet eens vermoedden
Verspilling van tijd, geld en ener-
§ie die voorkomen kan worden,
ank zij het instituut van de
school- en beroepskeuze.
Deskundig
De beroepskeuze-adviseurs zorgen
voor deskundige voorlichting.
Hun opleiding omvat een drieja
rige cursus van de landelijke Stich
ting Opleiding Maatschappelijk Werk
in Haarlem. Deze cursus behelst o.m.
psychologie, psycho-techniek, be-
roepenkunde, kennis van de onder
wijsmogelijkheden en een brokje eco
nomie.
Van adspirant-adviseur wordt men
dan in de praktijk adviseur en na
een vijfjarige praktijk kan men sinds
vorig laar worden ingeschreven in 't
officiële register voor beroepskeuze
adviseurs. voorts bestaat de moge
lijkheid om de studie bij te houden
via cursussen aun du Amsterdamse
universiteit. Er is de laatste jaren
dus een duidelijke tendens om het be
roep een wetenschappelijk niveau te
geven; een tendens, die de waarde
van de uit te brengen adviezen sterk
vermeerdert en die in de praktijk al
vruchten heeft afgeworpen. Vandaar
ook, dat d® „papleren" Zeeuwse
Stichting populair gezegd redeneer
de: „Wat zouden wij nog doen? Die
lui van het arbeidsbureau doen het
prima!"
„Die lui" zijn dan voor wat Zeeland
betreft mej. M. J. Dootjes en de he
ren J. C. B. de Bruijne en J. Veuge-
len. Een trio, dat veelvuldig in Zee
land op reis is, zowel om de scholen
te bezoeken als om op de kantoren
van de gewestelijke arbeidsbureaus
het „interne" werk te verzorgen, zo
als het adviseren in „moeilijke ge
vallen", waar de arbeidsbemiddelaar
geen weg mee weet, het houden van
de selectietests voor herscholing op
rijkswerkplaatsen en het uitbrengen
van inrichtingsadviezen. Dit laatste
behelst de medewerking aan zieken
huizen en sanatoria voor patiënten,
die hun kuurtijd produktief kunnen
maken en waarbij in sommige geval
len min of meer van een arbeidsthe-
rapie kan worden gesproken. Zo be
zoeken beroepskeuze-adviseurs bij
voorbeeld tweemaal per jaar het sa
natorium voor t.b.c.-patiënten in Da-
vos.
Maar met de 800 adviezen per jaar
vormt het „schoolbezoek" toch wel 't
leeuwendeel in de veelomvattende
werkzaamheden, die onder supervisie
staan van een psycholoog, die de
„moeilijke gevallen" voor zijn reke
ning neemt. Ook in dit opzicht is er
een verbetering.
Tot vorig jaar was er namelijk een
tekort aan psychologen in rijks
dienst. Dit probleem heeft men thans
ondervangen door het instituut van
de „toegevoegde psycholoog"; een
particulier, die ingeschakeld mag
worden en die per advies wordt be
taald. Voor Zeeland is dat drs. T.
Grüter te Bergen op Zoom.
De beroepen
De beroepenvoorlichting vormt
eveneens een onderdeel van het
werk der adviseurs. Dit werk,
het informeren dus van de bevolking
over de diverse beroepen en hun mo
gelijkheden. wordt ook gedaan door
de jeugd- en vrouwenbemiddelaars
van de arbeidshureaus. Over deze ma
terie is men voortreffelijk gedocu
menteerd en met name ook over de
verschillende opleidingsmogelijkhe
den. Deze documentatie staat volle
dig ter beschikking van de particu
liere instellingen, zo verzekerde men
ons. De „zuilen" kunnen er dus vrij
gebruik van maken! Uit een beroeps
keuzetest vloeit uiteraard vaak het
geven van voorlichting over de on.
derscheiden beroepen en «hun moge
lijkheden voort. Ook op de scholen
wordt die voorlichting desgewenst
gegeven in de vorm van causerieën.
De vraag „Wat moet ilc wor
den?" behoeft in Zeeland dus
waarlijk geen probleem te zijn.
Ook niet wat de kosten betreft,
want die variëren per test van
1,tot 25,al naar ge
lang het inkomen.
Binnenkort zullen tachtig lagere,
zestig uJ.o.. en zeventig scholen
voor middelbaar en voorbereidend
hoger onderwijs hier te lande een
schrijven van het psychologisch
research laboratorium der Vrije
Unversiteit ontvangen. In bedoel
de brief zal gevraagd worden of
deze scholen bereid zijn om een
proefleider van deze instelling in
diverse klassen een nieuwe serie
aanleg-tests te laten afnemen.
De scholen, welke dit verzoek
krijgen, zijn hiervoor aangewe
zen door een steekproef van het
Centraal Bureau voor de Statis
tiek en zij behoren tot alle ge
zindten. Het ligt In de bedoeling
om deze tests in de maanden ok
tober en november te doen afne
men.
Het psychologisch research labo
ratorium van de Vrije Universiteit
heeft namelijk een subsidie van
de Nederlandse Organisatie voor
Zuiver-Wetenschappelijk Onder
zoek ontvangen voor een norme-
ringsonderzoek ten behoeve van 'n
Nederlandse bewerking van de
differentiële aanleg-tests van de
New-Yorkse psychologen Bennett,
Seashore en Wesman.
Het woord „differentiële" wil in
dit verband zeggen, dat in de
testserie doelbewust gepoogd
wordt om betrouwbare „maten"
te verkrijgen voor de verschillen,
de facetten der intelligentie. Deze
zijn als gegevens bij de keuze-be
paling van het voor een leerling
meest geschikte type onderwijs
van bijzonder belang.
De bewerking van de bewuste
tests, heeft meer dan twee jaar
geduurd. Niet alleen dat zij in
het Nederlands moesten worden
vertaald, maar verschillende eis
ten een speciale bewerking om ze
voor de Nederlandse jeugd ge
schikt te maken.
Nu gebleken is, dat het materi
aal test-technisch in orde is, wil
men met het aanstaand onder
zoek op de scholen beoordelings
normen gaan vaststellen. Om dit
te effectueren, zullen kinderen
tussen de leeftijd van 11 en 17
jaar op verschillende klassenni-
veau's van het onderwijs getest
moeten worden.
Aan de hand van de diverse uit
komsten van het onderzoek kun
nen dan voor verschillende leeftij
den beoordelingsnormen worden
gemaakt. De tests zijn ook ge
schikt om aan oudere personen
te worden voorgelegd.
Het belang van de normering
van differentiële aanleg-tests
wordt direct duidelijk als men be
denkt, dat hiermee een hulpmid
del kan worden verkregen om de
kinderen en natuurlijk ook hun
ouders beter van advies te die
nen inzake hun beroeps, en stu
diekeuze.
Vandaar, dat de Nederlandse
schoolorganisaties zeer ingenomen
zijn met het komende onderzoek.
WIE
WORDT
WAT?
Wie wordt wat? We weten j
het niet. Het is „zo maar"
een examenklas, ergens in j
Zeeland. Misschien weten j
ze stuk voor stuk al lang,
wat ze worden willen j
dan is er geen probleem, j
Dominee, dokter of advo
caat, rechter, professor of
magistraat.Stuk voor j
stuk mooie, achtenswaar
dige beroepen.
Maar je moet er wel ge
schikt voor ziju! Eu wie
dat niet met zekerheid kan
zeggen, of wie twijfelt aan
1 de juistheid van zijn keus,
j kan terecht bij een insti-
1 tuut voor school- en be-
1 roepskeuze. Uiterst nutti-
1 ge instellingen, die met
1 grote kennis van zaken
jg voorlichting verstrekken.
g Hoe dat gebeurt wordt op g
1 deze pagina toegelicht. g
(Foto P.Z.C.)
j iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihF
Aantal aanvragen
is stijgend
KOND 150 AANVRAGEN
voor groepsonderzoek op
scholen in onder meer Ber
gen op Zoom, Goes en Vlis-
singen heeft de Chr. Stich
ting voor School- en Beroeps
keuze te Goes dit jaar te be
handelen en dat zijn er een
vijftig meer dan vorig jaar
liet geval was. Een toename,
waar de administrateur van
de stichting, de heer A. M.
Gillissen, zich uiteraard over
verheugt, evenals over het
feit, dat de stichting sinds
vorig jaar kan beschikken
over een vaste psycholoog en
over vier beroepskeuze-advi
seurs.
Dit laatste is te danken aan de
bepaling, dat men per 1 januari
3959 een psycholoog in volledige
dienst moest hebben om in aan
merking te blijven komen voor de
rijkssubsidie. Aan deze bepaling
was voor de niet zo heel kapitaal
krachtige stichting vrijwel niet te
voldoen, maar men vond een op
lossing. Verscheidene christelijke
instellingen voor school- en be
roepskeuze in den lande kampten
met dezelfde moeilijkheden en zo
kwam men tot de oprichting van
een Centraal Chr. Bureau, dat in
Utrecht werd gevestigd en waarbij
de diverse instellingen zich aanslo
ten. Dit bureau stelde een psycho
loog en beroepskeuze-adviseurs
aan. waar de aangesloten instel
lingen over kunnen beschikken.
De psycholoog, drs. C. G. J. Keu-
lemans uit Biltlioven, is tevens di
recteur van het Centraal Bureau.
Voor de Goese stichting, die ove
rigens geheel zefstandig is geble
ven. betekende het feit, dat men
nu kan beschikken over een eigen
psycholoog en adviseurs een grote
voortuitgang. „Vooral omdat het
werk hier nog in opbouw is", al
dus de heer Gillissen.
Resultaten
Men had overigens al bijzonder
prettige resultaten bereikt. Zo gaf
de christelijke school in Bergen op
Zoom al voor de vijfde maal een
opdracht voor een groepsonder
zoek en verder heeft men als
„vaste klanten" drie scholen in
Goes en niet minder dan- zes scho
len in Vlissingen. Het werkterrein
kan echter nog aanzienlijk worden
uitgebreid, maar voor het voeren
van een intensieve propaganda
ontbreekt liet de stichting aan de
benodigde geldmiddelen. Men
moet in het algemeen volstaan
met het rondzenden van circulai
res aan de schoolhoofden en het
ligt uiteraard voor een groot deel
aan de instellingen van die
hoofden ten aanzien van het werk
der stichting, of er al dan niet
opdrachten uit voortvloeien.
groesptest rapport uit. In het
„hoogseizoen", vooral kort na
paas- en kerstrapporten, werkt
men niet zelden met een team
van drie adviseurs in Zeeland.
Aan beroepenvoorlichting doet
de christelijke stichting niet;
men houdt zich uitsluitend be
zig met school- en beroeps
keuze. De kosten voor een on
derzoek belopen f 10.tot
t 60,al naar gelang het in
komen van de betrokken ou
ders. De financiering wordt
gesteund met subsidies van
rijk, provincie en gemeenten.
De heer Gillissen vestigde er nog
eens de aandacht op. dat het zaak
is een aanvraag voor een test tij
dig in te dienen bij het bureau
van de stichting (Westsingel 44
in Goes), zodat psycholoog en ad
viseurs die immers van elders
komen telkenmale een zo effi
cient mogelijk „tournee" kunnen
maken. Het zwaartepunt van de
werkzaamheden ligt meestal in
het voorjaar, met in het najaar
nog een kleine „vloedgolf".
Geen
nazorg
Werkwijze
Bij het testen werkt men uitslui
tend in groepen, niet in klassikaal
verband. Een heel aparte taak ver
vult de chr. stichting bij de toe
latingsexamens voor het chr. ly
ceum in Goes, waar men de kandi
daten na het examen in drie groe
pen splitst, namelijk in definitief
geslaagden en definitief gezakten,
plus een „tussengroep", bestaan
de uit twijfelgevallen. Gedurende
acht. dagen worden die twijfelge
vallen in een proefklas aan een
test onderworpen, een extra selec
tie dus, die zo verzekerde men
ons op hoge prijs wordt ge
steld.
In het algemeen brengt de
stichting circa veertien dagen
na het afnemen van een
Evenmin als bij de dienst van het
arbeidsbureau kent men bij de
chr. stichting een „nazorg". Van
de uiteindelijke resultaten hoort
men vrijwel nooit meer iets. het
geen begrijpelijk is omdat die zich
over vele jaren uitstrekken. Een
enkele .maal gebeurt het wel eens.
dat men via een schoolhoofd iets
verneemt over het effect, dat een
advies voor een bepaalde leerling
heeft gehad, maar dat zijn uit
zonderingen.
In het dertien leden tellende
bestuur van de Chr. Stichting
voor School- en Beroepskeuze
te Goes, met als voorzitter de
heer H. C. van Donk, hoofd van
de chr. u.l.o. in Goes, zijn o.m.
vertegenwoordigd het CN.V..
het onderwijs, de chr. midden
stand, N.C.V.B. en C.B.T.B,