Met bosneger Eddy Eersteling in de Aroesoebanja - versnellingen WESTtmiSCH DAGBOEK (S) door Anthony van Kampen BERGSTAMMEN IN LAOS LATEN ZICH MOEILIJK REGEREN DONDERDAG 10 MAART 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 Na drie weken door Suriname te hebben gezworven, had ik kennis gemaakt met alle transportmiddelen van dat land. Te we ten: lopend, met vliegtuigen (van DC 4's tot Pïpercups en van Dakota's tot Cessna's), speedboten en barkassen, prehistorische treintjes en pomplorries (die wonderbaar lijke kruising tussen een lorrie en een Vlie gende Hollander), luxe auto's, jeeps en af tandse ezelkarren. Met allemaalop één na: een korjaal. Na die drie weken had ik voor m'n gevoel zo wat alles meegemaakt, wat iemand in zo'n soort land maximaal kan meemaken: dage lijkse gesprekken met normale mensen en nachtelijke gesprekken met zonderlingen en uitermate vreemde lieden. Visjaren op de ri vieren. Tochten door het oerbos met alle op windende en nare ervaringen die daar nu een maal onverbrekelijk aan vastzitten. Dans- orgieën van bosnegers en een verblijf bij In dianen. Uitputtende excursies naar en in bauxietmijnen (niets is moordender dan het bezoeken van een bauxietmijn; doe het nóóit!) en speurtochten naar verlaten plan tages. Zowat allesOp een ervaring na: met een korjaal door stroomversnellingen lieenscliïeten. Ik had me, van de eerste dag af dat ik in Suriname aankwam, voorgenomen dat ik niet terug zou gaan, alvorens ik die ervaring had leren kennen. De leerde haar kennen. Grootmeester der korjalenDe middelste is Eddy Eersteling, ver maard bosneger, die onze mede werker over de Aroesoebanja bracht. Rechts van hen Sandome. Vanwege de foto hébben ze zich eerst aangekleed „Broeders, niet being zijn, want ik denk aan m'n moeder Het was de dag, dat we Nabel aan de Suriname-rivier bereikt had den. In de modder van de rivier, die hier een 300 meter breed is, lag een kleine armada korjalen: korjalen die oud en gebarsten waren, en overdekt met littekens van in de versnellingen geleverde gevechten, en nieuwe, uit het beste baboén-hout vervaardigd, het hout waaruit ook triplex wordt gemaakt en waarvan de kern steiger-palen oplevert. Wat bosnegers zaten sloom en doelloos op de kant. Hoger op de oever liepen hun vrouwen, gekleed in doorgaans alleen maar een bonte, of hei-rode of hard-gele doek. Hangend op hun rug de baby's. Oudere kinderen, met navelbreuken in ontstellende afmetingen, zivier- ven om ons heen in blijde verwachting om gefilmd of gefotografeerd te worden, met alle geldelijke consequenties vandien. uitermate onvriendelijke, barse, Monoloos grimmige indruk. Overigens leken 5 ze me nóg gevaarlijker met hoog water, als ze onzichtbaar zijn. We zigzagden van de ene oever van de rivier naar de andere, waaruit ik begreep dat het eigen lijke vaarwater hier smal moest zijn. Hoe beide mannen wisten waar zich dat vaarwater precies bevond, bleef een raadsel voor me. Aan bepaalde, vaste punten op de oevers? Aan de kleur van het water? Of was het alleen maar kennis van de rivier? Het is me nooit verteld en nooit precies dui delijk geworden. Na een kwartier naderden we het vallencomplex dat Aroesoebanja heet. Ineens waren er overal kleine kolkjes in liet water, in eens welden er goorwitte schuim- linten op. Ineens ging dat water op een totaal andere manier leven. Ik keek in het water en zag daal de schemering van rotsen. Het was geen aangenaam gezicht, om- Mijn vriend en reisgenoot, groot kenner van Surina me'» binnenland, zat met een van de bosnegers te praten. Het leek een monoloog, want de ander reageerde niet. keek al leen de rivier af, alsof zich daar iets zeer bijzonders afspeelde. Maar de rivier was leeg als een woestijn. Toen wenkte m'n vriend me eh zei dat dit Eddy Eersteling was, de koela-man. Ik kende de naam. Hij was van een bosneger, die in liet hele dis trict bekend is vanwege z'n pres taties met korjalen. Een groot man op de rivieren en met name groot in de vallen en versnellin gen. De koela is de stok, waarmee een man zijn korjaal door de vaalc dodelijk gevaarlijke vallen brengt. De koela-man is de man waar het dus allemaal om draait als het er op aan komt. Het komt er altijd op aan, in de vallen. M'n vriend vertelde Eddy Eerste ling, de bosneger, dat ik graag met hem door de Aroesoebanja- val wilde, heen en terug, en dat we daarna een groot stuk met zijn korjaal stroomafwaarts wilden. De koela-man knikte, mompelde iets onverstaanbaars in neger- Engels en wierp een blik in m'n richting. Hij bekeek me; ik voel de me gewogen, getaxeerd. Zijn blik zei weinig; die bleef leeg én bijzonder weinig geïnteresseerd. Opnieuw viel het me op, hoe sloom bosnegers kunnen zijn. Toen stond hij op en verdween. Maar hij kwam terug met een ander, een jongen nog. En dat was Sandome, die de motor zou bedie nen. Want de korjaal van Eddy Eersteling heeft als hulpkracht een buitenboordmotor. Een half uur later zat ik in de korjaal en bereidde me voor op m'n laatste grote Surinaamse er varing. Voonn zat Eddy Eerste ling. Achterin Sandome, de moto- ï-ist. We hadden afgesproken, m'n be geleider en ik, dat ik alleen zou faan. Hij zou dan bij de val pro eren te filmen en te fotograferen. Toen liii in het bos verdween, voelde ik me lichtelijk verlaten. Zitten tussen Eddy Eersteling en Sandome leek me zoiets als tus sen Scylla en Charybdis. Toen de motor aansloeg vroeg de koela-man me iets. Dit: of ik bang van water was. Nee, zei ik. Ver volgens informeerde hij of ik er iets op tegen had nat te worden.. Opnieuw zei. ik nee. Vergiste ik me, of was er werkelijk een zweem van spot in de donkere, vochtige ogen van Eddy Eerste ling? Laag tij Het was laag tij in de Suri name-rivier en alle rotsen, stenen en klippen slaken boven water uit. Ze mankten een dat ze vlak bij d( waren. Er werd nu sterker gezig zagd, en ik merkte dat er niets slooms meer aan Eddy Eerste ling was. Hij had een metamor fose ondergaan, die even plotse ling als opvallend was. Ineens was er leven in hem gevaren. In eens was de man vol spanning, vol emotie. Hij was ontwaakt. Daarvóór had hij alleen maar ge slapen of gesluimerd. Maar: nu was hij klaarwakker. De. lange stok, zijn koela, tastte in het voorbij-ijlende water dat vol half en geheel verborgen klip pen was. De rivier, die hier meer dan de helft smaller was. dan waar we waren begonnen met va ren. Overal brede lagen stenen en rotsen, en daartussen de zich in elkaar krimpende rivier, die zicht baar en voelbaar ergens heenge- zogen werd. De bron, de oorzaak van dat zuigen, lag nu minder dan een kilometer van ons af. De mag neet, die Aroesoebanja heet. Terwijl ik me stevig vastgreep aan beide kanten van de korjaal, ontdekte ik voor het eerst in al die dagen dat bosneger-zijn een vak is. Al die dagen had ik bos negers nogal indolente, ongeïnte- ndrukwekkend Toen hoorde ik de val. Het deed denken aan een ver, onderaards gedreun, een onderdrukt gebrul, dat snel in kracht toenam. Het leek uit de bossen te komen, die hoog en mas sief op de oevers oprezen, maar het kwam uit een richting, die recht voor ons uit lag. Uit de richting van die magneet. Nog meer zigzaggen. Nog meer kolkjes en dan de eerste werke lijke kolken. Met vaal, grauw schuim dat opwelde uit de diep te, die vol schaduwen van klippen was. Ik keek snel achter me: de motorist zal als een zwart Rodin- beeld over de motor gebogen, z'n ogen geen seconde van de koela- man afhoudend, die met z'n ene vrije hand signalen gaf. Soms riep hij iets, maar het geluid van de val was te luid geworden om elk aar te verstaan. Die ene hand was zoiets als Eddy Eerstelings radar. Een onfeilbaar hulpmiddel bij de ze fantastische navigatie. Men kan niet oordelen over bos negers, zonder hen tijdens dit werk gezien te hebben. Men weet p niet was bosnegers zijn, als men ze niet meemaakte in een versnel ling. Zo ik die dag iets leerde, dan dat. Flitsen herinnering van korjaal- verhalen schoten door me heen. De verhalen, die me In de weken hiervóór verteld waren gedurende de lange avonden en nachten dat we reisden. Verhalen vol gevaar, vol avontuur, vol van indrukwek kend mannenwerk op de rivieren van dit land. Deze rivieren.... en die vallen.... en de versnellingen.... zij zijn Suriname. Wie nooit door een versnelling kwam, die miste het hart van Suriname. Het verhaal van de korjaal, waar in een Nederlandse expeditieleider zijn voornaamste bezittingen had opgeslagen, en die door de val ge grepen werd en verloren dreigde te gaan. Hij zag hoe een ramp zich ging voltrekken, omdat die korjaal niet meer te redden was. Elk ogenblik kon hij aan stukken slaan op de klippen, waarlangs hij in duizelingwekkende vaart werd voörtgesleurd. Maar toen, op dat laatste ogenblik, het uiterste moment, rende een bosneger van de wal naar de lege, onbemande korjaal. Hij vloog over de mes scherpe klippen en rotsen, waar over het water schuimde en kook te. Nee, zei me de man die het meemaakte, hij liep niet, hij danste. Hij deed denken aan een figuur uit een ballet, die bezig was de zwaartekracht te over winnen. Hij veerde, zweefde over AAAA\AA^VV^WWv\VVSWvVWVVVVVVVV\WSA^ VWWVWVWiA*\WWVV\<VVVWV\WWVW^WWW^V I resseerde lieden gevonden. Maar ik had toen ook nog geen Eddy Eersteling en Sandome in een kor jaal meegemaakt. De koela-man deed me denken aan een wichelroedeloper. Zó ma nipuleerde hij met de lange stok, zo zocht, tastte hij het water af waar we doorheen vlogen. Soms stootte hij hard, fel, uit alle macht op een onzichtbare klip en zwaaide de korjaal weg; soms was een nauwelijks voelbaar tikje vol doende. Eddy Eersteling schreef, tekende als het ware met zijn koe la. Hij leek me een meester in zijn vak. Later, toen ik terug was aan land, hoorde ik pas dat hij grootmeester was. Een kampioen van de vallen, en versnellingen. die klippen en zó naar de ten on dergang gedoemde korjaal. Hij bereikte hem en op hetzelfde mo ment dat hij erin sprong, gaf hij één stoot met z'n koela tegen een rakelings voorbijscherende rots. Als die bosneger, die wilde dan ser, een fractie van een seconde later in de korjaal gekomen was, zou die kansloos zijn geweest. Nu voerde hij hem, door een hel van schuim en oi door die verscl opspringend water, t'scnnkking heen. Ook dit soort versnellingen moet soms genomen worden. Men moet door vallen zijn gegaan, om de grootsheid, de allure van zo'n scène te kunnen begrijpen. Dit zijn de werkelijk grootse mo menten in dat wilde, ruige hart van Suriname. Watra Mama De versnelling: naderde ziender ogen en ik wist dat liet nog- een kwestie van hoogstens één minuut was. Ik boog me naar voren en schreeuwde iets naar Eddy Eersteling. Ik vroeg hem hoe de bosnegers de val noem den, welke naam ze hem gegeven hadden. Hij keek even naar me en schudde toen z'n hoofd. Hij wist het niet. Maar hij wist het wél. Later, toen we terugkwamen, heeft hij me die naam gezegd. Toen niet, omdat het levensge- vaarlijk is vóór of in de val die i naam te noemen. Watra Mama, de Moeder van het Water, mag niet i verschrikt worden. Geen bosneger zal dit risico lopen Sterker en sterker trok de mag neet aan Eddy Eerstelings kor jaal en zo vlogen we de versnel ling tegemoet. Hij was duidelijk zichtbaar: een witte ki-aag van schuim en vals-glanzend groen water. Op minder dan een halve kilometer. Het geluid was als het allegro furioso dat aan de finale van een Wagneriaanse opera voor- i afgaat. Maar we waren nog nau- welijks aan de ouverture toe! Ik zag dat de rivier zich snel ver- i smalde. Tot twintig meter. En bij de val tot zeven, tot zes. Daar moesten we er door. Bij werkelijk gevaarlijke vallen j schreeuwt de koela-man z'n man- j nen in het; takki-takki, het neger- Engels, vaak tog: „Bala na vêllè i mi, prakserie mi mama je". Vrij j vertaald in 't Nederlands: „Broe- ders, niet bang zijn, want ik denk j aan m'n Moeder". Ik kan me niet herinneren aan wie j ik zat te denken, toen de Arnesoe- j banja op me toesprong. COMMUNISTISCHE INVLOEDEN Hulp van het westen om gezag te herstellen Laos, even groot als Engeland, Wales en Schotland tezamen, maar met een bevolking van slechts circa tweeëneenhalf mil joen zielen, is een van de moei lijkst te regeren landen in Azië. De hoofdstad telt ongeveer hon derdduizend inwoners, evenveel als de vier volgende grote ste den bij elkaar. Het land is berg achtig, ligt op meer dan 180 meter boven de zeespiegel met- bergtoppen tot bijna 2 kilome ter hoog. Laos heeft geen spoorwegen en nauwelijks 2400 kilometer ver keersweg. Het land vormt geen geografische eenheid, maar is deel van de bergketen, die zich uitstrekt van Tibet en Zuidwest- China tot in Birma en Noord- Sïam. De berghellingen zijn be groeid met uitgestrekte wou den. De natuurlijke gesteldheid van het land en het feit, dat de bevolking voor meer dan de helft tot verschil lende stammen behoort, die elkaar niet allemaal even goedgunstig ge zind ziin, maken het moeilijk Laos behoorlijk te regeren. Juiste bevol kingscijfers zijn niet beschikbaar. Volgens „The Guardian" zijn de ver houdingen tussen de in de laaggele gen valleien wonende Lao en de stammen, die de bergen bevolken, weinig gewijzigd sindsde laatste volkstelling zes eeuwen geleden on der koning Sam Sen Thai. De bergstammen worden door de Lao met minachting bejegend, zij voelen zich achtergesteld en de communis ten richten daarom hun propaganda vooral op hen. Mao Tse Toeng stelde in 1945 een gedragslijn vast volgens welke steun zou worden verleend aan de minderheden in China in hun strijd om politieke, economische en culturele emancipatie en ont wikkeling. Er zijn in China meer dan zestig groepen, die qna ras eigenschappen minderheden vor men. Vooral in het grensgebied bij Laos worden vele talen ge sproken en het communistische regime zond, reeds vóór bet over deze contreien politieke controle had, naar dit gebied boeken in de taal die er gesproken werd, zorg de voor medische hulp en behoor lijke verbindingen. Ook in Noord Vietnam is het de taak van „de partij" om de cultuur en de economie van de bergstammen te veranderen en te ontwikkelen. Zon der twijfel heeft de Vietminh door beloften, propaganda en materiële hulp veel mensen in het grensgebied van Laos voor zich gewonnen. Verwarring, corruptie en slecht be stuur hebben zelfs bet gezag van de regering in de Lao-dorpen onder mijnd. W aarschuwing Het anti-communistishce „Comité ter Verdediging van de Nationale Belan gen" dat geleid wordt door jonge of ficieren en ambtenaren, heeft reeds meermalen gewaarschuwd, dat de si tuatie in Laos overeenkomst vertoon de met die in China, toen Mao Tse Toeng daar aan de macht kwam. De communistische activiteiten kunnen verschillend zijn. De agi tators ondermijnen het gezag; van het dorpsbestuur,' zetten de bevol king aan tot lijdelijk verzet, tot boycot en tot het weigeren van bevelen. Op die wijze zijn hele dorpen onder communistische controle gebracht. De laatste crisis in Laos was dan ook als altijd een gevolg van het gebrek aan gezag. Zo de regering de leden van de ver schillende stammen niet voor zich heeft kunnen winnen dan moet zij toch tenminste haar gezag en be stuur herstellen. En zoals het Westen meehelpt het gezag opnieuw te ves tigen zestig procent van de Ame rikaanse hulp bestaat uit militaire steun zullen thans wellicht de Verenigde-Naties helpen het bestuur te regelen. Het rapport aan Dag Hammarskjöld vraagt om een gecoördineerde actie van de Verenigde Naties en hun ge specialiseerde organisaties voor het onderzoeken van de natuurlijke hulp bronnen, het organiseren van een uit gebreide openbare gezondheidszorg en de aanleg van een zich over het gehele land uitstrekkend netwerk van wegen. Voorts zou het hele bestuurs apparaat moeten worden gereorgani seerd en zouden landelijke gemeen schappen moeten worden ontwikkeld, waarbij men speciale aandacht zou moeten schenken aan de minderhe den en de bevolking van de bergstre ken. Verkiezingen Politieke meningsverschillen tussen de volkspartij van Plioui Sananikone en het Comité ter Verdediging van de Nationale Belangen" leidden vorig jaar tot de interventie van het leger, het aftreden van Phoui als eerste mi nister, en de formatie van een kabi net op brede basis, dat algemene ver kiezingen voorbereidt, die in april of mei zullen worden gehouden. Het comité koesterde achterdocht ten opzichte van Phoui Sananïkone's als te neutralistisch bestempelde buiten landse politiek. Het comité steunde het leger en was er tegenstander van de noodtoestand voor geëindigd te verklaren. In over eenstemming met het standpunt van het leger en het comité zijn thans Khampan Panya als minister van buitenlandse zaken en brigade-gene raal Phoomi Nosavan als minister van defensie in het kabinet terugge keerd. Maar de onrust binnen de grenzen, om van het gevaar er bui ten nog maar niet te spreken, is nog geenszins bezworen. Koning Mohammed V van Marokko (midden) heeft met zijn zoon, prins Moulay Hassan (tweede van rechts) een bezoek gebracht aan de rampstad Agadir en omstreken. Zij zijn hier in een voorlopig verblijf voor overle venden van de aardbevingwaar de kinderen alweer spor tonder wijs kr ij gen. (Advertentie) Weg..verkoudheid t door Wybert hoest- bonbons op kruidenbasis. Een nieuw produkt van Wybert uit haar Zwitserse laboratoria l Met plas tic binnenverpakking. Vraag ze bij uw apothe ker of drogïstl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 5