Stroomafwaarts door een
Surinaamse versnelling
En
vervolgens:
vlucht
uit de
korjaal
WESTINDISCH DAGBOEK
[van Anthony van Kampen (slot)
KROESJTSJEW ZAL DE HAND
SCHUDDEN VAN FRANSE BOER
VRIJDAG 11 MAART 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
15
(Advertentie)
TT7aaraan denkt een mens, die voor de
W eerste maal in z'n leven met een bos
neger-korjaal door een stroomversnelling
gaat
Ik kan me daar maar weinig van herinneren.
II? geloof dat ik aan allerlei dingen tegelijk
dacht. Bijvoorbeeld wat er zou kunnen ge
beuren, als je op het laatste moment, vlak
voor de' versnelling, zou vragen of je eruit
mocht. Je kunt er echter niet meer uit, omdat
de stroom veelvoudig sterker is dan alle man
kracht samen. Je moét er door, en je kunt je
alleen nog maar overgeven aan het beleid en
het talent der bosnegers, aan wie je je hebt
toevertrouwd. En je moet maar denken dat
het hun werk is, hun vak. Daar dacht ik aan,
/k zag nog even liet prachtige zwart-glanzende lijf van koela-man
Eddy Eersteling, gespannen als een vioolsnaar, met uitpuilende biceps
en nat van het overkomend water. Het voorste deel van de korjaal
verhief zich en zo gleden we over de drempel. Ik hield m'n adem in
en dacht aan niets anders dan aan wat er nu ging gebeuren. Geen
moment dacht ilc aan de man die ergens op de oever, boven op de
klippen, stond te filmen en fotograferen. Ilc dacht niet aan het water
dat naar binnen kwam. Ik dacht maar aan één ding: hoe onbeschrijf
lijk heerlijk het was. Hoe angstig en tegelijk hoe verrukkelijk. Ik
denk dat ieder mens in zulke ogenblikken dezelfde gedachten heeftdat
het een voorrecht is te mogen leven en dit mee te maken. Ik kan me
geen moment herinneren gedurende m'n gehele Westindische reis, dat
ik zo intens van het leven genoot als op het ogenblik dat we de
Aroesoebanja namen. Inbegrepen het per „derde golf" aan land spoelen
op Sint Eustatius en Saba.
Het was een kwestie van secon
den. Toen wist ik dat het al
weer achter de rug was. Dat
de val genomen was. Aan niets
was aan Eddy Eersteling of San-
donie te zien dat wc iets bijzon
ders hadden meegemaakt. Dat
hadden we natuurlijk ook niet.
Het was alleen maar voor m ij bij
zonder geweest, omdat het tie
eerste maal was dat ik door een
versnelling ging. En nog niet eens
door een bijzonder moeilijke. Er
zijn er, waarbij iedere koela-man
verscheidene malen zijn moeder
aanroept
I Wer7c met korjalen is ivèl spor- I
tief, maar tevens enorm zwaar.
maal maar een grapje was).
Ik hoorde de korjaal tegen de
stenen slaan en opnieuw kwam
er een stuk water over. Zoveel,
dat ik er meer dan geiioeg van
had en nog uitsluitend belang
stelling had voor het verlaten
van de korjaal. Hoe eerder hoe
liever. Het drong nog vaag tot
me door, dat je altijd beter over
zulke ervaringen kunt schrijven
dan ze zelf meemaken. Tenzij
WWWVWSAVV
Stroom
We voeren een kilometer door
en toen, voor het eerst, be
gon Eddy Eersteling tegen
me te praten. Hij vroeg me wat
ik wilde. Afgezet worden aan (ie
'oever, óf proberen dezelfde weg
terug te gaan. Het waren m'n on
kunde inzake versnellingen en
vallen, plus een hoeveelheid over
moed, die me het laatste deden
kiezen. Wat kon me gebeuren,
met mannen als deze bosnegers
in de korjaal! Het zou opnieuw
lukken. Waarom niét!
We gingen terug. En binnen een
half uur leerde ik, hoe overmoed
in korjalen op Surinaamse rivie
ren wordt gestraft. Zelfs al denk
je nog zo hard: „prakserie mi
mama je", „ik denk aan m'n
moeder".
We hadden de stroom tegen en
het was een harde stroom. On
danks het feit dat de motor op
volle toeren bijstond, schoten we
maar traag, langzaam op. De
oevers schenen steeds 'op, dezelfde
hoogte te blijven, hoewei het ge
donder van het water, de stem
van de val, steeds dichterbij klonk.
Eddy Eersteling en Sandome be
gonnen tegen elkaar te schreeu
wen, maar ik verstond er geen
woord van. Ik kreeg echter de
indruk, dat er iets niet in orde
was. Wat dat kon zijn wist ilc
niet.'Vervolgens keken ze me zor
gelijk aan, een beetje dubieus.
Zo op de manier van „wat doen
we met hem"? Tenslotte gingen
ze zingen. Dat moet een heel oud
korjaal-lied zijn geweest. Met
lange uithalen en een vreemd,
zonderling ritme. Ik luisterde ge
spannen of er iets van „mama"
in voorkwam. Maar dat woord
hoorde ilc niet, hetgeen me in
aanzienlijke mate geruststelde.
We kropen tegen de rivier op en
zo kw.am, voor de tweede maal,
de val. Maar nu van de andere
kant. Toen we op minder dan een
'/t kilometer genaderd waren ging
het tot me doodvingen wat er aan
de hand was. En ging ik langza
merhand inzien, dat het hoogte
punt komen moest. Het hoogte
punt, dat moest bestaan uit het
van deze kant nemen van de
Aroesoebanja,
Laat ons het kort maken.
We kwamen opnieuw in het ra
vijn terecht, opnieuw was daar de
enorme draaikolk en waren daar
de gladde, spookachtig glanzc-
de, overspoelde klippen en stenen.
De val brulde harder dan een uur
geleden, maar dat moet verbeel
ding geweest zijn.
Eddy Eersteling weerde zich als
een duivel om er doorheen te ko
men en behalve dat het een spor
tieve prestatie van de eerste orde
was, geloof ik niet dat; ik me bij
zonder feestelijk voelde. Er was
te véél schuimend water daar, er
werden te véél pogingen gedaan
om de benauwend smalle vaar
geul te houden, en het gezicht
van de koela-mnn stond me niet
in het minst meer aan. Ik kreeg
sterk het gevoel dat het ging mis
lukken en dat gevoel was feil
loos juist. Het mislukte ook.
Mysterie
Waarom het mislukte zal wel ten
eeuwigen dage een mysterie blij
ven. Het was" niet mogelijk zonder
hulp op de oever, hulp van een
aantal bosnegers die daar gereed
moesten staan, de val door te ko
men. Halverwege moest de kor
jaal namelijk vastgegrepen wor
den en zo, door de hulpkrachten
op de klippen, door het smalste
gedeelte neen gesleurd worden.
De klippen waren er wel, maar de
hulpkrachten ontbraken. Ze waren
er eenvoudig niet. Wel een paar,
maar niet voldoende. En dat
wreekte zich.
Midden in de versnelling wist ik
dat we er nooit door konden ko
men. Ik wist het vanwege het wil
de water dat de korjaal in pro
beerde te komen en er ook inder
daad in kwam. Een lawine water,
die me doorweekte tot aan m'n
nek. Ik wist het door het gebrul
van de twee mannen in de kor
jaal en door de gebaren en gillen
'van de mannen op de oever. Ik
verwachtte nog maar twee dingen
het verpletteren van de korjaal
tegen de klippen en het einde van
twee brave bosnegers plus een
journalist (die dacht dat het alle-
je je dagelijks werk van dit
soort sensaties maakt.
Er was de nodige verwarring en
even ving ik de zorgelijke blikken
op, die Eddy Eersteling in m'n
richting wierp. Betekenden ze ge
vaar Of medelijden Ook dit zal
voor eeuwig in de windselen der
mysteries verborgen blijven.
Ik kwam overeind en zocht een
kans om uit die schuimende war
reling van steen en water te
vluchten. Die kans was vlakbij,
de klippen van de oever waren
onder handbereik en drie, vier
bosnegers stonden er bovenop te
springen. Begrepen ze wat ik wil
de? In elk geval begreep Eddy
Eersteling het.
Hij greep zich aan een stuk rots
vast en hield zo de korjaal tegen.
De man moet enorm sterk geweest
zijn, om zich zo te kunnen meten
met de Aroesoebanja.
Dit was m'n kans. Ik ging
overboord en voelde grond.
Dat wil zeggenstenen. Ik
voelde nog iets: het rukken van
het water aan me. Maar toen
waren er vier, zes armen die zicli
om me heensloegen, en ik wist,
dat alle goede kansen er weer wa
ren om liet later nog eens te kun
nen beschrijven. Drie druipnatte
bosnegers trokken en droegen me
en die gedachte gaf voldoende moed om niet
al te bevreesd de Aroesoebanja door te ko
men.
Ineens was er overal water. Voor me, naast
me, en achter me. De korjaal werd opgeheven
en zweefde als het ware naar de drempel. Die
drempel was de voornaamste val. Hij was
geen meters diep, maar diep genoeg om je
adem er bij in te houden. Een drempel van
steen en water, en de rnlmte die onze kor
jaal had om hem te passeren, was om en na
bij anderhalve meter. Dat is niet zo héél veel.
Het is zelfs verbijsterend weinig, als je de
enorme kracht van het water in aanmerking
neemt dat zich door die stenen goot, dat
smalravijn, heenwringt.
op het droge en daar eindigde
dan definitief m'n eerste (en
waarschijnlijk laatste) poging de
Aroesoebanja stroomopwaarts te
overwinnen. Nee, een overwinning
was het bepaald niet.
Ergens op een vooruitgeschoven
klip stond m'n vriend te filmen
en te fotograferen. Hij schreeuw
de ook. Van enthousiasme. Hij
vond het alleen maar jammei', dat
ik net te vroeg de korjaal ver
laten had. Het was een scène, zei
hij me later, om nooit te verge-
tot letterlijke weergave in de
ten. Of ik bereid was het nog eens
over te doen
M'n commentaar leent zich niet
krant.
Stroomafwaarts
Toch ging ik die dag nog één
maal door het vallen-complex
van de Aroesoebanja, opnieuw
stroomafwaarts. Een tocht van
enkele uren in de richting van
ons volgend reisdoel. Opnieuw
met Eddy Eersteling aan de koela
en Sandome. aan de motor.
De avond begon te vallen toen we
de rivier opgingen en de zon was
al gezonken achter het oerbos,
toen we de versnellingen namen.
Het was even sensationeel en even
plezierig als de eerste maal, die
middag. 'Dat wil zeggen: stroom
afwaarts
Toen de zon bluste achter de top
pen van de hoogste palmen, ging
de wereld van het bos en de rivier
zich wonderbaarlijk verkleuren.
Snel viel de duisternis in, een duis
ternis vol sidderende, vibrérende
bliksemstralen. In de verte, ach
ter ons, donderde de val. Vóór ons
was een overtrekkend onweer,
waarvan de donder nu eens dicht
bij, dan weer veraf was. Waar de
zon nagloeide in de hemel, leek een
smidse van Vulcanus te branden.
En de gloed scheen op de gladde,
scherpe cyelopenkoppen die in de
rivier omhoog staken. Het was
griezelig, beklemmend daar in de
avond voorbij te schieten, hoewel
ik wist hoezeer we 'ons verlaten
konden op de toverstok van de
koela-man.
De stem van de wal verdween en
het onweer dreef af. Toen werd
't heel stil op de rivier en heel don
ker ,de maan kwam op en tege
lijk de sterren. Hun licht dreef mee
in die oude, mysterieuze rivier,
aan weerskanten voorzien van een
muur van groen. We voeren door
een eindeloze laan. Door een magi
sche tunnel, dwars door de nacht.
Niemand sprak meer een woord.
De bosnegers zongen niet, in dat
uur. Er was alleen nog het geluid
van het voorbijschietend water. En
het stemmen van het orkest in het
bos, waar we soms rakelings langs
voeren. Een oude, vreemde, aan
grijpende wereld. Een wereld, die
haast niet meer van deze tijd is.
Een verloren stuk wildernis in een
der uithoeken van deze planeet.
De korjaal zocht zijn weg door de
nachtelijke wereld. Soms was er
even een woord, een klank van
de koela-man t egen de motorist.
Daarna weer stilte. Vlakbij dan in
eens de schreeuw van een vogel.
En om de bocht van de rivier plot
seling een boom vol vuurvliegen.
Een levende toorts in een eindeloos
woud.
Er zijn weinig dingen zó boeiend,
zó verheven, zó weergaloos indruk
wekkend als dit soort korjaaltoch-
ten dwars door het hart van Suri
name. Wie ze beleeft, zal altijd
naeir dat land terug verlangen. Een
deel van z'n droom laat hij er ach
ter. Hij zal er heimwee naar blij
ven houden, alle dagen dat hij weêr
gedoemd is in die andere wereld,
de wereld waarin hij thuishoort, te
verblijven.
Bedankt Eddie Eersteling. Be
dankt Sandome. Bedanktnach
ten van Suriname
De schrijver van dit artikel,
een riviertje overstekend. Met
korjalen gaat dat anders
OCTAVE NOEL TREFT VOORBEREIDINGEN
Richtlijnen voor
communisten
De Russische premier Nikita
kroesjtsjew zal tijdens zijn
staatsbezoek aan Frankrijk de
hand schudden van een „typi
sche" Franse boer en een blik
werpen op zijn Normandische
varkens. De uitgekozen boer,
Octave Noel en zijn vrouw, ziju
al druk in de weer om de Rus
sische gast op 25 maart waardig
te ontvangen. Kroesjtsjew komt
niet speciaal naar mijn boerde
rij, maar om een indruk te krij-
§en van de Normandische pro-
ukten die wij hier hebben", al
dus Noel.
Hij hoopt dat Kroesjtsjew onder
de indruk zal komen van zijn
pluimvee, een ras ontwikkeld door
zijn oom in 1913. De vrouw van
boer Noel zal mevrouw Kroesjt
sjew een boeket bloemen en een
glas typische Normandische cider
aanbieden. Zij zal haar gaste
voorstellen aan meisjes in het
nationale kostuum van de streek.
Het woonhuis van Noel's boerde
rij stamt uit de middeleeuwen en
is gelegen aan een weelderige
groene vallei bij de rivier de Saire
die uitmondt in de Atlantische
Oceaan een kilometer verderop.
De communistische partij, die be
weert 500.000 aanhangers te heb
ben heeft gisteren instructies uit
gegeven naar aanleiding van het
komende bezoek van de Russische
Èremier aan Frankrijk.
»e communisten die zich langs de
wegen opstellen, mogen „leve
Kroesjtsjew" roepen, maar niet
„leve De Gaulle".
In Hollywood werden
gouden globes uitgereikt
De buitenlandse persvereniging in
Hollywood heeft haar jaarlijkse
filmprijzen toegekend, de z.g. gou
den globes.
Rock Hudson werd gekozen als de
acteur die de grootste favoriet van
de wereld is en Doris Day als de
grootste favoriete. Als beste in Holly
wood gemaakte film in de categorie
„drama" werd gekozen „Ben Hur"
(M.G.M.) en de keuze wat betreft
de beste film die buiten de Verenig
de Staten is gemaakt, viel op Room
at the Top (British-Lion-Indepen-
dent). „Some like it hot" (United
Artists) werd gekozen als beste „co
medy" en „Porgy and Bess" (Colum
bia relase) als de beste „musical".
Het dagboek van Anne Frank (20the
century-fox) werd aangewezen als
de film die het meest heeft hijgedra
gen tot beter internationaal begrip.
Voorts werd nog een groot aantal
prijzen toegekend op elk denkbaar
gebied van de film. Zo werd Pat
Boone in de categorie televisie aan
gewezen als de populairste zanger.
De prijzen werden bekendgemaakt en
uitgereikt aan een diner in de „Cocoa-
nut grove", dat door 1200 persoon
lijkheden uit de filmindustrie werd
bijgewoond.
Volgens het conservatieve blad
„Le Figaro", waren de aanwijzin
gen opgesteld op een vergadering
van Jiet partijsecretariaat in Pa
rijs. De communisten en hun
sympathisanten wei'den opgeroe
pen overal waar de Russische lei
der verschijnt, en masse aanwe
zig te zijn.
Overigens zou alle discipline in
de Franse C.P. niet zo voorbeel
dig zijn. Een blok binnen de par
tij zou de aanwezigheid van
Kroesjtsjew in Frankrijk willen
aangrijpen om zich te beklagen
over de partijbaas Maurice Tho-
rez. Deze „brief aan kameraad
Kroesjtsjew" zou Thorez en zijn
adjudant ervan beschuldigen dat
zij de maxistisch-Leninistische
principes de rug hadden toege
keerd. dat zij weigeren de partij
te „destaliniseren", en dat zij het
feit zouden verdoezelen dat het
ledental van de partij sinds het
aan de macht komen van De Gaul
le tot 237.000 is gedaald.
Politie van Frankfort
mishandelde jood
Een gepensioneerde joodse winkelier
uit Toronto, Canada, is tijdens het
carnavalsweekeinde in Frankfort op
twee verschillende politiebureaus af
geranseld, omdat hij zich wilde be
klagen over het optreden van een na-
Chaim Kuflik, een Canadees van
Poolse origine, kreeg op 27 februari,
omstreeks middernacht, moeilijkhe
den met een Duitser die zich prijzend
over Hitier uitliet. Kuflik merkte op
dat Hitier een misdadiger was, waar
op Duitser hem in het gezicht sloeg.
Kuflik ging naar een politiepost in
de nabijheid, maar de agent weigerde
zijn klacht in behandeling te nemen
of naar het restaui'ant te gaan om
getuigen te horen. Toen Kuflik aan
drong kreeg hij enkele klappen en
werd hij naar buiten gegooid.
Nog dezelfde nacht ging Kuflik naar
het hoofdbureau van politie. Ook hier
weigerde men zijn klacht te onder
zoeken. Hij werd opnieuw geslagen
en men gaf hem te verstaan zo spoe
dig mogelijk te vertrekken.
Een woordvoerder van de politie van
Frankfort heeft woensdag de mede
delingen van Kuflik bevestigd en ver
klaard dat „een onderzoek wordt in
gesteld".
Alkmaarse vervalser kreeg
een maand gevangenisstraf
Conform de eis van de officier van
justitie, jonkheer mr. A. J. Reigers
man, is de 30-jarige Alkmaarse iso
leerder G. J. van S. vandaag door de
politierechter tc Alkmaar, mr. P.
Nolet, veroordeeld tot een maand ge
vangenisstraf wegens valsheid in ge
schrifte. Van S. had een lot vervalst
van de door de Alkmaarse winke
liers ten bate van het Koningin Wil-
helminafonds georganiseerde gratis
loterij. Na van het lot enkele cijfers
te hebben veranderd, ontving hij de
hoofdprijs in deze verloting: een au
to. Een uur later kwam de verval-
sing.aan het licht, 1