Garnalen vissen
van heel vroeg tot heel laat
r
Engels in India nog
meest verbreide taal
Nieuw werk van het vroegere
wonderkind Truman Capote
H
BOER HALMINGH WOONT IN
SAKSISCH MONUMENT
BREAKFAST
AT TIFFANY'S
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 11 MAART 1960
Nieuwe werkwijze
Bij de garnalenvisserij is
kortgeleden voor het eerst een
werkwijze toegepast, die het
leven van miljoenen onder
maatse garnalen kan sparen.
Onder de garnalenzeef wordt in
dit geval een waterspuit aange
bracht, waarmee de jonge en
ondermaatse garnalen, die door
de zeef vallen, onmiddellijk in
zee worden gespoten en zo de
kans krijgen verder te groeien.
Tot nog toe voeren de meeste
kotters deze jonge garnalen
of het puf, zoals do vissers
zeggen aan voor de vlsineel-
fabrieken.
Als gevolg van deze pufvisserij
is er echter een ovcrbevissing
ontstaan, die uiteraard slechte
vangsten tot gevolg heeft ge
had. In kringen van biologen
hoopt men thans, dat de nieuwe
werkwijze op alle kotters zal
worden toegepast. Men meent
dat de garnalenstand langs de
Nederlandse kusten zich daar
door zou kunnen herstellen.
De visserij van Harlingen gaat
steeds vooruit. Er zijn de laat
ste maanden nieuwe kotters
bijgekomen en er komen ook
Zeeuwen naar Harlingen om op
de Waddenzee hun mossel )-
bedrijf uit te oefenen. Maar
behalve een uitbreiding van dc
vloot is er ook sprake van een
belangrijke modernisering.
Sommige vissers hebben er
reeds kotters aangeschaft, die
ook onder minder gunstige,
weersomstandigheden geschikt
zijn voor de visserij op do
Noordzee. Deze modernisering
maakt de betrokken vissers
economisch minder kwetsbaar,
omdat zij nu goede uitwijk
mogelijkheden hebben als dc
visserij op de Wadden of zelfs
boven de eilanden niet goed
lonend is. Voor Harlingen als
vissersplaats moet deze over
schakeling op grotere en betere
schepen dan ook van groot be
lang worden geacht. Schipper
H. Koornstra was de eerste,
die verleden jaar op een gro
tere kotter overstapte en enke
le anderen volgden dat goede
voorbeeld reeds. De garnalen
visserij is op het ogenblik een
vrij renderend bedrijf, hoewel
de vissers lange dagen moeten
maken en over het algemeen
hard moeten werken om goede
besommingen te maken. Een
onzer verslaggevers maakte
kortgeleden een reisje mee met
De Jonge Klaas. Zijn bevindin
gen van die ene normale, lange
Een dag aan boord van de kotter
HA 14, vissend op de Noordzee
(Van een onzer verslaggevers)
De maandag is nog slechts enkele uurtjes oud als visser
Hidde Koornstra de deur van zijn huis in de William Booth-
straat. in Harlingen behoedzaam achter zich dichttrekt en
naar de Noorderhaven loopt. Harlingen ligt op dat ogenblik
nog in diepe rust verzonken, zoals men dat noemt, alleen bij
de haven is enige beweging: gestommel op de vissersschepen
en af en toe slaat er een motor van een kotter aan, die een
beetje hortend op gang begint te komen en daarop vlot uit de
haven schuift.
Zodra schipper Koornstra aan boord van zijn nieuwe HA 14
stapt, begint er ook aan boord van De Jonge Klaas beweging
te komen. De bemanning wordt uit de kooi getrommeld, de
motor begint te ronken, de draden gaan los en slechts één of
twee minuten later puft de kotter reeds tussen de haven-
dammen door de Waddenzee op. De schipper trekt buiten de
gashendel verder open en brommend jaagt De Jonge Klaas
door de nacht, een witschuimend spoor trekkend door het
donkere water. Een nieuwe week van varen en vissen, van
heel dat wisselvallige bestaan, is begonnen.
Binnen een paar uurtjes gaat *o de hele Harlingervloot naar buiten;
voor en achter en soms aan bak- en stuurboord ziet men liet schijnsel
van de boordlichtjes, wit, groen en rood, en hier en daar de flikkeringen
van de gasboeien. Het geeft een beetje een mysterieuze indruk alle
maal, voor de buitenstaander dan. De visserman vindt feilloos zijn weg
door de duisternis en jakkert full speed naar de visgronden.
trPeren" noemt de schipper de
ze zwaar met garnalen en an
der zeebanket gevulde netten.
Het is de oogst van een trekje
maar en geen wonder dus dat
de bemanning best tevreden
over deze „peren" is. Want
voor deze vruchtengeldt het
ook: hoe dikker hoe beter.
toch maar beter om voor de nacht
de beschutting van de eilanden op
te zoeken. De nieuwe en voor de
Noordzee gebouwde kotter kan
best een flink zeetje hebben na
tuurlijk, maar het zou met de
aanwakkerende wind waarschijn
lijk toch maar een onrustige nacht
worden. We stoppen maar jon
gens, zegt de schipper tegen zijn
mannen, als de schemering al
weer over het water valt en de
kuilen voor de laatste keer deze
dag aan dek zijn gehesen.
Het licht van Amelands vuurtoren
wenkt al in de verte als de steven
wordt gewend en De Jonge Klaas
„rijdend" op de uit de noordwes
ten aanrollende golven naar de
Waddenzee koerst.
Achter een bank in de buurt van
de Boschplaat komt de kotter tot
rust. Het anker gaat er voor en
als dan de motor wordt uitgescha
keld wordt het wat onwezenlijk
stil. Men hoort golf en stroom te
gen de scheepswand botsen en uit
de verte klinkt wat lawaai van
mannen op andere kotters, die
hier ook „binnengevallen" zijn en
nu nog aan dek bezig zijn.
Maar al gauw wordt het helemaal
stil op de schepen. De mannen zijn
in hun verblijf gedoken, vlug de
natte en vuile loeren uit, wassen
en dan, eindelijk, eten. En ruim
een uur later is het ook in de ka
juit al weer rustig, de vissers
zijn in hun kooien gekropen, zo
gauw als dat mogelijk was. Per
slot van rekening gaan zij de vol
gende ochtend weer vroeg naar
buiten en wacht er hun opnieuw
een lange dag van varen en vis
sen en werken.
■ordt de vangst dan boven de
bakken op het dek gedraaid. Met
n paar krachtige rukken worden
de kuilen opengetrokken en een
Overschakeling op
grotere schepen
Het gaat trouwens voortreffe
lijk deze nacht. Het is flink
donker weliswaar, maar er is
zicht genoeg en bovendien staat
er weinig wind. Zelfs als De
Jonge Klaas eenmaal tussen
Vlieland en Terschelling zit is
de Noordzeedeining nog maar
heel gering. Angstig dicht
langs de Noord svaarder, de
zandplaat west van Terschel
ling, bromt dc kotter verder.
Maar de schipper kent de on
zichtbare weg langs de bij har
de wind zo gevaarlijke banken
op zijn duimpje en zelfs in deze
duisternis stuurt hij De Jonge
Klaas door het nauwe Oostgat
verder het noordoosten in.
Als eindelijk het licht doorbreekt
is de kotter al een drie a vier mijl
boven Ameland. In het zuiden te
kent het eiland zich als een wa
zige, grijze streep tegen de neve
lige einder af, met een heel klein
krabbeltje daar loodrecht op: de
vuurtoren van Hollum.'
En aan bakboord van de kotter
schuiven af en toe zeeschepen
voorbij, kustvaarders, tankers,
koopvaarders, maar alle geluid
loos en schijnbaar totaal verlaten
in deze grijze, nevelige wereld.
De trek begint
De Jonge Klaas lijkt op dat ogen
blik de enige brok levendigheid m
een wijde omgeving. Die lieren
ratelen, de beide gieken worden 1
naar buiten gezwaaid, de netten i
gaan overboord. Dertig meter val
len de grote gamalenkuilen naar
beneden, dan worden de draden
opgevierd, de keerkoppeling wordt
weer in de vooruit gegooid en de
eerste trek is begonnen.
Aan dek scharrelen dc beman
ningsleden rond, zij zetten de
bakken klaar, maken de zeef ge
reed en staan tenslotte op hun
post, als er „gehaald" moet wor
den.
Na een half uur ongeveer is net
zover. In die tijd heeft de kotter
de kuilen over de zeebodem ge
sleept, de garnalen en ooit de
scholletjes en de tong losrukkend
van het zand, in twee zo n negen
meter brede banen. Opnieuw be
dient de schipper de hendels van
de grote her, die kreunend de ge
vulde netten naar boven hijst. Het
lijkt alsof dc kotter een paar
vleugels heeft, als de kuilen slin
gerend op de maat van de deining
ter weerszijden van het schip zijn
gehesen.
Volle „peren j
Een. aparte draad wordt daarna in I -
een stropje om de zogenaamde Yrrftf
peer geslagen en met de poelie I m»m\
grote, wriemelende massa stort
zich in de bakken, voornamelijk
garnalen, maar ook schol, wijting,
poon. tong en ettelijke krabben.
De elektrische zeef draait dan al
en het werk kan beginnen. De ste
vige scholletjes en de tong wor
den in een mand gegooid en de
garnalen komen op de zeef. De
bovenmaatse en voor consumptie
geschikte garnalen trillen de man
den in, het kleine grut valt op
dek tussen de bakken om daar
zijn leven te beëindigen en later
als puf naar de vismeelfabrïek te
gaan.
Prompt gaan de netten weer over
boord en tijdens de tweede trek
wordt er aan dek gewerkt om
weer ruimte te maken voor de vol
gende vangst. De garnalen moeten
worden gekookt, in de kistjes ge
stort en tenslotte in het koele
ruim opgeborgen.
Zo gaat het de hele lange dag
door. bij mooi weer, maar ook
bij koude en regen en op een stei
gerend scheepje, met slechts af en
toe eens een korte onderbreking
(als de vangsten slecht zijn schiet
er wel eens wat meer tijd over)
voor een stuk brood en een kop
warme koffie.
Naar binnen
Bij gunstig weer wordt er vaak
ook 's nachts gevist. Maar deze
keer vindt visser Koornstra het
RVV,
ss
Veranderingen zijn
verboden
Iu het gehuchtje Smeerling, dat deel
uitmaakt van de gemeente Onstwed-
do in het Groningse YVesterwolde,
staat een monument. En het is onge
twijfeld een mooie monument, deze
uit 1700 daterende Saskische hof
stede. Minder mooi is het echter, dat
in dit monument een landbouwersge
zin moet wonen en werken, dat aan
dit wonen cn werken weinig plezier
beleeft omdat het aan de toestand
van het huis vrijwel niets mag ver
anderen.
Het gezin van boer Halmingh zou
graag wat meer kleur, licht en warm
te in zijn huis willen aanbrengen,
maar veranderingen zouden de oor
spronkelijkheid van deze antieke
boerderij (een familiebezit dat men
liever vandaag dan morgen kwijt
wil) aantasten. De hofstede moet
blijven zoals zij was, daarom wordt
er niets gemoderniseerd.
De woonkeuken heeft een donker ge
schilderd plafond en door de kleine
ruitjes (bijna 300 in totaal; 35 vor
men tezamen een raam) valt het dag
licht slechts spaarzaam naar bin
nen. Vroeger was dit plafond er ook,
evenals de ruitjes, en nu moeten de
drie kinderen, Freerk (11), Antje (1)
en Rudi (7) maar in deze Saksische
somberheid opgroeien.
Het bedrijfsgcdeelte van deze boeren-,
hoeve is nog precies zoals meer dan
tweehonderd jaar geleden. Alleen het
dale is acht jaar geleden verbeterd;
boer Halmingh kreeg toen een sub
sidie en investeerde zelf een behoor
lijk bedrag in de restauratie. De toe
stand was onhoudbaar geworden; het'
VOOR IEDER VERSTAANBAAR
Voorlopig nog niet door
het Hindi verdrongen
In geen enkel Aziatisch land,
dat eens door Engeland werd
geregeerd, is de macht van het
Engels nog zo groot als in India.
In de Arabische staten sprak
slechts een kleine, leidinggeven
de minderheid Engels. In Egyp
te geldt bovendien het Frans als
dé Europese cultuurtaal en met
de vestiging van Italiaanse
handwerkslieden en kleine on
dernemers heeft er zich het Ita
liaans ingeburgerd. Maar de al
gemene taal, die door iedereen
zij het in verschillende dia
lecten wordt gesproken, is
het Arabisch.
In India daarentegen is het Engels
voor de bewoners van hetzelfde land
vaak het enige middel om zich tegen
over elkaar verstaanbaar te maken.
Zelfs op het eiland Ceylon, waar toch
„slechts" twee grote taalgroepen be
staan, het Singalees en het Tamil, is
het Engels de taal, die op alle scho
len wordt dnderwezen en die eenvou
digweg als „Europees" geldt.
Men ontmoet soms zelfs Ceylonezen,
die zich niet kunnen voorstellen, dat
aan Europese universiteiten de col
leges niet alle in het Engels worden
gegeven, zo schrijft Margret Boveri
in dc Frankfurter Allgemeine. Zij
had in de tempelstad Tiruvannamalai
in het zuiden van India een gesprek
dak lekte zo dat het hooi niet droog
te houden was.
„Andere boerderijen", zo zegt de
boer, „hebben goede koestallen,
hebben varkensstallen en paarden
stallen. Die heb ik niet. Ik mag
aan het oorspronkelijke niets ver
anderen. Hier en daar heb ik zelf
tussen een paar palen een muurtje
gemetseld, als afscheiding. Dat is
dan mijn stal. Verlichting is er
niet. Ik moet met lantaarns wer
ken.
Het jongvee staat in de schuur
naast de grote deel. Tegen de palen
zijn oudo planken getimmerd. Ach
ter de dieren is een gat in de grond
gegraven. Het melkvee heeft een
dergelijke plaats. Denk eens aan de
hygiënische voorwaarden bij de
melkwinning, waar blijf je dan."
De eisen die Monumentenzorg en
Natuurbescherming in dit geval stel
len zijn wel wat te hoog. Terecht
werd in de Eerste Kamer de vraag
gesteld of de regering het verant
woord vindt, dat boerengezinnen in
monumenten wonen.
met een student in do filosofie, die
niet alleen Kant en Bergson, maar
ook de werken der Indische filosofen
in bet Engels las.
Tijdens een oponthoud van vijf uur
op het vliegveld van Trivandrum,
de hoofdstad van de bergstaat Ke
rala, haalde de Duitse reizigster
haar kofferschrijfmachiiio te voor
schijn. Het werkte elektriserend.
De bureaubcambte, die de leiding
had over het kantoor op de vlieg-
Iiaven, kwam snel naderbij om de
machine to bewonderen. Het liefst
had hij die onmiddellijk gekocht.
Toen dat niet mogelijk bleek wilde
hij er toch minstens even op typen:
„You dictate, I type".
Verbaasd
Hij was echter stomverbaasd, toen
hij bemerkte, dat de eigenaresse van
het apparaat in een andere taal dan.
Engels schreef, dat de ypsilon bij
voorbeeld, in het Duits minder wordt
gebruikt dan in het Engels en daar
om op deze machine ergens aan de
zijkant stond.
Evenmin begreep Jiij waartoe de met
een umlaut gesierde letters dienden.
Hij wist, dat Duitsland goede machi
nes maakt, zowel grote als kleine.
Hij had er altijd graag een willen
hebben. Maar wat de taalkennis van
de Duitsers betrof, hield hij hen maar
voor een achterlijk volk.
Engels is de voertaal in India. Dat
kan men steeds weer bemerken. Indi
sche officieren, ingenieurs, lei-aren,
allen spreken onder elkaar Engels.
Overigens is het een, wat de klank
aangaat, bijzonder Engels. De letter
grepen krijgen een andere klemtoon
en het ritme van hét gesproken
woord heeft de snelheid van het vlug
ge Tamil of Telugu. Of van het even
radde Singalees, Hindi of Bengaals,
hetgeen in het Europese oor heel
eigenaardig klinkt.
Jongeren
Vooral bij de jongeren is de wijziging
van de klank zeer sterk. Zij hebben
voor het merendeel niet meer in En
geland gestudeerd, maar les gehad
aan Indische scholen en universitei
ten van Indische leraren en professo
ren. Het Engels van de ouderen kan
men zonder moeite verstaan, dat van
do jongeren is minder eenvoudig te
volgen en slechts enkele woorden zijn
als Engels te herkennen.
Hoc dit taalprobleem zich verder zal
ontwikkelen is niet te voorspellen.
Men kan zich afvragen of uit liet En
gels een nieuwe taal zal worden ge
boren of zoals Nehroo wil over
een vijftigtal jaren het Hindi do voer
taal zal zijn. Zell's wanneer het laat
ste gebeurt, zal de macht van liet
Engels voorlopig nog ongebroken
voortbestaan.
Bandrecorder voor
militaire oorlogsblinden
Nadat in december 1958 aan 18 mi
litaire oorlogsblinden oen baudrecor-
iptelef
gereikt, zullen een dezer dag'en
der met koptelefoon kon worden uit-
z.g. kampblindcn ccn dergelijk ap
paraat ontvangen.
Deze militaire slachtoffers moesten
hun verblijf in de Japanse krijgsge
vangenkampen met het vrijwel vol
ledig verlies van hun gezichtsvermo
gen bekopen. Dc uitreiking zal we
derom geschieden door de stichting
„Moveo", welke, evenals de eerste
maal, hiertoe in staat werd gesteld
door de geldelijke bijdragen van het
fonds 1815 en de vereniging „Ere
schuld en dankbaarheid."
De monumentalehofstede waarin
boer Halmingh met zijn gezin moet
leven en werken. Van de priegel-
ruitjes zijn er vele st.uk en zij blijven
stuk, want het glas kan niet worden
vervangen. De tocht heeft hier vrij
spel.
Leonard Cottrell schreef voor zijn
plezier over „Lost cities"
•3
Truman C'apote was eens Amerika's
wonderkind, toen hij, 23 jaar oud, in
1948 de bestseller „Other Voices,
Other Booms" schreef. Hij is verstan
dig genoeg om nan zijn succes niet ten
onder le gaan en publiceert slechts
spaarzaam. In Signet Books ver
scheen zo juist: „Breakfast at Tiffa
ny's", 'n kleine roman over Holly Go-
lightly, 18 jaar, een „goed slecht
meisje", dat een wat ongeregeld be
staan leidt in Manhattan. Het is een
verhaal met een vlotte dialoog, gees
tig, wereldwijs en met dat tikje me
lancholic, dat Cnpote als erfdeel mee
kreeg uit de zuidelijke staat waarin
hij geboren werd. Naar het zuiden
Port au-Prince keert hij terug in
;en ander verhaal in dit boek, „House
of Flowers". Hoewel hij naar mijn
smaak met deze bundel zijn romanti
sche cn sensuele debuut niet overtrof
fen heeft, is „Breakfast at Tiffany's"
toch zorgvuldig werk van een schrij
ver van kwaliteit.
Leonai-d Cottrell kreeg naam als au
teur van belerende boeken over de
oudheidkunde van Minos en Egypte.
„Lost Cities" (Pan Books) schreef hij,
zoals hij zelf opmerkt, zuiver voor zijn
plezier. Op onderhoudende wijze ver
telt hij van de herontdekking van Ba
byion, over opgravingen in Syrië, die
licht wierpen op het vergeten volk
van de Hethieten, eens de buren der
Joden in het oude Palestina. Weinig
bekend zijn de bijzonderheden over de
verloren steden van Ceylon, dat de
oude Grieken Taprobane noemden cn
dat bij de Chinezen bekend was onder
de mooie naam „Het land zonder
leed". Cottrell behandelt de tragedie
van de Inca's en de ontdekking: van
verloren steden in Peru, hoog in de
Andes. Een levendig relaas, vol avon
tuur, verlucht met een aantal uitste
kende foto's.
Only in America
„The Caroline Israelite" is een
maandblad, dat volgeschreven
wordt door één man, Harry Golden.
Het merendeel der abonnees is
niet-Joods en hoewel het stellig
niet Amerika's meest verkochte
maandblad zal zijn, heeft het gro
te invloed. Dat wordt verklaarbaar
als men „Only in America" (Per-
ma Books) van hem leest, een ver
zameling artikelen uit zijn blad,
waarin hij commentaar levert op
talloze aspecten van de bonte
Amerikaanse samenleving: her
haaldelijk natuurlijk over de ras
senkwestie, over de positie der Jo
den in de zuidelijke staten, over de
slechte toestand van het onderwijs,
Joods familieleven in zijn jeugd,
toen de Ieren de Joodse jongens
uitscholden voor „Ikey". Hij acht
het „poetic justice" dat ze nu zeg
gen: „I like Ike". „Only in Ameri
ca" is een weinig conventioneel,
soms eigenwijs, maar altijd afwis
selend boek, puntig geschreven,
voortreffelijke journalistiek.
In de belangrijke reeks „The Living
Thoughts Series" verscheen een deel
tje over Darwin. (Premier Books).
Hierin zet de befaamde bioloog Julian
Huxley, kleinzoon van een van Dar
win's medestanders indertijd, de ge
dachten uiteen van de „Newton der
biologie". Hij geeft een korte schets
van Darwins leven en daarna met een
doorlopend commentaar lange citaten
uit zijn belangrijkste werken, waar
door het mogelijk wordt een goede in
druk te krijgen van althans de belang
rijkste punten van de leer der evolu
tie.
Een dialoog over die evolutie is te vin
den in het vers over de coelacanth, do
vis met de voetjes, in „Yct More Co
mic and Curious Verse" (Penguin
Poets), de derde verzameling zonder
linge poczie, die J. M. Cohen bijeen
brengt. Het is een dialoog, waarin.
„Dame Nature" dc coelacanth aan
spoort te evolueren en deze de rede
nen uiteenzet waarom hij er niet aan
begint. Het komt voor in de sectie
„Unnatural History'. Verderop vond ik
onder veel meer curiositeiten, een bal
lade van Whiskoy en Soda, een kos
telijke parodie op dc Perzische dichter
Omar Khayyam, „Omar vor House
wives" en reeksen grafschriften.
Aardig en lijvig boek, boordevol ver
rassingen.
Het is dertig jaar geleden, dat ik
mateloos geboeid werd door de „Tar-
zan"-boeken van Edgar Rice Bur
roughs. Ik heb cr helaas de smaak
wat voor verloren cn moet dan ook
bekennen, dat ik ze niet herlezen zal
nu Four Square Books ze herdrukt.
Maar ongtewijfeld zullen ze nieuwe
stoeten bewonderaars vinden en voor
wie met deze machtige boombewoner
van goede huize kennis wil maken
volgen hier de titels: „Tarzan the Un
tamed", „Tarzan and the Jewels of
Opar": „Tarzan and the Ant-Men"
en „The Son of Tarzan". Zijn boeken
waren een succes over de hele wereld
en Burroughs was een handige zaken
man, die. waarschijnlijk om fiscale
redenen, van zichzelf een naamloze
'vennootschap had gemaakt. De N.V.
opereerde vanuit eon ranch in Cali-
fomlë, die zijn eigen postkantoor had,
Tarzana. Ook de naam „Tarzan" was
copy-righted. Hij overleed in 1950.