Schipper Verburg uit Zierikzee
na weg over de dam het roer om...
Oliv&wi
RUYS
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
AMSTERDAM IS OVER VIJF
JAAR VOLGEBOUWD
Toen klonk
een stem
.MAANDAG 9 MEI 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
II
VAN STUURRAD NAAR STUURWIEL
Een van de laatste beurtschippers in
Zeeland past zich aan bij Deltaplan
DE DAM ligt er. Noord-Beveland is eiland-af. Zo is het in het
verleden met Zuid-Beveland gegaan, met Walcheren. Van de
Zeeuwse „eilanden" is nu alleen Schouwen-Duiveland, Tholen
met zijn brugverbinding buiten beschouwing gelaten, nog een
„echt" eiland. Met de dam tussen de Bevelanden en de weg naar
de nieuwe veerhaven bij Kats in het verschiet wordt Schouwen-
Duiveland steeds „dichter" bij het centrum van Zeeland gehaald.
In 1961, als ook de dam door het Veerse Gat wordt voltooid en
er een goede veerverbinding Kats-Zierikzee komt, is de afstand
Middelburg-Zierikzee reeds tot meer acceptabele proporties ge
reduceerd.
Nog niet ver ligt de tijd achter ona,
dat er tussen deze twee oude
Zeeuwse centra regelmatig beurt
schippers voeren. Zij meerden in
Middelburg aan Kinderdijk en Ko
rendijk en brachten er tussen de
oude, van gouden-eeuwse welvaart
getuigende herenhuizen en pakhui
zen een schilderachtig vertier.
Het is zelfs nog maar enkele decen
nia geleden, dat Middelburg en Zie
rikzee de „Rotterdamse boor' kenden,
die tussen deze beide Zeeuwse steden
en Rotterdam zowel passagiers als
vracht vervoerde.
De „Rotterdamse boot" verdween, en
ook de beurtschippers eisen thans op
het toneel van de Zeeuwse stromen en
wateren maar een klein plaatsje meer
op.
Dun gezaaid
Beurtschippers, die tegenwoor
dig nog een geregelde dienst
tussen Zeeuwse steden onder
houden, zijn dun gezaaid.
Schipper D. Verburg uit Zierik-
tee, die tweemaal per week het
traject Zierikzee-Goes vice ver
sa vaart, is een van de laatsten.
Een ronde, tegelijk markante fi
guur, die 35 jaar geleden bij zijn
vader op de lijndienst Colijnsplaat-
Goes-Zierikzee zijn entree in de
beurtschipperswereld maakte.
Verburg, in Veere geboren, is 54 jaar.
Elf jaar dus nog, voor wie in de A.O.
W. gelooft. Maar schipper Verburg
zal die tijd niet als beurtschipper uit
dienen. Hij heeft, op zijn regelmatige
tochten Zierikzee-Goes de dam tus
sen de Bevelanden zien groeien, hij
heeft aan Kats gedacht, en aan de
eisen, die men tegenwoordig aan het
vrachtvervoer .stelt.
„Een auto bréngt het tot voor de
deur, de mensen willen niet meer
wachten. Zo langzamerhand moet ik
gaan veranderen. Als het veer korter
wordt, gaat alles vluger. En je moet
met je tijd mee
Zo langzamerhand veranderen.
Schipper Verburg weidt daar niet
zo over uit, maar hij realiseert zich
dat het Deltaplan en de tijdsont
wikkeling zijn „Johanna", die vijf
tig ton vracht kan vervoeren, naar
een verouderd plan dringen.
Dagelijks
Vorburg denkt aan een omschakeling,
aan vrachtauto's, die hem via de kor
tere veerverbinding snel van Zierik
zee naar Goes en terug zullen bren
gen. „Een dagelijkse verbinding,
maar natuurlijk moet ik eerst eens
zien hoe die nieuwe veerdienst
loopt..."
Dan wordt schipper Verburg, een van
de laatste Zeeuwse beurtschippers
met een vaste „lijndienst", „bode"
Verburg. De tijd wil dat zo en het
Deltaplan biedt de gelegenheid. Ver
burg, nog altijd schipper Verburg is
realist genoeg om vooruit te zien en
niet te mijmeren over de glorie van
zijn „Johanna", die langzamerhand
begint te verbleken. In zijn kantoor
tje aan de Nieuwe Haven te Zierik
zee werkt hij 's avonds nauwgezet
aan de vervoersformuliertjes. Vracht
voor de „Johanna"
Links boven hem hangt, in een lijst,
een papier met zijn naam, gecalligra.
feerd. En in een zwierige druk: „Lof
felijk getuigschrift Carnegie hel
denfonds voor moedig gedrag te
Goes op 7 mei 1954. ,,'t Is niets bij
gascilinder enkele minuten later met
een geweldige klap ontplofte, was de
druk te groot voor zijn schip.
Het werd beschadigd, maar Goes was
voor een ramp gespaard. Wat Ver-
burgs zuster er mee te maken had?
Niets. Zij haalde eens een kind uit de
modder, toen mannen aan de kant
bleven staan. Een dapper volkje, die
VerburgsMisschien een kwestie
van aanpassen
SCHIPPER VERBURG
...zo langzamerhand...
(Foto P.Z.C.)
daarover,
zonders" zegt Verburg
„m'n zuster in Goes heeft er precies
zo éénHij wil daarmee niets
ten nadele van zijn zuster zeggen,
ook niet het niveau van de oorkonde
betwijfelen. Hij verbergt alleen de
zin ervan.
De P.Z.C. van 8 mei 1954 moet het
onthullen. Een gascilinder, die in
Goes bij een groot aantal andere
acetyleencilinders lag te gloeien. Ver
burg smeet het ding in het water. Te
dicht bij zijn „Jonanna". Toen de
LEZERS SCHRIJVEN
Oorlogsdocumentatie
in Zeeland
Bij radio- en televisieuitzendingen
die ter gelegenheid van de viering
van de bevrijding gegeven werden,
moet men helaas meerdere malen tot
de conclusie komen, dat men bij de
documentatie over Zeeland niet de
juiste feiten weergeeft, zoals deze
feiten zijn.
Ook bij de goede en gedegen docu
mentatie die door de Ned. Televisie
Stichting in serieverband door dr. L.
de Jong wordt gegeven en welke
vrijdagavond begon, vertelde deze
heer o.m. dat Middelburg door gra-
naatvuur uit kanonnen in brand is
geschoten. Niets is minder waar dan
Ooggetuigen en dat waren er zeer
velen zullen kunnen beamen, dat
Middelburg op 17 mei des middags
van 2.15 tot pl.m. 5 uur door Duitse
vliegtuigen is bestookt en in brand
geraakt en wel door brandbommen.
Naar ik meen, omdat „Zeeland door
vocht".
Middelburg, Rotterdam en Utrecht
stonden op de nominatie van het
„Herrenvolk" om door deze daad tot
overgave te worden gedwone
Utrecht is de dans ontsprongen. R
terdam en Middelburg hebben de bit
tere tol moeten betalen. Dat is de
Zeeuwen bekend. Als men dan over
de televisie ziet en hoort, dat men
de feiten verkeerd weergeeft, dan
wordt het een en ander bedenkelijk.
Hetzelfde geldt ook voor de repor
tage verleden week over Vlissingen.
Zijn de juiste gegevens niet op het
oorlogsdocumentatiebureau bekend
Men zou eraan gaan twijfelen. Of is
het weer zo, dat ook Zeeland in deze
stiefmoederlijk is en wordt bedeeld.
Laten de „insiders" deze reportages
eens (kundig volgen en er met de be
staande gegevens eens tp bevoegder
plaatse op wijzen dat er fouten zijn
gemaakt. Overigens is een reportage
door dr. L. de Jong een pracht van
een herinnering, die men niet kan en
mag missen. Het is m.i. een van de
goede uitzendingen die voorlichting
geeft aan het publiek.
Geachte redactie. Door dit stukje te
Scheepvaartbeweging door
Kanaal van Zuid-Beveland
In de maand april passeerden er
door het kanaal van Zuid-Beveland
7190 schepen welke een inhoud had
den van 3617.519 ton.
Van deze schepen waren 4813 sche
pen van 2565.630 ton geladen en
2377 schepen van 1051.889 ton wa
ren ledig. Hiervan waren o.a. 4331
.eladen motorschepen van 1952.425
on en 1470 ledige van 829.244 ton
en 464 geladen sleepsehepen van
596.628 ton en 216 ledige van 258.284
ton. Verder passeerden er 673 sleep
boten en 36 coasters van welke
laatste er 18 geladen waren en 18
ledig.
Tot de Rijnvaart behoorden er 813
geladen motorschepen van 455.315
ton en 94 ledige van 85.659 tori en
181 geladen sleepsehepen van 251.463
ton en 10 ledige van 11.667 ton naar
België en 601 geladen motorschepen
van 375.892 ton en 49® ledige van
26.564 ton en 118 geladen sleepsehe
pen van 161.844 ton en 1 ledige van
1754 ton van België.
Er passeerden 2513 geladen motor
schepen van 1129.575 ton en 385 le
dige van 218.721 ton en 276 geladen
sleepsehepen van 369.672 ton en 43
ledige van 29.401 ton naar België en
1818 geladen motorschepen van
822.850 ton en 1085 ledige van
547.523 ton en 188 geladen sleepsehe
pen van 226.956 ton en 173 ledige
van 228.883 ton van België.
In nationaliteiten waren de schepen
verdeeld in 4288 Nederlandse. 2064
Belgische, 226 Duitse, 343 Franse,
237 Zwitserse, 20 Luxemburgse, 5
Engelse, 5 Oostenrijkse en 2 Deen
se.
Bij een vergelijking met de maand
maart zien we dat er in april een
behoorlijke terugslag was want er
Ïasseerdén 471 schepen van 51.518
on minder.
(Advertentie)
ilaatsen zal U velen, die zich aan
leze onjuiste voorlichting gestoord
hebben, een dienst bewijzen. Zeer ze
ker zal het oorlogsdocumentatiehu
reau over het een en ander ingelicht
worden.
Vlissingen
Een belangstellende
Kinderbescherming
Kinderen, 55.000 (vijfenvijftigdui
zend!!) kinderen roepen uw medewer
king in.
55.000 kinderen van alle gezindten, uit
alle provincies van Nederland, ook uit
uw provincie, ook uit uw gemeente!
Zij hebben reeds veel moeten meema
ken, deze kinderen. Heel veel narig
heid en maar heel weinig vreugde.
Zij kunnen niet voor zichzelf vragen,
deze 55.000 kinderen. Zii vragen daar
om uw hulp als collectant(e) om de
nationale collecte kinderbescherming
die voor hen van 9 t/m 15 mei 1960 in
uw gemeente zal worden gehouden, te
helpen slagen. Stelt U hen niet teleur.
Bestuur Sakor.
SÜiVipltöMviCS
kantoormachines
NOG PLAATS VOOR 6000 ARBEIDERSWONINGEN
Bevolkingsgroei voltrekt
zich sneller dan verwacht
werd
(Van onze parlementaire redacteur)
Over enkele Jaren zal de arbeiders
woningbouw in Amsterdam moeten
ophouden, aldus de burgemeester van
de hoofdstad, mr. G. van Hall, In een
uiteenzetting, die wij dezer dagen
van hem mochten aanhoren. Amster
dam is dan volgebouwd. Er zal op
korte termijn een oplossing moeten
worden gevonden. Wel zal het moge
lijk zijn in de randgemeenten te bou
wen, doch daar is men in het alge
meen meer gesteld op middenstanas-
en soortgelijke woningen dan op ar
beiderswoningen. Het zal nodig zijn,
dat Amsterdam hierin meer te zeg
gen krijgt.
In de gemeente Amsterdam staan op
dit ogenblik 17.000 personen op de
urgentielijst voor een woning. Dit is
een geflatteerd cijfer, aangezien ve
len, die bij anderen inwonen en graag
een eigen woning zouden hebben, er
niet op voorkomen. In 1934, toen het
algemene uitbreidingsplan van Am
sterdam werd vastgesteld, telde de
gemeente 781.660 inwoners.
Verondersteld werd toen, dat het
plan zou zijn voltooid aan het eind
van de twintigste eeuw, en dat het
inwonertal dan 960.000 zal bedragen.
Dit is nu al een misrekening geble
ken. In 25 jaar zijn er ongeveer
90.000 inwoners bijgekomen. Aange
nomen moet worden, dat de bevol
kingsgroei zich In de komende 25
HOOG EN LAAG WATER
Vlissingen
Terneuzen
Hansweert
Zierikzee
Wemeldinge
uur meter
4- nap
1.04
1.33
2.07
2.32
2.54
2.—
2.15
2.26
1.36
uur meter
-f nap
13.29
13.57
14.39
15.14
15.22
2.17
2.32
2.43
1.57
1.91
8.34
8.14
8.31
2.20
2.36
2.50
uur meter
nap
19.43
20.14
20.48
2.01
2.17
2.31
1.57
1.80
1475. In gespannen ver
wachting staarden de drie
ruimteschi^breukelingen
naar de deur van hun „ge
vangenis" waardoor de
twee mannen binnentraden,
die zij zojuist buiten had
den zien lopen. Een hunner
grijnsde breed en kwam
met uitgestoken hand naar
voren. „Goede morgen
mijne heren! Mag ik mij
even voorstellen Mijn
naam is Storm. En bent U
al wat bekomen van de
schrik?" Professor Kalten-
berg deed of hij de uitge
stoken hand niet zag eri
kruiste zijn armen over de borst. „Mijnheer,
wilt U mij verklaren wat het te beduiden
heeft, dat wij In deze cabine opgesloten wor
den gehouden als 'n stel gevaarlijke krankzin
nigen? Mij dunkt..." „Tut-tut, brave profes
sor, voor iemand die zojuist van de verstik
kingsdood gered is heeft U al weer heel wat
praatjes!" lachte Arend, die niet van plan was
zich uit zijn goede humeur te laten brengen.
„Kapitein Mare hier en zijn dappere man
schappen hebben U uit uw vernielde maanra-
ket gehaald op het moment dat uw zuurstof
bijna opgebruikt was. Het was 'n dubbeltje op
z'n kantje of U had er het leven bij ingescho
ten, Dank zij de vernuftige apparaten. Op dat
ogenblik verscheen er een opgewonden radar-
inan in de deuropening. „Kapitein Mare! Er
vliegt een aardse machine in de buurt. Wij
moeten hier zo snel mogelijk weg, willen wij
niet ontdekt worden!"
jaar sneller zal voltrekken en dat het
miljoen inwoners ruimschoots voor
het einde van de twintigste eeuw
zal zijn overschreden.
Deze snelle bevolkingsaanwas ver
eist veel ruimte voor de woning
bouw. Daar komen nog enkele andere
omstandigheden bij. In 1934 bedroeg
de gemiddelde woningbezëtting 3,7?
mensen. Men verwachtte toen dat dit
gemiddelde in het jaar 2000 terug
gelopen zoti zijn tot 3,37. Het be
draagt echter nu al 3,43 en het zal in
het jaar 2000 bedragen 3 3,1 per
sonen per woning. Een vermindering
,1 persoon per woning wil zeg
gen, dat er in Amsterdam 10.000 wo
ningen meer nodig zijn. Er zullen ook
hierdoor aanzienlijk meer woningen
moeten worden gebouwd dan aan
vankelijk was berekend. Binnen de
huidige gemeentegrenzen kan nog
voor slechts ongeveer 6000 arbeiders
woningen bouwterrein gereed wor
den gemaakt.
Op verschillende plaatsen In de ge
meente en vooral in de binnenstad Is
men bezig met de uitvoering van sa
neringsplannen en het maken van
doorbraken. Daaraan vallen verschei
dene oude arbeiderswoningen ten of
fer. Zij zullen in elk geval moeten
worden vervangen. Ook dat eist
grond op.
In het algemeen kan worden gezegd,
dat zelfs bij gelijkblijvende bevol
king de woningbehoefte nog aanzien
lijk stijgt. Dit is een gevolg van de
langere levensduur en de daaruit
voortvloeiende toenemende bezetting
van woningen door de oudere leef
tijdsgroepen en voorts van de daling
van de gemiddelde huwelijksleeftijd
met de daarvoor vervroegde behoefte
aan woningen.
Tenslotte eisen de woningen, de bij
zondere gebouwen, de werkgebieden,
de recreatie en het verkeer door de
zich wijzigende behoeften een steeds
grotere oppervlakte. Deze tijd ver
langt bredere wegen, al was het al
leen al met het oog op het parkeren
van auto's, ruimere pleinen en plant
soenen.
Tn 1965 ls Amsterdam volgebouwd.
Men zal dan in de aangrenzende ge
meenten moeten gaan bouwen. Dat
ligt in Amsterdam gelukkig vrij ge
makkelijk. Het heeft namelijk te
maken met betrekkelijk weinig rand
gemeenten: Landsmeer en Oostzaan
in het noorden en Nienwer-Amstel,
Ouder-Amstel, Diemen en Weesper-
karspel in het zuiden. Er is met deze
gemeenten overeenstemming bereikt.
Niettemin zullen naar de mening van
burgemeester Van Hall in een ver
dere toekomst ook satellietsteden
moeten worden gebouwd.
EENKAMERWONINGEN
Het woning- en in het algemeen het
huisvestingsprobleem is in verreweg
de meeste Nederlandse gemeenten
een moeilijk probleem. Het is tn het
bijzonder in Amsterdam een ms«!iijk
vraagstuk. Er zijn daar nog tal
van... éénkamerwoningen en tweeka
merwoningen. Ook is het aantal voor-
en achterwoningen nog altijd legio.
In bepaalde^ bunrten zou twee-derde
van de woningen onbewoonbaar moe
ten worden verklaard. In elk geval
dienen 40.000 woningen te worden
opgeruimd. On dezelfde plaats kun
nen er maar 10.000 voor in de plaats
komen.
Amsterdam groeit onweerstaanbaar
naar het milioen toe, maar vóór het
zich werkelijk een miljoenenstad
mag noemen, zullen er nog talrijke
moeilijke problemen tot een oplossing
dienen te worden gebracht.
FEUILLETON
LILIAN AYE
Felicltas liet de fles jenever, die ze
nog in de hand hield, zinken, terwijl
zc verontwaardigd uitriep: „Je bent
nauwelijks binnen of je doet me al
verwijten! Hoor eens, Konny", ging
ze, steeds meer opgewonden, voort,
„ga maar weg als je het niet bevalt!
Ik kan ook wel in mijn eentje op
mijn première drinken".
„Maar liefje, je weet toch wel, dat Ik
het zo niet heb bedoeld. Ik heb alleen
maar gezegd, dat je niet te veel
moet drinken, anders niet".
„En jij bent een bekrompen burger
mannetje. hoor je! Stel je voor:
„Vooral niet te veel drinken! Altijd
maar netjes bij mate!"
„Je weet waaróm ik het zeg".
„.Ta, ja, ja, ja, ja!" riep Felicitas,
terwijl ze haar glas opnam. „Nu, hoe
is het, wil je nog met me klinken of
niet? Als je 't niet wilt, ga dan maar
en vergal me de vreugde niet!"
„Waarom ben je altijd zo katt'g te
gen me?" vroeg hij bijna nederig.
Gewoonlijk werd Felicitas driftig bij
dat bijna dagelijks terugkerende re
frein van hun gesprekken en haar
kloverijen, een refrein, soms afgewis
seld door: „Waarom wil je niet dat
ik blij ben?" of: „Waarom doe je
toch zo lelijk tegen me?" Slechts
als ze helemaal in de put zat en
dat gebeurde nogal eens vond ze
in zijn tegenwoordigheid iets kalme
i-end, iets troostends.
Nu echter was ze zó vervuld van de
aanstaande première, dat ze hele
maal geen acht sloeg op zijn vraag,
maar behaaglijk achterover leunde,
Enderlein totaal vergat en zich ver
lustigde in haar toekomstige triomf.
Ja, haar triomf! Maar dan bezielt
haar eensklaps een panische schrik.
In gedachten ziet ze hoe de kleed
ster de laatste plooien van haar een
voudige rode japon schikt, hoort ze
het geluld van ae eerste bel, de eer
ste waarschuwing. Dan klinkt buiten
haar kleedkamer de stem van de in
spiciënt die aanklopt en met luider
stemme roept: „Uw beurt, juffrouw
S'mon!" Ze antwoordt: „Ik kom!"
en werpt een laatste blik in de spie
gel. Dc felle gloeilampen rondom
haar spiegelbeeld beschijnen haar
gezicht, haar flinke gelijks wenk-,
brauwen, een met schmink wat ver
brede. jonge, energieke mond. „St.-
Joan eerste tafereel! De kleedster
zet haar tot spoed aan en Felicitas
daalt de trap af. die naar het toneel
leidt, terwijl ze in 't voorbijgaan een
paar toneelknechten toeknikt. Ze
gaat staan en krijgt wat men in to-
necltaal „de wacht noemt, opent de
mond en zal haar „claus" zeggen...
maar ze weet de tekst niet meer! De
collega's kijken haar verschrikt aan,
dc toneelknechten weten niet hoe ze
't hebben, de inspiciënt ls radeloos!
In de schouwburg heerst doodse stil
te. „Zeg toch wat", fluistert iemand,
maar ze kén het niet, ze schijnt alles
te hebben vergeten...
Plotseling een andere vraag van En
derlein: „Lieve hemel, wat scheelt je
toch?"
Als uit een droom ontwakend, zag
Felicitas hem aan: „Je moet me nog
zo'n recept bezorgen".
Enderlein antwoordde niet dadelijk.
Toen zei hij met iets van vertwijfe
ling in zijn stem, hoofdschuddend:
„Dat kan ik niet. liefste. Ik kan het
werkelijk niet! Waar zou ik het van
daan halen En je hebt toch pas van
daag...?"
„Denk je soms, dat ik met 20 am
pullen 0,02 het tien of meer voor
stellingen kan uithouden?"
Maar je hebt toch nog van...?"
Natuurlijk heb ik ook nog van!"
klonk het spottend, maar onmiddel
lijk daarna op een toon van vertwij
feling: „Dat is nauwelijks genoeg
voor da première! Dan komt jouw re
cept aan de beurt... en dan? Ja, wat
dan?"
„Maar hoe zal ik er dén aankomen?'
„Het negatief is er immers nog?"
„Het negatief?" herhaalde Enderlein
verbaasd, maar wist bijna op het
zelfde ogenblik wat ze bedoelde.
Met inspanning van al zijn geest
kracht trachtte hij haar te bezweren.
„Dat kun je toch niet verlangen,
liefste?"
„Konny, ik wacht al vijf jaar op mijn
grote kans. Wil jij me die nu be
derven?"
Bij deze woorden liep ze eensklaps
op hem toe, knielde voor hem neer,
pakte hem bij de schouders en snik
te: „O, Konny, Ik wil toch niet mijn
hele leven tweede-rangsrollen spelen
of met rolletjes van één enkele zin
worden afgescheept! Dat wil ik niet
meer, versta je! Je kunt me nu, op
het ogenblik dat ik eindelijk de grote
kans krijg, nu alles, begrijp me goed,
Konny, élles anders zou kunnen wor
den, toch niet in de steek laten. Geef
zo weinig om me? Laat het je zo
oud of ik succes heb of fiasco lijd
Kan het je niet schelen, dat ik psy
chisch daaronder bezwijk?"
Enderlein zat er bewegingloos bij.
Zijn gezicht was zonder enige uit
drukking. „Houd op", fluisterde hij
smekend, „houd alsjeblieft op. Ik zal
er heengaan; Ik zal alles doen wat je
verlangt".
HOOFDSTUK IV -
Bij Stefanie was tijdens deze mid
dag in Donalds gezelschap innerlijk
Iets veranderd. Zij die nooit op haar
hoede was geweest en op beslissende
ogenblikken totaal het noofd kwijt
raakte, beschikte opeens, als bij in
stinct, over een waakzaamheid van
bijna dierlijke allure. Inderdaad ver
toonde ze in dit opzicht veel overeen
komst met het dier, dat gevaar
vreest en daarom haastig zichzelf en
zijn jongen In veiligheid tracht te
brengen. Precies hetzelfde wilde Ste
fanie. Ze wilde geen enkele min
van haar samenzijn met Donald aan
gevaar blootstellen, integendeel, el
ke kans erop bij voorbaat uitscha
kelen.
En op de terugrit, terwijl Donald aan
het stuurwiel zat, had ze gelegen
heid in stilte te overleggen, of En
derlein dan wel Lars werkelijk een
gevaar zou kunnen worden.
Ze waren nu op het Karl Muckpleln
en zaten andermaal middenin het
lawaai van auto's, trams, fietsers,
bromfietsers en motorrijders. Daar
tussen zochten haastige, opgejaagde
voetgangers een beetje schichtig hun
weg. Donald en Stefanie waren weer
in het grote-stadsgewoel opgenomen.
En de ogen op het verkeer gericht,
dacht ze telkens: „Zouden Enderlein
of Lars soms iets in het schild voe
ren, dat ons ontijdig van elkaar zou
kunnen scheiden?"
„Nu rechts?" hoorde ze Donald
vragen.
„Ja, rechts en dan linksom". Over de
Stephanplatz en langs de Waterloo-
bioscoop sloegen ze links de Ganse-
markt op.
Even later hield de auto stil en zag
Stefanie, dat Donald hem in de A.
B.C.-Strasse had geparkeerd. Ze be
greep direct waarom: ter wille van
naar. Hij wilde niet, dat ze hem an
dermaal voor zijn hotel liet uitstap
pen. Weliswaar wist hij niet. of ze
soms af en toe in de „Vier Jahres-
zeiten" dineerde en of men haar
daar kende, maar hij vermoedde
het.
„Gaan we morgen een kasteel be
kijken?" vroeg hij.
„Morgen gaan we een kasteel be
kijken", luidde het antwoord, dat
evenals de vraag slechts een gehei
me code was voor woorden, die ze
liever niet uitspraken.
„Bel je mij op?"
„Ja."
Donald stapte uit en sloeg het por
tier achter zich dicht. Hij keek
haar aan, maar ze gaven elkaar
geen hand. Noch zij noch hij wilden
er 'n afscheid van maken. Donald
begaf zich naar zijn hotel, terwijl
Stefanie op de chauffeursplaats
ging zitten en aanstalten maakte
om voort te rijden. Dat liep echter
niet zo vlug, want in de spiegel
voor haar zag ze dat er nog een
reeks van auto's achter de hare aan
kwam. die ze eerst moest laten pas
seren.
(Wordt vervolgd)'