ABDIJ: HART VAN ZEELAND
'VWv^M^^ft^^VV^^^^^^WAVVW^MA^^VA^^W^^^M^^^Vv^VA^^^^^^WvW^^VW^^^V.WA^^^^^^^^^^VV^^VAVW^MW^WAW^VWA^^V^VA^V^^W^^W
MIDDELBURG: Abdij zetel
van het gezag in Zeeland
„Binding aan het pro
vinciaal bestnur van
Zeeland?". De Middel
burgse wethouder van
onderwijs en financiën,
de heer J. W. Kögeler,
hoefde er niet zo lang
over na te denken.
Want behalve de for
mele binding, die er met
Zeelands hoogste ge-
zagscollege moet be
staan, doet de heer Kö
geler en dat geldt, zo
verklaarde hij, ook
voor de andere leden van Middelburgs B. en W.
enkele malen per jaar bij de voorbereiding
van gemeentelijke zaken een beroep op het pro
vinciaal bestuur.
Voor bepaalde zaken heb je steun nodig, en die
krijg je ook van Gedeputeerden, betoogde wet
houder Kögeler, die er aan toevoegde, dat deze
samenwerking met het provinciaal bestuur im
mer van de prettigste aard is. Gemiddeld vier
maal per jaar hééft de wethouder voor de uit
oefening van zijn gemeentelijke taak een onder
houd met het provinciaal bestuur.
„Ja, dat vind ik een goede vergelijking", ant-
woorde de heer Kögeler op de tweede vraag, die
hem voorgelegd werd: Is de Abdij identiek aan
het gezag in Zeeland zoals het Binnenhof dat is
voor Nederland.
De heer Kögeler verklaarde het Haagse Binnen
hof als een historische plaats te zien, die als
centrum voor het gezag van de rijksoverheid
van groot belang is voor het Nederlandse volk.
En ditzelfde geldt volgens de heer Kögeler voor
de Abdij te Middelburg, eveneens een historische
plaats en de zetel van het gezag in Zeeland.
Voor de Middelburgse wethouder wordt de over
eenkomst sterk geaccentueerd nu met de ope
ning van het nieuwe griffiegebouw de zetel weer
in het Abdijcomplex terugkeert.
VEERE boette aan invloed in
De binding met het pro
vinciaal bestuur is ver
geleken met eeuwen te
rug sterk van karakter
gewijzigd, meent ge
meentesecretaris L. van
de Hiele van Veere. Het
graafschap Zeeland
speelde in het verleden
een belangrijke rol in
het land en Veere, dat
een van de stemhebben
de steden was, droeg
veel tot die belangrijk
heid bij.
In de loop der tijden is echter veel veranderd.
Wanneer we nu de staten vergelijken met de ge
meenteraden wat natuurlijk niet helemaal
juist is dan hebben de staten een afgeronde
taak. Die heeft de gemeenteraad van Veere ook,
maar dat is een lager orgaan en men houdt toch
altijd rekening met het provinciaal bestuur.
Men zou een cirkel kunnen trekken. Tegenwoor
dig doet men dat niet meer zo, maar de ouderen
in het vak durven het nog wel eens. Je hebt dan
een grote cirkel, dat is het rijk, de kleinere zijn
de provincies en de kleinste de gemeenten.
Veere boette dus aan invloed in. In vroeger tij
den was Veere rechtstreeks vertegenwoordigd
in de staten. Men zat dus dicht bij het vuur. De
eerste edele van Zeeland, de prins van Oranje,
die een zetel in de staten innam, was bovendien
heer van Veere (evenals van Vlissingen), waar
door de invloed van beide Walcherse steden
waarschijnlijk nog groter was.
„Thans zijn we gelijkgesteld met een groot aan
tal andere gemeenten, kleine en grotere. Ik wil
niet zeggen, dat we gedegradeerd zijn, maar de
binding met het provinciaal bestuur is toch van
een geheel andere aard. Al hebben de gemeen
ten autonomie, men houdt toch bij alles reke
ning met het college van Ged. Staten", aldus de
heer Van Hiele.
„Wat het begrip Abdij betreft. Dit heeft voor
mij meer betekenis dan het Binnenhof. De abdij
is vanouds het bestuurscentrum van Zeeland
geweest. Als zodanig is het een symbool van be
stuurskracht. dat nu in eer is hersteld.
De gemeente kan geen uitgave doen zonder dat
dit op de begroting staat en dit is een van de
belangrijkste punten in het contact tussen ge
meentebestuur en provinciaal bestuur.
Daardoor verwijlen de gedachten nog al eens bij
het provinciaal bestuur. De abdij is dus een be
langrijk begrip, dat meer te zeggen heeft dan
het woord Binnenhof
Zelfs wanneer we met het Binnenhof te maken
krijgen, dan is de Abdij toch de tussenschakel.
Dit alles geeft reden om verheugd te zijn over
de restauratie van de gebouwen, die vanouds de
zetel waren van het provinciaal bestuur. Het
Hof van Zeeland herkrijgt zijn oude luister. Het
herstel in Zeeland krijgt daarmee zijn beslag.
We weten dat vroeger belangrijke besluiten op
deze plaats genomen zijn, want Zeeland was een
belangrijk gewest, dat een groot en voornaam
aandeel had in hot ontstaan van het huidige ko
ninkrijk".
VLISSINGEN: abdij groot
bezit voor de provincie
Wat de bindingen met
het provinciaal bestuur
betreft zou ik willen
opmerken, dat het mijn
ervaring is, dat een pro
vincie van niet al te
grote omvang, waarin
Zeeland zich dus eigen
lijk wel onderscheidt
van andere provincies,
het voordeel hebben dat
de bindingen directer
zijn en veelvuldiger.
Zodat men, zeker als
secretaris van een ge
meente van enige bete
kenis in Zeeland bij verschillende provinciale
activiteiten via colleges en adviescommissies
wordt betrokken, aldus de gemeentesecretaris
van Vlissingen, de heer J. W. Peters.
„Wat het begrip abdij betreft, kan ik eigenlijk
alleen zeggen dat ik het gebouwencomplex een
groot bezit vind voor de provincie Zeeland en
ook trouwens voor de gemeente Middelburg,
want er is geen andere gemeente in ons goede
vaderland, voor zover ik weet, die over zoiets te
beschikken heeft.
Een vergelijking met het Binnenhof vind ik vrij
moeilijk. Ik geloof, dat bij het Binnenhof de
Iiistorische aanknopingspunten wat directer op
het bestuurlijk niveau zijn gericht dan bij de
abdij en dat dus ook de historische band een
andere is, waardoor je ze eigenlijk niet zo goed
met elkaar kunt vergelijken.
Maar ik vind het abdijcomplex voor een provin
cie als Zeeland minstens van zo grote allure als
het Binnenhof-complex voor een land.
Ik kan natuurlijk moeilijk iets van de historie
zeggen omdat ik alleen de situatie van de laat
ste tijd ken. Daarvóór ben ik wel eens in de
abdij geweest, maar dat was toch echt op zijn
Amerikaans.
Van de belangrijke plaats, die de abdij in Zee
land inneemt, werd ik eigenlijk nog het meest
overtuigd bij een bezoek aan „miniatuur Wal
cheren". Daar krijg je de mogelijkheid Exiles in
zijn geheel te overzien, omdat je er boven staat.
Zodat je zegt: dit is toch wel iets unieks. Het is
een bijzonder mooi complex en men kan het niet
vergelijken met andere provinciehuizen. Gelder
land heeft natuurlijk ook iets prachtigs, maar
dat is zeer modern en zal zijn sfeer en hele be
doeling nog moeten waarmaken, terwijl de
abdij zijn historische gegevenheid toch mee
brengt en daardoor reeds zijn plaats in het ge
heel bezit.
Het begrip Binnenhof ligt op een geheel ander
vlak. Dat zegt in zijn historische betekenis iede
re Nederlander wat en voorzover mij bekend,
maar daar kan ik me in vergissen, is dat met
het abdijcomplex toch beslist niet het geval.
In verhouding gezien vind ik het echter min
stens zo machtig."
ZIERIKZEE groeide naar
Zeelands hoofdstad toe
„Zierikzee is de laatste
jaren in niet onbelang
rijke mate naar zijn
Zeeuwse hoofdstad ge
groeid". Het raadslid
met de meeste „dienst
jaren" van deze
Schouwse stad, de heer
J. W. van den Doel,
vindt namelijk dat de
ramp in 1953 de band
tussen zijn gemeente en
het provinciaal bestuur
aanmerkelijk nauwer
heeft aangehaald. „Er
bestaat op het ogenblik een zeer intensief onder
ling contact. Door een steeds groeiende good
will hebben wij alle mogelijke medewerking ver
kregen voor onze plannen". Met deze enkele
zinsneden als antwoord op onze vraag „Wat is
uw binding met het provinciaal bestuur van
Zeeland?" geeft de heer Van den Doel kort en
bondig weer, hoe de zaken in Zierikzee er op het
ogenblik voor staan.
Want de algemene gedachte over dit onderwerp
is ïn Zierikzee wel eens anders geweest. Voor de
Tweede Wereldoorlog en in feite ook nog voor
1953, heeft do gemeente Zierikzee wel eens het
idee gehad, dat het eiland er eigenlijk maar een
beetje bijhiug. „Wij voelden ons in die tijd maar
matigjes vertegenwoordigd en schraal bedeeld",
zo vertelt de heer Van dei Doel om duidelijk te
maken, dat er in de belangstelling van de pro
vinciale overheid voor de Zierïkzeese belangen
en problemen een keer ten goede kwam.
Niet dat de heer Van den Doel nu scherpe pro
testen wil aantekenen, maar als hij de verwe
zenlijkte plannen van de laatste jaren vergelijkt
met wat Zierikzee dank zij Middelburg
voordien voor elkaar gekregen heeft, moet hij
toch wel tot deze slotsom komen.
„Een. groot geluk" noemt de heer Van den Doel
het daarom, dat het Hof van Zeeland weer in
zijn oude luister is hersteld. „Want", zo voegt
hij er tenslotte nog aan toe, „een dergelijke ze
tel komt het provinciaal bestuur toe".
GOES: „Plezierig dat Abdij
weer centrum wordt"
Mevrouw C. A. Griep-
Duinker te Goes, sedert
de jongste raadsverkie
zing raadslid van Goes
voor de V.V.D., ziet
als „jong" raadslid
niet zo spoedig een
binding met het pro
vinciaal bestuur van
Zeeland. „Persoonlijk
zou ik niet van een bin
ding willen spreken.
Daarvoor ben ik nog te
kort in de raad", ver
telde ze. Mevrouw Griep
is er zich evenwel van bewust, dat Gedeputeerde
Staten van Zeeland een zekere binding hebben
met de gemeenten dus ook met Goes. In be
paalde opzichten ook is de gemeente afhanke
lijk van dit provinciaal college. Immers, raads
besluiten dienen de instemming te hebben van
Gedeputeerde Staten. Als raadslid komt het er
op aan de belangen van Goes zoveel mogelijk
en zo goed mogelijk te bepleiten. Dan heb je de
kans dat alles op rolletjes loopt en dan is de
binding met Gedeputeerde Staten van Zeeland
nauwelijks voelbaar, maar toch op prettige wij
ze aanwezig.
Mevrouw Griep hecht voor de provincie Zeeland
dezelfde waarde aan het abdijcomplex als voor
Nederland aan het Binnenhof.
Als ik aan het Binnenhof denk, dan zie ik onze
volksvertegenwoordigers met de aktentas onder
de arm de st&tige zaal binnenwandelen. Op de
zelfde wijze denk ik aan het abdijcomplex en
aan onze Zeeuwse Statenleden, aldus mevrouw
Griep. „Daarom vind ik het zo plezierig, dat dit
complex nu eindelijk weer het centrum van de
provinciale activiteiten op bestuursniveau
wordt', voegde het Goese vrouwelijk raadslid
eraan toe.
TERNEUZEN: Ondanks
„kwesties" nauw verbonden
Middelburg is altijd het centrum geweest van
het provinciaal bestuur, dat thans xveer
zoals vroeger zetelt in de Abdij. Wij héb
ben aan acht gemeentebestuurders gevraagd
hun visie te geven op de binding, die er be
staat tussen hun gemeenten en het provinciaal
bestuur en de plaats van de Abdij in verge-
lijking met het nationale bestuurscentrum in S
Den Haag.
THOLEN heeft hechte
band met Middelburg
Burgemeester mr. A. J.
v. d. Hoeven van Tholen
gaat nogal eens naar
Middelburg. De bin
ding van zijn gemeente
met het provinciaal be
stuur in de Zeeuwse
hoofdstad heeft hij in
zijn 36-jarige ambtspe
riode steeds hecht we
ten te houden door een
persoonlijk wederzijds
contact. En hij heeft
aan dit overleg de
meest prettige herinne
ringen. „Want ik heb er altijd een open oog
en oor voor onze plannen en problemen gevon
den", zo vat de burgemeester zijn ervaringen
met het onderling overleg samen.
In het bijzonder dacht mr. Van der Hoeven te
rug aan de bouw van de brug, die het eiland uit
zijn isolement verloste, waartoe de provinciale
overheid van Zeeland ook een belangrijke stoot
heeft gegeven.
Tholen, het stadje, dat vroeger tot de stemheb
bende plaatsen in de provincie behoorde, heeft
nog veel meer aan Middelburg te danken. De
restauratie van het nu schitterend geoutilleerde
stadhuis en de vernieuwing van de historische
kerk zijn er enkele voorbeelden van.
Of het Hof van Zeeland in provinciaal opzicht
een dergelijke bekende ldank heeft als het Bin
nenhof in Den Haag? De burgemeester van
Tholen geeft hierop volmondig een bevestigend
antwoord. Hij twijfelt er evenwel aan of zijn
stadgenoten hem hierin allen zullen volgen.
Vooral de representatie, die de provinciale over
heid de laatste vijftien jaren op de Middelburg
se Dam bezat, vindt mr. Van der Hoeven eigen
lijk maar „onwaardig". „Het was niet prettig
om in die omgeving je belangen te bepleiten. Je
zat er niet rustig", zo is zijn visie op de achter
liggende jaren van „noodhuisvesting" van de
griffie. Misschien dat dit argument ook van
toepassing is op de mening over een vergelij
king tussen het Binnenhof en de zetel van het
Zeeuwse provinciale bestuur.
En ten opzichte van het Hof van Zeeland in zijn
herboren luister? De burgemeester van Tholen
kijkt alleen maar naar de onmiddellijk positieve
reacties van zijn raadsleden ten aanzien van het
voorstel om het nieuwe Provinciehuis samen
met de andere gemeenten een geschenk aan
te bieden. Een sprekend voorbeeld, dat karakte
ristiek is voor de houding van zijn gemeente
lijke vertegenwoordiging tegenover het provin
ciaal bestuur.
ecu wztpeu
m l\et
*prov\uc\e-
Jxuis...,
„Natuurlijk voelen wij
ons verbonden met het
provinciehuis", aldus de
waarnemend burge
meester van Temeuzen,
de wethouder van open
bare werken M. de
Vos. „Er is een werke
lijk goede verstandhou
ding tussen ons college
van B. en W. en dat
van Gedeputeerde Sta
ten van Zeeland en wij
zijn van oordeel dat aan
de zuiver Terneuzense
aangelegenheden op een enkele uitzondering
na door Middelburg veel aandacht wordt be
steed. Maar die uitzonderingen betreffen nu een
maal enkele kwesties waarover wij èn als Ter-
neuzenaar èn als Zeeuws-Vlaming, de houding
van het officiële „Middelburg" niet kunnen bil
lijken.
Deze kwesties betreffen de Terneuzense muziek
school en de tarieven der Westerscheldeveren.
Het standpunt van „Middelburg" in deze zaken
heeft de goede verstandhouding tussen provin
cie en gemeente wellicht enigszins verstoord",
zo vervolgt waarnemend burgemeester de Vos.
„Deze ontstemming heeft van de zijde der ge
meente geleid tot de weigering om Terneuzens'
wapen in het nieuwe provinciehuis te doen aan
brengen. Hetgeen ik overigens ernstig betreur",
zo voegt de heer de Vos er onmiddellijk aan toe.
De houding der „provincie" ten opzichte van de
tarieven op de Westerscheldeveren heeft niet
alleen bij de Temeuzenaren, maar vrijwel bij
alle Zeeuws-Vlamingen een teleurstellende in
druk gemaakt Men is vrij algemeen van oor
deel, dat het provinciaal bestuur in deze kwestie
de belangen van haar provinciale veren duide
lijk heeft laten prevaleren boven de belangen
van de Zeeuws-Vlaamse bevolking.
Deze geluiden waren ook te horen in de Terneu
zense gemeenteraadsvergadering van 13 augus-
tus 1959, waarin het college van B. en W. het
voorstel lanceerde om ook Terneuzens' wapen
te doen aanbrengen in het nieuwe provinciehuis.
„Men mag geen kwaad met kwaad vergelden",
suste burgemeester Tellegen en „wij hebben
destijds toch ook f 5000.gehad voor het beeld
bij de watertoren", zo verdedigde wethouder de
Vos het voorstel, maar de raad liet de uitge
sproken gelegenheid om nu eens precies te zeg
gen hoe hij over „Middelburg" dacht, niet voor
bij gaan. Dat groeide uit tot een soort van de
monstratie, niet tegen het gemeentewapen van
duizend gulden, maar zuiver als een spontane
blijk van ongenoegen over vermeend onrecht.
Terneuzen praat niet graag meer over dit „wa
pen-incident" maar verschillende „peilingen"
dienaangaande hebben ons de persoonlijke over
tuiging gegeven dat, als vandaag het voorstel
opnieuw in stemming zou worden gebracht, het
er glorieus „door" zou gaan. Want de binding
met het provinciehuis is er wel degelijk, ook na
die paar teleurstellingen. De „bindingsproef"
kwam alleen op een nogal ongelegen ogenblik...!
OOSTBURG: inniger contact
met „moederhuis" gewenst
„Een vrij regelmatig
schriftelijk en telefo
nisch contact met de
verscheidene afdelingen
kun je toch eigenlijk
geen binding noemen",
meent Oostburgs loco
burgemeester A. P.
Modde. „Misschien een
verbondenheid in enge
re zin omdat je als ge
meente nu eenmaal bij
de provincie behoort en
als zódanig in allerlei
zaken verantwoording
moet afleggen tegenover een hiërarchiek hoge
re, ambtelijke instantie".
Hij meent dat een gevoelsverbondenheid met
het provinciale „moederhuis" alleen kan groeien
door een inniger, persoonlijk qontact. Loco
burgemeester Modde zou het daarom toejuichen
als de gemeentebestuurders zo nu en dan eens
in het provinciehuis bijeenkwamen om de
vraagstukken, problemen en mogelijkheden, die
zich ook in andere gemeenten voordoen, te be
spreken. Het huidige contact ziet hij meer als
een op het matje geroepen worden om een be
paalde kwestie toe te lichten, te verdedigen of
om verantwoording af te leggen.
De samenwerking tussen het provinciaal- en
het gemeentebestuur vindt de heer Modde ove
rigens uitstekend. Hij vindt bij het provinciaal
bestuur gehoor en aandacht voor de zaken die
Oostburg aangaan en schroomt niet om over die
belangen persoonlijk contact met het „moeder
huis" te gaan opnemen.
„Is er onder de bevolking van uw gemeente een
verbondenheid met het provinciehuis waar te
nemen", proberen we nog even.
,,'t Is mogelijk, maar ze zijn het me nog nooit
komen vertellen", aldus de heer Modde..,«^1