Collectie - Theo van Gogh heeft een heel eigen sfeer Walschap beschreef „De ongelooflijke avonturen van Tilman Armenaas" Schat aan levenservaring in sprookjesachtig en diep werk Braziliaanse kunst inUtrecht dichter, schrijver en idealist ZATERDAG 2 APRIL 1960 PROVINCIAL.Bi hl L U W 8 hi Ü.O U HANI' EEN BOEK OM VAN TE HOUDEN "jV/T ET ZIJN NIEUWE BOEK „De ongelooflijke avonturen van Tilman Armenaas" zet Gerard Walschap de beste traditie van de Vlaamse vertellers voort. De titel wijst er reeds op dat men hier met een echte „vertelling", bijna met een sprookje, te doen heeft. Inderdaad geniet men 260 grote, dicht bedrukte bladzijden lang van een fantastisch, sprankelend verhaal, waar in naar aloude trant talloze andere verhalen, korte en lange, zijn opgenomen, alle min of meer vervlochten met het hoofdverhaal. Het is een boek om van te houden, om vaak te herlezen, want de diepgang ervan beseft men pas bij een herlezing. De eerste maal leest men haast als een kind, gespannen, zich overgevend aan de meeslepende trant van deze grote auteur. Wat dit boek nog extra aantrekkelijk maakt, is dat het letterlijk voor ieder een geschreven is. Wie haast nooit leest zal hier toch genieten, wie geregeld leest mogelijk nog meer. Het is een boek ge schreven voor een volk, niet een boek geschreven voor een kleine coterie van intellectuelen en letterkundige fijnproevers, ook al komen deze er ten volle bij aan hun trekken. Walschap is een schrijver, een van de zeldzame, die zich niet herhaalt, en ook niet telkens hetzelfde thema varieert. Een nieuw hoek van hem, is inderdaad „nieuw". Als hij, bij wijze van spreken, zestig; jaar gewacht had en daii met deze „Til Armenaas" voor de dag geko men was, zou men niet méér verrast staan dan nu. Een schat aan levens ervaring en mensenkennis is in dit boek verwerkt, een schat aan fanta sie, originaliteit en het kundigste schrijvers-vakmanschap is er in ver borgen. Walschaps motieven staan hier weer in een geheel nieuw licht. Het hoek is 'zo Vlaams als Vlaams maar zijn kan, en het is tevens we- Letterkundige kroniek door HANS WARREN reldliteratuur. Het is een vreugde, na geruime tijd, weer eens een echt meesterwerk te kunnen begroeten, een boek bovendien met een positie ve instelling. Sceptisch, zeker, ont maskerend, spottend, heilige huisjes vernielend, maar bovenal getuigend van geloof in het goede in de mens, in liefde, grootheid van ziel, vriend schap, geestkracht en weerbaarheid. Tilman Armenaas is de oudste zoon uit het grote gezin van een arme Vlaamse bezembinder. Als jon gen van elf jaar hoedde hij de scha pen en speelde daarbij ter verstrooi ing op de l'luit, wijsjes die hij zelf verzon. Hij was een jongen met een geniale aanleg, die zichzelf reeds veel had geleerd en erg wijs was voor zijn leeftijd. Eens, terwijl hij zo zat te spelen, werd hij beluisterd door een Achterindische kroonprins, een student die in panne geraakt was met zijn plezierjacht. Deze vorsten zoon, Ali Kan, op zoek naar een van nature begaafde maar nog „onbe dorven" Westerling, neemt Tilman in zijn dienst. Tilman blijft aan zijn zijde tijdens de voltooiing van Ali's studies in de grote wereldsteden, en gaat dan met hem mee naar het verre rijk Schiras. Schiras is een zo genaamd „achtergebleven gebied", waar de reactionaire leidende partij de teugels stevig in handen heeft. Het ligt in Ali Kans bedoeling zijn rijk, na ziin troonsbestijging, om hoog te stolen. Het zou te ver voeren, de talloze verwikkelingen van Tilman en Ali te volgen. Reeds direct na zijn aan komst wordt Tilman (thans Til Man Armen Asi, van heel oude adel, daar een man van deze naam in het grijze verleden naar het Westen is ver trokken om nimmer terug te keren), zwaar op de proef gesteld. Corrup tie, schandelijke kuiperijen en intri ges omspinnen het hof met zijn on gelukkige, nerveuze koning, die bij na ten onder gaat aan de spannin gen. De grootste schurk, die vrijwel aan alle touwtjes trekt, is de zeer geslepen vizier, de Ernolanim. Tot het einde toe zal Til Man tegen de ze doortrapte, machtige vijand met alle vermogens moeten strijden. De oude koning doet afstand van de troon, A!i Kan volgt hem op en Til Man wordt zijn Ernolanim of onder koning. De twee wachtwoorden van de troonrede van de verlichte jonge vorst zijn Ontwikkeling en Wel vaart. (Westers socialisme, beweren de reactionairen). Op werkelijk ma gistrale wijze weet Walschap de in gewikkelde toestanden in deze fanta- siestaat waar te maken. Het land gaat voor ons leven, we trekken door zijn bergen, oerwouden en woestij nen, leren de bevolking in alle lagen kennen. Walschap vergeet echter ook nergens het gewoon-menselijke aspect: de gevoelens van vriendschap tussen koning en vizier, die van lief de tussen. Til Man en de hem toege wezen oosterse adellijke vrouw. Het gamma van levensechte kleuren gaat van het plat-boertigede groteske scène met de wind in het bed, tot het waarlijk ontroerend-verhevene de hei-aanbieding van de grootste onderscheiding die de koning aan zijn vizier geven kan na de ver vreemding die voor enige tijd tussen deze vrienden ontstaan was. De puntigste anekdoten, de meest ingenieuze invallen en fantasieën, de diepste psychologische peilin gen van het menselijke gemoed, westers clan wel oosters, en parelen van verhalen binnen het verhaal, lig gen verstrooid door het hele boek. Schijnheiligheid, schijnvroomheid, schijngeleerdheid, alles wat vals en onecht is, stelt Walschap aan de kaak; hij rukt de gewichtigste en vroomste maskers af van bedriegers te kdader- en sukkels te goeder trouw, en toont de mensen in hun naaktheid. Ondertussen wordt het leven in Vlaanderen niet vergeten. Het gaat de Armenazen naar den vle ze, dank zij Tilmans fortuin. Broers en zusters blijken bijna al len begaafd en kunnen nu stude ren. De ouders exploiteren een zeer rendabel hotel nabij een be devaartsoord. Stuk voor stuk worden de ouders, de broers en zusters getekend: de „Retirant.es" heet dit plastiekje van een lid der Braziliaanse fa milie Vitalino. Het behoort tot de afde- ling volkskunst op de expositie Moderne Braziliaanse kunst" die tot 15 mei in het Centraal Museum te Utrecht wordt gehou den. Onder retiran- fes" verstaat men in een deel van Brazilië de boeren, die zich naar de stad terug trekken, wanneer hun landstreek door de droogte totaal on bewoonbaar is ge worden. De directrice van het Centraal Mu seum heeft het zaal tje met volkskunst zelf toegevoegd aan de Braziliaanse expo sitie zodat men een indruk krijgt van de achtergrond De Braziliaanse ex positie valt aan te merken als 'n pres- ti ge-tentoonstelling", die wil betogen dat ook ginds 'n abstrac te kunst leeft, die in contact staat met de grote artistieke cen tra in Europa. Het valt echter op, dat juist de figuratie ve" deelnemers aan de expositie die uit gaan van folkloristi sche en plaatselijke motieven, de meest expressieve zijn. moeder die een keiharde zaken vrouw is geworden, de naar het tweede plan gedrongen vader, de broer die een geboren ambtenaar is, de idealistische dierentemmer, de waardige kerkvorst, de vol maakte moeder-overste, de schone minnares, de rechtschapen onder wijzer, enz. Bij een bezoek dat Tilman hun allen brengt, passe ren ze met echtgenoten en gezin nen de revue een hartverwar mende schildering van Vlaams volksleven en -familieleven, ook hier doordrenkt met sprookjes sfeer. Na Tilmans terugkeer naar Schiras volgt de apothese: zijn definitieve afrekening met de gewetenloze vroe gere Ernolanim: de bekroning van aller levensgeluk en het opstoten van Schiras tot leidend, vooruitstrevend koninkrijk in Achter-Indië. Nogmaals: een boek zó rijk dat men de diepten ervan pas bij herlezing gaat peilen. Jacques de Waloncapel- le maakte er alleraardigste tekenin gen bij, diersilhouetjes als vignetten en culs de lampe, en grotere schetsen als illustraties. Gerald Walschap: De ongelooflijke avonturen van Tilman Armenaas. Wereld-Bibliotheek Amsterdam- Antwerpen 1960. In Kröller - Müiler - Museum Werken die schilders aan elkaar opdroegen In het rijksmuseum Kröller- Müller is enige maanden de collectie Theo van Gogh te zien, die in februari in het Amster damse Stedelijk Museum heeft gehangen. We moeten terug gaan tot 1953 voor een vroegere expositie van een deel van deze zelfde collectie. Toen reisde dit werk ter gele genheid van de honderdste ge boortedag van Vincent van Gogh naar enige van onze grote musea om voor het eerst te wor den tentoongesteld. De collectie is het eigendom van ir. V. W. van Gogh, de zoon van Theo, die al zoveel heeft gedaan om de herinnering aan Vincent en Theo levend te houden. Gevoel voor kwaliteit Mlen kent de geschiedenis van Theo van Gogh, wiens leven zo verweven was met dat van Vincent. Vooral is bekend, hoe hij Vincent altijd weer steunde, financieel en moreel, hoe hij hem in Frankrijk introduceerde, in hem geloofde, zijn werk verzamelde en daardoor heeft zorggedragen, dat er van Vincent zo veel is bewaard gebleven. Van even grote waarde is het feit. dat er een uitvoerige briefwisseling tussen hen is be waard gebleven, een onuitputtelij ke informatiebron. Theo was in dienst van de kunst handel Goupil. Hij kwam op zijn vijftiende jaar te werken in net fi liaal te Brussel. Voor hem had zijn oom H. V. van Gogh zich uit dat filiaal teruggetrokken. Als we daarbij ook herinneren aan het feit, dat Mauve een oom van Theo en Vincent was, dan blijkt weer eens hoe vele de relaties tussen de familie Van Gogh en de schilder- Theo naarkunst waren. Na een jaar ging Theo naar het Haagse filiaal van Goupil, waar voor hem ook Vincent had gewerkt. Weer enige jaren later kreeg hij het beheer over een der Parijse filialen, dat op de Boule vard Montmartre. Daar op Montmartre had Theo de mogelijkheden, die hem een plaats in de kunsthistorie hebben ver schaft. Hij hielp van daaruit Vin cent, wat zijn grootste verdienste was, maar hij steunde moreel ook vele anderen, die toen net als Vineent nog naam moesten ma ken. Hij trachtte, vaak tegen de zin van zijn directie in, werk van toenmaals modernen te verkopen. Omdat hij een werkelijke belang stelling voor hen had, was hij ook in de gelegenheid om voor zichzelf wat te kopen. Bekend is, dat veel van zijn relaties ook tot zijn vrien denkring behoorden. Bevruchtend klimaat Deze tentoonstelling nu, de col lectie Theo van Gogh, is vooral interessant ornaat ze toestaat het klimaat na te voelen waarin Theo en Vincent leefden. Het moet een bijzonder bevruch tend klimaat zijn geweest wat we ook wel uit Vincents brieven leren waarin een groot, aantal schilders zich wél voelde. Het wonderlijke is namelijk, dat deze collectie, die zeker niet kost baar of uitzonderlijk van kwaliteit mag worden genoemd, toch zo'n bijzonder goede indruk achterlaat. Twee redenen zijn er voor aan te wijzen. De eerste is het persoon lijke cachet. Men komt schilderijen en bladen tegen met opdrachten aan Vincent en Theo. Men vindt portretten en zelfpor tretten, die schilders als Gauguin, Guillemin, Laval, Bernard, Russel, Lautrec en anderen maakten in en voor de relatiekring, zo bijvoor beeld portretten van Russell, Gau guin en Lautrec van Vincent van Gogh, die elk op hun wijze raak zijn getroffen en zo'n prachtige aanvulling vormen op Van Goghs zelfportretten. Men leende eh waardeerde eikaars werk in deze krinc en dan stuit men op een tweede reden: men sti muleerde elkaar blijkbaar. Dat laatste willen we nog ruimer stel len, want ook de tijdgenoten, die elkaar niet als vrienden hebben gekend, moeten elkaar hebben ge stimuleerd want allerwegen blijkt er veel talent te zijn. In deze col lectie hangen vrijwel onbekenden met werk, dat van allure is, zo goed als onbekenden van thans het zeker niet maken, zelfs vele be kenden niet. Nu is dat verschijnsel niet nieuw. Bepaalde perioden blijken vrucht- baar te zijn voor bepaalde kunsten of kunstenaarsgroeperingen. Onze Gouden eeuw is er een voorbeeld van, het literaire Duitsland van Goethe, in Italië de uitbarsting van talent, die met de renaissance ge paard ging, enz. Van dat klimaat blijkt Theo van Gogh te hebben geprofiteerd, want hoewel zijn collectie zeker in zijn tijd niet kostbaar was, ze komt ons nu toch wel als kostelijk voor. Een collectie als deze, uit krappe middelen bijeengebracht, leent zich eigenlijk niet voor het zoeken naar extravagante hoogtepunten in de schilderkunst. De gemiddelde bur ger in goeden doen had deze col lectie in die jaren bijeen kunnen brengen, als hij tenminste was toe gerust geweest met de fijne smaak van Theo van Gogh en met diens karakter, dat hem tot ee-: vriend van kunstschilders stempelde. Mooie Monticellis Toch zijn er naar ons gevoel wel hoogtepunten, o.a. de schil derijen van Monticelli, over wie de meningen overigens ver deeld zijn. Wij zien in hem veel meer dan één uit de rij van bekende impressio nisten uit die jaren. Hij bieat meer, Een zelfportret van Gauguin, die op de achtergrond ook een portret van Bernard schilderde. Dit werk is opge dragen aan Vincent van Gogh. De collectie-Theo van Gogh bevat meer van dergelijke portretten. een grote dichterlijkheid bij het uitbeelden van zijn jonge vrouwen in parken. Zo verschijnen als we zens van een andere orde, met iets van de droom die het werk van Matthijs Maris enerzijds kenmerk te en de warm-menselijke charme, die we in goed werk van Watteau ook vinden anderzijds. Hoe goed het is, dat alles in de ze nalatenschap bleef bewaard blijkt uit de tekeningen en grafiek. Er hangt een crayon van Seurat, waar mee hij ons eigenlijk meer bekoort dan met zijn veel meer bekende schilderijen. Van Daumier hangt er een opmerkelij'ke pentekening, een ruiter, enfin, er is nog veel meer, ook artistiek onbelangrijk werk, zoals eenvoudige drukjes, bestemd voor een verloting van schilderijen, aller lei gebruiksgrafieken e.d. Vergeet ook niet een kabinetje opzij te bezoeken met ander werk uit dé familie Van Gogh, portretten van Theo's échfgenote, van de groot ouders van Theo en Vincent en werk, dat van oudsher tot het familiebezit hoorde. Het stelt ons in staat een blik te werpen in het familiale ka rakter van de Van Goghs. EEN EEUW GELEDEN GEBOREN (Van een medewerker)' Op 3 april 1860, dus thans honderd jaar geleden, werd aan de Kleine Houtweg te Haar lem als zoon van een welgestel de bloemenkweker, Frederik Willem van Eeden geboren. Te recht worden de schijnwerpers der herinnering dit voorjaar we derom op leven en werken van deze Nederlander gericht. En dat werkelijk niet alleen om zijn op 24-jarige leeftijd geschreven en nog altijd gelezen werk „De kleine Johannes". Misschien nog meer in andere zin was deze Van Eeden een opvallende, ja destijds voor de Nederlandse naam in het buitenland belangrijke figuur. Dit waar hij tussen 1890 en 1920 kon wor den beschouwd als reizend „ambassa deur" der Nederlandse intelligentzia, die voordrachten hield in de verenig de Staten, Engeland en Duitsland, zijn toneelstukken zag gebracht op tal van Europese podia en contacten had met onder anderen de grote filosoof Mar tin Buber, de beroemde dramaturg Max Bernhardt, de Franse schrijver Romain Bolland, Ed. Douwes Dekker en staatslieden als de Duitser Walter Bathenau, de Britse premier Lloyd Gecrge cn dc vooraanstaande Neder landse minister jhr. Loudon. Zijn idealen: Op maatschappelijk gebied het realiseren van een niet- politieke socialistische gemeen schap, én volmaaktheid in zijn letter kundige arbeid waarbij hem de Ierse dichter en „maatschappij-mens" Shel ley sterk voor ogen stond, vermocht hij niet te verwezenlijken. Desondanks weerspiegelt zich in werken en daden van Frederik Willem van Eeden de geest en gedachtenwereld van de Eu ropese mens tussen 1880 en 1920 in bijzondere mate. Zijn zin voor praktisch socialisme trachtte hij gestalte te geven in het stichten van ae kolonie Walden op het met steun van vrienden verworven landgoed Cruysbergen tussen Bussum en 's-Graweland. Van Eeden betrok een „hut'en met zes man werd be gonnen aan het ontginnen van de schrale grond om zich in de geest van een „door allen voor allen" een ge meenschappelijk bestaan op te bou wen. In 1905 treft men onder de 53 bewoners van „Walden" onder andere aan de later bekende dr. Nico van Suchtelen, de schrijver Ivarel Schar- ten en de schilder Mauve. De theorie bleek spoedig schoner dan de realiteit. Hij stichtte met enkele anderen de vereniging Gemeenschappelijk Grond bezit (G.G.B.), die later honderden le den telde en de coöperatieve gedachte ook elders in den lande gestalte gaf alsmede, na de mislukte spoorwegsta king van 1903, de verbruikerscoöpe ratie „De Eendracht", die in 1906 400.000 deelnemers telde en zeer veel FREDERIK VAN EEDEN Portret uit de Walden-tijd. activiteiten ontplooide. De theorieën sloegen wel blijvend bij de massa aan. doch toch volgde voor „De Een dracht" zelf in april 1907 al het fail lissement. Om de arme deelnemers er met de dupe van te laten worden, wist Van Eeden voor hen toch niet minder dan f 250.000 op tafel te brengen. In de herfst van hetzelfde jaar werd 'ook „Walden" grotendeels geliquideerd en in 1909 verhuisde het gezin Van Eeden weer naar de'grote villa van het land goed. GEEN GEWIN Ware Van Eeden niet een derge lijk idealist, niet een dromer ge weest, had hij zijn grote gaven zuiver gericht op eigen gewin, hij zou een welgesteld burger zijn geworden. J -a,s gepromoveerd arts (proef schrift „Kunstmatige voeding bij tbc), als ^psychiater, na studies in Pa rijs en Nancy, werkend met zeer pro gressieve methoden op het gebied van de psychische therapie, had een grote toekomst voor zich. Dóch zijn geboeid zijn door de mens bracht hem op bre dere paden, deed hem voordrachten houden op wetenschappelijke congres sen (in Londen al op 32-jarige leef tijd), bracht hem tot geruchtmakende spiritistische experimenten en deed hem zo ook de alcoholist geworden dichter Kloos in zijn gezin opnemen, hopend hem te kunnen herstellen. LIED VAN DE SMART Gezien dit alles wekt het verbazing dat Van Eden daarenboven nog een omvangrijk literair oeuvre wist op te bouwen. Met onder andere Verwey en Kloos stichtte hij in 1886 „De nieuwe Gids", dat opende met zijn symbolisch, zeer poëtisch ge schreven sprookje „De kleine Johan nes'Later volgden nog twee delen, welke meer een satire werden op maatschappelijke en geestelijke ver schijnselen. In 1889 verscheen „Ellen, een lied van de smart". Van Eeder bezingt erin de liefde voor een vrouw (O mocht ik bouwen om uwen lieve ziel, mijn schat.' voor altijd een hoog huis van vreede) en de smart omaa: mj haar moest missen. Dit wekt in hem de liefde tot God en het verlan geni zich over te geven aan de Al- Liefde. Het mystiek godsveriangen spreekt ook uit zijn drama „De Ge broeders, tragedie van recht", een weddenschap tussen God en Satan. (Op 62-jarige leeftijd werd Van Ee den rooms-katholiek). Bij het ver schijnen in 1900 verguisd, maar later onder andere door Ter Braak zeer ge prezen werk „Van de koele meren des dooos. Op 16 juni 1932 kwam aan het leven van deze belungrijke Nederlander een einde. Hij stierf op Walden en werd onder bloemen bedolven opgebaard in zijn werkkamer. In Nederland zelf was de waardering voor hem tijdens zijn levenvrij gering gebleven, ten on rechte' Hoe verguisd hij soms werd blijkt wel uit een eens doo Is. Queri- do geschreven verdediging. Frederik Willem van Eetfen, dromer, idealist, Europese mens, werd door slechts enkele getrouwen als jhr. Lou- Jlw' pr,° Oererd Brom en toch ook Albert Verwey, naar zijn laatste rust plaats begeleid.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 5