Handboek voor de beeldende kunsten LEZERS SCHRIJVEN PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer Van en voor de boekenplank j Mobiele mannen v„ Reicolex of Blue Star Uit de wondere wereld van de techniek 10 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG i APRIL 1960 Het uitstekende handboek van wijlen prof. Plantenga en dr. Van der Boom „Vijftig eenwen bouw-, beeldhouw- en schilder kunst" is thans in een tweede druk verschenen. Bij de samen stelling van dit werk hebben de auteurs voornamelijk gedacht aan de studenten van academies en kunstnijverheidsscholen, cur sisten van volksuniversiteiten enz. Dit heeft een uiterst syste matische opzet (ook in de typo grafie) tot gevolg gehad, waar door het boek bijzonder over zichtelijk is geworden. Voorts zijn in de tekst duidelijke en v erhelderende tekeningen opge nomen, hetgeen de instructieve waarde aanzienlijk verhoogt. De meeste bij de tekst behoren de foto-afbeeldingen zijn boven dien in een los deel verzameld, teneinde het gebruik van het boek zo veel mogelijk te verge makkelijken. Men ziet: de lezer wordt op allerlei manieren tege moet gekomen! Het is al met al een boek, dat een kostbaar bezit vormt. Men zou het welhaast een kustencyclopedie kun nen noemen, niet alleen voor het on derwijs bijzonder geschikt, maar ze- De worsteling om de menselijke geest Bij de Londense uitgeverij Heine- mann verscheen enige tijd geleden een boek, dat sterk de aandacht trok: „The battle for the mind" van Wil liam Sargant. Het werd geschreven door een arts en behandelde de „me- chanïsmen", die gebruikt worden om de menselijke geest te beïnvloeden, zoals bij plotselinge bekeringen, her senspoelingen enz. Van dit boek ia thans een Nederlandse vertaling verschenen bij Meulenhoff, Amster dam. zodat thans ook in Nederland een brede kring van Sargants werk kan kennis nemen. Het boek heeft ons van de eerste bladzijde tot de laatste geboeid. Met name schenkt de schrijver aandacht aan de experimenten van de Sovjet geleerde Pavlov, maar ook heeft hij zelf een gropdig onderzoek ingesteld naar de methodistische bekerïngs- methoden (Wesley). Als een rode draad is door zijn betoog vervloch ten, de opvatting dat de mens al is hij een denkend wezen fysio logisch beperkt is, ook ten aanzien van de hersenfunctie. Zodra deze functie geweld wordt aangedaan ont staat er een ziekteproces, Dit stand punt nu ls in den brede uitgewerkt en wordt door tal van voorbeelden verduidelijkt. Nogmaals: een boeiend ja zelfs adembenemend boek. Het verscheen bij Meulenhoff onder de ti tel „De worsteling om de menselijke geest, hersenspoeling voor en achter het IJzeren Gordijn". fAdvertentie ker ook voor de belangstellende bui ten het onderwijs. In een voorwoord zet dr. Van der Boom uiteen, dat dit werk door prof. Plantenga opgezet en begonnen is en na diens dood door dr. Van der Boom voltooid, „Het werk is de vrucht van gemeensch pelijke arbeid" zegt de tweede auteur nadrukkelijk. Merkwaardig is overigens, dat deze in zijn voorwoord bi.i voorbaat al de kritiek de wind uit de zeilen neemt ten aanzien van het wel zeer kleine formaat van de afbeel dingen. „Wie ze te klein mocht vinden, bedenke dat de schrijvers zelf voor een niet gemakkelijke keuze stonden: weinig grote af beeldingen of veel kleine. De over weging, dat de vele kleine illustra ties, in hun vaak tot op de kern van het object saamgetrokken vorm, voor het memoreren van be paalde werken van niet te onder schatten betekenis zijn, heeft ten slotte de keuze op de laatste doen vallen", aldus dr. Van der Boom. Wij delen zijn standpunt niet. Zeker niet in dit geval, waarin sommige afbeeldingen wel erg vaal zijn afge drukt. Maar dit bezwaar is niet zo overwegend, dat wij dit boek niet zouden aanbevelen! Integendeel, het is de moeite waard! De uitgever is Thieme en Cie te Zut- phen. Drie koningsportretten De bekende journalist L. Aletrino heeft bij Scheltema en Holkema een boek het licht doen zien onder de titel „Drie koningen van Nederland" Hij geeft daarin karakterschetsen van Willem I, II en Hl. Aletrino heeft voornamelijk de menselijke as pecten naar voren gehaald, daarmee evenwel een ander beeld tekenend dan de vakhistoricus zou doen. Wie zich voor de levensbeschrijvingen van de drie Nederlandse koningen in teresseert vindt bij Aletrino goed geschreven portretten. Flora in kleur Bolin-von Post's „Flora in kleur" (Moussault's-uitgeverij, Amsterdam beleeft reeds zijn derde druk. Het is dan ook een handig boekje, waarin 564 planten staan afgebeeld. Daar zich onder deze ook 'n aantal alpen- planten bevinden en soorten, die in noordelijke streken voorkomen is het boekje een welkome aanvulling op de flora's, die alleen Nederlandse planten behandelen. Ook de aangege ven kleuren kunnen een goede hulp daarnaast betekenen. SNELHEIDSMETER, OOK WEL TACHO- —TER GENOEMD. IS EEN MEETAPPARAAT DAT IN EEN VOERTUIG IS INGEBOUWD ~N DAT DE SNELHEID VAN HET VOERTUIG ANGEEFT IN KILOMETERS OF MIJLEN PER JOOK IS HET MOGELIJK DE METER UIT TE VOEREfl MET' EEN RONDE SCHAALVERDE- i LING WAARBIJ AAN DE CYLIN DER EEN WIJZER IS BEVES TIGD. EEN ANDER MODEL HEEFT EEN RANO MET CIJ FERS DIE ACHTER EEN VEN STER DRAAIT- HET MAGNEETJE WORDT AANGE DREVEN DOOR EEN BUIGZAME VANAF DE VERSNELLINGSBAK. DOOR HET DRAAIEN VAN DE MAG NEET s WORDT IN DE CYLINDER EEN WERVELSTROOM' OPGEWEKT WAAR DOOR DEZE GAAT MEEDRAAIEN. DE CYLINDER WORDT TEGENGEHOU DEN DOOR EEN SPIRAALVEERTJE AAN HET EIND VAN HET HUIS. HOE SNELLER HET MAGNEETJE DRAAIT, DES TE VERDER ZAL D"E CYLINDER MEEDRAAIEN. DOOR AAN DE CYLINDER EEN BUS TE BEVESTIGEN DIE DOOR EEN SCHROEF LIJN IN EEN LICHT EN EEN DONKER GEDEELTE IS VERDEELD IS DE SNEb HEID AF TE LEZEN. ..Juliana" is de titel van de foto pocket, die ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van koningin Ju liana in de Zwarte Beertjesserie van A. K. Bruna en Zoon te Utrecht ver scheen. Het is een biografie in fota's van het leven van koningin Juliana. Het boekje werd samengesteld en van tekst voorzien door H. Schaafs- ma. (Advertentie) WOL als wasten nietmeerftriptl j Tip voor winkeliers Het is mij enkele malen overkomen, dat ik bij winkeliers in Vlissingen te weinig wisselgeld terugkreeg, of geld terugkreeg van een kleinere banknoot als waarmede betaald werd. Natuurlijk, vergissen is men selijk, maar zou het niet aan te be velen zijn, dat de winkelier de bank noot, waarmede betaald wordt zo lang laat.liggen, totdat het wissel geld teruggeven is en pas daarna het bankbiljet in zijn kassa legt. Bij de ze handelwijze (hetgeen mij in ande re plaatsen is opgevallen) is een eventueel misverstand zo uit de weg geruimd. Onlangs kocht ik wat en betaalde met een bankbiljet van f 25.Zon der na te tellen deponeerde ik het wisselgeld in een zijvakje van mijn tas, dat voorzien was van een rits sluiting. Nadat ik thuis alles nog eens rustig naging, kwam ik tot de conclusie dat ik i.p.v. f 25.van f 10.— terug' heb gehad. Ik heb vier dagen achter mijn eigen f 15.aan moeten lopen. Bedoelde winkel had geen kasregis ter; was zulks wel het geval ge- woest, dan kon het verschil van >f 15.gemakkelijk geconstateerd worden en was ook dit geval onmid dellijk opgelost geweest. Het is na over en weer gepraat uiteindelijk ook wol opgelost, doch m.i. is dit geen bevredigende oplossing, noch voor de klant, noch voor dc winke lier. Zou het overigens niet aan te raden zijn elke winkelier te verplichten zich een kasregister aan te schaf* fen? Vlissingen. Een klant. Anoniem verwijt Wij ontvingen van z.g, „supporters" van de v.v. Oostburg oen anoniem schrijven, betreffende onregelmatig heden (dat wil zeggen omkoperij), die gepleegd zouden zijn voor de wedstrijd Ria-Oostburg. 't Getuigt o.j. ook in vérband met 't grote belang, dat onze vereniging bij deze uitslag had, niet van sportivlteil dat deze mensen, die zich „suppor ters" d.w.z. sportmensen noemen, de ze brief anoniem aan ons zonden en zich dus niet bekend durfden te ma ken.. J. v. Hekken. Aanvoerder v.v. ,/s-H. Arendskerke' 1445. Voor zover Piloot Storm bekend, was het nog nooit iemand gelukt om levend uit een vliegtuig te komen, dat zich met super sonische snelheid voortbe woog. Maar nu moest hij bovendien met de schiet stoel door do koepel heen- breken, die niet wilde los komen. Met enige huive ring dacht hij aan de proe ven die men met z.g. dummy's genomen had. Vrijwel iedere dummy, of te wel namaakpiloot was er één of meer ledematen bij ingeschoten. Hij had ech ter geen tijd meer om er lang over na te den ken, want ieder ogenblik konden de vlammen de resterende raketten doen springen en dan was het'zeker met hem gedaan. Het gelukte hem zijn voeten op de stutten te plaatsen, ter wijl zijn hand naar de knop tastte die hem met stoel en al naar buiten zou werpen. De GEBRUIK DE INVOEGSTROOK explosieve lading onder de stoel werkte reeds en half hangend in de riemen trok hij het protectiescherm voor zijn gezicht. Instincief ineenkrimpend vroeg hij zich af of .zijn helm sterk genoeg zou zijn en of de top van de stoel het glas wel ver genoeg zou breken, zo dat zijn onbeschermde schouders en knieën niet door de scherpe kanten en punten ge raakt zouden worden. Toen gebeurde alles te gelijk! Een harde smak dreef hem door het verbrijzelde glas van dc ondersteboven hangen de koepel Nog maar al te vaak ziet men, dat weggebruikers, die een auto-(snel) weg oprijden, den- §t ken dit te kunnen doen door g met volle snelheid vanaf de toegangsweg de autoweg op te rijden zonder rekening te hou- den met het snelrijdende ver- ff keer op de weg. Dikwijls heeft dit tot gevolg H zegt de A.N.W.B. dat het laatstgenoemde verkeer naar §f links moet uitwijken of moet afremmen omdat uitwijken niet mogelijk is in verband met achter- of opzij rijdend ver- keer. Een dergelijke rijwijze van de- gene die de autoweg oprijdt is niet juist. Men dient met ma- g M tige snelheid een dergelijke weg te naderen en pas op te rijden .als men er zeker van is, n s dat het verkeer op deze weg hiervan geen hinder onder- vindt. Maak vooral gebruik g van de invoegstrook. g liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiïï FEUILLETON z/ewr stond op een 4'ier. Door BERKELEY GRAY 39 ..Goed. goed mr. Webb, daar zullen we niét verder op ingaan. Maar ik heb zo'n adee, dat U dit belangrijke nieuws niet voor U hebt kunnen hou den. U bent gisteravond dronken geweest en natuurlijk bent U aan het praten gegaan. Aan hoeveel men sen hebt U het verteld? Ik bedoel, dat Miles Hayward identiek is aan de beruchte Robert Archer?" „Dat heb ik aan niemand verteld", hijgde Ronnie. „Aan geen sterveling! Ik heb er over gezwegen. Ik wilde er gebruik van maken, om Hayward kapot te krijgen. Maar zoals ik al zei, ik was laveloos..." „Pin U hebt mr. Paul Tass uw zor gen in het oor gefluisterd", zei Nor man. „Het heeft geen zin te ontken nen, dat U dat gedaan hebt, U hebt Tass ingelicht omtrent Hayward. Waar of niet?" „Ik weet 't niet goed meer", kreunde Ronnie met zijn hoofd in zijn han den. „Ut denk van wel. Ja. er be gint me iets te dagen. Om de een of andere duistere reden scheen Tass er veel. belang in te stellen". „Wat bedoelt U daarmee?" „Nou, eerst zag hij er uit of hij ge schokt was", zei Ronnie. „Maar op dat moment besteedde ik er niet veel aandacht aan... Ik vraag me af, waarom het zo'n indruk op hem maakte". „Kunt U me het adres van die Tass geven?" „Jawel, hij woont in het Ravens- hurst hotel in Vllllors Street. Een echte gribus, geloof ik". „Hebt U het alleen aan Tass ver teld?" „Ik heb met niemand anders con tact gehad". „Dank U, mr. Webb, jlt zal U niet langer lastig vallen zei Conquest terwijl hij opstond. „Als U in de buurt van Scotland Yard bent, kom dan even aan, klop op de eerste deur rechts van de derde verdieping en vraag naar Bill. Dan zullen wc er- samen eentje pikken. Ik heb altijd iets onder de kurk". Ronnie Webb keek hem verwonderd na. HOOFDSTUK XVII. „O. wat ben ik blij. dat je terug bent, Norman!" zei Joy. „Ik begon me juist ongerust te maken". Hij grinnikte. „Ik zou met één arm een half do zijn Ronnie Webbs aankunnen", zei hij, terwijl hij de motor aanzette. „Hij kan buiten beschouwing blijven, Pixie. Een jonge nietsnut, als ik me niet vei-gis". Hij werd ernstig. „Juist toen ik dacht, dat ik mijn tijd zat te verknoeien, vertelde hij een bijzon der aardig nieuwtje". „Maakte hij er geen bezwaar tegen, ondervraagd te worden?" „Dat wel maar ik heb hem ge ïntimideerd door mezelf voor te stel len als inspecteur Williams van Scot land Yard", zei Norman. „Voor ik het vergeet, daar moeten we naar toe. Ik moet Bill iets vragen". „Wat dan?" „Over een man, die Paul Tass heet. Het schijnt, dat hij bijzondere be langstelling aan de dag legde, toén Ronnie hem vertelde, dat Miles Hay- ward Robert Archer is. Ik ben er erg benieuwd naai-, waarom hij dat deed cn het is wel mogelijk, dat Scot land Yard lets van hem afweet". Onder het rijden vertelde hij Joy, wat hij besproken had en zij was het met hem eeens, dat het wel wat eigenaardig was. „Je hebt tenminste vastgesteld, dat Ronnie inderdaad het gesprek in de bibliotheek heeft afgeluisterd", zei ze. „Het is blijkbaar een humeurig, kwaadaardig wezen, maar er is geen enkele reden, waarom hij Elsie Watts zou vermoorden". „Mijn theorie, dat Ronnie Miles uit de weg wilde ruimen om met de charmante Valerie te kunnen trou wen, ig niet steekhoudend", zei Con quest. „Te ver gezocht. Geen sterk motief. Bovendien is Ronnie er het type niet naar. Hij zou nog geen ko nijn durven doodmaken, Trouwens, hij kon gistoravond niet meer op z'n benen staan. Dat kunnen we gemak kelijk genoeg nagaan. Maar ik ben erg geïnteresseerd in de figuur van Paul Tass. Waarom zou een volko men vreemde geschokt zijn over een verhaal, dat een dronken vent hem omtrent Hayward vertelt? Dit zou wel weer eens een onverwachte wen ding kunnen betekenen". Toen zij Scotland Yard bereikten kostte het enige moeite, tot Brave Williams door te dringen, maar uit eindelijk kreeg Conquest het gedaan. „Allebei, nog wel", gromde Williams, toén fcij binnenkwamen. „Kom je me vertollen, dat je ie bedacht hebt, Conquest, en dat je je plicht zult doen zoals hot een goed burger be taamt?" „Dat is een domme vraag. Bill", zei Joy lachend. „Je weet heel goed, dat Norman geen goed burger is". „Wat versta je eigenlijk onder „plicht"?" vroeg Conquest. „Dat weet je best. Waar heb je Miles Hay ward laten onderduiken?" vroeg Williams woedend. „Je hebt hem gisternacht geholpen om te ontsnap pen en daarna ergens verborgen. Als ik maar oen aasje bewijs had, zou ik ;je onmiddellijk arresteren. Conquest. Maar je bent te slim. Pas op dat je niet té slim wordt. Eén foutje, m'n jongen, en ie bent er bij. „Je moet niet zo zuur en onvriende lijk doen, Bill", zei Conquest. „Dat slaat je helemaal niet. waarom kan die harde kop van jou niet inzien, dat ik je probeer te helpen? Neem een goede raad van me aan en laat één van je beste cellen uitstoffen voor de echte moordenaar van Bar bara Marris. Ik ben van plan hem binnen vierentwintig uur op je dak te sturen. Terwijl jullie sufferds bezig bent, die arme Hayward de schuld te geven van de moord op Elsie Watts, heb ik gewerkt als een paard. Wat weet je van oen zekere Paul Tass?" Mr. Williams staarde hem perplex aan. „Wel heb ik van m'n loven", zei hij eindelijk, terwijl hij ging zitten. „Hoe ter wereld ls het mogelijk, dat je zelfs maar do naain van Paul Tass kent?" Ik weet niets van hem ai'. Dat is het 'in juist. Daarvoor kom ik hier". „Zo glad als oen aal, hè?" gromde de Inspecteur, „Ik kan alleen maar i zeggen, dat het bijzonder vreemd is, dat je do naam van Paul Tass noemt". „Waarom?" „Omdat hij Barbara Marris' vriend was". „Wat!?" „Wist jc dat dan niet?" „Eerlijk Bill, ik wist het niet", zei Norman ernstig. „Maar het is bijzon der Interessant. Vertel me er eens wat meer van. Vertel me alles over broeder Tass en laat geen detail, hoe onbelangrijk weg", „Ik kan je 'toevallig alle bijzonderhe den geven, omdat 11c vanmorgen Tass' dossier heb doorgenomen", zei Williams, terwijl hij Norman nog steeds zeer argwanend zat aan te kijken. „In dezelfde nacht, dat Barbara Marris vermoord werd, was Paul Tass met nog twee anderen betrok ken bij een bankroof in Ealing, Hij had niets met de moord te maken, zijn alibi was sterk genoeg. We heb ben alleen nagegaan wat hij gedaan had, omdat bij Tiet onderzoek naar voren kwam dat hij do vriend van hét meisje was". „Wat voor vriend? Oppervlakkig?" „Als je bedoelt één van de velen, nee dat niet. Hij was oprecht van plan met haar te trouwen. Hii was döi op haar en had er bezwaar tegen, dat ze met andere mannen uitging. Ik ge loof niet, dat er kwaad stak in Bar bara Marris; hot was oorlog, or wa ren veel jonge mannen in de buurt en ze was wuft. Archer, die nog een echte jongen was, was verrukt van haar en ik twijfel er niet aan, dat ze hem aan het lijntje hield. Je begrijpt wel, wat ik bedoel", zei mr. Willians met oen verlogen blik op Joy. „Ze gaf hem reden te geloven, dat ze hem zekero gunsten zou toestaan, om daarna te weigeren. Hij moet haar in een aanval van woede ver moord hebben. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 12