Toren van Wemeldings hervormde
kerk staat in de steigers
Mew? t
PILOOT STORM onivoerd in de stratosfeer
ZENDINGSPLAN VAN HERV. KERK
VOOR NED. NIEUW-GUINEA
Steradent
Toen klonk
een stem
16
PROVINCIAL® 2 E B O IV 8 B COURANT
WOENSDAG 1 JUNI 1960
Dr. G. Kuypers wordt
hoogleraar aan V.U.
Directeuren van de Vrije Universi
teit hebben benoemd tot gewoon
hoogleraar in de faculteit der rechts
wetenschap om onderwijs to geven
in de politicologie als opvolger van
prof. J. J. de Jong, dr. G. Kuypers
te Naar den.
De nieuwe hoogleraar werd in 1921
te Amsterdam geboren. Hij bezocht
het gereformeerd gymnasium aldaar
en studeerde aan de Vrije Universi
teit rechten. In 3943 deed hij zijn
doctoraal examen en in 1954 promo
veerde hij tot doctor in de rechtswe
tenschappen op een proefschrift ge
titeld „De Russische problematiek in
het Sowjet staatsbeeld".
Kerkerekeningen uit vervlogen
dagen melden vele restauraties
De toren van de Nederlandse hervormde kerk tc Wemeldinge,
die met zijn robuuste schoonheid eeuwenlang het Zuidbeveland-
se landschap heeft verlevendigd, staat in de steigers. De zeskan-
tige spits steekt op het ogenblik uit boven een stalen omheining,
waarop werklieden bezig zijn de toren iets van zijn oude luister
terug te geven. Daarmee wordt een oud culturmonument in ere
hersteld. Een bouwwerk, dat het wel en wee van het dorp haast
van het eerste begin af heeft mèegemaakt én waarvan de ge
schiedenis teruggaat tot het eind van de veertiende eeuw.
Te oordelen naar de bouwstijl tèn-
minste moet de toren omstreeks die
tijd zijn gebouwd. In de opbouw van
drie geledingen met haakse steunbe
ren vertoont de toren veel gelijkenis
met die van Kapelle. De overeen
komst zou nog sprekender zijn, wan
neer de vier hoektorentjes nog aan
wezig waren; maar deze werden in
1607 afgebroken. In de kerkerekening
van dat jaar staat namelijk de vol
gende post vermeld: ..Noch betaalt
Corns. Marinusz Coster van de vier
cleyne toorekens van den grooten to
ren af te brecken ten laste van de
ambachtsheren de somma van 26
sch(ellingen) en 8 gr(ooten)".
Fragmenten
Ook bezat de toren een stenen spits.
Een gedeelte daaivan is nog te zien
onder de houten kap. terwijl in het
muurwerk er vlak onder fragmenten
te zien zijn van de ontlastingsboog-
jes, die de druk van de torentjes
'moesten opvangen. Er is al veel aan
de toren gebroken en gebouwd.
Een merkwaardige post staat in de
kerkerekening van 1611: „Item be
taalt aam Jacob den schalijdek-
kcrsknecht voort vastmaecken van
den reep ompt cruyse vanden to
ren. want daer groot peryckcl in
gelegen was ende hem daerover
beklagende, dat voor hem daer wat
behoorde te vallen, want bij soo
hoog geklommen hadde hem een
ieder daervoor scliromdè, compt
l'aeit 7 sch. 10 gr.
„Het af brecken en winden" van de
toren kostte 6 pond, 13 schellingen,
2 grooten. Er'werd een „cruysse" op
de toren gezet en een nieuwe „liaen-
ne". De galmgaten werden door de
mandenmakers voorzien van horden.
Ook werden zolders en trappen ge
maakt (of veranderd). Het is moge
lijk dat de verdeling van de zolders
over de toren anders is geweest. In
de binnenmuren zijn nog gaten aan
wezig, waarin vroeger zolderbalken
kunnen hebben gezeten.
Kruisgewelf
Ongetwijfeld was boven de torenin
gang vroeger een kruisgewelf. Boven
het eerste vlakke plafond in de to
ren is nog de nis weliswaar aan
de kerkzijde dichtgemetseld en ook
drie van de vier geprofileerde draag-
steuntjes van het gewelf zijn te zien.
Wanneer dit gewelf is afgebroken is
moeilijk vast te stellen. De kerke
rekeningen over 1657, 1658, 1659 en
1660 maken melding van het ,.mae-
cken en stellen" van een nieuwe
poort onder de toren en het schilde
ren ervan.
De verbouwing van 1629 moet ook
van importantie geweest zijn. In de
i desbetreffende kerkerekeningen
valt te lezen: „De gorsettinge (d.i.
het gras) anno 1629 onverhuert ge
bleven om redenen dat men dan
den thoren wrochtte". Men werkte
toen 43 dagen met vier man aan
de „fooie" (d.i. de torentrans). Het
geheel kostte 34 pond 8 schellin
gen.
Na deze tijd wordt geen melding
meer gemaakt van grote reparaties.
De toren zal toen' ongeveer de vorm
gekregen hebben, zoals wij die thans
kennen en zoals hij ook is afgebeeld
op de bekende gravure van 1754 door
C. Philips uit Verheerlijkt Neder
land of kabinet van hedendaagsche
gezichten".
Hiermee zou deze schets afgesloten
kunnen worden, wanneer er in de
kerkerekeningen niet die posten ston
den over de huisjes aan de toren.
De kerkerekening van 1600:
„de citroen ende teenen om de huijs-
kens aenden thoren mede te repare
ren" en „gluijden (bossen stro) voor
de huijsltens te decken".
Zijn deze huisjes mogelijk kapellen
geweest die na de invoering van de
hervormde eredienst niet meer wer
den gebruikt en nu voor bergplaats
werden bestemd? In 1629 is er nog
sprake van een „kerekhuijsken". Het
wordt dan met pannen gedekt.
Het is te hopen dat de toren weer
spoedig zijn oude schoonheid her
krijgt.
Wemeldinge. C'. Plrilipse.
IN NOG ONONTGONNEN TERREINEN
Per vliegtuig naar
het binnenland
De raad voor de zending van de. Ne
derlandse Hervormde Kerk zal in
samenwerking met de Evangelisch
Christelijke Kerk op Nieuw-Guinea
en de Rijnse zending in Barmen
(Duitsland) een groot plan uitvoeren.
Het voornemen bestaat om zending
te gaan drijven op volkomen onont
gonnen terreinen. In de binnenlanden
van Nieuw-Guinea zijn terreinen,
waar nog niet eerder mensen van bui
ten zijn doorgedrongen. Men vindt er
valleien, die alleen maar vanuit de
lucht kunnen worden bereikt en waar
naar schatting zeventigduizend men
sen wonen.
Twee jonge Duitse zendingspredikan-
ten, waarvan er één al in Ooestgeest
in opleiding is, zullen worden uitge
zonden benevens de Nederlandse arts,
dr. W. Vriend, die tot voor kort op
Timor werkzaam was, twee Papoease
predikanten, een timmerman en on
geveer vijftien dragers.
Op Nieuw-Guinea vindt men een ge
meenschap van vliegers ten bate van
de zending en de leden daarvan zul
len met kleine vliegtuigjes al deze
arbeiders twee aan twee naar het
binnenland vliegen. Op de plaats
waar zij zullen worden afgezet zul
len zij nog twaalf dagen met de dra
gers moeten lopen.
Op de plaats van bestemming zal
men eerst een huis bouwen en de
vliegtuigjes zullen op die plek „drop
pings" verrichten. De dragers zullen
een klein vliegveld aanleggen en na
dat materiaal zal zijn aangevoerd
zullen huizen worden gebouwd voor
de gezinnen. Een oud-zendeling van
de Rijnse zending uit China zal in
Hollandia als verbindingsman optre
den, men zal daar voor hem een huis
bouwen van zodanige omvang, dat de
zendelingen er ook kunnen logeren.
Advertentie)
Militaire commandanten
in Djakarta bijeen
De stafchef van het Indonesische le
ger, generaal Abdul Haris Nasoetion
heeft gisteren verklaard dat hij de
militaire defensie versterkt heeft in
de gebieden die aan Nederlands
Nieuw-Guinea grenzen.
„Wij zullen Nederlands geweld met
geweld beantwoorden", verklaarde
hij. Nasoetion vertelde dat de militai
re versterkingen naar de afgelegen
streken in Oost-Indonesië waren ge
stuurd op instructies van president
Soekarno. die zich thans in Japan be
vindt, aan het eind van een wereld-
1492. „Ik vraag U niet alle
vliegende schotel-sprookjes
voor zoete koek aan te ne
men," betoogde professor
Kaltenberg, „doch het gaat
hier om een zaak die wij
kunnen bewijzen! Ik zeg
met opzet „wij", omdat m'n
collega's Clarke en Benoit
evenals ik overtuigd zijn
van de waarheid van piloot
Storms woorden! En die be
wijzen heb ik hier! Het is
de sterrenwacht van Mount
Palomar namelijk gelukt
om met de grote Schmidt
camera opnamen te maken
van het wrak van onze
maanraket, dat zoals U weet nu als een on
gewilde satelliet rond onze planeet draait!"
Met een triomfantelijk gebaar hield hij de
foto's omhoog en toonde ze aan de vergade
ring. Eenieder die er belang in stelde, werd
uitgenodigd ze te komen bekijken. Daarna
vertelde de professor nog eens uitvoerig hoe
hij en zijn twee metgezellen op miraculeuze
wijze van de verstikkingsdood in het kille
heelal gered waren, alweer door toedoen van
piloot Storm! Op dat moment trad de per
soon in kwestie ten tweede male binnen en ci
viel een doodse stilte in de zaal toen Arend
zich naar het spreekgestoelte begaf.
CULTUURMONUMENT WORDT IN ERE HERSTELD
(Advertentie)
W
nu ook in handige tabletten
f Betten vootmJ
SEIN/GEN VAM1
gebit-j
gemakkelijk
altijd de juiste dosis
Stei-adexit reinigt er» desinfecteert
FEUILLETON
LILIAN AVE
Moeizaam begon ze: „Je herinnert je
misschien nog de dag waarop jij mij
voor het huis ontmoette en ik je wat
op de mouw probeerde te spelden, dat
onmogelijk waar kon zijn..." Lars
knikte en Stefanie zette haar relaas
haar bekentenis, voort.
Toen ze ermee klaar was. bleef Lars
een ogenblik onbeweeglijk zitten,
maar legde daarna de ballpoint weg,
beet zich even op de lippen en stond
op. Hij probeerde te glimlachen en
zei, nadat hij een paar maal de ka
mer heen en weer was gelopen, kalm
en bijna onverschillig: „Je weet ze
ker wel, dat het die jufrouw Simon
was, bij wie papa in de schouwburg
werd geroepen. In haai- tasje heeft
hij het recept gevonden".
Die woorden, hoe toepasselijk ook,
werden met zo weinig nadruk, zo
zonder enig blijk van emotie, uitge
sproken, dat het allemaal klonk als
een soort afleidingsmanoeuvre, ter
wijl het ook inderdaad niets anders
was dan een. poging om zijn eigen
gevoelens de baas te worden.
Wat hem dan ook gelukte, zij het
ten koste van heimelijk verdriet. Een
verdriet, dat hem ook bijbleef toen
hij zich dwong aan Monika Volland
tc denken in de hoop, dat hij 't ge
beurde beter zou kunnen venverken.
Het gelukte hem evenmin als een
nieuwe poging tot glimlachen, die
uitliep in een scheve krampachtige
grimas, enig blijk van zijn innerlijke
gemoedsgesteldheid!
„Nu moet ik weg', zei hij en voeg
de er enigszins hopeloos aan toe: „Ik
heb om acht uur een afspraak met
Monika Volland. „Toen schoof hij
de receptblokken weer in de lade van
het bureau gooide de ballpoint in de
schaal bij het andere schrijfgereed
schap en stak het valse recept in zijn
zak. Voor hij de kamer verliet, zag
hij Stefanie niet meer aan, maar zei
vlug met wat hese stem: „Papa mag
hier niets van weten. We zullen er
wel iets op vinden".
Bij zichzelf dacht hij: „O, lieve he
mel, als hij er eens achter kwam!"
Hij was nog maar pas weg, toen in
de hal de telefoonschel klonk.
„O. ja mevrouw", riep Martha, ter
wijl ,zê naar het toestel liep, „me
neer Enderlein heeft daareven opge
beld. Hij zal wel weer aan de tele
foon hangen,' denk ik. Zal ik maar
zeggen, dat U nog niet thuis is?"
ging ze met stemverheffing, tussen
het nijdige gebel door, voort.
„Goed", antwoordde Stefanie. „zeg
hem maar, dat ik nog uit ben".
Nadat Martha hem dit had geant
woord, bleef Enderlein peinzend
staan voor hij het toestel weer op
de haak legde. „Maar ik heb haar
toch duidelijk zien thuiskomen" zei
hij bij zichzelf. ,Nu doet ze alsof ze
uit is, maar ik zal naar haar toe
faan, want ik moet het recept heb-
en. Fclicitas wacht. Ze rekent er
op dat ik haar zal helpen en ik mag
haar niet in de steek laten.
Op hetzelfde ogenblik viel hem iets
anders in. iets, dat hem nóg wanho
piger, nog radelozer maakte. Gesteld
eens, dat dr. Winter plotseling thuis
kwam, terwijl hij, Enderlein, bezig
was mevrouw Winter een tweede
vals recept af te persen Wat zou er
dan gebeuren en tot welke consequ
enties zou dit leiden? Neen, hij kon,
hij mocht dit risico niet nemen. Im
mers, in zo'n geval zou de kans op
een recept zeker zijn verkeken en
Felicitas vergeefs op hem wachten.
Enderlein stond nog geruime tijd
naar het telefoontoestel, nu alleen
maar zwart en stom, te staren voor
hij eindelijk een besluit nam. Het
was een wanhopig besluit, de laatste
o zo hachelijke, uitweg.Hij moest
weer naar dat adres gaan, waar hij
vroeger die kleine ampullen had ge
kocht. Geld had hij weliswaar met,
maar hij moest en zou ze bemachti
gen.
Donald had al heel wat hotelkamers
bewoond, zowel in Singapore als in
Salzburg, in Londen. Gibraltar, Ha
noi en overal ter wereld. Hij had, al
naar het uitkwam, in weelderige ap
partementen met bad, bar en zitka
mer gelogeerd en in donkere, sme
rige nolen met roestige ijzeren ledi
kanten en vieze pluche gordijnen. Hij
had zowel hitte moeten verdragen
als lijden onder kou. vochtigheid en
ongedierte, maar zich nooit opgeslo
ten gevoeld, nooit zijn verblijf ge
zien als een cel met onverbiddelijke
muren cn dikke ijzeren staven, die
elk vrij uitzicht belemmerden. Hier in
Hamburg echter, in een ruim hoogst
comfortabel vertrek, met dikke ta
pijten en alle mogelijke luxe, stikte
hij bijna van benauwdheid
Alsof hij inderdaad gevangen zat.
snakte hij ernaar het hotel te kun
nen verlaten en weer vrij man te
zijn. Vrij om het leven naar eigen
wens en smaak te mogen genieten.
Helaas, dat was niet meer dan een
illusie. Want in de zak van zijn jas
stak het telegramformulier, dat de
„chef de reception" hem bij zijn te
rugkeer van het uitstapje met Ste
fanie had overhandigd: Allans tele
gram om zich nog diezelfde avond
gereed te houden.
Dat was nu twee uur geleden. Twee
uren waarin hij figuurlijk op de pijn
bank had gelegen. Uren. waarin hij
zich had afgevraagd of hij wel juist
had gehandeld, of hij Stefanie niet
de waarheid had moeten zeggen. Stel
eens, dat nu het definitieve bevel
binnenkwam dat nu de telefoon
naast zijn bed belde en de „chef de
reception" zei: „Wéér een telegram
voor U, mister Harrison!"
Ja, wat dan?
Donald overwon tenslotte zijn ge
moedsbezwaren, liet zijn versland de
overhand behouden en kwam tot de
conclusie, dat hij inderdaad juist had
gehandeld, hoe paradoxaal dat ook
mocht klinken. Hij had Stefanie. zij
het slechts voor enkele uren, de illu
sie gelaten, dat haar geluk nog niet
ten einde was, had haar althans voor
korte tijd tegen wanhoop kunnen be
schermen.
Terwijl hij dit alles overdacht, drong
het geleidelijk tot hem door, hoe wei
nig hij in de gelegenheid was ge
weest Stefanie enige bescherming te
verlenen, haar met zorgende liefde
te omringen. Dat bewustzijn van
machteloosheid drukte hem ais man
oneindig meer dan wat hem nog te
wachten stond. Hij had het gevoel
een invalide te zijn, iemand die
slechts ten halve mocht leven, maar
kon tegelijkertijd nauwelijks begrij
pen, dat Stefanie die toch bij nem
behoorde ook zonder hem haar le
ven zou voortzetten. Krampachtig
probeerde hij zich een voorstelling
van haar verdere bestaan te maken,
in elk geval om een „mooi" jaartal
te noemen, tot bijvoorbeeld 1970'.
Maar daarbij moest hij onwillekeurig
een beetje sarcastisch glimlachen
Tegen die tijd was de gevreesde H-
bom misschien reeds lang door een
I-bom overtroefd en het gevaar van
's werelds ondergang weer een grote
stap dichterbij gekomen
Is, zo vroeg hij zich bij dit vooruit
zicht bijna vertwijfeld af, mijn gehe
le bestaan, mijn opdracht om wel
licht tienduizenden mensen van een
anders bijna zekere dood te redden,
eigenlijk niet volkomen zinloos?
Alles goed en wel, maar nu was het
pas 1956, nu had hij dat befaamde
telegram in de zak, was hij Donald
Harrison, die in het geheim zijn va
derland diende. Nu bevond hij zich te
Hamburg in afwachting van definitie
ve bevelen.
Uiterlijk was inderdaad alles hetzelf
de gebleven, maar innerlijk had zich
een totaio ommekeer bij hem vol
trokken. Het leek of du liefde hem
tot nieuw inzicht, nieuw begrip had
gebracht. Hij behoorde nu immers
tot de uitverkorenen, die op hun le
vensweg de liefde hadden ontmoet.
Maarin de opengeslagen koffer
op de stoel bij het venster lag alles
wat hij voor zijn reis, zijn werk zou
nodig nebben. Een andere, reeds vol
ledig gepakte koffer stond bij de
deur en zou straks per vliegtuig naar
Londen worden teruggezonden. On
derweg zou hij zich verkleden en van
agent „K II" nadere instructies krij
gen.
(Wordt vervolgd).