Zeeuwse schoonmaakploeggoede reputatie in Tuindorp Oostzaan KLANKBORD Christelijke eenheid doel van „internationale bidweek" ELSEVIER VERLIEST KORT GEDING VAN STUDENTENBLAD ZATERDAG 30 JANUARI I960 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ENTHOUSIAST EN IJVERIG „Ja, die Zeeuwen werken prachtig, ze voelen het meest met ons mee (Van een speciale verslaggever) „Mijn achttien mannen zijn dol enthousiast. Maar hoe en waar ze thans zijn ingezet... "dat weet ik werkelijk niet. De heer Verhoef, die ook hier in het badhuis moet zijn, is met de indeling belast." Aldus zei ons vrijdagmorgen de heer J. R. de Boer uit Zierikzee, kring- hoofd van de B.B. op Schouwen-Duiv eland en leider van de Zeeuwse ge meentewerklieden, die in Tuindorp-Oostzaan te Amsterdam zich in de grote schoonmaakslag geworpen hebben. Dit als tegenprestatie voor de helpende hand, die de Amstelstad destijds aan het getroffen Zeeland bood. De heer De Boer had overigens ook al een taak gevonden; hij zat achter een tafeltje met vele papleren, lijsten in te vullen en bleek temidden van de met emmers en flessen bleekwater sjouwende vrouwen (het badhuis aan de Maanstraal was een der grote uitreikingsplaatsen voor het schoon maakgerei) reeds een vraagbaak voor velen. „We zijn maandag aangekomen en in het gebouw van de Atva aan de Mar- nixstraat ondergebracht. De legering en voeding zijn erg plezierig en er heerst een schitterende stemming...." Maar meer kon de •heer De Boer ons niet ver tellen.. Dus gingen we op zoek naar de heer J. Verhoef, die -lelfs met behulp van de radiopost van het Rode Kruis ondergebracht in de Zonne- wegschool onvindbaar bleek. Terwijl we door de troosteloze straten kwamen, langs grote tank auto's met opschriften als „Drink water" en „Warm spoelwater" langs nit elkaar gevallen meubi lair, dat aan beide kanten de weg flankeerde, kregen we een goede indruk van de omvang van de ramp. Naast de grote actie van de Amster damse schoonmaakdienst, de militaire steun, alsmede die van B.B. en Rode Kruis, waren de meeste bewoners ook zelf aan de slag gegaan. Een enorm leger schade-enqueteurs, waarvan het hoofdkwartier met een uitgebreid technisch apparaat ook weer in een der openbare gebouwen was onderge bracht, was op pad. Wanneer de he ren de balans opgemaakt hadden, werden uiteengevallen boekenkasten, piano's, dressoirs, divans, bedden, ta fels en stoelen op straat gegooid. In deze wereld van modder, rijdende toiletten en met potkachels volgela den vrachtwagens (die weer op for mulieren uitgereikt werden), zagen alle mannen in hun ketelpakken en zware laarzen er ongeveer render uit „Is U soms een Zeeuw, mijnheer?" „Heeft U soms de achttien Zeeuwen gezien?" Op dergelijke vragen kregen we steeds een ontkennend antwoord. Eindelijk vonden we een hard wer kende heer Verhoef, staande in een grote formulier- en emmerslag, in een der openbare gebouwen. „Die achttien Zeeuwen? Wel. die werken hier vlakbij. In de Vega- straat. Wilt U de nummers? Hier zijn ze: 28, 56. 59, 68. 74, 78.141, 165. Op elk adres helpen twee man de be woners." „Geeft U ons ook even de namen." De heer Verhoef gaf ons een lijst en we lazen: L. J. van der Wielen, Brouwersha ven; A. W. Jumelet, Bruinisse; H. S. Slager, Burgh; I. M. Geelhoed, Drci- schor; H. v. d. Schelde, Duivendijke; J. W. Polderman, Haamstede; M. de Jonge, Kerkwerve; J. Folmer, Nieu- werkerk; J. Koopman, Noordgouwe; C. J. de Later, Oosterland; P. IC. van der Werf, Ouwerkerk; L. W. de Fel- ter, Renesse; S. Willemse, dito; J. Dalebout, Zierikzee; G. C. M. Wan- sink, dito; L. van Dongen, fitter wa terleidingmij. Schouwen-Duiveland, Zierikzee; C. Heijboer, gasfitter, Zie rikzee. Op een der aangeduide adressen von den we de 57-jarige heer M. de Jon ge en de 24-jarige héér Wansink. „We zijn maar vast begonnen met schoonmaken... de enquêteur is nog niet geweest", aldus de heer De Jon ge, een aantal kromgetrokken boe ken op een als oud vuil in een hoek liggende „bibliotheek" weipend. ter wij! de heer Wansink bezig was de kachel aan te maken. Inmiddels werd er door de overige huisgenoten (in ketelpakken, met kaplaarzen en om slagdoeken) in de keuken, in de ser re en de gang ook een zware strijd geleverd om de danig gehavende vloeren en muren enigszins toonbaar te maken. „Ik heb zelf twee rampen meege maakt", aldus de heer De Jonge, „dus ik weet, wat dit alles voor de mensen betekent. De eerste keer was dit in oorlogstijd... toen was alles weg. Ik had 7000. gulden scha- ZOENTJE REMT. Een jong paar moet misschien zijn huwelijk uit stellen om een gevangenisstraf te kunnen uitdienen die "gegeven is wegens zoenen ln het openbaar. De rechtbank in Genua veroordeelde Vito Meria, 23. en Agnese Marisi, 20, tot twee maanden gevangenis straf wegens het elkander kussen onder een boom langs de openbare weg op een sempteravond van het vorig jaar. Het paar was betrapt door een politieman. De rechtbank sprak het schuldig uit, ondanks het verweer van Maria: „Wij deden geen kwaad en zijn bovendien van plan in maart met elkaar te trouwen." Het openbaar ministerie had vijf maanden geëist. Het paar ging in hoger beroep. HOUDT DE DIEF. De tentoon stelling „Houdt de dief" in Go thenburg, gewijd aan de bestrij ding en voorkomen van diefstal en inbraak, heeft bezoek gehad van dieven. De inbrekers hamen zes sloten mee welke tegen dieven be stand heten te zijn. de. En de tweede keer kwam ik er ook niet al te best af. Maar we zijn blij, dat we nu wat doen kun nen voor de materiële en geldelijke steun, die Amsterdam ons destijds geboden heeft. En we hebben on derling met elkaar afgesproken: we gaan beslist niet weg, voordat de mensen hier in Tuindorp Oost zaan weer wat op orde zijn. Kijk... de ramp hier is natuurlijk niet zo erg als bij ons, maar de klap is toch heel zwaar aangekomen. Er is voor een vermogen vernield. Maar gelukkig... hier geen zout, al heeft de olie, die op het water dreef, ook slecht werk gedaan." De heer Wansink, die inmiddels zijn aandacht bepaalde bij een grote par tij bloempotten, die op een zich in al lerlei bochten „wringende" grond in de zijkamer stonden, zei ons, dat hij op het ogenblik weer enigszins „in zijn vak was", hij is n.l. gemeente- tuinman in Zierikzee. Ingeburgerd De verstandhouding hoe zou het anders kunnen? met de getroffen bewoners liet niets te wensen over. Overal waren de Zeeuwen reeds „in geburgerd". In alle ruïneuze inte rieurs, waar men improviseerde met flessegas en houtvuurtjes en met tuinslangen, die water aanvoerden, werden ze behandeld als leden van de familie. Op een der adressen vonden we een der mannen, gezeten op de rand van een half-uiteengevallen fauteuil, ter wijl hij het goed verzorgde lunch pakket van de Atva oppeuzelde. „We zijn hier een heel eind klaar", zo zei hij. „en nu gaan we dadelijk verder op". „Ja, die Zeeuwen werken prachtig... ze voelen meer met ons mee, dan wie ook, omdat ze zo goed begrijpen, wat ons overkomen is", aldus zei de vrouw des huizes. Inmiddels was het enthousiasme om aan de slag te gaan bij alle Zeeuwen op deze gedenkwaardige morgen zo groot, dat een der mannen in Tuin dorp Oostzaan plots ontdekte, dat hij in de haast... twee linker laarzen had aangetrokken. Op een ander adres vonden we de heren Koopman en Stoel, die beiden de 50 kruisjes al gepasseerd zijn. „We zijn beiden gemeentewerkman en doen als zodanig allerlei werk. We zijn van alle markten thuis... voor ons is dit werk hier gesneden koek". En de heer Stoel nam ter illustratie heel alleen een uit zijn voegen hangende kast op en droeg deze naar buiten. En zo kregen we dan de indruk, dat de stoere Zeeuwse ploeg daar in Tuindorp Oostzaan in ieder opzicht een prestatie levert. Overal hoorden we over de verzorging en dehou ding der Amsterdammers niets dan goeds. Er bleef slechts een kleinig heid te wensen over: het zakgeld van 2.per dag was wat aan de krap pe kant. „Maar och, meneer....... schrijft U daar maar niet over. Het gaat best. We zijn dik tevreden". Het begon reeds donker te worden hoewel de klok pas op half vijf stond toen we ons gereed maakten het onder een troosteloze hemel zwoegende Oostzaan weer te verla ten. De strijd is nog lang: niet gestreden en de vuren onder de enorme warm waterketels in de badhuizen zullen de eerste dagen wel hoog blijven branden. Samen met het vuur van de toewijding van de dappere Zeeuwse ploeg, die het hare doet om de troosteloze ruïne van Tuindorp Oost zaan weer als een nette Amsterdamse stadswijk te doen herrijzen. Een jaar gevangenisstraf voor poging tot moord De 27-jarige Bossche chauffeur G. K. die op 19 januari voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch terecht stond omdat hij getracht zou hebben zijn beide kinderen om het leven te bren gen door de gaskraan open te zetten, is door de rechtbank veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. De officier van jus titie had tegen hem twee jaar gevan genisstraf met aftrek geëist. „SCHULDIG AAN ONRECHTMATIGE DAAD" Gevraagde rectificatie werd afgewezen De president van de Amsterdamse rechtbank heeft gisteren, uitspraak doende in kort geding, 2 van de 4 voorzieningen toegewe,zen, die de re dactie van het Amsterdamse stu dentenweekblad „Propria Cures" had gevorderd van Elseviers Week blad „wegens aantasting van haar eer en goede naam." De uitegeverij en de beide hoofd redacteuren van Elseviers Weekblad waren door de redactie van „Pro pria Cures" gedagvaard wegens een reactie in Elsevier op een in P. C. opgenomen ingezonden anti semitisch stuk van de 21-jarige student H. Plas. De redactie van P. C. plaatste de meest beledigen de passage in haar correspondentie- rubriek en voor zag die van het na schrift: „Bent U nu de beloofde zoon van Hitier? Heiland Plas. 't Klinkt niet onaardig". In de reac tie in Elseviers Weekblad werd dit fragment als antl-semitisch aange merkt. Het artikel in dit blad besluit met de woorden: „Voor de schrijver en voor degenen die het stuk opnamen is niet Amsterdam maar Cairo de aangewezen universiteitstad." Later verscheen in Elsevier een hoofdartikel over de recente vlaag van anti-semitisme in en buiten Europa, dat eindigde met de woor den „Het tweede detail verschaft Nederland een droevige primeur: de anti-semitische agitatie der com munisten is in Amsterdam begon nen te weten in het Amsterdamse studentenblad Propria Cures. De president veroordeelde de ge daagden tot het onverwijld staken van de verspreiding en de publika- tie in welke vorm ook van deze ge- iniprimlneerde artikelen; zulks on- dei dwangsom van 1000 voor Iede re overtreding en met machtiging tot uitvoering hiervan met behulp van de sterke arm. Gedaagden die nen zich tevens te onthouden van alle handelingen, met name publika- ties die de strekking hebben de re dactie van het studentenblad te be tichten van anti-semitisme of van liet steunen van anti-semitische strevingen, dit onder dwangsom van 10.000. De door de. P. C. gevraagde rec tificatie van de gevraagde arti kelen in Elsevier en publikatie van het vonnis wees de presi dent af omdat naar zijn mening deze vorderingen geen grond vin- den in de wet. De gedaagden werden veroordeeld in de kosten van het geding zijnde 250. De president kwam tpt de slotsom dat gedaagden zich jegens P. C. heb ben schuldig gemaakt aan onrecht matige daad, „waardoor eisers scha de hebben ondervonden, althans drei gen te ondervinden." Tenslotte zegt de president ook, dat „inderdaad uit de door de ge daagden aangehaalde passages uit artikelen in Propria Cures de indruk wordt verkregen dat dit eertijds be faamde Amsterdamse studentenblad van lieverlede is afgezakt naar nihi lisme en verbijsterde trivaliteti en cy nisme". Deze omstandigheid heeft echter niet tot gevolg dat aan de P. C.-redactie geen rechtsbescherming zon toekomen tegen haar aangedane belediging of door haar ondervonden onrechtmatige daad, waardoor zij schade lijdt. Het Wereldgebeuren President wraakt dagblad commentaar Voordat de president van de Amster damse rechtbank, mr. U. W. H. Stheeman, gisteren overging tot de uitspraak in bet kort geding tussen het studentenweekblad „Propria Cu res" en „Elseviers Weekblad", richt te hij zich tot een verslaggever van een der landelijke dagbladen en zei zeer verbaasd te zijn over een in dit blad verschenen commentaar op de behandeling van dit geding, onder de titel „Blaam". In dit commentaar werd onder meer gezegd, dat mr. Stheeman „zich op een onvoorstelbare manier heeft la ten gaan". Mr. Stheeman las uit het artikel de volgende passages voor „De raadsman van „Propria Cures" vond niet alleen de raadsman van Elsevier tegenover zich, hij vond ook de president zelf, de rechter, tegen over zich staan en daarbij veroor loofde de president zich een aantal uitspraken en oordeelvellingen, die niemand van een rechter, wiens on partijdig oordeel wordt ingeroepen, had durven verwachten". „De. vraag rijst of hier zich niet het uiterst zeldzame geval van een „ho ge graad van vijandschap tussen hem en één van dg partijen" voor doet. waarvoor een rechter kan worden gewraakt". „Als mr. Stheeman zich van zijn in stelling van tevoren bewust is ge weest. had hij moeten trachten zich in deze procedure te laten vervan gen. Wat nu gebeurd is werpt een blaam op onze rechterlijke macht". Mr. Stheeman meende dat het blad zich heeft schuldig gemaakt aan een ernstig journalistiek onfatsoen, zo als dat zelden in ons land wordt aan getroffen. Hij zeide dat het blad zich heeft schuldig gemaakt aan wat de Engelse wet kent als „contempt of court" (minachting voor dc rech terlijke macht). „Helaas zijn hier te landen de publieke zeden wat slap en is de eerbied voor het openbaar gezag wat slecht ontwikkeld", zo zei mr. Stheeman. Hij was van mening, dat dit com mentaar in strijd was met de ere code van de journalistiek en zei dat het - treurig kon zijn indien men hier anders over dacht. I Op een bal, dat donderdagavond is gehouden in het Weense Palavicini- paleis, lieeft H.K.H. Prinses Irene o.a. gedanst met prins Albrecht von Holienberg. J. W. de Haan benoemd tot directeur I.K.O.R. De heer J. W. de Haan te Bussum, tot dusver chef van dc Nederlandse afdeling van de Wereldomroep, is met ingang van 1 mei benoemd tot directeur van het I.K.O.R. (Inter Kerkelijk Overleg in Radioaangele genheden). Hij zal in het bijzonder radiokwesties behandelen. De televisiepredikant ds. De Vries zal zich met de televisie in I.K.O.R.- verband gaan bezighouden. De Westberlijnse politie heelt twee van haar leden aangehouden op verden king van spionage voor de Oostduitse geheime dienst. Weekeinde nog vrij zacht (Van onze weerkundige medewerker). j§ Een kleine stormdepressie p M trok gisteren van de Wadden- ee zee via Noord-West Duitsland i§' naar de Oostzee. In de loop van H de middag en avond nam de harde tot stormachtige wes- f| ten wind weer af. Bij Ierland j— arriveerde een nieuwe storing, die vandaag opnieuw enige re- ee H gen kan brengen en een wat n et toenemende zuidelijke wind. H Geleidelijk komt wat koudere 1§ lucht uit Scandinavië naar het zuiden afzakken. In de noor- H delijke helft van Scandinavië H vriest het 's nachts meer dan 20 graden. In Denemarken en ee Zuid-Zweden viel gisteren een et vrij grote hoeveelheid sneeuw. H Heel langzaam komt deze kou- dere lucht nog verder naar het H zuid-westen, maar Zeeland wordt door dit front niet voor maandag bereikt. Daarna is de f§ toestand onoverzichtelijk, want ee van de oceaan naderen ook nog ee depressies, die echter geleide- lijk een meer zuidelijke baan te gaan volgen. Het ls niet uitge- te sloten, dat het begin van fe- ee H bruari met iets kouder weer H begint. n llïlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliïïiïiï STEMMEN UIT DE KERKEN Opvatting van Franse abbé vond in Europa, Azië en Amerika weerklank Uit onze jeugdjaren herinneren we ons de Week der Gebeden, welke in die tijd een internationaal karakter droeg. De eerste die in onze herinne ring is blijven hangen was die, welke gehonden werd in een van de weken van januari 1915. Dat was het eerste jaar van de Eerste Wereld oorlog. Voor de weken, waarin mensen van versclüllende kerken samen kwamen, elke avond van die week, gedurende drie kwartier tot een uur, was een programma opgesteld en iedere avond werd gedacht aan en ge beden voor iets anders, dat van belang was voor heel de christenheid. Bij deze Week der Gebeden waren de rooms-katholieken in 't geheel nog niet in 't zicht. Het was toen al iets heel bijzonders wanneer gereformeer den en lutehrsen, doopsgezonden en hervormden samenkwamen in één kerkgebouw, om daar te luisteren naar het Woord der Schrift, naar een voorganger van wie men tevoren niet wist tot welke kerk hij behoorde, om gezamenlijk te zingen en te bidden voor één bepaalde zaak. Het was een gewone samenkomst, want een kerkdienst mocht zo iets toen nog niet heten. Maar in ieder geval ontmoetten elkaar daar mensen die anders langs elkaar heenliepen. Die week der gebeden in 1915 was druk bezocht.. Ze werd dan ook ge houden onder de indruk van de eerste maanden van de oorlog, nadat men toch zeker in de helft van ons land het gebulder van de kanonnen had gehoord. Wat toen een bijzondere indruk maakte was het feit. dat men ook in de oorlogvoerende landen die week hield en dat men daar dezelf de leidraad had, aan dezelfde dingen dacht en daarvoor bad. Al was er schamper op te merken dat de oorlog doorging, toch was die week in dat jaar een demonstratie van een inter nationale verbondenheid die er onder christenen was. Wij zouden nu zeg gen dat daarin een oecumenische ge dachte tot uiting kwam. Ook de rooms-katholieken hadden een „internationale bidweek", zoals ze daar gewoonlijk werd genoemd. Aan paus Leo Xm valt de eer te beurt daartoe in 1895 het intiatief tc hebben genomen. Het doel van deze week was te denken aan de afge scheiden ch rietenen en er voor te bidden dat deze werden terugge voerd in de schoot van de moeder kerk. Het „werk der hereniging van de afgescheiden broeders" stond in het middelpunt. Was deze bidweek oorspronkelijk tussen Hemelvaarts dag en het Pinksterfeest, later is ze geplaatst van 1825 januari. Het is abbé Paul Couturier geweest, die vanaf 1906 in zijn geboortestad Lyon les gaf in wis- en natuurkunde, die aan deze bidweek een wending heeft gegeven zo „dat ook andere kerken er direct bij betrokken werden. In Lyon woonden na de eerste we reldoorlog een 10.000 Russische emigranten, waarmede abhé Cou turier zich bezighield, allereerst om hen maatschappelijke bijstand te bieden. Met hun aartspriesters werden deze bij de bidweek be trokken. Maar toen veranderde er in Lyon iets aan deze bidweek. De nadruk viel niet meer op de terugkeer, maar de bede werd Tui nier, n.l. voor de eenhgïd der christenheid. Het woord uit bet hogepriesterlijk gebed (Joh. 17) opdat zij allen één zijn. kwam in het middelpunt te staan. Datgene wat abbé Couturier in 1935 begon, is ver over de grenzen van Frankrijk heengegaan. Het heeft Azië en Amerika bereikt. Bovendien werden er niet alleen oosters-ortho- doxe groepen bij betrokken, maar ook andere kerken. De abbé van Lyon wilde alle kerken hebben bij dat gebed om eenheid. „Niemand heeft het recht God te vragen dat Zie slot pag. 4 kol. I) Onverslonden Laat Banda los". Dat stond op spandoeken die bantoe jon gens dezer dagen meetorsten langs een Njassalands hotel waar de Britse premier Macmillan logeerde. Macmillan maakt een tocht door gis tend Afrika om van nabij kennis te nemen van de vele vaak ingewikkel de problemen die daar de aandacht vragen en waar het meest indruk wekkend is de haastige drang naar onafhankelijkheid. Het ziet ernaar uit, dat dr. Hastings Banda ln de toekomst een belang rijke functie zal vervullen in de re gering van een zelfstandig Njassa- land, al of niet opgenomen in een Centraal-Afrikaanse Federatie. Aan één blijkbaar onontkoombare voor waarde voor het premierschap van een nieuwe staat wordt in zijn ge val reeds voldaan net als weleer aartsbisschop Makarios f binnen kort president van Cyprus), nog eerder premier Kwame Nkroemah (nu pre mier van Ghana) en nog weer eerder Jawaharlal Nehroc (nu premier van India) heeft men hem van zijn vrij heid beroofd. Banda's gevangenneming ge beurde vorig jaar maart op grond van inmiddels door de commissie-Devlin in een uitvoerig rapport ontzenuwde beschuldigingen, dat zijn Afrikaanse Nationale Con gres van plan zou zijn geweest, een grote moordpartij onder de blanken in Njassaland te houden. Dat het on rustig was onder Njassalands neger- bevolking (er zijn daar 2.250.000 bantoe's, 7000 blanken, en 10.000 Aziaten en andere kleurlingen), viel niet te ontkennen; evenmin dat hij desgevraagd over zijn voornemen, de federatie met Noord- en Zuid-Rhode- sia te blijven bestrijden, heeft ge zegd: „Ik bedoel niet het gebruik van geweld, maar men kan dit niet uit sluiten als men ons niet toestaat, uit de federatie te treden". Hij be doelde de federatie van Njassaland met Noord- en Zuid-Rhodesia, die op 1 augustus 1953 tot stand kwam en waaraan Engeland dit jaar 1960 de Dominion-status onafhankelijkheid binnen het Britse Gemenebest) zou willen geven. Hoewel de federatie uit economische overwegingen te recht vaardigen zou zijn, hebben Banda en de zijnen politieke en psychologische overwegende bezwaren. In Zuid-Rho desia (een zelfbesturende kolonie) is het blanke element namelijk veel sterker vertegenwoordigd dan in de beide Britse protectoraten Noord- Rhodesia en Njassaland (200.000 blanken op een totaal van twee en een half miljoen). In een memoran dum dat Banda in 1949, toen hij nog dokter in Londen was mede opstel de, staat te lezen dat de Afrikanen in Zuid-Rhodesia er veel slechter aan toe waren dan die in de protecto raten:. de negers in Zuid-Rhodesia werden in dat memorandum aange duid als „slaven van de kolonisten". Aan intelligentie en doorzettings vermogen ontbreekt het Banda, die in 1906 als zoon van bijzon der arme negers werd geboren, ze ker niet. Na uitgeblonken te hebben op een zendingsschool, verdween hij plotseling op dertienjarige leeftijd. Zijn ouders meenden dat hij door een leeuw was verslonden.maar latei- bleek dat de dorst naar wetenschap hem beet had, zoals hij later zei: „Omdat men tegenwoordig niet meer vecht met speren, maar met kennis". Hij vist het te bolwerken om korte tijd in Johannesburg en heel lang in de Verenigde Staten te studeren. Aan de universiteit van Chicago behaalde hij graden in de geschiedenis en in de politieke wetenschappen. Bovendien begon hij er met de studie in de me dicijnen, die hij in het Schotse Edin burgh, (waar hij ouderling van de Schotse kerk was) afrondde. Hij maakte zich als arts verdienstelijk in Liverpool, Tynemouth en Londen. In de Britse hoofdstad begon hij zich pas goed met de politiek te bemoeien. Toen zijn ijveren tegen de totstand koming van de Centraalafrikaanse federatie vergeefs bleef, toog hij in 1953 naar Ghana (toen nog de Brit se Goudkust) waar hij getuige was van Nkroemahs snelle carrière. Bij zijn terugkeer in 1958 (op ver zoek van nationalisten) had hij zijn moedertaal vrijwel vergeten. Maai de Njassalanders hadden oren naar wat hij zei. ook al moest dat door tolken uit het Engels worden ver taald. Macmillan raakte in dc Centraal afrikaanse Federatie in een wespennest verzeild en in de belangrijkste rede die hij in Salis bury (Zuid-Rhodesia) hield heeft hij dan ook' wel bedreven zijn kunst ver toond, om zinnen te gebruiken die ie der naar eigen believen kan uitleg gen. De geleerde commissie-Monekson is midderwijl met uitgebreide staf in de federatie gearriveerd om te on derzoeken, hoe liet bestuur er het best kan worden georganiseerdde premier behoeft dus niet zelf een op lossing uit te denken. Intussen roe pen niet alleen jonge negers in Njas saland, maar ook sprekers van de oppositie en. zelfs „jonge conservatie ven": „Laat Banda los". DR. HASTINGS BANDA door weetgierigheid gegrepen....

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 3