Tour de France 1960 blijft een strijdtoneel voor landenteams Voor eindzege is er geen favoriet WOENSDAG 22 JUNI 1960 PRÓ VIN C 1 ALE ZEEUWSE COURANT 9 sRONDE VAN FRANKRIJK! a ET. 2 3 27/67 tETlb I /Bent ^'26/6/'60 27jfan pelt #=?JfHbletjr «^J^Eging en Doorniic"N-V-'a W v-\ 2B/6/5o| i 1108 Vm 1 Etaples iBerck IRue ET. 3 28/6/-60 209 fcm ET.4 I 29/6/501 211km ^Bayeux-: ii Abfó. ET.21 I 17/7/50 1200 km =S| ET.6 3 V9Um° jfp^ffilg^vranehes ^\Dinamf05[ loudêac\^^8roons Fontiv^f^>lerdrignac [Ptouay^crBubry HraJi¥iWf^lenneDOnt ||g|ygg^annes Candè |5§Po n t - C hateao^^ msmmtMc**1 ooU> 7§=§i ET.7 S^^gg=5=f 2/7/501 Mirebeaul Poitiers ET.20 16/7/50 229 km Jijontreuil-Bellay Voudun r— j3/7/SO| ^^2A0kmP Lussac-les «Chateaux YBellac mmm s Aix^aiiias St. Pardoux^Chalus ;he-ChalaisJ*£^Brantóme CouUas^^bé^ÈTEja I (S^LibOUrne l225km| O Rust A Bergpas iiun Tijdrit Perjurel Larzac/¥ Uglc, Bassiner^ casifS^ay, Jf3„n. |p,_ ^Lafontasse I ET.13 Ij 8/7/501 [224km| ET. 12 I g?I, 17/7/50 iqusasMrraRi 176km |228km| liöU*ViC S\BTarbes <- Larunsf^Aw^/n/lspef^Le Masd'Azil Sautoyluz Ares 'Tourmalet wimilflS-- Pe/resQurde j-~ I ET.14 I 10/7/50 I 217km l ET. 11 6/7/50 1161 km ji GODDET WEERSTOND AANVAL DER „MERKEN".... Slechts één rustdag voor 128 renners en bovendien zwaardere bergritten Iedereen was er verleden jaar van overtuigd, dat in de Tour de France 1959 de landen-formule een roemloze dood was gestor ven. De macht van de extra-sportieve merken immers was lang zamerhand uitgegroeid tot een soort dictatuur in de wielersport. Niet de bonden, niet de organisatoren van grote wedstrijden hadden het nog langer alleen voor het zeggen maar de stalba- zen van de fabrieken van koffiezet-apparaten, tandpasta, ver mouth en andere dranken en van de benzine-maatschappijen begonnen de touwtjes in handen te nemen. Nauwelijks had Frederico Bahamontes zijn triomfantelijke in tocht als winnaar van de tour 1959 in het Pare des Princes gehouden of baas Goddet pakte de trein naar Milaan om met de nieuwe invloedrijke mannen achter de schermen de onderhan delingen voor de Tour van dit jaar te openen. De wielerwereld wachtte in spanning op de resultaten van deze besprekingen. Want het uitleveren van de Tour aan de extra-sportieven be tekende volgens velen het degraderen van 's werelds grootste wielerevenement tot een tweederangs kermis. En daarbij wees men op de Giro d'Italia, die sportief gezien na de inmenging van deze buitenstaanders veel van de aantrekkelijkheid had verloren. Maar in Jacques Goddet hadden de wielerliefhebbers een groot voorvechter, wiens intelligentie en overredingskracht geduchte wapens vormden tegen de aanval op Henri Desgrange's schepping. Enige tijd bleef de buitenwereld in het onzekere omtrent het re sultaat van de onderhandelingen. En toen kon Goddet met trots in zijn blad „1' Equipe" bekend maken: De landen-formule blijft gehand haafd. Monsieur Jacques was echter niet geheel ongeschonden uit de strijd gekomen. Hij had concessies moeten doen: onder meer had hij moeten besluiten om evenals de or ganisatoren van de andere grote wielerkrachtmetingen zijn ronde een paar dagen in te korten. Veel later bleek nogmaals de invloed van de extra-sportieven toen de enkele ren ners van hun fabriek een startverbod voor de tour kregen, hetgeen onder meer betekende, dat wederom Rik van Looy niet van de partij kon zijn. Toch veranderingen.... Jarenlang was het traditie om het ene jaar de bontgekleurde stoet ren ners volgens de wijzers van de klok rond „La belle France" te laten ver trekken, dus „om de west". Dat idee hadden Goddet en zijn medewerkers 't vorige jaar al laten varen. Toen werd evenals in '58 de route om de noord en via de Atlantische kust ge prefereerd. En ook nu zal de kaï-avaan na de start van a.z. zondag te Rijssel via Brussel ombuigen naar de inva- siestranden van 1944 om pas na ne gen vlakke étappes van tezamen 1850 km de klim naar de eerste toppen van de Pyreneeën te beginnen. Maar onder de druk van de dreigen de concurrentie, want de extra-spor tieven blijven op de loer liggen, be sloot Goddet tot ingrijpende wijzigin gen. Want behalve dat de tour werd gumenten van John van Eek en zijn commissieleden, die terecht wezen op de recente successen van Jo de Roo in de Ronde van Sardinië, Ab Gelder mans in de Waalse Pijl en de Ronde van Duitsland, en van Jo de Haan in Parijs-Valenciennes, en besloot de Oranjeploeg na een onderbreking van twee jaar weer als een zelfstan- dige ploeg te accepteren. Nederland werd ingedeeld bij de kleine formaties van acht man, waar toe ook de in de Tour als natie debuterende Duitsers en Britten en voorts de Zwitsers, de internationalen en vier Franse regionale ploegen be horen. In totaal zullen dus vier landenploe gen van veertien renners uit Rijssel vertrekken: Frankrijk, België, Italië en Spanje, vijf landenploegen van acht renners, te weten Nederland, Duitsland, Groot Brittannië, Zwitser land en de „internationalen" en ten slotte vier regionale Franse ploegen. Tezamen brengen zij een veld van 128 renners op de fiets. Zwaardere bergritten Na de tijdrit in Brussel gaat het via de kortste weg naar de kust. Van Duinkerken zakt de karavaan langs de Normandische en de Bretonse kust naar Lorient, waarna de twee langste etappes van de Tour volgen: LorientAngers (244 km) en An gersLimoges (240 km). Na Bor deaux, de enige aankomstplaats, die gehandhaafd werd, begint de kara vaan dan aan de bergen. Per trein worden de renners van Bordeaux in de vroege ochtend van de vijfde juli naar Mont de Marsan gebracht voor het ge vecht met de eerste zware Pyre- neeëntop, de ruim 1700 meter hoge Aubisque. Nog zwaarder wordt het de volgende dag waar op de tot de eerste categorie be horende Tourmalet (2114 meter) en de Peyresourde (1563 meter) en daartussen in de „slechts" 1480 meter hoge Aspin beklom men moeten worden. Tussen deze hors d' oeuvre en de Alpen, waar ongetwijfeld wederom de grote klap zal vallen, vormen de Cevennes de trait d' union. Voor de Alpenritten hebben de vermoeide coureurs zich eerst nog kunnen ver pozen op de enige rustdag van deze Tour in Millau. Dinsdag 12 juli en woensdag 13 juli moet dan de beslissende slag toege bracht worden. Goddet heeft daar voor in de rit van Gap naar Brian- con twee bergreuzen uitgezocht: de 2111 meter hoge Vars en de 2360 meter hoge Izoard, het „dak van de Tour 1960". De tweede dag als „toe gift" de Lautaret en de Luitel Cham- rousse, waarvan alleen de laatste tot de eerste categorie behoort. Voor het geval de beslissing dan nog niet gevallen mocht zijn is een tijd rit over 83 km over een heuvelach tig parcours tussen Pontarlier (be reikt na een boottocht over het meer van Genève) en Besancon in het route-schema geprojecteerd. De laat ste twee etappes hebben zoals ge woonlijk weinig meer te betekenen. Ten gerieve van renners en volgers wordt echter voor de allerlaatste rit nu eens niet in Dijon gesart, maar in Troyes, dat slechts 200 km van Pa rijs ligt. ingekort tot 21 etappes met slechts één rustdag zocht Goddet naar een mogelijkheid om wat meer leven te brengen in de aanloop naar het hoog gebergte. Hij meende de juiste oplossing ge vonden te hebben. De tijdrit in de bergen, die in 1958 (Mont Ven- toux) en 1959 (Puy de Dome) in feite de beslissing forceerden ten gunste van de Idimmers, werd geschrapt. Bovendien werd de eerste individuele tijdrit, die in 1959 pas op de zesde dag werd verreden, naar voren ge haald. Al op de eerste dag van de Tour na een 108 km lange aanloop naar Brussel zullen de azen nu kleur moeten bekennen in een 27.S km lange rit tegen het horloge in de omgeving van de Belgische hoofd stad. Goddet hoopt op deze wijze de kanshebbers ook in de vlakke etap pes voor de Pyreneeën tot strijd te dwingen. Andere landenformule Veruit de belangrijkste stap deed Goddet echter ten aanzien van de sa-| menstelling van het rennersveld. Om tegemoet te komen aan de wensen van de Italianen, de Belgen en de Spanjaarden, die dank zij de zege van Bahamontes een stem in het ka pittel hadden gekregen, creëerde de tourbaas nationale landenploegen van veertien renners. En het spreekt vanzelf, dat behalve deze landen ook Frankrijk tot de uitverkorenen be hoorde. Goddet ging nog verder. Terwijl hij kon weten, dat het vorige jaar de dreigende breuk in de Nelux-ploeg. die in 1958 Charlie Gaul naar de eindzege had gereden, definitief was geworden, stelde Goddet en zijn aan vankelijke plannen toch weer een Nelux-combinatie op die evenals de grote wielerlanden uit veertien cou reurs zou bestaan. Maar nu had de grote baas buiten de waard, in dit gevo.1 de sportcommissie van de K.N. W.U. gerekend. De Nederlanders hielden het been stijf, verkozen des noods niet in de Tour te starten en kregen hun zin. De tourdirectie zwichtte voor de nr- De Zeeuwse renner Jo de Roo: jong Nederlands talent in de Ronde van Frankrijk (Foto P.Z.C.). DE ALLERGROOTSTEN ONTBREKEN Jo de Roo en Ab Geldermans: jonge Nederlandse talenten in de Tour Zal de Spaanse klimgeit Frederico Bahamontes er in slagen zijn Tourzege van het vorige jaar te herhalen? In het begin van dit seizoen kwamen er alarmerende berichten uit de Spaanse con treien. Bahamontes zou bij een val een dijbeen hebben gebro ken. Maar drie weken later spraken nieuwo berichten dat gerucht tegen, want toen zat de Spaanse wielerkoning al weer op de fiets. En ook in de Ronde van Spanje was hij present. Zijn naam kwam tenminste op de deelnemerslijst voor maar „Baha" deed niet van zich spreken. En zo moet men dus afwachten of de man uit Toledo zich na dit negatieve optreden weer op het voorste plan zal gaan bewegen. Het is trouwens toch moeilijker dan vorige jaren om bepaalde favorieten aan te wijzen voor deze Ronde van Frankrijk. Het bedanken van de groten uit de Giro, Jacques Anquetil en Charlie Gaul, beide oud-tourwinnaars, het ontbreken van Geminiani en Loui- son Bobet, die er na zijn échec van het vorige jaar nu toch echt niets meer voor voelt .en het start verbod voor Rik van Looy, heeft de karavaan een aantal illustere figuren uit de wielersport onthou den. Men zou geneigd zijn juist daarom de kansen van Roger Rivière hoog aan te slaan. Maar de werelduur recordhouder heeft dit jaar evenmin als Bahamontes getoond een derge lijke eer waardig te zijn. En eigen lijk is het precies zo gesteld met Henri Anglade, die een jaar geleden de grote rebel in de Franse nationale ploeg was. Misschien heeft de grijze Marcew Bidot dit jaar toch meer geluk dan in 1959, toen hij na ontstellend veel moeilijkheden alle Franse favorieten in één ploeg onderbracht. Want het meest opmerkelijke feit bij de sa- enstelling van de Franse nationale équipe voor de komende Tour was het ontbreken van de gebruikelijke ruzies. Het zou er op kunnen wijzen, dat Bidot nog voor hij zijn definitie ve keuze deed de onderlinge geschil len al uit de weg had geruimd. Moeten de favorieten dan gezocht worden onder de Italianen of de Bel gen? Want dat noch de Nederlan ders, de Zwitsers, de Duitsers, de Engelsen, de internationalen of de regionalen een Tourwinnaar kunnen opbrengen staat wel vast. Welnu, ook de Italianen en de Bel gen zouden niet met een gerust ge weten een der hunnen als een toe komstige winnaar naar voren durven schuiven. Oud-wereldkampioen Er- col e. Baldini heeft een gToter tegen stander dan de bergen gevonden: zijn steeds toenemende gewicht, dat een extra handicap bij het zware klimmerswerk gaat vormen. Neen, Alfredo Binda heeft zijn hoop geves tigd op Gastone Nencini. De Belgen tenslotte hebben niet de eenheid kunnen vinden, die nu een maal noodzakelijk is in een derge lijke zware etappekoers. Integen deel, zij hadden het dit jaar nog moeilijker dan anders omdat Jean Aerts als ploegleider moest bedan ken en Brik Schotte geen toestem ming van de Tour-leiding kreeg om zijn werk over te nemen. De keuze viel op de oud-wereldkampioen George Ronsse. Rond een kern van Tour-routiniers als Hoevenaers, Marcel Janssens, Jean Brankart en Planckaert werd 'n achttal coureurs gerangschikt, van wie Messelis en Proost zonder par don in eigen land als „derde rangs" coureurs worden aangeduid. De Nederlanders.... Toen de sportcommissie met zoveel argumenten de Tourleiding had we ten te overtuigen van de noodzaak om een zelfstandige Nederlandse ploeg in de Ronde van Frankrijk te laten starten stond de kern van deze équipe vast. Want terwijl wij een jaar geleden een maand voor de Tour met geen mogelijkheid over „zekeren" konden spreken, beschik te Nederland nu over een aantal jon- Grote belangstelling voor Mexico-Nederland Groot is de belangstelling in Mexico voor de zondag a.s. te spelen voet balwedstrijd tegen Nederland. In de eerste plaats, omdat het de eerste keer is, dat het Nederlands elftal een bezoek aan Mexico brengt, in de tweede plaats doordat in deze wed strijd twee ploegen met een geheel verschillende stijl tegenover elkaar zullen komen de Europese en de Zuidamerikaanse en tenslotte, doordat in wedstrijden met buiten landse ploegen tot uitdrukking komt, hoe ver de evolutie van het Mexi caanse voetbal is gevorderd. Voor de wedstrijd tegen Nederland zijn 22 spelers geselecteerd, die reeds enige dagen in een trainings kamp zijn samengebracht. Van hen zal de uitstekende spil Del Muro wegens een blessure naar alle waar schijnlijkheid echter niet kunnen spelen en men verwacht, dat het elf tal als volgt zal worden samenge steld: Doel: Morelos, achter: Bosco en Le- mus, midden: Reynoso, Portugal en Najera, voor: Diaz, Reyes, Hernan dez, Ponce en Quintanar. Men hoopt echter toch Del Muro te kunnen opstellen, evenals doelman Antonio Carbajal, die in Costa Rica verblijft, en rechtshalf Cardenas, die als steunpilaren van het elftal wor den beschouwd. Samenstelling Amsterdams K.N.V.B.-amateurelftal Het Amsterdamse KNVB-amnteur- elftal dat zaterdag om half zeven in Goes tegen het Zeeuwse elftal zal uitkomen is als volgt samengesteld: Doel: P. D. Ahrend (OWO), achter: H. Lenz (AFC) en F. L. Vlietman (Ajax). midden: J. Hazendonk (Zee- burgia), J. C. Melchers (De Spar taan) en J. Th. Burgers (DWV), voor: R. Uytermerk (Blauw Wit), A. Parree (JOS), J. de Haan (JOS), K. Vesters (Ajax), P. Petersen (Ajax). Reserve: E. C. Meijer (Zeeburgia). R. van Lier (De Spartaan), N. van Beeren (JOS) en M. Kramer (OWO) gere coureurs, die in het buitenland van zich hadden doen spreken. Ab Geldermans, Jo de Haan, Jo de Roo en Coen Niesten hadden voor successen gezorgd, waarover do buitenlandse wielercritici niet uit gesproken raakten. Zij zouden de kern vormen van de Nederlandse ploeg. Dat was een uitgemaakte zaak. De grootste zorg van de sportcommissie en ploegleider Klaas Buchli was deze debutanten een steuntje in de rug te geven in de gestalte van geroutineerde Tour-rijders. Onverwachts daagde daarbij de hulp op van Wim van Est, die na een uit stekende Ronde van Nederland ber gen werk verzette in de Giro en zich ondanks zijn 37 jaar hij is de oudste renner van de Tour 1960 in de Nederlandse Tourploeg reed. Met de doorzetter Jaap Kersten en de klimmers Piet Damen en Martin van den Borgh werd de ploeg ge completeerd. Helaas, moest deze week Jo de Haan, die geblesseerd is, vervangen worden door Piet van Est. Natuurlijk gaan de Nederlanders niet van start met ook maar de ge ringste hoop in Parijs één der hun nen als tourwinnaar tc kunnen pre senteren. Daarvoor is het talent van De Roo en Geldermnns nog te pril. Maar de kansen op aanmerkelijk grotere successen dan het vorige jaar zijn wel degelijk aanwezig. Ongetwijfeld zal Buchli in het grote spel, dat op zondag 26 juni in Rijssel begint, een gooi willen doen naar de eerste plaats in de rangschikking van de kleine ploegen. En dat zou een eerste belangrijke stap beteke nen om voor ons land in de nabije toekomst weer een plaats onder de grote .wielerlanden te veroveren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 5