E
j»p.
JAARVERSLAG NEDERLANDSCHE BANK
Loonsverhogingen mogen niet ongedaan
worden gemaakt door prijsstijging
K
=4
REEDERSVERENIGING MELDT
TERUGGANG VAN VLOOT
STIJGING NETTO-RESULTAAT
BIJ KONINKLIJKE SHELL
EUROPA NEEMT STERKE
ECONOMISCHE POSITIE IN
WOENSDAG 27 APRIL 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
13
Economische ontwikkeling in 1959 was gunstig
Indien het mogelijk ware aan de golfbeweging
van de conjunctuur een halt toe te roepen en
haar te doen overgaan in de geleidelijke groei,
die door bevolkingsaccres en trendmatige ont
wikkeling van de arbeidsproduktiyiteït
vrucht van steeds voortschrijdende techniek en
organisatie op den duur mogelijk wordt ge
maakt, dan zou daartoe thans stellig alle aan
leiding bestaan. De economische ontwikkeling
in 1959 was immers bijzonder gunstig. Aldus
merkt de president van de Nederlandsche Bank
N.V. op in zijn algemeen overzicht van het ver
slag over het afgelopen boekjaar.
De president vervolgt: het vermogen de con
juncturele ontwikkeling op een gunstig ogen
blik in een rechtlijnige baan te dwingen is echter
de conjimctuurpolitiek niet gegeven. De con-
junctuurpolïtiek kan niet veel meer doen dan bij
voortduring trachten de evenwïchtsverstoringen
te matigen en de overcompensatie van haar ge
volgen te voorkomen.
Verschuiving in nationale inkomen
En zekere verschuiving accentueerde zich in de verdeling van
het nationale inkomen, en wel ten gunste van het ondememings-
inkomen dat vooral in de industriële sector een belangrijke
vooruitgang vertoonde en ten ongunste van het werknemers
inkomen, dat voor die groepen, die niet profiteerden van inciden
tele loonsverhogingen, in reële zin zelfs een daling onderging.
Het was welhaast vanzelfsprekend, dat de reeds eerder uitge
sproken verlangens tot aanpassing van de lonen aan het stijgen
de niveau der algemene welvaart, in de loop van 1959 met steeds
meer klem naar voren werden gebracht.
de kapitaalopbrengsten ondergingen
in 1959 beide een stijging, waardoor
de netto bate het ongewoon hoge cij
fer bereikte van 571 miljoen. Deze
zeer gunstige uitkomst moet ten dele
worden toegeschreven aan incidentele
inkomsten en ten dele aan een ver
snelling in de dividendtransfers van
Nederlandse dochterondernemingen
in het buitenland. Vastgesteld kan
worden dat de toeneming van de divi
dendbetalingen aan het buitenland,
welke vooral een gevolg is van de
omvangrijke verkoop van binnenland
se effecten in het recente verleden,
een tegenwicht vindt in de meerop
brengst uit het door nieuwe investe
ringen en beleggingen vergrote Ne
derlandse vermogen in het buiten
land.
Inhoud geven aan
differentiële
loonsverhoging
ge-
Tlians zal alles moeten worden
daan, aldus de president om aai
differentiële loonsverhoging een zo
groot mogelijke reële inhoud te geven
zelfs indien daartoe 'n machtiging van
de expansie der investeringen noodza
kelijk zou blijken. Alleen dan kan wor
den verwacht dat op het gebied van
de lonen inderdaad de periode van
rust zal intreden en alleen dan kan
worden voldaan aan het verlangen,
dat de ontwikkeling van het reële
loon in grote lijn gelijke tred houde
met de ontwikkeling van het natio
nale inkomen per hoofd van de ac
tieve beroepsbevolking.
De mogelijkheid ten deze een
gunstig resultaat te bereiken is
gegeven door het' voortduren van
het aanzienlijke betalingsover
schot op lopende rekening. Anders
dan in 1958 heeft in 1959 dit over
schot niet geleid tot vergroting
van de goud- en deviezenreserves
van de Nederlandsche Bank.
De nationale besparingen namen
toe. Zij bereikten een niveau van
ruim 22 proeent van het nationale
inkomen. Bij voortduring heeft de
Bank haar beleid er op gericht te
voorkomen dat het betalingsba
lansoverschot zou leiden tot een
aanwas van de offciële goud- en
deviezenvoorraad. De zeer ruime
buitenlandse liquiditeit van het
bankwezen heeft intussen een toe
stand geschapen, waarin het voor
de Nederlandsche Bank zonder
speciale maatregelen zeer moeilijk
wordt een restrictievepinvloed óp
de binnenlandse kredietgeving van
het bankwezen uit te oefenen.
Derhalve heeft de bank overleg ge
opend met het bank- en kredietwezen
om te komen tot de formulering van
maatregelen, die het mogelijk maken
zo nodig toch effectieve kredietbeper-
kende maatregelen te nemen. Dit
overleg is thans nog gaande. Gedacht
wordt aan de mogelijkheid om het
bankwezen renteloze deposito's bij de
Centrale Bank te doen aanhouden tot
ten hoogste het bedrag van de even
tuele overschrijding der door de bank
vastgestelde kredietplafonds.
Betalingsbalans
Naar aanleiding van de ontwikkeling
van de betalingsbalans merkt het
verslag op: de inkomende en 'uitgaan-
REËEL LOON EN REËEL INKOMEN
EU
aeëel loon van
hi1veahei0sai-
beioeis
keel inxomen van
0eactieve beioefs-
bevolnins
[indexcijfers
a
J1955 <956 1957 1958 1959 1960
PtLTkooilJAAMEHIODELDEI, Ij».
In üe grafiek: Reëel loon en reëel
inkomen", geven wij de vergelijking
tussen de ontwikkeling van beide
groothedenwaarbij duidelijk naar
voren komt hoe de laatste jaren de
reële inkomens blijven stijgen, ter
wijl de reële lonen zich op gelijk ni
veau blijven bewegen.
Deze ontwikkeling onderstreept de
opmerking van de president in zijn
verslag dat loonsverhoging in feite
voorrang heeft boven investering.
Kapitaalverkeer
Ook wanneer men een enkele bijzon
der grote transactie buiten beschou
wing laat, was toch in 1959 de beleg
ging door het buitenland in Neder
landse aandelen weer zeer omvang
rijk. Het bedrag der in het beursver-
keer aan het buitenland verkochte
effecten beliep circa 830 miljoen te-
gen circa 470 miljoen in 1958.
Goud en deviezen
Het particuliere kapitaalverkeer op
korte termijn draagt, meer nog dan
dat op lange termijn, een incidenteel
en veelal compenserend karakter. Het
leidde in 1959 tot een afvloeiing van
411 miljoen Nederlands kapitaal en
het terugtrekken van 81 miljoen
buitenlands kapitaal. De monetaire
ontwikkeling van Nederland heeft in
1959 op het eerste gezicht grote over
eenkomst vertoond met die in 1958.
Bij nadere beschouwing blijken tus
sen beide jaren in monetair opzicht
echter toch duidelijke verschillen te
bestaan. Ondanks de belangrijke toe
stroming van deviezen heeft de Ne
derlandse goud- en deviezenvoorraad
per saldo slechts een versterking van
360 miljoen ondergaan.
Belastingontvangst
De vermindering van het financie
ringstekort van de overheid kan vol
ledig op rekening worden gesteld van
LOWEH VAH NIJVERHEIDSABBEIDERS
V. PELT 1604771
In de grafiek: Lonen van de nijver
heidsarbeiders" geven wij de ontwik
keling van het reële inkomen, het
geen men kan beschouwen als een
resultaat van de werkelijke lonen en
de kosten van levensonderhoud.
de belangrijke verbetering welke de
begrotingsuitkomst van Tiet rijk te
zien heeft gegeven. De bijzondere
factoren, die in 1958 de budgetpositie
van het rijk hadden verzwaard, deden
zich in 1959 niet langer gelden of ver
keerden zelfs in hun tegendeel.
Onder invloed van de conjuncturele
expansie gaven de belastingontvang
sten een belangrijke stijging te zien.
De verbetering van de internationale
zuivelmarkt had tot resultaat, dat en
aanmerkelijk geringer bedrag aan
landbouwsubsidies behoefde te wor
den uitgekeerd. "Voorts waren de mi
litaire uitgaven lager dan in 1958 en
vertoonden de uitgaven voor vergoe
ding van geleden oorlogs- en waters-
noodschade een verdere daling.
De president merkt vervolgens op dat
in tegenstelling tot 1958 de inflatoire
en deflatoire binnenlandse krachten
elkaar in 1959 nagenoeg in evenwicht
hielden. De inflatoire impulsen, uit
gaande van het verkeer met het bui
tenland, zijn in 1959 slechts weinig
geringer geweest dan in 1958. Voor
het eerst na de oorlog blijkt de goud
en deviezenvoorraad aan het eind van
1959 een zekere ruimte te hebben
vertoond. Ook volgens deze maatstaf
kan de internationale dekkingspositie
van. de Nederlandse geldeenheid der
halve als zeer bevredigend worden
beschouwd. Dit geldt temeer omdat
de ln 1959 tot stand gekomen quo
tumverhoging bij het I.M.N.F., waar
voor door Nederland een goudstorting
werd verricht, de trekkingsmogelijk-
heden bij deze instelling, ingeval van
ernstige betalingsbalanstekorten, be
langrijk heeft verruimd.
Evenals in 1958 werd de Nederlandse
kapitaalmarkt in belangrijke mate
gevoed door een netto import van ka
pitaal, bijna geheel in het effecten
verkeer. De nettoverkoop van Neder
landse effecten en de plaatsing: van
onderhandse leningen, ten bedrage
van 840 miljoen, overtrof de netto
aankoop van buitenlandse vermo-
genstitels door ingezetenen, die in '59
overigens in betekenis toenam, per
saldo met 520 miljoen. In nog ster
ker mate dan in de voorgaande jaren
is derhalve in 1959 de werkelijke aan
bodscapaciteit van de Nederlandse
kapitaalmarkt door de verkoop van
Nederlandse effecten naar het buiten
land versluierd.
Rijksfinanciën
De rijksfinanciën gaven in 1959
een veel gunstiger beeld te zien
dan in 1958. Deze verrassende om
keer werd teweeg gebracht door
een verbetering in het saldo van
inkomsten en uitgaven, of finan
cieringsoverschot, met 680 mil-
S'oen en een vergroting van het
ieroep op de kapitaalmarkt met
470 miljoen. Voor 1960 moet
worden rekening gehouden met de
In Den Haag is maandag de
dag gevierd, waarop tien jaar
geleden de republiek der Zuid-
Molukken werd gesticht. Deze
foto is symbolisch voor de
vreugde op deze dag.
waarschijnlijkheid van een ten op
zichte van 1959 relatief hoger ni
veau der rijksuitgaven, de subsi
dies buiten beschouwing gelaten.
Voor 1960 zal het financieringstekort
ongeveer 450 miljoen ongunstiger
zijn dan het in 1959 behaalde over
schot. Ruim een derde deel van deze
achteruitgang zal echter het gevolg
zijn van hogere uitgaven terzake van
de overneming van de financierings
last van de gemeentelijke woningwet-
bouw.
Winst
De winst- en verliesrekening van de
Nederlandsche Bank toont aan dat
de post onkosten groot 19.mil
joen vergeleken met 1958 een stijging
vertoont van ruim 361.000. De rente
van binnenlandse wissels, die in '58
een sterke daling vertoonde, steeg
ditmaal van 2.9 miljoen tot 8.3
miljoen.
De bank heeft over 1959 een net
towinst gemaakt van 22.956.575.
welk bedrag geheel aan de staat
is uitgekeerd. Over 1958 werd een
nettowinst gemaakt van 10.4 mil
joen en over 1957 van 18.6 mil
joen. Het verslag beslaat bijna
200 pagina's en is, zoals gebruike
lijk, verduidelijkt met tal van sta
tische tabellen en grafieken.
ZEVENDE PLAATS VOOR NEDERLAND
Het jaarverslag 1959 van de Koninklijke Nederlandsche Reedersvereniging
meldt stabiliteit in het aantal leden (59), doch teruggang van de vloot. Het
aantal schepen liep van 767 terug tot 716. Er kwamen door nieuwbouw
49 en aankoop 3 schepen bij doch door verkoop van 102 en verlies van 1
schip was het totaal op 1 januari 1960 lager, ofschoon de hoeveelheid bru-
toregisterton slechts van 4.064.198 tot 4.063.549 daalde. Zes nieuwe tankers
met 125.895 brt kwamen in de vaart, doch 24 met 89.480 werden verkocht
tegen verkoop van 78 schepen voor droge lading met 274.470 brt. Het tan
kertonnage steeg dus terwijl dat voor droge lading daalde.
Het jaarverslag constateert aan
hand van voorlopige gegevens, dat
het wereldzeevervoer geen gelijke
tred heeft gehouden met de groei
van de wereldhandel. Men heeit de
indruk, dat in de tankvaart duidelij
ker, dan in de sector van de droge
lading een zekere toeneming van het
vervoer kan worden waargenomen.
Er wordt op gewezen dat voor Ne
derlandse rekening door nationa
le werven in 1960 26 schepen voor
(Advertentie)
ASPIBIN
werkt snel
en veilig!
JAARVERSLAG 1959
Vooruitzichten zijn gunstig
Het nettoresultaat van de maatschap
pijen der Koninklijke/Shell groep
steeg blijkens hot jaarverslag 1959
van 158.847.430 pond sterling over
1958 tot 175.534.628 poml sterling
in 1959. In de verbetering van het
nettoresultaat met tl pet. komt tot
uiting een toeneming van 8 pet. in
de verkochte hoeveelheden ruwe olie
en olieprodukten, alsmede een stij
ging van 17 pet. in de opbrengst
van chemische pródukten. In de loop
van het jaar kwam er weinig veran
dering in de omstandigheden waar
onder de aardolie-industrie zaken
deed en prijzen en vrachttarieven
bleven gedrukt. De stijging van het
nettoresultaat lean dan ook worden
toegeschreven aan do grotere om
vang en aan het succes van het
streven de kosten zo laag mogelijk
to houden.
Wat de algemene vooruitzichten be
treft meent de directie, dat voor
1.960 met vertrouwen een algemene
economische vooruitgang kan wor
den tegemoet gezien. In alle grote
Industriegebieden van de wereld zet
de groei zich voort, het ir' ■'•tio-
nale handelsverkeer toont een ople
ving, en de prijzen der meeste
grondstoffen zijn vaster dan een
jaar geleden.
Concurrentie
Daarentegen werd in 1959 de con
currentiestrijd om afzetgebieden
van olieprodukten scherper, of
schoon de algemene expansie ook in
do groei van het olieverbruik tot
uitdrukking kwam. De concurrentie
werd nog geaccentueerd door in
voerbeperkingen in de Verenigde
Staten en door een verhoging van
de olie-uitvoer door het Sowjet-blok.
Op grond van de gunstige economi
sche vooruitzichten bestaat er alle
reden voor de verwachting dat de
vraag naar olie in 1960 zal blijven
toenemen, maar vooralsnog is er
nog geen reden een. matiging in de
huidige felle concurrentiestrijd te
verwachten.
Het overschot aan tankschepen, met
de daarmee gepaard gaande lage
vrachttarieven, zal naar verwach
ting ook in 1960 blijven bestaan,
daar nog steeds nieuwe tankschepen
waarvan de meeste drie of vier jaar
geleden zijn besteld, in groten getale
door werven worden afgeleverd.
De te verwachten toeneming in tan
kertonnage is nog te groot om door
een spoedige stijging in de vraag te
worden opgevangen, te meer daal
de ontwikkeling van dichterbij ge
legen olievelden wel tot verkorting
van de aanvoerroutes over zee zal
leiden. Het lijkt dan ook wel hoogst
waarschijnlijk dat het huidige tan-
kersurplus zal blijven toenemen en
voorlopig niet zal worden geabsor
beerd.
In het hoofdstuk vervoer wordt mee
gedeeld, dat de vloot van de groep
in de loop van 1959 met ongeveer
760.000 ton werd uitgebreid door het
overnemen van de vloot der Cana
dian Eagle Oil Company Limited.
In het kader van het streven de
vloot van de groep te moderniseren
en in alle opzichten concurrerend
te houden, werden twintig oudere
schepen in 1959 van de hand ge
daan;, deze behoorden voornamelijk
Grootste Caltex tanks
in Europoort
De Caltex Petroleum Maatschappij
(Nederland) N.V. zal in Europoort de
grootste tanks bouwen die door de
Caltex groep ooit ergens ter wereld
plaatst.
dak en zij zullen een onderdeel uit
maken van het tankj
in Europoort zal opri
De tanks zullen worden gebouwd door
Swarttouw's constructiewerkplaatsen
en machinefabriek N.V. te Schiedam
en zullen worden vervaardigd van
staal 52, dat geleverd zal worden
door de Hoogovens. (Een speciaal
hoogwaardig staal).
Met de bouw zal men in maart 1961
beginnen en men hoopt in september
19bl het werk te hebben voltooid.
De tanks zullen met de Caltex Raf
finaderij te Pemis verbonden worden
door een pijplijn, die thans reeds
voor een groot deel gereed is.
tot de klasse van 9000 en 12.000 ton
draagvermogen.
Ter afwikkeling van in voorgaande
jaren afgesloten contracten kwamen
in 1959 zeven nieuwe schepen ge
reed, die aan de groep in eigendom
werden overgedragen. Bovendien
werden dertien schepen, waaronder
zes van 46.000 ton elk, voor groeps-
beheer afgeleverd krachtens fihan-
cieringsregelingen.
Hetzij voor direct beheer door de
groep of te harer beschikking krach
tens speciale regelingen, die het ge
bruik voor hun hele levensduur
waarborgen, waren aan het eind van
het jaar 35 schepen met een totaal
draagvermogen van circa 1% mil
joen ton in bestelling. Met deze mo
derne schepen zal ae efficiency en
het concurrerend vermogen van de
tankervloot verder worden verbe
terd.
passagiers en droge lading met
151.765 brt, 10 tankers met
185.099 brt, 4 coasters met 1999
brt en een sleepboot van 670 brt
zullen worden opgeleverd naast 6
schepen met 59.389 brt en 1 tan
ker van 29.500 brt van buitenland
se werven.
De wereldvloot beziende nam Ne
derland als zeevarende natie op
1 januari jongstleden de zevende
plaats in de wereldrangorde in.
De wereldvloot groeit nog steeds al
wordt de toeneming allengs minder.
Verwacht wordt, dat deze groei in de
komende jaren nog trager zaJ. wor
den, behalve voor de tankervloot,
waarvoor op 1 juli 1959 nog ruim 16
miljoen brt in bestelling was.
De opgelegde tonnage van de wereld
vloot daalde van 7.348.000 brt tot
6.262.000 brt eind 1959. Van de Ne
derlandse vloot lag 96.900 brt aan
tankers en 44.100 brt aan overige
schepen op.
Van de opgelegde wereldtonnage, zo
merkt het verslag op, nemen de
schepen onder goedkope vlag 40 per
cent voor hun rekening.
Het verslag besluit een alge
mene beschouwing over de toe
komst van de Nederlandse scheep
vaart. die een vloot heeft met
schepen van een gemiddelde ou
derdom van 10,7 jaar, met de op
merking, dat een snelle en in
grijpende verbetering niet mag
worden verwacht.
Investeringspolitiek
bij Unilever
Tijdens de gisteren gehouden alge
mene vergadering van aandeelhou
ders van Unilever N.V. heeft de lieer
F. J. Tempel, voorzitter van de raad
van bestuur, een rede gehouden over
de investeringspolitiek. Spreker wees
erop, dat Unilever alleen al om haar
tegenwoordige aandeel in de wereld
markt te houden, jaarlijks met ca
drie procent moet groeien. „Kapitaal
is het voedsel voor een producerende
onderneming", vervolgde spreker.
Sedert 1950 hebben wij Unilever ge
voed met ca. 3.578.000.000 aan vas
te activa en 1.875.000.000 aan be
drijfskapitaal. En het ziet er niet
naar uit, dat haar eetlust de komende
jaren zal verminderen, aldus de voor
zitter. In 1950 bedroeg het rendement
van het totale in Unilever geïnves
teerde vermogen 7.4 pet en in 1959:
10.3 pet.
Men moet er echter niet op rekenen,
dat het rendement van het totale in
onze bedrijven geïnvesteerde vermo
gen altijd tien procent zal bedragen.
Iet is heel goed mogelijk, dat de om
standigheden voor net bedrijfsleven
ook weer eens moeilijker worden.
Wij mogen rustig zeggen, zo be
sloot de heer Tempel, dat wij door
onze politiek van zelffinanciering
in staat zijn geweest de meer blij
vende belangen te dienen, zowel
van de onderneming als van allen,
die op enigerlei wijze met haar
zijn verbonden.
STERK, KREUKHERSTELLEND,
WASBAAR. PLOOIHOUDEND
JAAROVERZICHT O.E.E.S.
Het elfde economische jaaroverzicht
van de O.E.E.S. vestigt de aandacht
op de zeer sterke economische positie,
die West-Europa thans is gaan. inne
men. Het overzicht geeft een toelich
ting op de zeer gunstige ontwikke
lingen van het afgelopen jaar, die
ertoe bijgedragen hebben de economi
sche kracht van Europa te consolide
ren. 1959 was een jaar van snelle
maar evenwichtige groei ten dele als
gevolg van een herstel van de vooraf
gaande teruggang maar met een pro-
duktïe die boven voorgaande hoogte
punten lag.
De industriële produktie steeg met
zeven procent en het bruto na
tionale produkt met vier procent. De
prijzen waren echter over het alge
meen stabiel, terwijl een sterke beta
lingsbalanspositie werd gehandhaafd.
Voor het tweede achtereenvolgende
jaar had West-Euorpa een betalings
balansoverschot op lopende rekening
van ongeveer vier miljard dollar.
De toeneming van de vraag en van de
produktie in 1959 werd in de meeste
landen bevorderd door overheidsmaat
regelen.
Wat de onmiddellijke toekomst be
treft meent de O.E.E.S. dat er een
behoorlijk evenwichtige groei is
te verwachten. Het is echter niet
waarschijnlijk, dat het groeitem
po van 1959 dit jaar kan worden
gehandhaafd. Er zijn reeds teke
nen, dat de prijsstabilisatie dit
jaar weer een vraagstuk zal wor
den en er zullen op dit gebied re
geringsmaatregelen nodig zijn.
Ondanks de algemene vergroting van
de vraag en van produktie blijft de
activiteit in bepaalde industrieën be
trekkelijk laag." In het bijzonder heb
ben kolen, textiel, scheepvaart en
scheepsbouw te lijden van aanpas
singsproblemen op langere termijn.
Het rapport legt de nadruk op de
noodzaak om deze aanpassingspro
blemen op langere termijn in liberale
zin op te lossen, zodat onrendabele
binnenlandse produktie niet be
schermd zal worden ten koste van de
?roduktie in de nabuurlanden,
v'at de betalingsmiddelen betreft is
het duidelijk, dat Europa thans over
reserves beschikt, die in het alge
meen toereikend zijn om eventuele
betalingsmoeilijkheden op te vangen.
Voor een of twee landen is het niveau
evenwel nog te laag. Het is bovendien
duidelijk, dat het huidige grote over
schot op de Europese betalingsbalans
op lopende rekening de rest van de
wereld voor aanzienlijke problemen
heeft gesteld.