PAGIM Zwarte kousen aan het been een bruidstaart op het hoofd evr. m ie g. w. &oesm auia§fenr mi er turg: {ja lie tl lerares B ~öan ozüHfV C tot ozouw VRIJDAG 26 FEBRUARI 1960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 GWl WERKENDE VROUWEN IN ZEELAND (IX) (Van onze redactrice) allet: het is in de na-oor jaren een tover woord geworden voor een groot deel van de vrouwelij ke jeugd. Het ballet heeft ve le jonge supporters gekre gen, het heeft zelfs de jeugd- mode sterk beïnvloed en dat is geen wonder wanneer men in aanmerking neemt dat het begrip „ballet" niet alleen associaties oproept met elegance en sierlijkheid, maar bovendien (en vooral!) met een van romantiek door trokken beroep: dat van de balletdanseres. Maar ook hier blijkt die ro mantiek weer slechts schijn; schijn waaronder, zoals dat met de meeste geromanti seerde beroepen het geval is, een leven van hard werken schuilgaat. Een „werkende vrouw in Zeeland" die uit ja renlange ervaring hierover kan meepraten, is mevrouw G. M. Soesman-Huffenreuter, balletlerares te Domburg. Zij weet veel te vertellen over de kunstvorm die ballet heet, maar hoewel zij haar grote liefde voor de dans nergens verloochent, vervalt zij toch niet in een geëxalteerde ver heerlijking van haar beroep. En toch heeft haar hele leven in het teken gestaan van het ballet. Op haar vierde jaar be gon zij al te dansen, toen ze achttien was gaf ze haar eer ste lessen: in het voormalige Xederlands-Indië waar zij het Krootstc deel van haar leven eeft doorgebracht. „Toenter tijd vermoedde ik niet, dat ik jaren later nog eens in Neder land mijn brood zou verdienen met balletonderricht....." Want „toentertijd", en dat is in middels zo'n veertig jaar geleden, gaf mevrouw Soesman haar bal letlessen eigenlijk louter voor haar plezier. „Toen al bestond er in Indië grote belangstelling voor het ballet, er waren goede erken de balletscholen, we zagen veel ballet op hoog niveau doordat be roemde balletgezelschappen tour nees door de archipel maakten". Nu, jaren later, beheerst de dans nog steeds het dagelijks leven van mevrouw Soesman, al heeft zij het eigenlijke dansen gaande weg moeten verwisselen voor de theoretische kant van het ballet- onderricht. Het begin hier in Zeeland was eigenlijk niet zo moeilijk, dat hebben anderen gro tendeels voor ons georganiseerd", zegt mevrouw Soesman eerlijk. „Pas daarna begon voor ons het harde werken Met dat „begin" bedoelt zij de start van haar balletschool in Zee land, nu negen jaar geleden. Ne gen jaar, waarin de naam „Ballet Soesman" in onze provincie eerj 'bekende klank heeft gekregen, zelfs voor degenen die geen daad werkelijke belangstelling voor het ballet hebben. Begonnen in Dom burg, breidde het werk van de balletschool zich over heel Zeeland uit, en op het ogenblik worden onder auspiciën van de Zeeuwse Muziekschool lessen gegeven in Middelburg,. Vlissingen, Goes, Oostburg, Hulst, Zierikzee, Kort- gene en Domburg. Wie dit rijtje plaatsen eens bekijkt, zal begrij pen dat mevrouw Soesman en haar beide dochters haar dagen van 's morgens vroeg tot 's avonds laat gevuld weten: de dochters geven het praktische balletonder richt, mevrouw Soesman neemt het theoretische gedeelte voor haar rekening. Het aantal leerlin gen dat zij op deze wijze gedrieën les geven, bedraagt driehonderd vijftig. Wie er naar de balletlessen komen „Overwegend vrou wen en meisjes, jammer ge noeg heel weinig jongens. In de kleuterklassen doen nog wel eens jongetjes mee". Die kleuterklassen hebben als leef tijdgrens vier tot en met zes jaar („van dansen kun je hier eigenlijk nog niet spreken, ze leren bewegen op muziek"), Mevrouw Soesman met enkelen vaji haar "leerlingen de praktijk van het dansen is voor haar welis waar verleden tijd geworden, maar aan de theorie van het bal letonderricht heeft zij méér dan een dagtaak (Foto P.Z.C.) voorts zijn er klassen voor de leeftijd van zeven tot en met elf jaar, van twaalf tot en met vijftien jaar en nog een klasse voor leerlingen boven vijftien jaar. In die hoogste klasse lo pen de leeftijden uiteen, er zijn zelfs deelneemsters wier leef tijd in de buurt van de vijftig jaar ligt. Die deelneemsters krijgen speciale gymnastiek; cursussen, gebaseerd op de be wegingsleer van het ballet. En daarmee komt men dan met een aan de functie die het ballet- onderricht in het moderne leven vervult. Bij balletonderricht denkt men immers tegenwoordig niet in de eerste plaats aan een opleiding tot het beroep van danseres, maar wel aan de primaire resultaten die men met balletlessen kan be reiken en die voor de vrouw zo belangrijk zijn: een betere li chaamshouding, het vermogen om zich goed te bewegen. „We lopen zo siecht, we hebben vaak door gezakte voeten, een slordige li chaamshouding, en al die onvol komenheden kunnen door ballet lessen zo prachtig gecorrigeerd worden", zegt mevrouw Soesman, die echter meteen de nadruk erop wil leggen dat men het heden daagse balletonderricht niet moet gaan bekijken als een soort ver edelde gymnastiek: Het is en blijft een vorm van toonkunst, en voor een enkeling voert het balleton derricht dan ook tot een levens vervulling: tot het beroep van danseres of danspedagoge. Het ïs vooral dit tweede beroep dat van danspedagoge waarvoor mevrouw Soesman liefst een zo intensief mogelijke propaganda zou willen voeren. „.Aan goede en bekwame danspe- dagogen ïs in Nederland zo'n groot gebrek; zo lang die er niet zijn, blijft het gevaar bestaan dat door onbevoegden op het gebied van het balletonderrieht zoveel verknoeid wordt. Vergeet niet dat het balletonderricht in de eerste plaats op het lichaam is gericht, en dat aan dat lichaam onnoem lijk veel verknoeid kan worden door het verkeerde onderwijs! Als er eerst maar voldoende goede pe- dagogen zijn, dan komen de goede danseressen, en dus het betere ballet, op den duur immers van zelf". In de „vak-klasse" van mevrouw Soesman kan men drie meisjes aantreffen die voornemens zijn, om in de toekomst haar beroep in de wereld van het ballet te zoeken. Ze zijn nog jong (zestien tot acht tien jaar) en reeds nu werken ze hard: niet alleen aan de prakti sche kant van haar toekomstig beroep, maar ook aan de theoreti sche zijde. Want willen zij na een opleiding van drie jaar in deze be roepsklasse opgaan voor het staatsexamen voor de danskunst, dan moeten zij niet alleen kunnen voldoen aan een groot aantal tech nische eisen, maar ook aan muzi kale. Ze moeten kennis hebben van algemene muziekleer, van vormleer en van ritmiek, daar naast moeten zij de algemene dansgeschiedenis kennen, en het nodige van anatomie weten. Be sluiten zij na die drie jaar nog een jaar door te gaan met de studie voor danspedagoge, teneinde na dat extra jaar deel te kunnen ne men aan het staatsexamen voor adspirant-danspedagogen, dan komt hier nog een aantal prakti sche en theoretische eisen bij, ter wijl de toekomstige pedagogen te vens een vooropleiding moeten hebben gehad, die gelijkstaat met drie vier jaar voortgezet of mid delbaar onderwijs. Gezien die lang niet lichte eisen is mevrouw Soesman dan ook uiterst voorzichtig met het geven van adviezen aan ouders, wier kinderen van een carrière in de balletwereld dromen. „Zelfs al voldoen ze aan de hoogste techni sche eisen, dan nog kunnen ze Geen voorjaarsmode zonder ruiten, van de heel kleine pepi- ta-ruitjes tot de forse prince- de-galles ruiten. De ontwerper \mn dit mantelkostuum (Duitse confectie) koos een grofgerui- H te stof en maakte er een pak- H je van dat in vele opzichten aan de mode-eisen van dit voor- H jaar voldoet. Het jasje is vrij lang en heeft een ceintuur (de tuniek-idee komt hier naar vo- ren), de kraag vertegenwoor- M digt een nog steeds populair H mode-espect: hij ïs vrij groot en liggend, en laat de hals vrij. Gemakkelijke sportieve H kleding, die vooral de instem- ming van de jonge sportieve vrouw met een slank figuur zal hebben. illlllllllllllllllllllllllllllll struikelen over de theorie: doordat ze de stof niet aankunnen, of door dat ze niet het doorzettingsver mogen en de geestelijke energie hebben om zich door de vaak dor re theorie heen te werken. Pas na, laten we zeggen het twaalfde jaar, kan men (en nog niet eens met zekerheid!) beoordelen öf een kind geschikt is voor het ballet als-beroep. Ook dan nog is het moeilijk te adviseren: het kind kan zelf van gedachten verande ren, bovendien kan in die jaren het lichaam nog zo veranderen dat het niet meer voldoet aan de eisen die het staatsexamen stelt aan de lichaamsbouw van de kan didaten. En natuurlijk is ook een uitstekende gezondheid van het grootste belang bij deze zware studie". Mevrouw Soesman spreekt over haar werk zonder ophef, zonder de geëxalteerdheid waarin men ten aanzien van deze spectaculai re beroepen toch zo gemakkelijk vervalt. Het enige wat ze (in aïle bescheidenheid!) over haar eigen aandeel in het balletonderricht in Zeeland wil zeggen, is dit: „Ik vind dat mijn dochters en ik een mooie taak hebben; een taak die opvoedkundig van belang kan zijn, omdat je je leerlingen zoveel zelf vertrouwen kunt schenken, en de kinderen onder die leerlingen kunt leren, sportief en zonder afgunst eikaars prestaties te waarderen". ivvvwvywwv\\\\\vvvv\vvvvvvvw Tijdens een discussie tussen orthopedisten te Diisseldorf kwam een grote koffer op tafel, Sevuld met niets an- ers dan oude, afge dankte kinderschoenen. De discussie ging over „de gezonde kinder schoen" en in die kof fer lag slechts een keus uit 5000 paar onder zochte schoenen. „Want dear leer je het meeste van", zei een der artsen, die vier jaar lang 33.000 paar kindervoetjes geregeld gemeten en gecontro leerd heeft. Het resul taat: kindervoeten worden meestal door te korte en te starre schoenen vervormd. Dit onderzoek was op gedragen door een gro te schoenfabriek in het Rijnland, die weten schappelijk wilde laten vaststellen, wat nu werkelijk een goede kinderschoen is. De in teressante conclusies van een commissie van artsen zijn, via de Duitse Orthopedische Vereniging voor elke schoenmaker en elke schoenfabrikant toe gankelijk. Bij dit grote onderzoek in alle delen van de Westduitse Bondsrepu bliek constateerde men, dat vrijwel 80 procent van alle kinderen te korte schoenen draagt, vaak zelfs twee tot drie maten te kort! De oorzaken zijn niet geldgebrek of onacht zaamheid van de ou ders, slechte verkopers in de schoenwinkels of de kinderen, wier voet jes zich te snel aan te kleine schoenen aan passen. Integendeel: de schuld ligt in het feit, dat de meeste schoenen bij aankoop te ruim lijken. En daarom koopt men dan een maat kleiner. Hier tegen is maar een re medie, namelijk van te voren de voeten nauw keurig te meten en dan 'n schoen tc nemen, die een of twee centimeter groter is. Dan pas heeft men een goede keuze gedaan. Een tweede punt van onderzoek vormden te starre zolen, harde „gewichten" en aller lei soorten verkeerde ondersteuningen. Naar de jongste inzichten is de beroemde gezond heidsschoen met inge bouwde steunzool lang niet altijd gezond. Een onvervormde kinder voet heeft een zachte schoen met een buigza me zool en een flexibel schoen-,.gewricht" tus sen voorschoen en hiel nodig. Overigens heeft het team onderzoekers tij dens liet werk ook nog even een blik gewor pen op de moeder althans op haar voet. Het advies van de art sen luidde: vrouwen moeten noch voortdu rend platte ballerina- schoenen dragen, noch el te eenzijdig schoe nen met hoge hakken. De ballerinaschoentjes blijven alleen maar goed zitten, als men ze 'n maat te klein neemt, schoenen met hoge hakken moeten om technische redenen vrij star zijn tussen voor voet en hiel. Hierdoor draait de hiel voortdu rend met als gevolg extra gevoeligheid en een onstabiele loop. Overigens: dc zoveel bekritiseerde puntige schoenen in Italiaanse stijl zijn niet zo ge vaarlijk als ze lijken. In de meeste gevallen namelijk zijn zij zo lang, dat <lo punt niet eens gevuld wordt. Zo lang de mode dus vrij lange schoenen accep teert, valt het wel mee. WWA>W\W\*\*\WV*\<VV\'VVWVWV ■mnnmBOEESW^ SCHOONHEIDSZEEP UIT ENGELAND De mode-1960 is eigenlijk de mode van oma.... (Van een medewerkster) Alle meisjes van Parijs dragen zwarte kousen geen nylons, maar dikke zwarte wollen kousen met een ribbeltje. En het lijkt er dus op of de meisjes van Parijs die zo'n slechte naani hebben dat de film industrie miljoenen aan hen kan verdienen op het pad der deugd zijn weergekeerd en breien. Dat zou Bestevaer De Gaulle wel willen maar het ïs niet zo: al die zwarte kousebenen zijn machinaal gebreid. En ze zijn niet zozeer bedoeld als bewijs van ingetogenheid; zwarte kousen zijn gewoon geraffineerder dan nylons. Nylons zijn veel te ont hullend en het is heel verstandig van de meisjes van Parijs dat ze hun kuiten zwart gebreid hebben: twee recht, twee averecht. Een beetje ouderwets is het. niette min wel als U met ouderwets maar niet degelijk bedoelt. „Ouder wets gezellig ouderwets geraf fineerd ouderwets frivool ouder wets" is eigenlijk de hele teneur van de nieuwe mode. Het is of de veel gekapittelde meisjes van nu welbe wust de oma's van nu als jong meisje doen herleven en dan uit dagend om zich heen kijken: wou U nog wat zeggen Wou U zeggen, oma, dat uw knotje van vroeger zo veel degelijker was dan ons ratte- kopje? Goed, dan wij ook een knot je, oma. Wij ook een chignon. Wij ook een dot vals haar van-de-novices- uit-het-klooster is dat degelijk, oma? Wij ook zo'n echt breed en hoog kapsel en dan niet met een brutaal bruin gezond snoetje eron der maar met een porseleinen op maak, net als oma, en met grote bedeesde ogen. Hoe maakte oma vroeger grote bedeesde ogen ook met mascara net als wij? Oma zegt niets oma zwijgt en wacht, want ze weet dat er nog iets ontbreekt aan het portret van vroegerde hoed. Precies, de hoed net zo'n hoed als vroeger oma droeg: groot en breed zodat de heren in de paardentram een stapje opzij deden als oma instap te, ze keken dan oma goedkeu rend na en streken hun snorretje op. In Parijs draagt men nu ook zulke hoeden van tulle oi' zijde, omdat het straks lente wordt en straks als de winter nadert wordt dat dan wellicht weer flu weel weet U nog oma? Met een hoedenspeld, mompelt oma tegen het afwaaien. Goed, met een hoedenspeld. En de pothoed, mom- Wij leven in een merkwaardige tijd. Dat zult U wel eens meer gehoord hebben, en U daarbij misschien hebben afgevraagd of die atoomsplitserij nu werkelijk zoveel aan de wezenlijke aard der dingen heeft veranderd. De techniek staat voor niets, maar zij kan toch nog niet alles. Het is ook niet de atoomsplitserij die onze wereld een geheel ander ge- zich heeft gegeven als die van onze ouders. En of onze dochters infrarood zullen koken of van top tot teen syn thetisch gekleed gaan, zal ze niet we zenlijk doen verschillen van ons, knusse achterloopsters, die onze tjes nog het schaap van de rug plukken en de soep te trekken zetten op een gaspitje. Maar wat haar van ons zal onder scheiden, wat ons nu al vreemd te genover de eigen tijd doet staan, is iet gevoel dat zij op velerlei gebied een uiterst kostbaar vermogen tot onderscheiden zullen missen. Wij leven in een tijd die ongemerkt maar onweerhoudbaar alle onder scheidingsvermogen voor werkelijke waarden begint te verliezen. Die zo angstaanjagend massaal denkt dat men de neiging krijgt Diogenes lan tarentje over te nemen om naar één mens te gaan zoeken, die in die massa zijn eigen gezicht nog niet is kwijt geraakt. Het begon eigenlijk al in onze jeugd met de filmsterren. Wie zich nog herinnert hoe Ramon Novarro als een afgod werd aanbe den, Greta Garbo tot een zwijgend mysterieus idool verheven, die kan alleen maar constateren dat wij van deze fatale misvatting nu de gede valueerde consequenties beleven. Want wat, goedbeschouwd, waren de ze oude filmgoden meer dan drog beelden? Zij hadden, in meer dan éen opzicht, geen diepte of iets dat op ei gen persoonlijkheid leek. In het aller prilste begin van de film hadden ze zelfs geen stem. Zij verschenen, on wezenlijk en ongeloofwaardig, op het witte doek als droomgestalten, in die zin dat miljoenen halfbewuste dro men tot een gestalte waren samenge vloeid. Men kon zich amper voorstellen dat ergens een mens rondliep met de identiteit van deze illusionaire vol maaktheden. De stormachtige ver ering, de levensgevaarlijke adoratie die hun te beurt Adel als zij .zich in een onbewaakt ogenblik ergens in le venden lijve durfden vertonen waren het welsprekendste bewijs dat men die menselijke verschijning eigenlijk niet verwacht had. Dat zij nauwelijks te denken waren zonder de suikeren romantiek van hun filmverhaal. Grea Garbo heeft, tot haar wanhoop dat droomstadium overleefd. Zij moet blijven rondzwerven in een re- eel decor waarin zij niet past, en dat haar' zö verbijstert dat zij tot onher kenbaar toe zichzelf misvormd heeft, de absolute tegenstelling van haar filmverschijning Voor onze dochters heeft zij zelfs nooit bestaan. Zij halen de schouders op voor een wezenloze dame met slordige haren en een schichtige blik achter een donkere bril. Zij hebben haar eigen afgoden, niet langer ge heimzinnig of supervrouwelijk, maar bijna tastbaar onder haar direct be reik, van dezelfde makelij en instel ling als zij. xXx Zij zijn veel te nuchter om een droomvrouw te vereren, zij ver wachten bij haar idool niet eens talent of zelfs maar begaafdheid. Zij willen dwepen met een leeftijdgenoot die eigenlijk niet méér kan dan zij zelf. Die een béétje kan zingen of een béétje gitaarspelen, en die geen generatie verduurt maar hoogstens een paar maanden kans ziet de plaats aan de top bezet te houden. Zij hebben geen besef meer, hoe naïef en kritiekloos ook, dat een idool al tijd boven de ihassale gemene deler moet uitstijgen, al is het maar bij de fratie van een regisseur, ij willen juist de middelmaat zelf, het handige meisje, de fortuinlijke jongen die toevallig, door stom ge luk, in het licht van de schijnwerpers terechtkwam. Zij bedelen niet om handtekeningen van toneelspeelsters, zangeressen of musiciennes, maar om die van omroepsters, middelbare scholieren en dienstplichtige soldaten. xXx et is, bedenkelijk genoeg, geen modeverschijnsel dat met de ja ren wel slijten zal. Ook als de adoratie zich met de regelmaat der seizoenen verplaatst naar andere ont dekkingen van de jagers op „talent", stelt die adoratie nooit andere of ho gere eisen: de bewondering wordt nimmer volwassen: En wat misschien nog bedenkelijker is: de volwassenen adoreren geen ideale man of volmaakte vrouw Hc pelt oma, die is er Óok weer. Hoog ot volmaakte vrouw de bol, om er al het haar het ech- Ga_lb,° Navarro zouden geen schijn de bol, om er al het haai- het ech te haar en het valse knotje in op te bergen. Heel hoog zijn de hoeden alweer indrukwekkend als pago des of als bruidstraat, al naar uw smaak is. En met een voiletje, fluistert oma en ze kijkt weer on deugend, net als vroeger: ze gluur de nieuwsgierig van onder haar pot- hoedje de wereld in haar grote bedeesde ogen leken te dromen on der de brede hoedrand die zachtjes welvend om haar gelaat wiegde en van achter haar voiletje knipoog de ze dan. En we knipogen terug: weet U nog oma? het matelootje? het is er weer. En de brcton en de dophoed; zo'n lieel bouwwerk je om bet hoge kapsel. Dit seizoen meestal van grof ge vlochten stro of van nylon gaas, zo dat de kleur van het haar door het hoedje schijnt. En dan versierd na tuurlijk met veertjes of bloem blaadjes of takjes met vruchtjes. Net als vroeger net zo vrolijk en uitdagend cn frivool en guitig en wuft en wat U maar wilt. Want de vrouwen van nu, die de marimba dansen, zijn net als oma toen zij de charleston danste. van kans meer maken. Huismoeders zwijmelen bij" de bakvis Romy, en volwassen mannen betalen miljoenen voor de aanblik van het'slordige na tuurkind B. B. De tijd, dat studenten de paarden van Jenny Linds rijtuig afspanden; dat lezers de postbode urenlang te- Ëemoet liepen om een aflevering van lickens nieuwste boek eerder in han den te krijgen die tijd ligt ver ach ter ons. En het ergste is wel, dat on danks alle cultuurspreiding en opvoe ding tot kunstgevoeligheid die tijd waarschijnlijk nooit meer terugkomt. De grootste gemene deler wordt steeds kleiner. SASKIA Advertentiet

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 5