ZORG VOOR BEJAARDEN IN ZEELAND
Van „tehuizen" in de streek naar
woningen in de gemeenten
De bejaardenwijk van Bruinisse
EVOLUTIE ZOU REVOLUTIE MOETEN ZIJN"
J*™*. J
Zeeuwse cursus voor verzorg
en helpsters bejaarden i
oin»
f
O
ZATERDAG 9 JANUARI 1960
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
yy*
TIJDENS EEN IN 1956 te Middelburg door de
Stichting Zeeland voor Maatschappelijk en Cul
tureel Werk gehouden bijeenkomst over de be
jaardenzorg, kwam men tot de conclusie, dat er
op dit gebied in Zeeland nog veel te doen viel.
Het is nu 1960, bijna vier jaar later en er is nóg
veel te doen. Om te beginnen is er nog steeds
een tekort aan pensiontehuizen en voorts ligt er
nog een vrijwel onontgonnen terrein op het ge
bied van de woningbouw voor bejaarden.
Wat het eerste betreft verklaarde mr. J. F.
Hornstra, directeur van de Stichting Zeeland:
„Indien alle bestaande plannen verwezenlijkt
zouden kunnen worden, zijn we een heel stuk
verder".
Wat het tweede betreft verklaarde de heer M.
L. Almekinders, directeur der stichting „Ver
pleeg- en Rusthuizen Midden Zeeland": „Op het
ogenblik is er sprake van een evolutie. Het zou
een revolutie moeten zijn!"
o«J\ \o*®°
- èfXJH
A gemene terming coor hen,
die al ujffiert ir. centra
Evolutie
Nog een achterstand in te halen
Ten aanzien van de pension-tehuizen, waarvan er in Zeeland de
laatste jaren enkele gereed kwamen (Vlissingen, Tholen, Haam
stede om er enkele te noemen) bestond er vijf tot tien jaar
geleden in Zeeland nog een grote achterstand en naar de mening
van mr. Hornstra is in die jaren de schijn gewekt, dat men uit
ging van de gedachte: „Alle bejaarden moeten in pension-tehui
zen worden ondergebracht."
„In dat geval rijst de vraag of je met
pension-tehuizen niet naast het doel
schiet", zo meende mr. Hornstra.
„Maar het blijft natuurlijk een kwes
tie van Instelling bij het bestuur van
de tehuizen", zo voegde hij er aan
toe.
Voorzover dat na te gaan is kan men
voor de bestaande tehuizen in Zee
land in het algemeen gelukkig van
een goede instelling spreken.
„Geen getto"
„Men moet een mens op zijn
65ste jaar niet veroordelen tot
een bejaardengetto" dat is de
stellige mening van de heer Al
mekinders, een groot voorstan
der van de bouw van woningen
voor bejaarden. Vanzelfspre
kend ziet hij ook wel de nood
zaak van de pension-tehuizen in
bepaalde gevallen, maar dat te
huis zou hij toch als een laatste
fase willen zien. En als eerste
fase de kleine, maar geriefelijke
woning, die met een minimum
aan energie te onderhouden is
Reeds toen echter besefte men, dat er
op dit gebied een evolutie gaande
was, maar dat nam de noodzaak tot
bouw van pension-tehuizen niet weg.
En nóg is in de behoefte aan die te
huizen, waarin 6 tot 8% van de be
jaarden thuishoort, niet voorzien.
„Maar het „behoefte-verzadigings
punt nadert", verklaarde ons mr.
Hornstra, met verontschuldigingen
voor deze taalkundig weinig fraaie
term
Eerst zullen er echter nog vele
plannen verwezenlijkt moeten wor
den. Ter illustratie een kleine
bloemlezing: „Randwijck" in Goes
wordt uitgebreid: voor westelijk
Zuid-Beveland is een hervormd te
huis „in de pen"; in Lewedorp
komt een r.-k.-tehuis; Kortgene
wacht op nieuwbouw; ln Middel
burg rusten er nog steeds plan
nen in de „ijskast"; Krabbendijke
heeft plannen voor een pension-te
huis mét woningen; in Wolf aarts
dijk is verbouwing aan de orde; in
Schoondijke zijn er plannen voor
een klein, gereformeerd tehuis; de
vereniging „Ceres" in Oostburg
wil een algemeen tehuis bouwen
en in Terneuzen overweegt men
o.m. de bouw van een hervormd
tehuis.
Uit deze willekeurig gekozen en on
volledige opsomming moge blijken,
dat er op dit gebied nog zo het een
en ander te gebeuren staat.
In vele gevallen vormde destijds de
bestedingsbeperking een remmende
factor bij de realisering van de plan
nen voor de bouw van pension-tehui
zen, waarvan en dat is weer een
ander facet de exploitatie in vele
gevallen ook een moeilijke zaak is.
„Maar dat geldt in vele gevallen ook
voor de bejaarden woningen", meende
mr. Hornstra.
Gelijke kansen
De vaak kostbare exploitatie brengt
automatisch een hoge pensionprïjs
met zich, gemiddeld zo'n 2500 per
persoon per jaar. De vraag rijst nog
al eens of in verband hiermee wel al
le bejaarden gelijke kansen krijgen
voor plaatsing in de tehuizen en of
niet de minder draagkrachtigen, voor
wie familie, kerk of gemeente moeten
bijbetalen, worden achtergesteld.
Mr. Hornstra achtte deze vraag voor
wat Zeeland betreft moeilijk te be
antwoorden, hoewel hij deze kwestie
inderdaad als een probleem zag. In
Friesland zijn de ervaringen op dit
gebied volgens een door de Stichting
Friesland voor Maatschappelijk Werk
uitgebracht rapport ronduit teleur
stellend. Bij plaatsing van bejaarden
speelden in vele gevallen „economi
sche- en sfeermotieven" een rol; met
andere woorden, men lette wel dege
lijk op financiële draagkracht en op
de milieu-factor.
en deel uitmaakt van 'n blok van
zes of twaalf „normale" wonin
gen.
Een huisje in orde van grootte
van 200 m3, waarin het trappen
lopen zoveel mogelijk beperkt
blijft. Een naar de omstandig
heden aangepast huis bouwen
dus.
Dit kan voor financieel vol
doende draagkrachtigen van
zelfsprekend ook een kwestie van
eigen initiatief zijn. „Initiatieven,
die, hetzij in kerkelijk, hetzij in
maatschappelijk verband, gesti
muleerd kunnen worden", zo
meent de heer Almekinders.
Als de „tweede fase" ziet hij de
woningen, die centraal verwarmd
worden, zodat het stoken van kachels,
het sjouwen met kolen, de bejaarde
bewoners niet meer tot last is. Voor
blokken van zes huizen zou dat ech
ter een te kostbare geschiedenis wor
den, zodat men hier minimaal twaalf
huizen in één blok zou moeten bou
wen. Maar voor de eerste fase acht
men blokken van zes woningen toch
wel ideaal.
In de derde fase komt het bezor
gen van warme maaltijden aan de
orde, zoals dat op het ogenblik in
Goes al zo voortreffelijk gebeurt.
Op het platteland zou dat te doen
zijn door bijvoorbeeld bepaalde
gezinnen bij toerbeurt voor een
bejaard echtpaar of een bejaarde
alleenstaande te laten meekoken,
zo stelt de freer Almekinders.
Gezelligheid leent- geentijd"
in het fraaie bejaardentehuis
te Vlissingen, waar volop ge
noten wordt van het nieuwste
ontspanningsmedium: de tele
visie.
fvfVt
Hulp in huis
In de vierde fase dienen de bejaarden
in hun woningen te beschikken over
huishoudelijke hulp in het kader van
de gezinsverzorging. (Over dit facet
verklaarde mr. Hornstra, dat dit al
tijd mogelijk is omdat er juist voor
deze gevallen een aangepaste subsi
dieregeling getroffen werd, die nog
voor uitbouw vatbaar is).
In de vijfde fase is er de noodzaak
van bouwkundige voorzieningen
een verzorgingscentrum is dan onont
beerlijk. In kleinere gemeente zou
den dit naar de mening van de
heer Almekinders de wijkgebouwen
kunnenzijn. Als voorbeeld noemde
hij het flatgebouw (met lift), dat de
zer dagen in 's Heer-Arendskerke
werd aanbesteed, met verzorgings
centrum. „Zo blijven de mensen zelf
standig en toch hebben zij hun ver
zorging bij wijze van spreken vlak
achter de deur", aldus de heer Alme
kinders.
Als zesde en laatste fase ziet hij
dan het pension-tehuis en dan voor
namelijk voor de vrouwen, die niet
meer in staat zijn haar eigen woning
te onderhouden en verder vanzelf
sprekend voor de alleenstaande man
nen.
Kwestie van jaren
De heer Almekinders realiseert
zich volkomen, dat de hiervoor
geschetste ontwikkeling een
kwestie is van jaren. Hij ziet die
ontwikkeling echter als ideaal
en ook mr. Hornstra verklaarde
zich een voorstander van de
bouw van bejaardenwoningen.
Als stelregel poneerde de heer
Almekinders tenslotte nog een
opvatting, die zoals bekend
de laatste jaren steeds meer
ingang heeft gevonden, name
lijk:
„Biedt niet meer hulp dan strikt
nodig is. Waak voor het zinloos
nietsdoen en beschouw de be
jaarde, de mens, die in ervaring
zoveel rijker is dan de jongere,
toch vooral niet als „oud" en
daarom onmondig. Want niets
is minder waar!"
Dorpje-in-dorp
Het r.-lc. bejaardentehuis in
Middelburg, gelegen in het
centrum van de stad, heeft het
"c van een veilige burcht
ALS PADDESTOELEN zijn ze
enkele jaren geleden uit de
grond gerezen: de popperige
kleine huisjes aan de Prinses
Marijkestraat te Bruinisse. Het
zijn vierentwintig bejaardenwo
ningen, die aan de oostflank van
het dorp zijn opgetrokken, in
een rustige omgeving, geprojec
teerd tegen een landelijk decor.
Het is een gemeenschap op zich
zelf, een gemeenschap dan van
alleen bejaarden. Héél anders
dan een bejaardentehuis, waar
ieder zijn eigen kamer heeft en
ondanks alle goede zorgen iets
mist van de „eigen" sfeer. De
bejaardenwijk van Bruinisse
geeft een heel ander en naar de
bewoners zeggen een gezelliger
beeld. Ieder woont in zijn „ei
gen" (gehuurd) huisje en is zelf
standig in zijn doen en laten.
Daarom wonen er in dit dorpje
in-een-dorp blijde en gelukkige
mensen
Enkele jaren geleden kwam in
„Bru" de vraag aan de orde op
welke wijze nu-n het beste voor
huisvesting voor bejaarden zou
kunnen zorgen. Het initiatief
daartoe ging uit van de Neder
lands hervormde kerk, die nauw
overleg pleegde met de landelijke
hervormde bomvsticliting voor be
jaarden. Het idee van een bejaar
dentehuis werd wel overwogen,
maar al spoedig losgelaten. Méér
voelde men voor de bouw van be
jaardenwoningen, die een verge
lijking kunnen doorstaan met „ge
wone" huizen.
Na véle voorbereidende werkzaamhe
den werd ongeveer drie jaar geleden
met de bouw van de woninkjes be
gonnen eri in maart 1958 werden de
eerste betrokken. Bruinisse plaatste
zich daarmee in de rij van gemeen
ten. die als eerste in Nederland wo
ningen in plaats van tehuizen voor
bejaarden bouwen.
Voor een bejaard echtpaar bieden de
huisjes voldoende ruimte. Via de.
Bejaardenwijk in Bruinisse,
dorpje-in-een-dorp. waar de be
woners het uitstekend naar
hun zin hebben.
(FOTO'S P.Z.C.)
Zorg voor de bejaarden in Zeeland is een veelom
vattend begrip, dat vooral de laatste jaren in
tal van kringen sterk leeft. Er is (en er wordt)
liard gewerkt aan de bouw van pension-tehuizen, hier
en daar zijn in de gemeenten al bejaardenwoningen
verrezen en ook op ander gebied leven tal van activitei
ten, die de bejaardenzorg ten goede komen. „De ver
antwoordelijkheid voor de bejaarden is niet langer de
verantwoordelijkheid van de familie. Zij maakt deel
uit van de gehele gemeenschapzo schreef on
langs „The Observer" in een artikel over de bouw van
hypermoderne bejaardenwoningen in Engeland. Want
ook daar bewandelt men nieuwe wegen op dit terrein.
ver die nieuwe ontwikkeling had een onzer redac
teuren vraaggesprekken met mr. J. F. Hornstra
directeur van de stichting Zeeland voor Maat
schappelijk en Cultureel Werk en met de heer M. L.
Almekinders, directeur der stichting „Verpleeg- en
Rusthuizen Midden Zeeland". Als lid van een lande
lijke commissie maakte de heer Almekinders enkele
jaren geleden een studiereis naar Scandinavië, waar
men ook kennis nam van de wijze, waarop de bejaar
denzorg wordt aangepakt. Bij die gelegenheid ver
klaarde de Evangelisch Lutherse Bisschop van Ko
penhagen: „Zoek het niet in de mooie, grote, kazerne
achtige gebouwen, welke van de grootheid der Heren
Bestuurders spreken, doch ga in eenvoud tussen onze
bejaarde broeders en zusters, met hun rijker levens
ervaring dan wij, en vraag: wat kunnen wij voor U
doen. Wij hebben door dit niet te doen in Dene
marken een grote fout gemaakt, welke zich nog jaren
zal wreken. God geve, dat uw goede land hiervoor ge
spaard wordt
In Zeeland is men intussen in eenvoud tussen de
bejaarde broeders en zusters gegaan, zo kan
men constateren. Reeds in het jaarverslag 1957
van de Stichting Zeeland wordt om een voorbeeld
te noemenopgemerkt: „Bij het opstellen van plan
nen voor de toekomst dienen de betrokken instellin
gen ten zeerste te waken voor het vasthouden aan in
middels verouderde of problematisch geworden op
vattingen, Met name geldt dit voor initiatieven tot het
bouwen van pensiontehuizen. Het is op zijn minst de
vraag of in een niet onbelangrijk aantal gevallen in
de behoeften der bejaarden niet op een andere wijze
kan worden tegemoet gekomen dan door huisvesting
in een dergelijk tehuis. Vooral dient meer aandacht
te worden besteed aan de mogelijkheden, die worden
geschapen door de bouw van zogenaamde bejaarden-
woningen
voordeur komt men in een kleine hal,
van waaruit men de woonkamer kan
bereiken. Voorts is in de huizen een
slaapkamer en een keuken ontwor
pen, alsmede een douchecel en een
bergplaats. Alles op de begane grond.
Onder het puntige dak bevindt zich
een flinke zolder, waar men even
tueel logé's te slapen kan leggen.
Nadat de woningen waren vol
tooid heeft de gemeente ze over
genomen voor gemiddeld 10.000
De huur werd bepaald op 8.55,
hetgeen voor een bejaardenwoning
een vrij hoge prijs is. Dat zagen
ook de autoriteiten in en daarom
geven in bepaalde gevallen en
dat zijn er nog al wat het rijk,
de gemeenten, en de diaconieën
een financiële tegemoetkoming,
zodat de huren voor de bewoners
variëren van 5 tot 8.55.
De weduwe N. Rooth-Everaars (69),
die alleen in een van de bejaarden
huisjes woont zou voor geen geld
meer in een andere woning willen.
„Zo gemakkelijk en geriefelijk", ver
telde ze. Zo'n bejaardengemeenschap
op zichzelf, waar ieder toch vrij en
zelfstandig is, vindt zij heel erg ple
zierig.
„Niet liever in een bejaardentehuis?"
„Neen, zolang ik mijn eigen kostje
nog kan brouwen, geef ik de voor
keur aan dit woninkje," verklaarde ze
kernachtig.
Een andere bewoonster van de be
jaardenwijk, mevrouw De Keijzer-
Dorst (69) denkt er hetzelfde over.
Ook zij vindt het plezierig
en goed wonen in de bejaarden
huisjes aan de Marijkestraat. Zij
verkiest haar huidige huisvesting
verre boven het verblijf in een be
jaardentehuis. „Alleen bij ziekte
zou ik een tehuis prefereren", zei
ze.
Overigens worden de ouden van da
gen in de bejaardenwijk ook ver
zorgd als zij ziek zijn. Deze taak
heeft de wijkverpleegster van het
Groene Kruis op zich genomen. Bur
gemeester C. H. v. d. Linde verklaar
de ons. dat zieke bejaarden zoveel
als mogelijk is bij familie in huis
worden genomen. De gemeente heeft
echter plannen om mettertijd een
zuster in vaste dienst te benoemen.
Als het aantal woningen zich uit
breidt, bestaat daartoe een goede
kans.
In Bruinisse zijn dan verder nog
meer woningen voor bejaarden, lu do
Prinses Wilhelminastraat, nabij do
Marijkestraat. staan acht, wat lu
xueuzere huisjes. Indertijd beeft een
rijke ingezetene van Bruinisse die la
ten bonwen. In de oorlog werden de
ze huisjes verwoest, maar zij zijn in
middels herbouwd. Met liefst 32 wo
ningen voor bejaarden is het bejaar
den-probleem in Bruinisse al lang
geen probleem meer.