Politiek tekenaar OPLAND
artistiek opposant van formaat
EIGENZINNIG EN ORIGINELE CONFORMIST
CANADESE EXPEDITIE DRINGT
DOOR IN IJSZEE-GEHEIMEN
Van en voor de boekenplank
j
MAANDAG 9 MEI 1960
PROVINCIALE ZE EO W SJS COURANT
V>
Exponent van fel-levende jongerengroep
Nederlandse
cartoonisten
(Van een onzer verslaggevers
De politieke tekenaar Opland
(„Groene Amsterdammer"
„Volkskrant", „Parool"), die in
werkelijkheid Rob Wout heet, is
met zijn 31 jaren exponent van
de fel-levende jongerengroep,
die schouwend naar wat de
ouderen presteren de maat
schappelijke halfheid niet kan
verkroppen en dus protesteert.
Omdat hij geestelijk terdege
volwassen een aangeboren
belangstelling heeft voor de po
litiek, hekelt hij natuurlijk een
zijdig en negatief, maar ook
vlijmscherp en met heel zijn
hart wie in het internationale
en nationale politieke bedrijf
toonaangevend zijn.
Sommige politici laten blijken, dat
ze Oplands deformatie van liun
persoonlijkheid wel appreciëren.
Mevrouw Luns. die een plakboek
bijhoudt van alle politieke prenten
aangaande haar excellente echtge
noot, heeft Opland althans korte
lings een paar originelen ge
vraagd.
Bovendien heeft het slechts een
N.A.V.O.-conferentie gescheeld of de
lieer Luns zou een tentoonstelling
van Opland-grapjes hebben geopend
in Hilversum, een geste waar ver
moedelijk de Duitse ambassadeur in
Den Haag niet meer toe bereid is,
sinds „enfant-terrible"-Opland „bos
wachter" Adenauer tekende met oen
verlanglijstje met Elten. Tudderen,
Odcr-Neisse-grens, Tirol, Sudeten-
land, Oost-Pruisen en Elzas in de
zak.
Heel serieus heeft de persattachê
van de Duitse ambassade in Den
Haag hierop onaangenaam getroffen
..gereageerd", "dat het verlanglijstje
niet klopte. Elten. Tudderen. Oost-
Pruisen en Oder-Neisse-grens staan
slechts op het Westduitse verlang
lijstje, zijnde Duitse gebieden ten
tijde van de Republiek van Weimar;
Opland en zijn i
de rest was onjuist, heette het. De
persattaché betreurde dan ook rond
uit dat met de tekening gesuggereerd
was, dat de bondsrepubliek (met be
hulp van de Bundeswehr) feitelijk
dezelfde lijn volgt als de nazi's en
hun „Derde Rijk
De baardige Opland, met zijn jonge
vrouw een ruime, heel hoge zolder
bewonend aan een van de Amster
damse wallen, is zichzelf nog altijd
hij bij de „Groene". „Die eerste vijf
jaar na de bevrijding, ik heb het een
heerlijke tijd gevonden", herinnert
Opland zich. „Daarna is iedereen ma
terialist geworden, hebben we onze
nationale bromfietsmentaliteit ge
kregen".
Misschien zou de bepaald intelli
gente Rob Wout nu allang doctor
in de politieke wetenschappen zijn
geweest, wanneer hij niet een half
jaar ziek was geworden... en niet
aan boekhouden zo'n hekel had ge
had.
Het eerste kostte hem zijn baantje
bij „Vrij Nederland", het tweede zijn
liefde voor de studie. Om in leven te
blijven ging hij door met het tekenen
van zijn „torren" en „kolenkitfiguur
tjes"; zijn eigenzinnigheid en origi
naliteit ontgingen de scherpzinnige
Volkskrant-hoofdredacteur Lücker
niet. Die benaderde hem dus en na
vijf minuten praten wist Opland al.
dat hij ook voor de „Volkskrant" zou
gaan tekenen.
De heer Lücker garandeerde hem
royaal volledige vrijheid van denken
en handelen. Zelfs toestanden in de
rooms-katholieke wereld zou hij mo
gen hekelen. Zijn medewerking aan
andere bladen behoefde hij er niet
voor op te geven. Zelfs niet z'n me
dewerking aan de soms bijzonder
links georiënteerde „Groene".
Resultaat van deze veelzijdigheid is
natuurlijk geweest, dat Opland wel
dra door een aantal intolerante Ne
derlanders werd uitgekreten voor een
katholieke communist of een commu
nistische katholiek, terwijl hij noch
het een noch het ander is, deze Am
sterdammer van protestants-christc-
lijken huize.
„Zo zijn wij Nederlanders nu een
maal", zegt de tekenaar gelaten. „We
moeten in een hokje passen. Alleen
als we voor een grote ramp staan of
gegrepen worden door een of andere
nationale actie, zoals „Redt een
kind", kunnen we één zijn. Dan is
er weer die oude fijne solidariteit
van uit de bezettingstijd. Meesten
tijds zijn we echter het kleine, be
nauwde landje. De kneutemeuterige
manier, waarop we hier politiek be
drijven, geeft me de zin er fel op los
te slaan in mijn tekeningen. Af en
toe walg ik van die kleinzieligheid.
Dan denk ik, ik word maar kolen-
tremmer of stoker op een boot. De
achtergrond van „mijn" politieke
partij is niet zo kleinzielig.
Die partij staat dicht bij de P.v.d.A.,
maar is niet zo afschuwelijk verbur
gerlijkt. Het hele politieke leven is
trouwens verburgerlijkt. Daarom
loopt de jeugd er niet meer warm
voor. Ik ben 31, maar voel precies
aan wat die jeugd bezielt. Men zegt,
Stijging verwacht van
melkproduktie
(Van onze Haagse redactie).
I' Het produktscliap voor zuivel ver
wacht, dat de melkproduktie in het
melkjaar 1960/'61 (24 april 3960—
j 22 april 1961) circa 6.000.U00 ton
j zal bedragen. Dat is 210.000 ton of
3,6 procent meer dan in het afgelo-1
pen jaar.
Een nota, die in de woensdag gehou-
i den vergadering van het produkt-
schap werd behandeld, zegt, dat de
verwachting is, dat het aantal melk
en kalfkoeien in mei van dit jaar
meer dan 3 procent hoger zal liggen
dan het vorig jaar. In mei 1959 be
droeg het aantal melk- en kalfkoei
en volgens de C.B.S.-telIing 1.565.000
De melkproduktie per koe stijgt nog
steeds. In het melkjaar 1946-'47 be
droeg de gemiddelde melkproduktie
per koe 3160 met een gemiddeld
vetgehalte van 3.40 procent. In 1959-
'60 was de gemiddelde melkorocluk-
tie 4220 met een gemiddeld vetge
halte van 3.76 procent.
Over de ooi-zaken van deze hogere
melkproduktie zegt de nota, dat het
ruwvoeder van buitengewoon goede
kwaliteit was.
Het produktschap zal later in oen
andere nota dieper ingaan op de fac
toren die leiden tot een hogere
melkproduktie.
GROOTS OPGEZET PROJECT
Met instrumentarium
over bevroren zee
In Canada begint dit jaar een
grote expeditie, die wil door
dringen in de geheimen van de
Noordelijke IJszee. Deze studie
op lange termijn van de 1500
mijl lange landtong aan de
rand van de Poolzee, ten noor
den van de Arctische archipel,
wordt beschouwd als een be
langrijke stap voorwaarts in de
ontwikkeling van de nationale
economie.
Het is bekend, dat landtongen,
die zich van het vasteland uit
honderden mijlen onder de zee
spiegel uitstrekken, een rijk
dom aan mineralen bevatten,
met inbegrip van olie en gas.
Canada weet precies hoe de lig
ging van deze strook grond aan
de west- en oostzijde is, maar
(Advertentie)
een mysterie. In wezen haat bij do
politiek, maar na zijn eindexamen
h.b.s. is hij heel ernstig van plan
geweest i" diplomatieke dienst te
gaan.
Mot dat oogmerk studeerde hij ook
een paar jaar in Amsterdam, na eer
der onderzocht te hebben dat „Nijen-
rode" hem niet het pad zou kunnen
effenen naar zijn ideaal. Om te kun
nen studeren, tekende hij. „Vrij Ne
derland" gaf er hem de ruimte voor.
Als duvelstocjager-met-grote-vrijhekl
heeft hij daar een paar jaar gewerkt,
dank zij een introductie van Ed.
Hoornik. Wat „Vrij Nederland" en
later ook het Nieuw Utrechts Dag
blad niet konden gebruiken, spuide
dat onze jeugd geen idealen meer
heeft. Nonsens. Ze krijgt alleen dc
kans niet in deze verzakelijkte we
reld zo uit te dragen. De jeugd houdt
zich muisstil, omdat ze volkomen in
de verdediging gedrongen is door de
massificatie. Dc individualiteit wordt
niet meer geteld.
Iedereen is een ponskaart geworden
in het harde en agressieve maat
schappelijke hollerithsysteem. We
werken alleen voor onze bankreke
ning en ons pensioenfonds, 't Is
een vorm van massamoord uit ego-
isme. deze enorme nivellering. Als
een soort protest ertegen, laten de
jongens tegenwoordig hun baar
den staan. Het is een symbool. Ze
willen de klok als het ware terug
zetten naar 1900, een tijd. waarin
de politieke partijen nog iets an
ders dan de voetbaltoto in hun
vaandel hadden".
Fel en levendig is zijn betoogtrant.
Rechtlijnig en hoekig als zijn poli
tieke prenten, die niet alleen in Ne
derland de aandacht hebben, maar
ook in het buitenland, en dus nog wel
eens door de grote Amerikaanse New
York Times bij herhaling worden
overgenomen. Overigens is die hoe
kigheid maar een uiterlijke pose.
In wezen is Opland een bijzonder ge
voelige jonge man, met zeer veel
vrienden, die erover denkt wat meer
tc gaan schilderen en wat minder po
litieke prenten te gaan tekenen, maar
die intussen de laatste tijd behalve
voor nadrukkelijke carnavalsviering,
voor veel lawaai, voor zijn auto. en
twee poesen, ook nog bijzonder veel
belangstelling heeft voor romanti
sche oude treintjes. Een mysterieus,
f'ellevend enfant terrible.
Maar ook een artistieke opposant van
formaat, waarvan ons laml cr altijd
tc weinig zal hebben, zolang we ons
democratisch bestel in stand willen
houden.
Boeken over honden,
schelpen en diepzee
C. A. Kruis: Gesprekken over bon
den. „Kosmos", Amsterdam.
De ondertitel van dit boekje is:
Raadgevingen voor de omgang met
honden en het geeft, antwoord op
moeilijkheden in welgeteld 37 ge
vallen. Het bijzondere van dit
werkje is, dat deze antwoorden pas
volgen na een gesprek, waarin de
moeilijke situatie van alle kanten
wordt bekeken. Dit wil feitelijk
zeggen, dat de raadgever niet al
leen de hond bekijkt, maar, begrij
pend dat moeilijkheden vaak in de
omgang schuilen, terdege ook de
„baas" onder de loep neemt. Hoe,
dat moet U zelf maar lezen, de me
thode lijkt mij aanbevelenswaar
dig.
Bob Entrop: Schelpen vinden en her
kennen. N.V. W. J. Thieine en Cie,
Zutphen.
We menen niet te veel te zeggen,
wanneer we stellen, dat vele schel
penverzamelaars op dit boek heb
ben gewacht. Hét is dan ook door
en door een Nederlands boek ge
worden, dat in zee gaat met een
aanbeveling van de conservator
van de afdeling Mollusca van bet
Rijksmuseum voor Natuurlijke
Historie te Leiden. Over de inde
ling valt niets dan goeds te zeg
gen: de laatste naamwijzigingen
zijn er in verwerkt, maar ook de
oude, meer vertrouwde namen zijn
daarnuast opgenomen. Verder
wordt de verzamelaar ingeleid in
de beste methode van verzamelen,
conserveren, registreren e.d. en
kan hij veel gegevens over de be
woners van de schelpen putten uit
de hoofdstukjes, waarin de groep
wordt behandeld, waartoe dc
schelp behoort. Daarna pas wordt
schelp voor schelp gedetailleerd be
schreven naast een afbeelding die
aan grootte en duidelijkheid niets
te wensen overlaat, de ware afme
tingen worden in de tekst aangege
ven. Zonder twijfel een der best
verzorgde boeken op natuurgebied
onder de recent verschenen wer
ken.
Günther-DeckertHet leven der diep
zee. N.V. W. J. Thieme en Cie, Zut-
phen.
Br. J. S. Zaneveld (dir. Marien.-
biol. Inst. Curasao) vertaalde en
bewerkte deze Duitse uitgave, die
zich bezighoudt met de problemen
rondom het fascinerende wonder
lijk-vormenrijke leven in de diep
zee. Een uitgelezen verzameling
van uiterst duidelijke schetsen
geeft de lezer een indruk van dc
interessante en bizarre vormen van
diersoorten, welke men met de
nieuwste methoden aan de opper
vlakte weet te brengen of onder
t Ail»e.ne.viiei
water bestudeert. Een boek, waar-
Voor men tijd moet nemen, maar
dat dan ook beslist öiè meerdere
inspanning beloont.
Baby- en kinderverzorging
Wanneer een boek over baby- en kin
derverzorging een tiende druk be
reikt en straks 100.000 exemplaren
van dat boek in omloop zullen zijn in
Nederlanddan behoeft in feite
geen beoordeling meer in de krant.
Dan hebben immers de jonge moe
ders haar eigen oordeel al uitgespro
ken en dan is al gebleken hoe nuttig
dat boek is.
Het gaat om dr. Spocks handlei
ding voor baby- en kinderverzorging,
welke in 1946 in Amerika verscheen.
Een Nederlandse kinderarts liet in
1950 een Nederlandse bewerking ver
schijnen.
De tiende druk telt meer dan 500 pa
gina's. Het is dus geen boek om even
in ijltempo door te lezen, maar een
écht handboek, dat men telkens weer
kan raadplegen als er problemen zijn
met de baby of bet jonge kind.
Zo'n handboek mag eigenlijk in geen
enkel jong gezin ontbreken.
Rima, het kind van
de wildernis
Lezers met een beetje gevoel voor
klassieke romantiek kunnen hun hart
ophalen aan de vertaling van Wil
liam Henry Huclsons Engelse best
seller „Grèen Mansions", die onder
de titel „Rima kind van de wil
dernis" bij Ad. M.' C. Stok Zuid-
Hollandse Uitgeversmaatschappij te
Den Haag vau de pers is gekomen.
EUa baronesse Van Heemstra heeft
dit tere liefdesverhaal (in de gelijk
namige film vertolkt haar dochter
Audry Hepburn de hoofdrol) vrij
bewerkt.
Bijzonder gevoelvol, af en toe in de
ietwat lyrische stijl van enkele
eeuwen terug, wordt de figuur van
het meisje Rima eigenlijk een
bosnymf, die nog nooit met de men
senwereld in aanraking is geweest
getekend.
Het verhaal, dat meer de vorm krijgt
van een sprookje, wordt opgebouwd
rondom de persoon van Abel. een
jongeman die de wildernis intrekt en
terechtkomt bij een Indianenstam.
Daar krijgt hij het mysterieuze ver
haal te horen Van Rima, die als het
ware door een naburig woud „zweeft"
en zodoende alle leden van de stam
een haast panische angst inboezemt.
Abel laat zich hierdoor, niet van de
wijs brengen, trekt het bos in. vindt
de nymf en haar oude grootvader en
vat onmiddellijk een tere liefde voor
haar op. Na vele wederwaardigheden
wordt de genegenheid wederzijds en
besluiten zij te huwen. Evenwel niet
eerdei* dan nadat Rima hem is voor
uitgegaan voor een „gedaantever
wisseling". Deze nu wordt haar nood
lottig. De Indianen maken jacht op
Rima en weten liaar tenslotte te
doden. Dit alles maakt op Abel een
diepe indruk, die nimmer uitgewist
wordt. Een romantisch boek, zoals
cr momenteel nog maat weinig wor
den herdrukt...
tot nog toe heeft men slechts
kunnen raden, hoe deze verder
naar het noorden loopt.
In feite ligt de Sowjet-Unie ver
voor op Canada bij het in kaart
brengen van dc onaanlokkelijke
woestenij van ijs in de Canadese
Poolzee. Door de Russen beschik
baar gestelde gegevens zullen
worden benut om „beslagen ten
ijs te komen". Volgens Russische
oceanografische mededelingen
strekt de noordelijke continentale
landtong zich uit van ongeveer
100 tot 200 mijl van het Canadese
vasteland in de richting van de
Noordpool.
Te beginnen op wat er uitziet als
het midden van de 1500 mijl lange
strook zullen de Canadese geleerden
langzamerhand van de noordelijke
eilanden verhuizen, terwijl ze hun
gehele wetenschappelijke instrumen
tarium over 400 mijl bevroren zee
meevoeren. Oceanografen en hydro-
grafen zullen de topografie van de
zeebodem bestuderen, de diepte pei
len en de beweging, temperatuur en
chemische eigenschappen van het
water meten. Geologen zullen de sa
menstelling van de bodem van de
landtong onderzoeken, geophysici
zullen zich wagen aan een diagnose
van de aardlagen daaronder en vis
serij-deskundigen zullen de vis- en
zoogdierenstand nagaan en de moge
lijkheden, die de landtong voor deze
fauna biedt.
Erkenning
Het gehele research-project is te
meer belangrijk, gezien in het licht
van de recente erkenning van Ca
nada's soevereine rechten wat l)e-
treft de exploitatie van de na-
tuurlijke bronnen in dit gebied,
die vastgelegd zijn op de 68e con
ferentie over het Zeerecht te Ge-
nève, zo schrijft Tania Long in
„The New York Times".
Sedert deze erkenning heeft de Ca
nadese regering onder steeds zwaar
dore druk van mijnen en olie-indus
trieën gestaan. Herhaaldelijk dron
gen deze aan op onderzoek van bet
gebied in de omgeving van de Pool
zee. Veel van de rijkdom van Cana
da's bronnen in de poolstreken is
reeds aan het licht gekomen, voor
een deel ook al in de archipel.
Al het materiaal, dat tijdens deze
expeditie wordt verzameld en dat de
landtong nu nog verborgen houdt,
zal beschikbaar worden gesteld aan
ieder die daarvoor belangstelling
heeft.
Ruim vijftig wetenschapsmensen en
technici zullen in maart naar het
Arctische gebied reizen. Het grootste
deel van het werk moet voor juni
klaar zijn. Want begint het ijs een
maal te smelten, dan kunnen vlieg
tuigen er niet meer landen en de
eilanden veranderen in uitgestrekte
modderpoelen.
De expeditie wordt verdeeld In ver
schillende groepen en zij opereert
vanuit een basiskamp bij Isaclisen.
Do expeditieleden verplaatsen zich
voornamelijk met lichte vliegtuigen,
helikopters en gemotoriseerde rodels.
Een van de grootste moeilijkheden
waarmee men te maken krijgt zal de
plaatsbepaling zijn. Kompassen wer
ken namelijk ten noorden van tie
magnetische pool niet
Toch heeft men hierop iets gevonden.
De Canadezen zijn namelijk de eer
sten die een vliegnavigaticsysteem
zullen beproeven om zowel contact
te krijgen met de bases van de ex
peditie als op enkele honderden me
ters nauwkeurig te bepalen waar
men zich bevindt.
Jerkeerstip>
VERBL1HD1NGSGEVAAR
Vol licht von 5
B verblindt
dc passeren
de A dus B
moet dimmer.
Vindt U liet ooi: zo hinderlijk als
de auto achter U een volle bundel
licht via uw achteruitkijkspiegeltje
in uio gezicht laat schijnen.'
Maar beseft U dan wel, dat uw on-
gedimde grote licht precies hetzelfde
verblindende effect heeft op de be
stuurder van de auto vóór Uf:
vraagt de A.N.W.B.
Veilig rijden bij nacht, uil nog niet
zeggen-, alle lichten vol aan. U dient
wel degelijk rekening te houden met
verblindingsverschijnselen ook nat
betreft de tegemoetkomende fietsers
en bromfietsers op het rijwielpad.
Als U inhaalt kunt U uw grote lich
ten al ontsteken als U schuin ach
ter uv; voorligger rijdt, maar wordt,
U op uw beurt gepasseerd, dim dan
vraagt de A.N.w.B.