Prof. Rieben: West-Europa heeft
meer hersenmassa nodig
Tweede dag in proces tegen dr. 0
KRANS V00~ GESJEESDEN
ELEKTRONISCHE APPARATUUR
VOOR TALRIJKE BEDRIJVEN
MR. ISAAC DA C0STA IN
AMSTERDAM HERDACHT
VRIJDAG 29 APRIL 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE C OU RANT
ALARMEREND BOEK UIT ZWITSERLAND
Moskou heeft de leiding met een
grote voorsprong
(Van een speciale correspondent).
Een der leidende Zwitserse aanhangers van de Duits-Franse E.E.G.-poli-
tiek, de econoom professor Rieben uit Lausanne heeft onlangs een opzien
barend boek gepubliceerd: „Hersenmassa en Europa". Het heeft de vorm
van een rapport over de uitgangspunten van de V.S., de E.E.G. en de Sow
jet-Unie voor de toekomstigè opgaven op economisch en wetenschappeli jk
gebied, het is in zijn conclusies echter alarmerend. Want prof. Rieben be
wijst aan de hand van cijfermateriaal van de Verenigde Naties en zijn on
der-organisaties, dat Europa, wanneer het in de volgende generatie nog
een rol wil spelen bij de ontsluiting van de wereld en haar reserves, zich niet
militair maar vooral intellectueel zal moeten bewapenen.
De auteur gaat uit van de volgende
gegevens: in 1957 hadden de Vere
nigde Staten 170 miljoen inwoners,
waarvan drie miljoen studenten, doch
jaarlijks kwamen er per 100.000 in
woners slechts twintig nieuwe inge
nieurs en andere gediplomeerden der
exacte studierichtingen bij. De Sow-
jet-Unie bracht het bij een inwoner
tal van 210 miljoen tot 2,5 miljoen
studenten en veertig ingenieurs per
100.000 inwoners. Europa daaren
tegen had op 165 miljoen inwoners
600.000 studenten en leverde jaarlijks
per 100.000 inwoners slechts* zeven
ingenieurs af.
Deze getallen bieden echter nog een
ander aspect wanneer men ze histo
risch beziet. In 1913, toen het Euro
pese wetenschappelijke overwicht,
vooral van Duitsland, zeer sterk was,
had Rusland 80 procent analfabeten
en het leidde slechts 1500 ingenieurs
per jaar op. In 1928 verlieten reeds
8900 ingenieurs de hogescholen, in
1940 waren het er 30.000, in 1950
reeds 36.000 en in 1958 zelfs 90.000.
In 1960 zullen 119.000 technici het di
ploma van een technische hogeschool
verkrijgen, dat is driemaal meer dan
in .1958 in de V.S.!
Deze enorme produktie aan weten
schapsmensen cn technici wordt ge
dragen door grote inspanningen van
de staat.
Veertien procent van het Russische
staatsbudget wordt besteed aan op
leiding tegen twee procent in de V.S.
en slechts 1,5 procent in Europa.
Negenendertig procent van alle scho
lieren zetten hun studie na hun 18e
levensjaar voort. In de V.S. zijn het
er 24 en in Europa slechts 5
Om een dergelijk groot aantal stu
denten op te leiden bedrijven de Sow-
jets een „lokvogelpolitiek" voor het
aantrekken van leerkrachten.
De beste scholieren en studenten
worden opgeleid door leraren en
firofessoren, die tot de best be-
aalde van het land behoren. Een
professor aan een technische ho
geschool verdient in de Sowjet-
Unie als de directeur van een
middelgroot industrieel bedrijf. In
de V.S. daarentegen bereikt een
universiteitsprofessor slechts on
geveer 1/3 van het salaris van zijn
collega in het vrije bedrijfsleven,
voor Europa verhouden deze be
dragen zich tussen een half en
een kwart.
Op zoek
Het aantal gespecialiseerde onder
zoekingsinstituten bedraagt in de V.
S. ongeveer 3400, in de Sowjet-Unie
iets meer dan 3000, in Europa nog
geen 800. Ten aanzien van de Sowjet-
Unie moet meer rekening mee hou
den dat bij deze instituten enorme
organisaties gerekend worden, zoals
bijv. de Sowjet-Academie voor We
tenschappen, waaraan alleen reeds
37.500 afgestudeerden van universitei
ten werkzaam zijn, en die 163 filiaal
instituten heeft in de verschillende
republieken va nde Sowjet-Unie.
Zo citeert prof. Rieben bijv. het ge
val van het centrale Sowjet-Russi-
sche Onderzoekingsinstituut voor
Uurwerk-mechanica met meer dan
300 medewerkers. En hij vergelijkt
daarmee Zwitserland, dat in Europa
toch een leidende positie inneemt in
de uurwerkindustrie, maar dat in het
centrale laboratorium van deze in
dustrie slechts 31 onderzoekers te
werk stelt.
In dit licht krijgen ook de „arbei
ders en boerenfaculteiten" en de
avondscholen in do Oostelijke landen
een grotere betekenis. Het gaat er
om, zoals Rieben met nadruk zegt,
Belangrijk werk voor
Eerste en Tweede Kamer
(Van onze parlementaire redacteur)
De Tweede Kamer hervat haar werk
zaamheden na het paasreces op dins
dag 10 mei a.s. met een openbare ver-
fradering, waarin o.a. aan de orde zul-
en komen de middenstandsnota 1959,
een wetsontwerp tot wijziging van de
loongrens in verschillende sociale
wetten, een wetsontwerp tot wijzi
ging van de inkomstenbelasting en
van de loonbelasting en het wetsont
werp betreffende de voorziening in
de behoefte aan de onderwijzers en
vakonderwijzers bij het uitgebreid
lager onderwijs.
Bij dit laatste wetsontwerp zullen te
vens behandeld worden de vierde nota
inzake bouwvolumen voor het onder
wijs, de tweede nota betreffende de
beschikbare schoolruimte voor het
voortgezet onderwijs en de zevende
nota betreffende de behoefte aan on
derwijzers bij het gehele lager onder
wijs.
Het is de bedoeling van de voorzitter
van de Tweede Kamer op dinsdag 24
mei a.s. aan de orde te stellen de
tweede nota inzake de gasvoorzie-
ning.
De Eerste Kamer komt op dinsdag 3
mei bijeen o.a. ter vaststelling van
de begroting van het scheepvaart
fonds en van algemene zaken voor
1960. Op die dag zal de Eerste Kamer
in de afdelingen behandelen de wijzi
ging van de bewindsregeling Nieuw-
Guinea en de begroting van Neder-
lands-Nieuw-Guinea voor 1959. Deze
bespreking heeft een bijzonder aspect
gekregen door de defensieve maatre-
Seïen, die de regering voor Nieuw-
uinea heeft aangekondigd.
dat de Russen systematisch elk talent
op de best mogelijke wijze ter be
schikking willen stellen voor de alge
mene produktiviteit.
In de westelijke landen zijn vor
ming en de vorming tot beroepen
nog voornamelijk „klasse-privile-
ges." In de Sowjet-Unie is elke
opleiding gratis: 82 van alle
studenten heeft bovendien nog
inkomsten voor bepaalde presta
ties of beurzen om in zijn onder
houd te voorzien. Alle afgestu
deerden zijn echter verplicht 3
jaren lang tegen een genormali
seerde beloning daar te werken,
waar men ze heen zendt ge
woonlijk is dit een verdere be
roepsvorming.
Het Moskouse principe is volkomen
duidelijk: elke begaafdheid, elk talent
wordt niet zozeer gezien als een mo
gelijkheid om een hoge materiële en
sociale positie te kunnen innemen,
doch veeleer als een deel van het
nationale potentieel aan „hersensub-
stantïe", dat met alle middelen ont
wikkeld moet worden. Pas daarna
gelden persoonlijke gezichtspunten.
Met andere woorden: carrière maken,
intellectuele successen boeken, kennis
te vergaren cn diploma's te behalen
is een vaderlandslievende taak. waar
voor de staat iedereen naar rato be
loont.
In alle ernst waarschuwt daarom
prof. Rieben voor het gevaar, dat bin
nen 10 tot 15 jaar de onderontwik
kelde gebieden op aarde overspoeld
zullen worden door oostelijke techni
ci, ingenieurs, landbouwdeskundigen
en geleerden, die aan de inheemse be
volking, behalve hun kennis, ook hun
communistische tlieoriën zullen over
dragen. Wanneer het westen de wed
loop niet verliezen wil, zo conclu
deert prof. Rieben, zal het zijn uni
versiteiten zeer wijd moeten open
zetten.
Moeder bracht kind
om het leven
In een vlaag van verstandsverbijste
ring heeft de echtgenote van de vee
houder L. Veltman te Sondel woens
dag omstreeks twee uur haar an-
derhalfjarig dochtertje door middel
van ophanging van het leven be
roofd.
Alvorens dit drama zich voltrok, had
de vrouw verdovende tabletten inge
nomen, waarmee zij zelfmoord
trachtte te plegen. De tabletten
werkten echter onvoldoende. Een
plaatselijke dokter heeft nog ge
tracht de levensgeesten bij het kind
op te wekken, maar dit mocht niet
meer baten. De vrouw is naar de
psychiatrische inrichting te Frane-
ker vervoerd, waar zij reeds eerder
verpleegd is geweest.
„Plechtigheid"
in Oostburg
Het standbeeld „Het
Danseresje" dat op het
Oostburgse Raadhuis
plein prijkt, zag don
derdag een bizarre op
kocht naderen. Examen
kandidaten uit de zesde
klas van het Oostburgs
lyceum, gekleed in de
oude Cadzandse dracht
de meisjes in keus,
mantel en kaphoed en
de jongens in jaquet en
hoge hoed torsten
een krans, die zij even
later bij het beeld de
poneerden. Ter nage
dachtenis aan hen, die
in de afgelopen jaren
examen hebben gedaan
aan het Koningin Wil-
helmina Lyceum te
Oostburg, maar het di
ploma niet vermochten
te behalen. „Want men
blijft veel te weinig
stilstaan bij dit treurig
verschijnsel", zei de lei
der van de delegatie,
Peter Nortier. En op
diens voorbeeld nam
men enkele minuten
stilte in acht en namen
de jongemannen de ho
ge hoeden af. „We had
den de keus uit twee
monumenten", vervolg
de Peter Nortier. Het
,,Eenhoorn"-beeld en
dit. „Het Danseresje"
leek ons het meest ge
schikt omdat het juist
dat spel uitbeeldt, dat
er de oorzaak van is,
dat zo velen voor hun
eindexamen zijn ge
zakt.
Na de kranslegging
keerden de jongelui te
rug naar de school om
er het zwoegen voor
het aanstaande examen
voort te zetten.
(Foto P.Z.C.)
Collecte gezamenlijke
militaire fondsen
De Jaarlijkse collecte van de geza-
melijke militaire fondsen (G.M.F.)
zal ditmaal worden gehouden in de
periode van 2 tot en met 7 mei in
circa 500 gemeenten van ons land.
De stichting G.M.F. verleent, waar
nodig, steun aan oud-militairen, hun
gezinnen of nagelaten betrekkin
gen en helpt bij de moeillijkheden
die vele van de dagelijkse demobi
liserende militairen bij hun terug
keer in het burgerleven ondervin
den.
Evenals in de voorafgaande jaren
zullen niet alleen burgers maar ook
militairen in uniform aan de collec
te deelnemen. De gezamenlijke mi
litaire fondsen bestaan uit: fonds
1815 voor oud-militairen en nage
laten betrekkingen: Koninklijke na
tionale vereniging tot steun aan mi
liciens „Stamil", Vereniging „Ere
schuld en Dankbaarheid", Karei
Doorman fonds, Prins Bernhard
stichting, stichting „Het van Weer
den Poelman fonds".
INITIATIEF WERKGEVERSVERBOND
Centrale administratie
met behoud van
bedrijfseigene
(Van een onzer verslaggevers)
Over enkele maanden is de oprich
ting te verwachten van een centrum
voor elektronische administratie ten
dienste van het Nederlandse bedrijfs
leven. Het Centraal Sociaal Werkge
vers Verbond zal samen met het
verbond van Nederlandse werkge
vers, Het Katholiek verbond van
werkgeversvakverenigingen en het
verbond van Protestants-Christelijke
werkgevers in Nederland binnen
kort daartoe initiatief nemen.
Er wordt naar gestreefd het centrum,
dat ondergebracht zal worden bij
„Centraal Beheer" in het G.A.K.-kan-
toor te Amsterdam, per 1 januari
zijn werkzaamheden te laten begin
nen.
In verband met deze plannen is
thans een uitvoerig rapport versche
nen van de precies een jaar geleden
ingestelde werkgroep centrum voor
elektronische administratie, waarin
Verordening lot regeling
van visaanvoer
Het bestuur van het produktschap
voor vis en vlsprodukten heeft gis
teren een verordening tot regeling
van de aanvoer van vis vastgesteld.
Deze houdt in dat voor de aanvoer
in NederUand van garnalen, mosse
len en de voornaamste soorten zee
vis een vergunning van het produkt
schap nodig is. Ook vorig jaar is al
een soortgelijke verordening vast
gesteld.
Deze kreeg toen wel de goedkeuring
van de minister van landbouw en
visserij, maar de minister liet te
vens weten dat hij niet ten volle
met de verordening instemde, om
dat sommige bepaingen ervan bij
hem de indruk wekten, dat het pro
duktschap de vestiging van onder
nemingen op het gebied van de zee
visserij en de mosselkwekerii ging
regelen iets waartoe het m-odukt-
schap niet bevoegd is.
In de nieuwe verordening is nu aan
's ministers bezwaren tegemoetge
komen.
Besloten we*"3 in het seizoen 1960-
1961 geen nieuwe mosselkwekers
toe te laten. Voor het vorige jaar
was het aantal nieuw toe te laten
mosselkwekers op drie gesteld. Het
werden er twp~'f doordat aan gar-
nale**vissers, d;e vis°ronden in de
Waddenzee afstonden ten behoeve
van de uitgifte van nieuwe mossel
percelen, b" wiize van eor—*ensatie
de mogelijkheid werd geboden als
mosselkweker te worden '-—scha-
keld. ^-ezien de schaarste aan be
schikte mosso1,""eékT*ercelpr!. die
door de uitvoering van de Deltawer
ken nog ieder jaar ""tender zal
worden, acht men het niet verant
woord het aantal mossc'kwekers
nog verder uit te breiden.
de technische en praktische uitvoer
baarheid belicht worden en de finan
ciering van een dergelijke kostbare
opzet wordt besproken.
De werkgroep, waarvan mr. J. Mul
der van het C.S.W.V. voorzitter was,
en onder meer dr. M. Euwe als ver
tegenwoordiger van de stichting stu
diecentrum voor administratieve
automatisering als lid had aange
trokken, is tot de conclusie gekomen,
dat er in Nederland inderdaad een
taak is voor het beoogde centrum.
Het centrum wil de voordelen van
het gebruik van elektronische machi
nes binnen het bereik van middelgro
te en kleinere onernemingen bren
gen. Het is een samenwerking op on
dernemersterrein, die de vier centra
le ondernemersorganisaties bij hun
oprichting nimmer hebben kunnen
voorzien, aldus mr. F. H. A. de
Graaff, voorzitter van het centraal
sociaal werkgevers verbond,
„Het zal de aangesloten bedrijven
van een grote hoeveelheid admini
stratieve rompslomp bevrijden, zon
der het bedi-ijfseigene van de admini
stratie aan te tasten of enige beleids
verantwoordelijkheid op administra
tief gebied tot zich te trekken", licht
te mr. Mulder het rapport toe.
Wanneer het C.E.A. een middelgrote
c'omputor, met een geheugencapaci
teit van 40.000 a 50.000 letters of cij
fers, in gebruik neemt, bedragen de
kosten van de elektronische appara
ten bij een bestand van 100.000 werk
nemers 3.per werknemer per
jaar. Uiteraard zijn dit niet de enige
President Syngman Rhee van Zuid-
Korea is afgetreden.
De nieuw benoemde minister van
buitenlandse zaken Hoe Tsjoeng is
aangevjezen als voorlopig president.
Foto: Hoe Tsjoeng.
Er is een suggestie gedaan om in de
verlaten schachten van de Kiruna ijzer
mijn ten noorden van de poolcirkel een
grote ondergrondse atoomkrachtcentrale
te bouwen als geheel Zweedse onderne
ming, dit als alternatief voor plannen om
atoomkrachtcentrales in het noorden van
Zweden. Noorwegen en Finland te bou
wen. Een centrale in de Kiruna-mijn
zou zeer beveiligd gelegen zijn, niet
aan grote klimaatswisselingen blootstaan
en de radioactieve afval zou men er
veilig kunnen opbergen, aldus de voor
stellers van dit plan.
kosten, die in rekening gebracht zul
len moeten worden. De ponskamer
met kostbare hulpapparaten, de huis
vesting en de personeelsbezetting
met een sterkte van plusminus 75
personen, tellen ook mee. Gerekend
wordt dan ook, dat de kosten 14.
a 35.per werknemer per jaar
worden bij een bestand van 100.000
werknemers uit circa 200 bedrijven.
Het centrum zal voor de loonad
ministratie van iedere deelnemen
de onderneming een program
moeten ontvangen, waarin die ad
ministratie wordt geanalyseerd en
afgesteld is op de eisen van de
opdrachtgever.
Het centrum levert de werkgevers
in minimale tijd terug een loon-
strook per werknemer, een loon
lijst per loonperiode (desgewenst
in meervoud), een periodieke ver
zamelloonstaat, die gebruikt kan
wórden voor opgaven aan de be
lastingdienst en de uitvoeringsor
ganen van de sociale verzekering,
en tenslotte statistische en andere
overzichten, die van belang zijn
voor het totale bedrijfsbeheer.
TIJDENS BIJEENKOMST IN FORESTERHUIS
„Hij was een groot christen
en een groot jood"
In tegenwoordigheid van de heer H.
J. Michael als vertegenwoordiger van
de staatssecretaris van O., K. en W.,
prof. dr. G. Stuiveling namens het
cultureel overleg tussen Noord- en
Zuid-Nederland, dr. W. van Eeghem
namens de Koninklijke Vlaamse Aka-
demie voor taal en letterkunde en
prof. mr. P. J. Verdam, de rector-
magnificus van de Vrije Universiteit
is gisteren 100 jaar geleden overle
den dichter mr. Isaac da Costa her
dacht. Dit gebeurde tijdens een hij-
eenkomst in het Foresterhuis te Am
sterdam, belegd door de stichting
„Het réveil-archïef" in samenwer
king met de Maatschappij der Ne
derlandse letterkunde en de vereni
ging „Het Bilderdijk museum".
De voorzitter van de stichting, de
kerkhistoricus prof. dr. M. J. A. de
Ledenvergadering
Chr. Landarbeidersbond
De Nederlandse Christelijke Land-
arbeidersbond houdt in Utrecht zijn
jaarlijkse ledenraadvergadering. De
voorzitter van de N.C.L.B., de heer
P. Stokman, zei gistereu met be
trekking tot het loonbeleïd, dat de
N.C.L.B. bij het overleg in 1959 op
liet standpunt stond, dat de ver
hoogde produktiviteit zoveel moge
lijk aangewend diende te worden
voor netto-loonsverhogingen om te
voorkomen, dat er een grotere ach
terstand zou ontslaan in de belo
ning van de Agrarische werkne
mers.
Hij voegde hieraan toe. dat in 1960
het vraagstuk van de arbeidstijdver
korting bestudeerd kan worden.
De voorzitter van de N.CU.B. vroeg
zich nog af, of de landbouw blijvend
in staat zal zijn loonsverhogingen
toe te passen zonder dat die in de
prijzen tot uitdrukking komen. „We
begrijpen best dat de overheid een
stabiel prijsbeleid wil handhaven",
aldus de heer Stokman, „maar dit
mag niet gaan ten koste van de
rechtspositieregelingen van die ar
beiders, die hun beroep nu eenmaal
onder minder gunstige economische
omstandigheden moeten uitoefenen".
(Slot van pag. 3) Gouda
dat uit België en de cyaankali af- De rechtbank heeft in de avond nog
komstig uit de gevangenis. enkele uren besteed aan het horen
Op een vraag van O. over zijn proe- van enige politiemannen. De 47-jarige
ven met cyaankali en melkzuur, zei rijksrechercheur Harm Medema uit
|m" Den Haag, die in deze zaak tientallen
processen-verbaal heeft opgemaakt,
vertelde onder meer, dat hij vele
mensen heeft ondervraagd, die zeker
wisten, dat Lodder geen .motor be
reed en geen rijbewijs had. Drie vroe
gere collega's van Lodder hadden
Lodder eens een paar rondjes zien rij
den op een dienstmotorfiets. stuntelig
en angstig als een beginneling.
Voorts had de rechercheur de toen
toekomstige echtgenote van Lodder
ondervraagd. Zij verklaarde dat Lod
der in die tijd dat hij volgens de Ber-
kelse arts bii mevrouw O. was,
steeds elke miadag bij haar in Gouda
heeft gegeten. Dus kon Lodder niet in
Berkel geweest zijn.
Vele ondervraagden hebben recher
cheur Medema verteld, dat Lodder
veel met meisjes uitging en dan een
valse naam gebruikte, zoals Van der
Linden, Van der Berg en De Bruin,
maar nooit de naam Piet Berger. Re
chercheur Medema zei voorts, dat O.
in de gevangenis in Leeuwarden con
tact heeft gezocht met vier zware
jongens uit Den Haag. Deza gevan-
de heer Boer, dat men op 300 milli
gram cyaankali 2 gram suiker in
geconcentreerde oplossing moet ne
men, om in 48 uur vrijwel geheel
te ontgiften maar zo zei hij, ik
vind het zinloos, dat U zich nog
steeds aan die proeven vasthoudt.
Uw vrouw had zoveel cyaankali in
haar lichaam, dat de gevolgen boe
dan ook altijd dodelijk zouden zijn
geweest.
Prof. W. Froentjes en prof. A. B. Fr.
A. Pondman. hoogleraar in dc bacte-
reologie, serologic en immunologie uit
Groningen, hadden een onderzoek in-
fcsteld naar het dichtplakken van de
rieven. Bij 80 pet der mensheid, zo
was hun conclusie, is via het speeksel
de bloedgroep te bepalen. Dergelijke
mensen noemt men uitscheiders.
Vast kwam te staan, dat èn het plak
band om de afshceidsbrief èn de en
veloppe aan de directeur van de ge
vangenis waren dichtgelikt door ie
mand met de bloedgroep ab. Lodder
behoorde tot de bloedgroep A. O. tot
de bloedgroep ab. Beiden waren uit
scheiders.
genen wilden uitbreken. O. vroeg hen
of ze cyaankali in zijn oude huis in
Berkel wilden verstoppen. Dat moest
dan één van hen, een ervaren inbre
ker doen. O. zou dan later de politie
naar het huis sturen en zo de cyaan
kali laten vinden. Dat zou dan de cy
aankali moeten zijn, die in het vorige
proces tegen de Berltelse arts was
verdwenen.
Merkwaardig
Enkele van de gevangenen wilden
dit niet. Eén van hen zei tegen zijn
medegevangenen: „Je haalt geen
cyaankali in dc gevangenis, want
dan moordt hij hier de hele boel
uit". Verder had de rechercheur
Medema een groot aantal verkla
ringen, dat mevrouw O. nooit uit
ging.
Dus ook niet met Plet Berger naar
Rotterdam en Den Haag, zoals de
Berkelse arts heeft verklaard. Als ze
een enkele keer uitging, zo waren de
verklaringen, dan deed ze dat met de
vrouw van de posteominandant uit
het dorp.
De president zei tegen O: „Het is
merkwaardig, de dag waarop TJ In
Berkel cyaankali kreeg, stierf uw
wouw en de dag, dat U cyaankali in
de gevangenis had, stierf Lodder".
De zitting wordt vandaag voortgezet.
Vrijer zei ln zijn begroetingswoord,
dat men op deze aan Isaac da Costa
gewijde studiedag bijeen is als er
kentelijkheid voor het werk van deze
dichter, die „een groot christen en
een groot jood was".
Mej. dr. M. E. Kluit sprak over Da
Costa als mens in zijn tijd. Zij schet
ste aan de hand van onuitgegeven
brieven en uit geschriften de chris
ten jood Da Costa, dichter, polemist
en evangelisator, als gewoon mens,
als vriend en huisvader, als docent
en schrijver.
Prof. dr. E. L. Smelik, hoogleraar in
de Bijbelse godgeleerdheid aan de
gemeente universiteit, sprak over
„Da Costa en de Bijbel". Da Costa
blijkt volgens spreker juist een we
zenlijk dichter te zijn "als de dicht
vorm zijn ideeën en persoonlijkheid
niet verstrikt. Hij las de bijbel niet
wetenschappelijk-kritisch. Hij keer
de zich in het algemeen tegen de
ontwikkeling der cultuur en ook te
gen de theologische onderzoekingen.
Zijn bijbelonderzoek bleef dilettantis
tisch.
Aan het begin van de middagverga-
ering heeft dr. W. van Eeghem na
mens de Koninklijke Vlaamse Akade-
mïe enkele woorden van herdenking
gesproken namens de stamverwan
ten in België.
Prof. dr. W. A. P. Smit, hoogleraar
voor de geschiedenis der Nederland
se letterkunde aan de Rijksuniversi
teit te Utrecht, sprak vervolgens
over Da Costa als dichter. Spr. gaf
na een uiteenzetting over de achter
grond van de retoriek en een be
schouwing over de mystieke meer
waarde van enkele woorden en be
grippen bij Da Costa, een uitvoerige
analyse van diens gedicht „Uit Pa
lestina" uit het jaar 1848.
Tenslotte sprak prof. dr. W. J. M. A.
Asselbergs (Anton van Duinkerken),
hoogleraar in de Nederlandse letter
kunde aan de r.-k. universiteit te
Nijmegen, over Da Costa en zijn
rooms-katholieke tijdgenoten. Da
Costa was volgens de hoogleraar be
slist anti-rooms in zijn theologisch
denken, doch hij toonde herhaaldelijk
zo ruim begrip voor de politieke
rechten of begrippen van zijn r.-k.
tijdgenoten, dat dezen soms zeer
overmoedig zijn overgang naar de
r.-k. kerk verwachtten en hier zelfs
openlijk op aandrongen.
Prof. Asselbergs besprak briefwisse
lingen en polemieken met bekende
rooms-katholieken uit die tijd
(Thijrn noemde hem in 1853 zijn
„vriend en vijand tevens"). Da Costa
is volgens spreker door Johannes
Kinker, Samuel Wiselios en Hendrik
Klijn ten onrechte voor dogmatisch
roomsgezind gehouden.