PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Fikse maatregelen in Nieuw-Guinea na rapport over onwettige censuur Tussen G.S. en Staten was vorige week sprake van enigmisverstaan ONTSLAG VOOR MR. VAN BEEK ZONDER PREDIKAAT EERVOL CARLO SCHMIDT GETUIGT NIET IN ZAAK-OBERLANDER ZUID-AFRIKA DIENT EEN PROTEST IN TE DEN HAAG 203e jaargang - no. 9 Dagblad, uitgave van de firma Provinciale Zeeuwse Courant. Directie P. van de Velde en P. B. den Boer. Adjunct: W. de Pagter. Hoofdredacteur: W. Leertouwer. Adjunct-hoofdred.G. A. de Kok. ABONNEMENTSPRIJS 56 cent per week, 7.00 p. kw.; fr. p. p. 7.25 per kw. Losse nummers 15 cent. WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN Dinsdag 12 jan. 1960 ADVERTENTIEPRIJS 25 cent per mm. Minim, p. advertentie f 4.—. Ing. mededelingen driemaal tarief. Kleine advertenties (max. 8 regels) 23 cent per regel met een minimum van 1.—. „Brieven of adres bureau v. d. blad" 25 cent meer. Giro no. 359300 P.Z.C., Middelburg. Bureaus: Vlisslngen Walstr. 58-60, tel. 2355 4 lijnen (b.g.g. 3508 of 3546); Middelburg, Markt 51. tel. 3841; Goes, Grote Markt 2, tel. 4254 (b.g.g. adv. 2234); Oostburg, G. P. de Pauwstr. 9, tel. 20; Temeuzen, Brouwerijstraat 2; Zierlkzee. red. tel. 2425. adm. tel. 2094. Beleid van oud-gouverneur gelaakt De staatssecretaris van binnenlandse zaken, belast met zaken die Nederlands-Nieuw Guinea betreffen, mr. Th. Bot, beeft in een brief aan de Tweede Kamer over de geconstateerde onwet tige censuur in Nieuw-Guinea en het daarover uitgebrachte rap port van juridische deskundigen verklaard, dat de commissie „op voor de regering onweerlegbare gronden" heeft aangetoond, dat gedurende „een betrekkelijk beperkte en vrij nauwkeurig te omgrenzen periode in het verleden een ernstige schending van de grondrechten in Nederlands Nieuw-Guinea heeft plaatsge vonden". „In dier voege", voegt de staatssecretaris hier aan toe, „dat op ruime schaal een aanfluiting is gemaakt van de waarborgen, welke toepassing van een op zichzelf wettige censuur tegen mis bruik moeten omgeven". Door „onverbloemd" dit feit te constateren wenst de regering geenszins de ogen te sluiten voor de dikwijls „uitzonderlijk moeilijke" omstandigheden, waaronder in Nederlands Nieuw- Guinea moest worden gewerkt, zo kort na de jaren van oorlog en bezetting en hetgeen daarop in Indonesië is gevolgd. De staats secretaris overweegt, dat subversieve acties van buiten en een aanvankelijk gebrekkig inlichtingenapparaat het toepassen van briefcensuur „op zichzelf verklaarbaar maken". 1. De advocaat-generaal mr. W. C. van Beek, die reeds in juni met ongevraagd verlof werd gezonden is thans in zijn ambt door de gou verneur geschorst in afwachting van nader te nemen maatregelen tot zijn ontslag uit 's lands dienst. 2. Aan de parketambtenaar W. Kah- le heeft de gouverneur mede gedeeld voornemens te zijn hem een schriftelijke ontevredenheids betuiging te geven omdat, alhoe wel medeweten en opdracht van zijn chef sterk verzachtende om standigheden zijn, persoonlijk verantwoordelijkheid voor het aandeel nemen in de flagrante schending van een grondrecht daarmede niet is opgeheven. 3. De parketambtenaren W. Kahle en A. G. C. Winia zullen naar een andere tak van gouvernements dienst worden overgeplaatst. 4. Ten aanzien van de residenten van West-Nieuw-Guinea en Hol- landia de laatste toenmaals Ten aanzien van mr. W. C. van Beek, als de centrale figuur in deze aange legenheid te beschouwen, is de rege ring tot de conclusie gekomen, dat deze advocaat-generaal niet in des lands dienst gehandhaafd kan blijven en zijn ontslag zal moeten volgen. Het predikaat „eervol" zal niet wor den verleend. Als verzwarende omstandigheid re kent de regering het mr. Van Beek aan, dat de uitoefening van de onwet tige censuur zich niet heeft beperkt tot personen, verdacht van subversie ve acties tegen de veiligheid van de staat, doch zich ook heeft uitgesterkt tot personen, die boven elke verden king staan. Inmiddels wordt uit Hollandia bericht dat naar aanleiding van de censuur- kwestie de volgende maatregelen zijn genomen: Waardigheid Als een Franse dorpsburgemeester bij een plaatselijk feest plechtig voor de dorpsfanfare schrijdt, draagt hij schuin over de fiere borst een driekleurige sjerp. Dat is het te ken van zijn waardigheid en ieder, die hem ziet voelt dat, want die drie kleur symboliseert de Franse repu bliek en al is het dan maar de vijfde of de zesde republiek, toch omgeeft zij zelfs de meest eenvoudige dorps burgemeester nog met 'n beetje glorie en grootheid. De glorie van onze Nederlandse burgemeesters wordt heel wat eenvoudiger uitgedrukt in een ketting met een penning. Dat sym bool doet het al direct minder goed dan de Franse sjerp, want het is niet feestelijk, niet kleurrijk en niet na tionaal. Op vijf meter afstand „zegt" een penning niets meer tot het publiek en een keten hoe fraai ook be werkt is op die afstand tot een stuk metaal zonder betekenis gewor den. Een kleurige sjerp daarentegen is nog op honderd meter afstand een bron van briljante waardigheid. En nu is er dan in Nederland een burgemeester, die eigenlijk wat verdrietig is over het tekort aan decorum en het gebrek aan ge voel voor waardigheid van vele Ne derlandse burgemeesters met of zonder ambtsketenen en penningen. Deze burgemeester het is de heer H. J. Langman van de gemeente Zei- hem schreef een verzuchting neer in het januari-nummer van „De Ne derlandse Gemeente". Hij herinnert aan een document uit het jaar 1852, waarin de onderschei dingstekenen van de Nederlandse burgemeesters worden omschreven en waarin ook wordt aangegeven wan neer hij deze tekenen draagt. Dat dragen gebeurt in de vergade ring van de raad en voorts in het openhaar: bij brand, oproerige be weging, samenscholing, bij het geven van openbare bevelen of bij plechtig heden. De heer Langman betwijfelt al zegt hij dat niet openlijk of alle burgemeesters zich nog houden aan dat voorschrift. Welnu, die twijfel kan rustig worden weg genomen bij de heer Langman, want tientallen burgemeesters snellen naar een brand zonder ambtsketen en zij i slagen ook zonder dat voorwerp in het opluisteren van talrijke plechtig heden. Minder bekend is het ons of ze bij oproerige bewegingen en samenscho lingen nog met de ambtsketen aan wezig plegen te zijn. Blijkbaar was het de bedoeling 'van de wetgever anno 1852, dat ze doelbewust en waardig op het gepeupel zouden toe treden en deze rumoerige lieden zou- (Zie slot pag. 3 kol. 1) In de Galerie Charpentier te Parijs is ten bate van het getroffen Fréjus een grote schilderijenverkoop gehouden, die 1.107.000 harde Franse franken heeft opgebracht. De veiling werd bij- gexooond door de burgemeester van Fréjus, de heer Henri Leotard en echtgenote (voorgrond). waarnemend te Sorong die naar moet worden aangenomen bij hun handelingen slechts 's lands belang op het oog hadden en uitsluitend controle op correspon dentie van subversieve personen toelieten, noopte de hoogheid van hun ambt de gouverneur hen, waar het schending van een der grondrechten betrof, schriftelijk van zijn ontevredenheid te doen /blijken voor de in 1956 verleende medewerking aan van het open baar ministerie uitgegane onwet tige maatregelen. 5. Politie- en P.T.T.-ambtenaren, van wie gebleken is dat zij in enig opzicht in gebreke zijn gebleven, zal mondeling de ernst der tekort komingen en de ernst der kwestie zelve voor ogen worden gehouden, met duidelijke waarschuwing dat geen enkele schending der grond rechten en ambtelijke voorschrif ten zal worden geduld. 6. De gouverneur zal in een alge meen rondschrijven aan alle dien sten de ernst van de feiten, zoals deze zich in het verleden hebben (Zie slot pag. 3 kol. 2) Bejaard echtpaar door gasverstikking omgekomen Het alleenwonende, bejaarde echt paar W. van den Herik en J. P. van den HerikVan Es, beiden 75 jaar oud, wonende te SHedreeht, Is door gasverstikking om het leven geko men. Toen buren van het echtpaar giste ren een sterke gaslucht roken, gin gen zij op onderzoek uit. Zij vonden de man en de vrouw in de huiska mer. Het ongeluk is ontstaan door dat in de keuken de slang van de gaskraan is losgeraakt. Aangeno men wordt, dat het echtpaar reeds zondagavond door het gas is be dwelmd. Arbeider bij De Steeg door trein gegrepen De 60-jarige gehuwde losarbeider bij de N.S., W. G. Jansen uit Rheden is maandag om het leven gekomen bij een ongeval op het spoorwegempla cement te De Steeg, waar hij met enkele andere arbeiders bezig was wissels schoon te maken. De daarbij toezichthoudende groep- baas heeft echter de sneltrein Arn hemZutphen niet zien aankomen, met het gevolg dat J. door de trein werd gegrepen en op slag werd ge dood. Auto door brug gezakt Gister is een treiler, beladen met 12 ton bulzen en zelf 11 ton wegen de door de Wormense brug over het Apeldoorns-Dierenskanaal bij Apel doorn gezakt. De chauffeur van de nït Schiedam afkomstige wagen, de 59-jarige J. W., heeft kennelijk het bordje met het opgeschrift „Maxi mum belasting een ton" niet gezien. Hij zakte met veel gekraak met het achterste gedeelte van de treiler door de brug en bleef in het water hangen. De balans van de brug werd volkomen ontwricht. Tienduizenden mensen hebben ir, Berlijn een grote demonstratie ge houden tegen het neo-nazisme en het antisemitisme. De stoet trok naar het monument voor slachtoffers van het fascisme. Capsule met radio-actief poeder te Haarlem gevonden Bij de Haarlemse politie berust een capsule met als inhoud radioactief fosforescerend poeder, zoals dat wel in katteogen (lichtgevende appa raatjes) aan boord van onder andere marine schepen gebruikt wordt, om de bemanningsleden op obstakels at tent to maken. De capsule is zaterdag door 'n voor bijganger op de Sparndamseweg te Haarlem gevonden, en toen aan de politie overhandigd. Deze vermoedt dat de bezitter van de capsule, ont steld geraakt door de berichten over radio-active horlogewijzers en wij zerplaten de capsule heeft wegge worpen. De keuringsdienst van waren te Haarlem stelde na onderzoek van de capsule vast, dat het fosforescerende poeder een hoeveelheid van 5 mili- röntgen per uur Uitstraalde of 840 miliröntgen per week. „HIJ BEHOORT MET IN REGERING" Hij ontkent een aan hem toegeschreven bewering Prof. Carlo Schmid, vice-president van de VVestduïtse bondsdag, heeft bedankt voor een uitnodiging om voor een commissie in Den Haag te verschijnen, die een onderzoek instelt naar de gedragingen van de West- duïtse minister voor vluchtelingenza ken. prof. Theodor Oberliinder, tij dens de Tweede Wereldoorlog. Zoals bekend is deze commissie opgericht op verzoek van minister Oberlander. Er zijn namelijk aan zijn adres be schuldigingen geuit, dat hij heeft deelgenomen aan de massamoord in Lemberg (Lwol) in 1941, toen hij diende in een propaganda-eenheïd van het Duitse leger, het zogenaamde „Nachtegaal-bataljon". Prof. Schmid. die een vooraanstaand lid van de Westduitse sociaal-demo cratische partij is, verklaarde dat het „zinloos" voor hem zou zijn naar Den Haag te gaan. Volgens de West duitse pers heeft de commissie, die zoals bekend staat uit voormalige verzetstrijders, prof. Schmid verzocht voor haar te verschijnen, omdat hij bij een bezoek aan Israël gezegd zou hebben dat het „Nachtegaal-batal jon" belast is geweest met het uit moorden van joden. Prof. Schmid zei dat hij „nooit zo iets gezegd had". Bij zijn bezoek aan Israël had hij tegen journalis ten gezegd het niet wenselijk te achten dat een man als Oberlan der, die de nationaal-socialistische ideologie krachtig gesteund had, lid is van de Westduitse regering. Hij kon zich niet precies herinne ren wat hij gezegd had, maar hij had zeker niet verklaard dat het „Nachtegaal-bataljon" had deelge nomen aan de uitroeiing van de joden. Pas enkele weken geleden had hij van het bestaan van dit ba taljon gehoord. „MISNOEGEN EN BEZORGDHEID" Tegen verklaringen over apartheidspolitiek De regering van Zuid-Afrika heeft formeel bij Nederland ge protesteerd tegen een verkla ring van minister Luns over ras senscheiding in Zuid-Af rika. De ambassadeur van Zuid-Afri- ka, dr. F. E. Geldenhuys, over handigde maandag een desbe treffende nota, waarin „ernstig misnoegen en bezorgdheid wordt uitgesproken", aan de staatsse cretaris van buitenlandse zaken, dr. H. R. van Houten. Dit protest is gericht tegen een ver klaring van de Nederlandse regering, die op 10 november 1959 door het Nederlandse ministerie van buiten landse zaken werd uitgegeven, waar in werd gezegd dat de apartheidspo litiek van Zuid-Afrika „niet te ver enigen is met de zin voor gerechtig heid in het Koninkrijk der Neder landen. (De verklaring werd uitgege ven in verband met de Nederlandse onthouding ran stemmen over een resolutie in de Ver. Naties over de apartheidspolitiek. Gezegd werd dat Nederland zich van steramen onthield omdat het twijfelt of de Ver. Naties bevoegd zijn zich bezig te houden met de binnenlandse politiek van Zuid-Afrika) In het protest werd gezegd dat de Katapultinstallatie in Den Helder gereedgekomen Te Den Helder is een katapultïnstal- Iatie voor het afschieten van onbe mande. radiografisch van de grond af bestuurde vliegtuigjes gereed ge komen. Deze vliegtuigjes, OQ19 ge naamd, zijn reeds enkele jaren in het bezit van de landmacht. Zij zullen gebruikt worden voor het oefenen met luchtdoelartillerie op het terrein botgat te Den Helder. Tot nu toe werden Harvard lesvlieg- tuigen voor dit doel gebruikt, die door een particuliere firma werden gevlogen. Aangezien de bijbehorende start baan nog niet geheel gereed is, kunnen de vliegtuigjes nog niet gebruikt worden. Men verwacht hiermee aan het eind van deze maand te kunnen beginnen, wan neer de baan voltooid zal zijn. In tussen zullen Belgische instruc teurs met oude toestelletjes oefe nen, waarbij zij tevens het Ne derlands personeel in het gebruik van OQ19 zullen opleiden. EEN NABESCHOUWING over de Statenzitting van vorige week moet beginnen met de vaststelling, dat Ged. Staten er in slaagden vrijwel volledige in stemming met hun beleid te ver werven. Er was weliswaar kri tiek, maar die werd veelmeer over de hoofden van de Gedepu teerden heen gericht tot de regering: zij zou te weinig voor Zeeland doen. Een klacht, die men overigens ook in de noorde lijke provincies hoort. Instemming met het beleid van Ged. Staten dus. Maar de ver werving daarvan ging toch niet van een leien dakje, want opval lend was, dat in tweede instan tie bij de debatten duidelijk kwam vast te staan dat er nog ontevredenheid was bij de Sta tenleden. En deze ontevreden heid richtte zich in dit geval werkelijk niet alleen tot de re gering, maar ook tot het colle ge van Ged. Staten. De toe schouwer in de provinciale po litieke arena zal moeten toege ven, dat dit niet ten onrechte was. Maar nu het merkwaardige: deze kritiek was gerechtvaardigd niet omdat het met het beleid van Gedeputeerden niet in orde zou zijn. maar veelmeer omdat Ge deputeerden een enkele inlichting pas schoorvoetend gaven. Dat was overigens geen onwil bij het college, maar meer een kwes tie van toevalligheden. Iedereen vergeet wel eens iets, hetgeen dit maal ook bij de Gedeputeerden voorkwam. De woordvoerder van het college maakte zich een beetje boos over de Statenleden en raillerend wees hij er op, dat een aantal van hun vragen en voorstellen eenvoudig ab surd waren. Maar aan de andere kant viel toch niet te ontkennen, dat bij de beantwoording in tweede in stantie toch nog een aantal vragen beantwoord moest worden Een voorbeeld daarvan: de vaste oeververbinding. Pas bij de replieken kwam de mening van het college over dit punt naar voren. Later bleek, dat de oorzaak lag bij een misverstand tussen twee Gedepu teerden: de een dacht van de ander, dat hij het wel zou doen. Hoe dan ook, het werd aanvankelijk verge ten. Een tweede punt was Saaftinge. Weliswaar kon daarover weinig concreets worden gezegd, maar de Statenleden hadden het college naar zijn standpunt gewaagd. Een ant woord was dus nodig. Een derde voorbeeld: de vraag of de noorde lijke verbinding op tijd aangepast zal zijn als de Grevelingendam klaar (Zie slot pag. 2 kol. 5) verklaring van minister Luns „slechts een ongunstige invloed kan hebben op de vriendschappelijke betrekkin gen" tussen de beide landen. In een communiqué van het Zuidafri- kaanse departement van buitenlandse zaken werd maandag gezegd dat aan de Nederlandse verklaring een bij zonder scherpe aanval door de Ne derlandse vertegenwoordiger bij de Ver. Naties op de Zuidafrikaanse apartheidspolitiek was voorafgegaan. In de verklaring van het departement werd gezegd dat de Bantoes door de Nederlandse afgevaardigde „de slachtoffers van rassendiscriminatie" werden genoemd en dat de regering van de Unie beschuldigd werd van „onderdrukking". Ook werd geopperd dat de politiek van Zuid-Afrika ge motiveerd werd door „opportunisme" en „de wisselvalligheden van politie ke winst". De Nederlandse afgevaardigde had volgens de verklaring gezegd dat „de Nederlandse regering niet de wijze kon aanvaarden waarop de blanke bevolking van Zuid-Afrika over haar zwarte medemensen denkt en dat de Nederlandse regering duidelijk en on dubbelzinnig de rassenpolitiek van de regering moet verwerpen". Parlementaire correspondenten in Kaastad zeiden dat Zuid-Afrika Nederland steeds onvoorwaardelij ke actieve steun in de Ver. Naties heeft verleend. Toen in 1949 in de algemene vergadering gestemd werd over de Indonesische kwestie was Eric Louw, die aan het hoofd van de Zuidafrikaanse delegatie stond, de enige afgevaardigde die Neder land steunde. Zuid-Afrika steunde ook voortdu rend de Nederlandse delegatie in de kwestie-Nieuw-Guinea en ont hield zich niet van stemming zoals andere westelijke delegaties, zo werd opgemerkt. Sneeuwstorm joeg over Zweden Het eerste winterweer, dat tijdens het weekeinde Zweden overviel, heeft grote schade veroorzaakt. In een felle sneeuwstorm ontstond een groot aantal verkeersongevallen, waarbij drie mensen om het leven kwamen. Vijf anderen kwamen door verdrin king om. De „Ernst Friesecke" uit Hamburg, heeft S.O.S.-seinen uitgezonden uit 't gebied tussen het eiland Gotland en het Zweedse vasteland. Dit schip, dat 498 ton meet en een bemanning van 11 koppen heeft, meldde dat het ge heel met ijs bedekt was en dat voor zinken werd gevreesd. Andere sche pen zijn op weg gegaan naar de plaats waar de „Ernst Friesecke" zicht bevindt. Een ander klein Duits vrachtschip, de „Julianka" is in de Oostzee op een rots gelopen. Het schip zit stevig aan de grond en gis teravond dreigde er geen gevaar voor de bemanning. Geldig tot hedenavond VORST EN SNEEUW Nu en dan opklaringen, maar plaat selijk, voornamelijk in de kustgebie den ook sneeuw. Overwegend matige wind uit uiteenlopende richtingen. Lichte vorst tot temperaturen om het vriespunt nabij de kust. ZON EN MAAN 13 januari Zon op 8.44 onder 16.53 Maan op 16.57 onder 7.50

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1960 | | pagina 1