Zeeuwse schoonmaakploeggoede
reputatie in Tuindorp Oostzaan
KLANKBORD
Christelijke eenheid doel van
„internationale bidweek"
ELSEVIER VERLIEST KORT
GEDING VAN STUDENTENBLAD
ZATERDAG 30 JANUARI I960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ENTHOUSIAST EN IJVERIG
„Ja, die Zeeuwen werken prachtig,
ze voelen het meest met ons mee
(Van een speciale verslaggever)
„Mijn achttien mannen zijn dol enthousiast. Maar hoe en waar ze thans
zijn ingezet... "dat weet ik werkelijk niet. De heer Verhoef, die ook hier
in het badhuis moet zijn, is met de indeling belast."
Aldus zei ons vrijdagmorgen de heer J. R. de Boer uit Zierikzee, kring-
hoofd van de B.B. op Schouwen-Duiv eland en leider van de Zeeuwse ge
meentewerklieden, die in Tuindorp-Oostzaan te Amsterdam zich in de
grote schoonmaakslag geworpen hebben. Dit als tegenprestatie voor de
helpende hand, die de Amstelstad destijds aan het getroffen Zeeland bood.
De heer De Boer had overigens ook al een taak gevonden; hij zat achter
een tafeltje met vele papleren, lijsten in te vullen en bleek temidden van
de met emmers en flessen bleekwater sjouwende vrouwen (het badhuis
aan de Maanstraal was een der grote uitreikingsplaatsen voor het schoon
maakgerei) reeds een vraagbaak voor velen.
„We zijn maandag aangekomen en in
het gebouw van de Atva aan de Mar-
nixstraat ondergebracht. De legering
en voeding zijn erg plezierig en er
heerst een schitterende stemming...."
Maar meer kon de •heer De Boer ons
niet ver tellen.. Dus gingen we op zoek
naar de heer J. Verhoef, die -lelfs met
behulp van de radiopost van het Rode
Kruis ondergebracht in de Zonne-
wegschool onvindbaar bleek.
Terwijl we door de troosteloze
straten kwamen, langs grote tank
auto's met opschriften als „Drink
water" en „Warm spoelwater"
langs nit elkaar gevallen meubi
lair, dat aan beide kanten de weg
flankeerde, kregen we een goede
indruk van de omvang van de
ramp.
Naast de grote actie van de Amster
damse schoonmaakdienst, de militaire
steun, alsmede die van B.B. en Rode
Kruis, waren de meeste bewoners ook
zelf aan de slag gegaan. Een enorm
leger schade-enqueteurs, waarvan het
hoofdkwartier met een uitgebreid
technisch apparaat ook weer in een
der openbare gebouwen was onderge
bracht, was op pad. Wanneer de he
ren de balans opgemaakt hadden,
werden uiteengevallen boekenkasten,
piano's, dressoirs, divans, bedden, ta
fels en stoelen op straat gegooid.
In deze wereld van modder, rijdende
toiletten en met potkachels volgela
den vrachtwagens (die weer op for
mulieren uitgereikt werden), zagen
alle mannen in hun ketelpakken en
zware laarzen er ongeveer render uit
„Is U soms een Zeeuw, mijnheer?"
„Heeft U soms de achttien Zeeuwen
gezien?"
Op dergelijke vragen kregen we
steeds een ontkennend antwoord.
Eindelijk vonden we een hard wer
kende heer Verhoef, staande in een
grote formulier- en emmerslag, in
een der openbare gebouwen.
„Die achttien Zeeuwen? Wel. die
werken hier vlakbij. In de Vega-
straat. Wilt U de nummers? Hier
zijn ze: 28, 56. 59, 68. 74, 78.141, 165.
Op elk adres helpen twee man de be
woners."
„Geeft U ons ook even de namen."
De heer Verhoef gaf ons een lijst en
we lazen:
L. J. van der Wielen, Brouwersha
ven; A. W. Jumelet, Bruinisse; H. S.
Slager, Burgh; I. M. Geelhoed, Drci-
schor; H. v. d. Schelde, Duivendijke;
J. W. Polderman, Haamstede; M. de
Jonge, Kerkwerve; J. Folmer, Nieu-
werkerk; J. Koopman, Noordgouwe;
C. J. de Later, Oosterland; P. IC. van
der Werf, Ouwerkerk; L. W. de Fel-
ter, Renesse; S. Willemse, dito; J.
Dalebout, Zierikzee; G. C. M. Wan-
sink, dito; L. van Dongen, fitter wa
terleidingmij. Schouwen-Duiveland,
Zierikzee; C. Heijboer, gasfitter, Zie
rikzee.
Op een der aangeduide adressen von
den we de 57-jarige heer M. de Jon
ge en de 24-jarige héér Wansink.
„We zijn maar vast begonnen met
schoonmaken... de enquêteur is nog
niet geweest", aldus de heer De Jon
ge, een aantal kromgetrokken boe
ken op een als oud vuil in een hoek
liggende „bibliotheek" weipend. ter
wij! de heer Wansink bezig was de
kachel aan te maken. Inmiddels werd
er door de overige huisgenoten (in
ketelpakken, met kaplaarzen en om
slagdoeken) in de keuken, in de ser
re en de gang ook een zware strijd
geleverd om de danig gehavende
vloeren en muren enigszins toonbaar
te maken.
„Ik heb zelf twee rampen meege
maakt", aldus de heer De Jonge,
„dus ik weet, wat dit alles voor de
mensen betekent. De eerste keer
was dit in oorlogstijd... toen was
alles weg. Ik had 7000. gulden scha-
ZOENTJE REMT. Een jong paar
moet misschien zijn huwelijk uit
stellen om een gevangenisstraf te
kunnen uitdienen die "gegeven is
wegens zoenen ln het openbaar. De
rechtbank in Genua veroordeelde
Vito Meria, 23. en Agnese Marisi,
20, tot twee maanden gevangenis
straf wegens het elkander kussen
onder een boom langs de openbare
weg op een sempteravond van het
vorig jaar. Het paar was betrapt
door een politieman. De rechtbank
sprak het schuldig uit, ondanks het
verweer van Maria: „Wij deden geen
kwaad en zijn bovendien van plan
in maart met elkaar te trouwen."
Het openbaar ministerie had vijf
maanden geëist. Het paar ging in
hoger beroep.
HOUDT DE DIEF. De tentoon
stelling „Houdt de dief" in Go
thenburg, gewijd aan de bestrij
ding en voorkomen van diefstal en
inbraak, heeft bezoek gehad van
dieven. De inbrekers hamen zes
sloten mee welke tegen dieven be
stand heten te zijn.
de. En de tweede keer kwam ik er
ook niet al te best af. Maar we
zijn blij, dat we nu wat doen kun
nen voor de materiële en geldelijke
steun, die Amsterdam ons destijds
geboden heeft. En we hebben on
derling met elkaar afgesproken:
we gaan beslist niet weg, voordat
de mensen hier in Tuindorp Oost
zaan weer wat op orde zijn. Kijk...
de ramp hier is natuurlijk niet zo
erg als bij ons, maar de klap is
toch heel zwaar aangekomen. Er is
voor een vermogen vernield. Maar
gelukkig... hier geen zout, al heeft
de olie, die op het water dreef, ook
slecht werk gedaan."
De heer Wansink, die inmiddels zijn
aandacht bepaalde bij een grote par
tij bloempotten, die op een zich in al
lerlei bochten „wringende" grond in
de zijkamer stonden, zei ons, dat hij
op het ogenblik weer enigszins „in
zijn vak was", hij is n.l. gemeente-
tuinman in Zierikzee.
Ingeburgerd
De verstandhouding hoe zou het
anders kunnen? met de getroffen
bewoners liet niets te wensen over.
Overal waren de Zeeuwen reeds „in
geburgerd". In alle ruïneuze inte
rieurs, waar men improviseerde met
flessegas en houtvuurtjes en met
tuinslangen, die water aanvoerden,
werden ze behandeld als leden van
de familie.
Op een der adressen vonden we een
der mannen, gezeten op de rand van
een half-uiteengevallen fauteuil, ter
wijl hij het goed verzorgde lunch
pakket van de Atva oppeuzelde. „We
zijn hier een heel eind klaar", zo zei
hij. „en nu gaan we dadelijk verder
op".
„Ja, die Zeeuwen werken prachtig...
ze voelen meer met ons mee, dan wie
ook, omdat ze zo goed begrijpen,
wat ons overkomen is", aldus zei de
vrouw des huizes.
Inmiddels was het enthousiasme om
aan de slag te gaan bij alle Zeeuwen
op deze gedenkwaardige morgen zo
groot, dat een der mannen in Tuin
dorp Oostzaan plots ontdekte, dat hij
in de haast... twee linker laarzen
had aangetrokken.
Op een ander adres vonden we de
heren Koopman en Stoel, die beiden
de 50 kruisjes al gepasseerd zijn.
„We zijn beiden gemeentewerkman
en doen als zodanig allerlei werk.
We zijn van alle markten thuis...
voor ons is dit werk hier gesneden
koek".
En de heer Stoel nam ter illustratie
heel alleen een uit zijn voegen
hangende kast op en droeg deze naar
buiten.
En zo kregen we dan de indruk, dat
de stoere Zeeuwse ploeg daar in
Tuindorp Oostzaan in ieder opzicht
een prestatie levert. Overal hoorden
we over de verzorging en dehou
ding der Amsterdammers niets dan
goeds. Er bleef slechts een kleinig
heid te wensen over: het zakgeld van
2.per dag was wat aan de krap
pe kant. „Maar och, meneer.......
schrijft U daar maar niet over. Het
gaat best. We zijn dik tevreden".
Het begon reeds donker te worden
hoewel de klok pas op half vijf
stond toen we ons gereed maakten
het onder een troosteloze hemel
zwoegende Oostzaan weer te verla
ten.
De strijd is nog lang: niet gestreden
en de vuren onder de enorme warm
waterketels in de badhuizen zullen
de eerste dagen wel hoog blijven
branden. Samen met het vuur van de
toewijding van de dappere Zeeuwse
ploeg, die het hare doet om de
troosteloze ruïne van Tuindorp Oost
zaan weer als een nette Amsterdamse
stadswijk te doen herrijzen.
Een jaar gevangenisstraf
voor poging tot moord
De 27-jarige Bossche chauffeur G. K.
die op 19 januari voor de rechtbank
te 's-Hertogenbosch terecht stond
omdat hij getracht zou hebben zijn
beide kinderen om het leven te bren
gen door de gaskraan open te zetten,
is door de rechtbank veroordeeld tot
een jaar gevangenisstraf met aftrek
van voorarrest. De officier van jus
titie had tegen hem twee jaar gevan
genisstraf met aftrek geëist.
„SCHULDIG AAN ONRECHTMATIGE DAAD"
Gevraagde rectificatie
werd afgewezen
De president van de Amsterdamse
rechtbank heeft gisteren, uitspraak
doende in kort geding, 2 van de 4
voorzieningen toegewe,zen, die de re
dactie van het Amsterdamse stu
dentenweekblad „Propria Cures"
had gevorderd van Elseviers Week
blad „wegens aantasting van haar
eer en goede naam."
De uitegeverij en de beide hoofd
redacteuren van Elseviers Weekblad
waren door de redactie van „Pro
pria Cures" gedagvaard wegens
een reactie in Elsevier op een in
P. C. opgenomen ingezonden anti
semitisch stuk van de 21-jarige
student H. Plas. De redactie van
P. C. plaatste de meest beledigen
de passage in haar correspondentie-
rubriek en voor zag die van het na
schrift: „Bent U nu de beloofde
zoon van Hitier? Heiland Plas. 't
Klinkt niet onaardig". In de reac
tie in Elseviers Weekblad werd dit
fragment als antl-semitisch aange
merkt.
Het artikel in dit blad besluit met
de woorden: „Voor de schrijver en
voor degenen die het stuk opnamen
is niet Amsterdam maar Cairo de
aangewezen universiteitstad."
Later verscheen in Elsevier een
hoofdartikel over de recente vlaag
van anti-semitisme in en buiten
Europa, dat eindigde met de woor
den „Het tweede detail verschaft
Nederland een droevige primeur: de
anti-semitische agitatie der com
munisten is in Amsterdam begon
nen te weten in het Amsterdamse
studentenblad Propria Cures.
De president veroordeelde de ge
daagden tot het onverwijld staken
van de verspreiding en de publika-
tie in welke vorm ook van deze ge-
iniprimlneerde artikelen; zulks on-
dei dwangsom van 1000 voor Iede
re overtreding en met machtiging
tot uitvoering hiervan met behulp
van de sterke arm. Gedaagden die
nen zich tevens te onthouden van
alle handelingen, met name publika-
ties die de strekking hebben de re
dactie van het studentenblad te be
tichten van anti-semitisme of van
liet steunen van anti-semitische
strevingen, dit onder dwangsom van
10.000.
De door de. P. C. gevraagde rec
tificatie van de gevraagde arti
kelen in Elsevier en publikatie
van het vonnis wees de presi
dent af omdat naar zijn mening
deze vorderingen geen grond vin-
den in de wet. De gedaagden
werden veroordeeld in de kosten
van het geding zijnde 250.
De president kwam tpt de slotsom
dat gedaagden zich jegens P. C. heb
ben schuldig gemaakt aan onrecht
matige daad, „waardoor eisers scha
de hebben ondervonden, althans drei
gen te ondervinden."
Tenslotte zegt de president ook,
dat „inderdaad uit de door de ge
daagden aangehaalde passages uit
artikelen in Propria Cures de indruk
wordt verkregen dat dit eertijds be
faamde Amsterdamse studentenblad
van lieverlede is afgezakt naar nihi
lisme en verbijsterde trivaliteti en cy
nisme". Deze omstandigheid heeft
echter niet tot gevolg dat aan de P.
C.-redactie geen rechtsbescherming
zon toekomen tegen haar aangedane
belediging of door haar ondervonden
onrechtmatige daad, waardoor zij
schade lijdt.
Het Wereldgebeuren
President wraakt
dagblad
commentaar
Voordat de president van de Amster
damse rechtbank, mr. U. W. H.
Stheeman, gisteren overging tot de
uitspraak in bet kort geding tussen
het studentenweekblad „Propria Cu
res" en „Elseviers Weekblad", richt
te hij zich tot een verslaggever van
een der landelijke dagbladen en zei
zeer verbaasd te zijn over een in dit
blad verschenen commentaar op de
behandeling van dit geding, onder de
titel „Blaam".
In dit commentaar werd onder meer
gezegd, dat mr. Stheeman „zich op
een onvoorstelbare manier heeft la
ten gaan". Mr. Stheeman las uit het
artikel de volgende passages voor
„De raadsman van „Propria Cures"
vond niet alleen de raadsman van
Elsevier tegenover zich, hij vond ook
de president zelf, de rechter, tegen
over zich staan en daarbij veroor
loofde de president zich een aantal
uitspraken en oordeelvellingen, die
niemand van een rechter, wiens on
partijdig oordeel wordt ingeroepen,
had durven verwachten".
„De. vraag rijst of hier zich niet het
uiterst zeldzame geval van een „ho
ge graad van vijandschap tussen
hem en één van dg partijen" voor
doet. waarvoor een rechter kan
worden gewraakt".
„Als mr. Stheeman zich van zijn in
stelling van tevoren bewust is ge
weest. had hij moeten trachten zich
in deze procedure te laten vervan
gen. Wat nu gebeurd is werpt een
blaam op onze rechterlijke macht".
Mr. Stheeman meende dat het blad
zich heeft schuldig gemaakt aan een
ernstig journalistiek onfatsoen, zo
als dat zelden in ons land wordt aan
getroffen. Hij zeide dat het blad
zich heeft schuldig gemaakt aan wat
de Engelse wet kent als „contempt
of court" (minachting voor dc rech
terlijke macht). „Helaas zijn hier
te landen de publieke zeden wat slap
en is de eerbied voor het openbaar
gezag wat slecht ontwikkeld", zo
zei mr. Stheeman.
Hij was van mening, dat dit com
mentaar in strijd was met de ere
code van de journalistiek en zei
dat het - treurig kon zijn indien
men hier anders over dacht.
I Op een bal, dat donderdagavond is
gehouden in het Weense Palavicini-
paleis, lieeft H.K.H. Prinses Irene
o.a. gedanst met prins Albrecht von
Holienberg.
J. W. de Haan benoemd
tot directeur I.K.O.R.
De heer J. W. de Haan te Bussum,
tot dusver chef van dc Nederlandse
afdeling van de Wereldomroep, is
met ingang van 1 mei benoemd tot
directeur van het I.K.O.R. (Inter
Kerkelijk Overleg in Radioaangele
genheden). Hij zal in het bijzonder
radiokwesties behandelen.
De televisiepredikant ds. De Vries
zal zich met de televisie in I.K.O.R.-
verband gaan bezighouden.
De Westberlijnse politie heelt twee
van haar leden aangehouden op verden
king van spionage voor de Oostduitse
geheime dienst.
Weekeinde nog vrij zacht
(Van onze weerkundige
medewerker).
j§ Een kleine stormdepressie p
M trok gisteren van de Wadden- ee
zee via Noord-West Duitsland i§'
naar de Oostzee. In de loop van
H de middag en avond nam de
harde tot stormachtige wes- f|
ten wind weer af. Bij Ierland
j— arriveerde een nieuwe storing,
die vandaag opnieuw enige re- ee
H gen kan brengen en een wat n
et toenemende zuidelijke wind.
H Geleidelijk komt wat koudere 1§
lucht uit Scandinavië naar het
zuiden afzakken. In de noor-
H delijke helft van Scandinavië
H vriest het 's nachts meer dan
20 graden. In Denemarken en ee
Zuid-Zweden viel gisteren een
et vrij grote hoeveelheid sneeuw.
H Heel langzaam komt deze kou-
dere lucht nog verder naar het
H zuid-westen, maar Zeeland
wordt door dit front niet voor
maandag bereikt. Daarna is de f§
toestand onoverzichtelijk, want
ee van de oceaan naderen ook nog ee
depressies, die echter geleide-
lijk een meer zuidelijke baan te
gaan volgen. Het ls niet uitge-
te sloten, dat het begin van fe- ee
H bruari met iets kouder weer
H begint. n
llïlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliïïiïiï
STEMMEN UIT DE KERKEN
Opvatting van Franse abbé vond in
Europa, Azië en Amerika weerklank
Uit onze jeugdjaren herinneren we ons de Week der Gebeden, welke in
die tijd een internationaal karakter droeg. De eerste die in onze herinne
ring is blijven hangen was die, welke gehonden werd in een van de
weken van januari 1915. Dat was het eerste jaar van de Eerste Wereld
oorlog. Voor de weken, waarin mensen van versclüllende kerken samen
kwamen, elke avond van die week, gedurende drie kwartier tot een uur,
was een programma opgesteld en iedere avond werd gedacht aan en ge
beden voor iets anders, dat van belang was voor heel de christenheid.
Bij deze Week der Gebeden waren de rooms-katholieken in 't geheel nog
niet in 't zicht. Het was toen al iets heel bijzonders wanneer gereformeer
den en lutehrsen, doopsgezonden en hervormden samenkwamen in één
kerkgebouw, om daar te luisteren naar het Woord der Schrift, naar een
voorganger van wie men tevoren niet wist tot welke kerk hij behoorde,
om gezamenlijk te zingen en te bidden voor één bepaalde zaak. Het was
een gewone samenkomst, want een kerkdienst mocht zo iets toen nog
niet heten. Maar in ieder geval ontmoetten elkaar daar mensen die anders
langs elkaar heenliepen.
Die week der gebeden in 1915 was
druk bezocht.. Ze werd dan ook ge
houden onder de indruk van de eerste
maanden van de oorlog, nadat men
toch zeker in de helft van ons land
het gebulder van de kanonnen had
gehoord. Wat toen een bijzondere
indruk maakte was het feit. dat men
ook in de oorlogvoerende landen die
week hield en dat men daar dezelf
de leidraad had, aan dezelfde dingen
dacht en daarvoor bad. Al was er
schamper op te merken dat de oorlog
doorging, toch was die week in dat
jaar een demonstratie van een inter
nationale verbondenheid die er onder
christenen was. Wij zouden nu zeg
gen dat daarin een oecumenische ge
dachte tot uiting kwam.
Ook de rooms-katholieken hadden
een „internationale bidweek", zoals
ze daar gewoonlijk werd genoemd.
Aan paus Leo Xm valt de eer te
beurt daartoe in 1895 het intiatief tc
hebben genomen. Het doel van deze
week was te denken aan de afge
scheiden ch rietenen en er voor te
bidden dat deze werden terugge
voerd in de schoot van de moeder
kerk. Het „werk der hereniging van
de afgescheiden broeders" stond in
het middelpunt. Was deze bidweek
oorspronkelijk tussen Hemelvaarts
dag en het Pinksterfeest, later is ze
geplaatst van 1825 januari. Het is
abbé Paul Couturier geweest, die
vanaf 1906 in zijn geboortestad Lyon
les gaf in wis- en natuurkunde, die
aan deze bidweek een wending heeft
gegeven zo „dat ook andere kerken
er direct bij betrokken werden.
In Lyon woonden na de eerste we
reldoorlog een 10.000 Russische
emigranten, waarmede abhé Cou
turier zich bezighield, allereerst
om hen maatschappelijke bijstand
te bieden. Met hun aartspriesters
werden deze bij de bidweek be
trokken. Maar toen veranderde
er in Lyon iets aan deze bidweek.
De nadruk viel niet meer op de
terugkeer, maar de bede werd Tui
nier, n.l. voor de eenhgïd der
christenheid. Het woord uit bet
hogepriesterlijk gebed (Joh. 17)
opdat zij allen één zijn. kwam in
het middelpunt te staan.
Datgene wat abbé Couturier in 1935
begon, is ver over de grenzen van
Frankrijk heengegaan. Het heeft
Azië en Amerika bereikt. Bovendien
werden er niet alleen oosters-ortho-
doxe groepen bij betrokken, maar
ook andere kerken. De abbé van
Lyon wilde alle kerken hebben bij
dat gebed om eenheid. „Niemand
heeft het recht God te vragen dat
Zie slot pag. 4 kol. I)
Onverslonden
Laat Banda los". Dat stond op
spandoeken die bantoe jon
gens dezer dagen meetorsten
langs een Njassalands hotel waar de
Britse premier Macmillan logeerde.
Macmillan maakt een tocht door gis
tend Afrika om van nabij kennis te
nemen van de vele vaak ingewikkel
de problemen die daar de aandacht
vragen en waar het meest indruk
wekkend is de haastige drang naar
onafhankelijkheid.
Het ziet ernaar uit, dat dr. Hastings
Banda ln de toekomst een belang
rijke functie zal vervullen in de re
gering van een zelfstandig Njassa-
land, al of niet opgenomen in een
Centraal-Afrikaanse Federatie. Aan
één blijkbaar onontkoombare voor
waarde voor het premierschap van
een nieuwe staat wordt in zijn ge
val reeds voldaan net als weleer
aartsbisschop Makarios f binnen kort
president van Cyprus), nog eerder
premier Kwame Nkroemah (nu pre
mier van Ghana) en nog weer eerder
Jawaharlal Nehroc (nu premier van
India) heeft men hem van zijn vrij
heid beroofd.
Banda's gevangenneming ge
beurde vorig jaar maart op
grond van inmiddels door de
commissie-Devlin in een uitvoerig
rapport ontzenuwde beschuldigingen,
dat zijn Afrikaanse Nationale Con
gres van plan zou zijn geweest, een
grote moordpartij onder de blanken
in Njassaland te houden. Dat het on
rustig was onder Njassalands neger-
bevolking (er zijn daar 2.250.000
bantoe's, 7000 blanken, en 10.000
Aziaten en andere kleurlingen), viel
niet te ontkennen; evenmin dat hij
desgevraagd over zijn voornemen, de
federatie met Noord- en Zuid-Rhode-
sia te blijven bestrijden, heeft ge
zegd: „Ik bedoel niet het gebruik van
geweld, maar men kan dit niet uit
sluiten als men ons niet toestaat,
uit de federatie te treden". Hij be
doelde de federatie van Njassaland
met Noord- en Zuid-Rhodesia, die op
1 augustus 1953 tot stand kwam en
waaraan Engeland dit jaar 1960 de
Dominion-status onafhankelijkheid
binnen het Britse Gemenebest) zou
willen geven. Hoewel de federatie uit
economische overwegingen te recht
vaardigen zou zijn, hebben Banda en
de zijnen politieke en psychologische
overwegende bezwaren. In Zuid-Rho
desia (een zelfbesturende kolonie) is
het blanke element namelijk veel
sterker vertegenwoordigd dan in de
beide Britse protectoraten Noord-
Rhodesia en Njassaland (200.000
blanken op een totaal van twee en
een half miljoen). In een memoran
dum dat Banda in 1949, toen hij nog
dokter in Londen was mede opstel
de, staat te lezen dat de Afrikanen
in Zuid-Rhodesia er veel slechter
aan toe waren dan die in de protecto
raten:. de negers in Zuid-Rhodesia
werden in dat memorandum aange
duid als „slaven van de kolonisten".
Aan intelligentie en doorzettings
vermogen ontbreekt het Banda,
die in 1906 als zoon van bijzon
der arme negers werd geboren, ze
ker niet. Na uitgeblonken te hebben
op een zendingsschool, verdween hij
plotseling op dertienjarige leeftijd.
Zijn ouders meenden dat hij door een
leeuw was verslonden.maar latei-
bleek dat de dorst naar wetenschap
hem beet had, zoals hij later zei:
„Omdat men tegenwoordig niet meer
vecht met speren, maar met kennis".
Hij vist het te bolwerken om korte
tijd in Johannesburg en heel lang in
de Verenigde Staten te studeren. Aan
de universiteit van Chicago behaalde
hij graden in de geschiedenis en in de
politieke wetenschappen. Bovendien
begon hij er met de studie in de me
dicijnen, die hij in het Schotse Edin
burgh, (waar hij ouderling van de
Schotse kerk was) afrondde. Hij
maakte zich als arts verdienstelijk in
Liverpool, Tynemouth en Londen. In
de Britse hoofdstad begon hij zich
pas goed met de politiek te bemoeien.
Toen zijn ijveren tegen de totstand
koming van de Centraalafrikaanse
federatie vergeefs bleef, toog hij in
1953 naar Ghana (toen nog de Brit
se Goudkust) waar hij getuige was
van Nkroemahs snelle carrière.
Bij zijn terugkeer in 1958 (op ver
zoek van nationalisten) had hij zijn
moedertaal vrijwel vergeten. Maai
de Njassalanders hadden oren naar
wat hij zei. ook al moest dat door
tolken uit het Engels worden ver
taald.
Macmillan raakte in dc Centraal
afrikaanse Federatie in een
wespennest verzeild en in de
belangrijkste rede die hij in Salis
bury (Zuid-Rhodesia) hield heeft hij
dan ook' wel bedreven zijn kunst ver
toond, om zinnen te gebruiken die ie
der naar eigen believen kan uitleg
gen.
De geleerde commissie-Monekson is
midderwijl met uitgebreide staf in
de federatie gearriveerd om te on
derzoeken, hoe liet bestuur er het
best kan worden georganiseerdde
premier behoeft dus niet zelf een op
lossing uit te denken. Intussen roe
pen niet alleen jonge negers in Njas
saland, maar ook sprekers van de
oppositie en. zelfs „jonge conservatie
ven": „Laat Banda los".
DR. HASTINGS BANDA
door weetgierigheid gegrepen....